De snelste met het goede antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. Deze foto lijkt iets te eenvoudig voor deze quiz en daarom een aantal extra vragen. Dat zijn:
1. Welke straat/weg is dit?
Wij zien minstens drie al of niet afgesloten gangen en een zijstraat op deze foto.
2. Welke zijstraat tussen 4e en 5e huis van rechts?
Een van de gangen is in werkelijkheid een (inmiddels verdwenen) hofje.
Waarschijnlijk bestaat het gebouw of liever: schuur allang niet meer. Dat bespoedigt het zoeken niet bepaald. Links ervan piept nog net een fabrieksgebouw tevoorschijn dat zover weg ligt dat er wel een water tussen kan zitten. En dat is ook zo. De foto is niet eens zo lang terug genomen: 1941.
Dit is de Plantage Muidergracht en de schuur had het nummer 22. Daar staat nu een bedrijfsverzamelgebouw.
De fabriek aan de overkant stond in de Valckenierstraat en heeft plaatsgemaakt voor een UvA-gebouw van de faculteit Natuurkunde.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Anthony Kolder, Ria Scharn, Anje Belmon, Mike Man, Kees Dalmeijer, Jos Mol, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Hans van Efferen,
Competitie voor enthousiaste zoekers
In de laatste twee maanden van dit jaar organiseren wij een kleine competitie met alleen punten voor de zoekopdrachten. U kunt één punt per week verdienen als het antwoord goed en volledig is. We beginnen vandaag met de onderstaande zoekopdracht.
In plaats van de winnaar van de gebruikelijke eindejaars-fotoquiz zal dit jaar de winnaar van deze competitie er met het proefabonnement op Ons Amsterdam vandoor gaan.
Fotoquiz: Zoekt en gij zult vinden...
Een tamelijk unieke gevel in zijn soort. Dan hebben we het over de soort bouwstijl. Wanneer u niet een architectuurkundige bent en de stijl niet direct herkent, zult u het adres van het pand moeten achterhalen en op zoek gaan naar mededelingen over de stijl waarin het gebouwd is. Lees wat uw bron ervan vindt en controleer eventueel meerdere bronnen.
Dit huis is in 1739-'40 gebouwd op de plek waar sinds 1663 twee huizen stonden. In de Vierde Uitleg is dat tamelijk bijzonder omdat toen een hele reeks stadspaleizen van hoge kwaliteit ontstonden die er vandaag meestal nog staan. Niet deze twee huizen dus. De laatste bewoners, Dirk Alewijn en Jacob Loten verkochten hun pand aan familielid Jacob van Loon, die beide huizen liet afbreken en vervangen door dit kapitale huis met een breedte van bijna 15 meter (52 voet). Opvallend is de toen al enigszins gedateerde bouwstijl Lodewijk XIV met schilddak in carré (dat in een latere fase dichtgemaakt is).
De bewoningsgeschiedenis is redelijk bekend maar wij pakken de draad op in 1880 toen het pand overging in andere handen waar we - als uitzondering - de naam niet van kennen. Het pand werd omgebouwd tot gecombineerd wonen en kantoor. Belangrijkste feit is de sloop van de dubbele stoep en vervanging van oude voordeur door een op straatniveau. Wij lieten van die situatie vorige week een foto zien. In 1886 volgde alweer een nieuwe eigenaar: Asser Jacob Samuels die er een fietsrijschool in begon en daarvoor inwendig het een en ander liet slopen, inclusief de pas aangelegde "Franse" tuin. Ook dat was van korte duur maar het huis was binnen en buiten danig gehavend.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Na Samuels volgden diverse kleine firma's, commissionairs en verzekeraars, maar steeds werd het huis gedeeltelijk bewoond. Tot het in 1924 gekocht werd door onroerend goed-beheerder IHEC die er volledig kantoor van maakte en zelfs kantoorruimte onderverhuurde. In 1930 werd het huis verkocht aan de in 1863 opgerichte Nationale Verzekering Bank te Rotterdam, die er het kantoor Amsterdam wilde vestigen. Die maatschappij gaf restauratiearchitect Abel Antoon Kok (portret links) opdracht tot een ingrijpende renovatie (1930-'31) van het pand waarbij o.a. de stoep gereconstrueerd werd en de vensters hun 18de-eeuwse roedeverdeling terugkregen. Daarmee zijn de vragen van deze zoekopdracht beantwoord.
De Nationale Verzekering Bank fuseerde in 1963 met de Nederlanden van 1845 en ging Nationale Nederlanden heten. Door opnieuw een fusie met de NMB Postbank in 1991 werd de naam Internationale Nederlanden Groep (ING) waarmee het "Nationale" uit de naam was verdwenen.
Het pand is tegenwoordig een deel van het hotel Waldorf Astoria.
Foto: Wikipedia
Goede oplossingen kwamen vanKees Huyser, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Anthony Kolder, Kees Dalmeijer, Ria Scharn, Jos Mol, Otto Meyer, Anje Belmon, Mike Man, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Han Mannaert, Marike Muller, Hans van Efferen,
Fotoquiz Wat? Waar?
Fraai, hè?
Welke brug is dit?
Voor of in welke straat ligt deze brug?
Zulke beeldschone smeedijzeren hekken noem je geen brugleuning meer...
Huizen met hun voeten in het water kom je niet zoveel tegen, hoe nat Amsterdam ook is. En dan nog met zo'n breed water voor de deur, nou ja: achterdeur. Dat vind je misschien aan de Amstel. Amstel? Amstel!
Dit is de achterkant van Nieuwe Doelenstraat 12-14, gebouwd in 1890 voor bankhuis Labouchère, Oyens & Co. Het water is inderdaad de Binnen-Amstel.
De bank verhuisde in 1908 alweer naar de Spuistraat en werd in 1913 overgenomen door de Rotterdamsche Bank.
Van 1913 tot 1923 huisde hier het secretariaat van de net opgerichte Volksuniversiteit waarna buurman Theodoor Gilessen het pand in gebruik nam. Sinds 2006 maakt het pand deel uit van het Hotel de l'Europe.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Arjen Lobach, Ria Scharn, Otto Meyer, Anje Belmon, Adrie de Koning, Mike Man, Jos Mol, Aschwin Merks, Marike Muller, Hans van Efferen,
Met de camera op pad...
Prachtig gerenoveerde huizen en met al die fietsen voor de deur vragen we ons af door wie ze bewoond worden. Er zit een ijzersterke hint verborgen in de foto. De vraag is:
Wat is het adres van het paar huizen met ingezwenkte halsgevels?
Inderdaad zag u de huisjes op deze foto eerder in deze quiz, maar dat was na de aanleg van de Noord-Zuidlijn en de verzakking van deze pandjes daardoor. De 'Wevershuisjes' zijn op deze foto nog tip-top. Op de foto Vijzelgracht 4 op de hoek van de Eerste Weteringdwarsstraat.
De hele rij is door Stadsherstel gekocht en gerenoveerd. Nr. 4 is onlangs opgeleverd (zie foto hieronder).
Foto rechts: Thomas Schlijper/Stadsherstel
Foto links: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Jos Mol, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Ria Scharn, Anje Belmon, Adrie de Koning Mike Man, Otto Meyer, Han Mannaert, Aschwin Merks, Marike Muller, Hans van Efferen,
Hulp gevraagd...
Met enige goede wil is een huisnummer 47 te ontdekken. Verder zien we alleen een nieuwbouwbuurt van waarschijnlijk net voor de oorlog.
Waar is dit?
U kunt de foto weer klikken voor de maximale resolutie in de Beeldbank.
Wij vreesden dat deze foto niet zo eenvoudig geplaatst zou kunnen worden, maar redelijk snel kwam de eerste oplossing. Dit is de Frans van Mierisstraat 24 (ged.)-26-28 (ged.). Alles lijkt volkomen ongewijzigd, zij het dat de kar op de zijstrook plaats maakte voor een kleine kinderspeelplaatsje en de rest van die strook voor geparkeerde auto's.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Foto onder: Street View
Wij moeten nog steeds veel geduld oefenen om onze meldingen verwerkt te zien. Die van 11 september verscheen deze week bijgewerkt in de Beeldbank.
Hulp kwam van Kees Dalmeijer, Paul Graalman, Mike Man, Eric-Jan Noomen, Harald Advokaat,
redactioneel
Wethouders in Amsterdam - 3
Willem Treub (1858-1931) was slechts drie jaar wethouder, van 1893-1895 was hij wethouder Financiën en van 1895-1896 wethouder Publieke Werken. Maar er gebeurde wel belangrijke dingen in zijn tijd.
Treub was een liberaal econoom. Hij behoorde tot de groep radicale liberalen en had vaak ideeën die haaks leken te staan op de traditionele liberale opvattingen, waardoor hij een goede verstandhouding had met de opkomende sociaal democraten. Met zijn beleid legde hij een fundament voor progressieve gemeentepolitiek.
Tekenend was dat de liberaal Treub in 1892 Wibaut vroeg om medewerker te worden van het Sociaal Weekblad, teneinde het tot dan conservatieve blad een meer linkse koers te laten varen.
Treub werd in 1889 lid van de Gemeenteraad en bleef dit tot 1896. In 1893 werd hij benoemd tot wethouder en hij ging meteen aan de slag met een plan om bedrijven met een monopolie op nutsvoorzieningen onder gemeentelijke vlag te brengen. Hij wilde een collectief voorzieningenniveau garanderen. Als eerste kocht hij de Duinwatermaatschappij op, waardoor het mogelijk werd een tweede waterleidingnet met water vanuit de Vecht te realiseren. Ook bedrijven op het gebied van gas, tram en telefoon kwamen in het bezit van de gemeente. Dit soort beleid kreeg de naam 'gas en lichtsocialisme', maar later ook 'wethouderssocialisme'. Immers, het waren de wethouders in de grote steden die dit beleid vorm gaven.
Aan het eind van de vorige eeuw kwam een tegengestelde golfbeweging tot stand, waarbij veel gemeentelijke bedrijven werden geprivatiseerd of aandelen van nutsbedrijven van de hand werden gedaan. Amsterdam verkocht de aandelen NUON voor ruim 400 miljoen euro. En raakte daarmee ook zijn invloed kwijt. En met de huidige energiecrisis klinken weer geluiden dat dit laatste toch wel jammer is als gekeken wordt naar een land als Frankrijk waar de energiebedrijven in handen van de overheid zijn.
Maar terug naar Treub. In 1890 had hij als raadslid een voorstel ingediend om bij verkoop van grond niet langer te spreken van 'verkoop', maar van 'in opstal uit te geven'. Treub was namelijk voorstander van het erfpachtstelsel. En toen hij wethouder was lukte het hem om in 1896 erfpacht ingevoerd te krijgen.
Treub was ook degene die Berlage opdracht gaf voor het bouwen van de beurs aan het Damrak.
In 1896 trad Treub af en werd benoemd tot hoogleraar staathuishoudkunde aan de Gemeente Universiteit. Hij was daarvóór ook al privaat-docent notarieel en fiscaal recht geweest.
In 1913 werd Treub Minister voor Landbouw, Nijverheid en Handel en nam in 1914 het ministerschap van Financiën op zich. Dit bleef hij met een korte onderbreking tot 1917.
Foto: Oud-minister Treub ontvangt in 1929 uitgeweken Russische studentes
bron: De Groene Amsterdammer
Naar Treub is de Meester Treublaan genoemd, een kort stukje weg tussen de Berlagebrug en het spoorwegviaduct bij het Amstelstation. Vroeger stond hier o.a. de cacaofabriek van Korff, die later plaatsmaakte voor de Kweekschool voor de Detailhandel en de Brandweer
Afbeelding: een der vele publicaties van Willem Treub die nog steeds herdrukt worden, dit keer over zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog
P.J. Koets (1901-1995) was van 1962 tot 1979 wethouder Onderwijs, Jeugdzorg en Volksontwikkeling, Openbare Gezondheidszorg, Sport en Recreatie.
P.J. Koets, zijn voornamen Peter John werden zelden gebezigd, had al een hele carrière achter de rug voordat hij in de politiek ging.
De in Amerika geboren Koets bracht een groot deel van zijn jeugd door Zetten, waarna hij klassieke talen ging studeren. Hij slaagde in 1926 cum laude. In 1929 promoveerde hij, eveneens cum laude, tot Doctor in de Letteren en Wijsbegeerte. Na zijn promotie vertrok hij met zijn vrouw naar Nederlands Indië, waar een halfbroer woonde, om daar als leraar Nederlands aan de slag te gaan. Dat bleef hij 10 jaar, om daarna de overstap te maken naar het departement voor Onderwijs. In 1942 werd hij krijgsgevangen genomen door de Japanners en werd hij te werk gesteld aan de Birma-spoorlijn. Nadat hij in 1945 vrijkwam, werd hij politiek adviseur van de Gouverneur.
In Nederlands Indië raakte de neerlandicus Koets zeer goed bevriend met de schrijver Ed. du Perron. Zij schreven elkaar veelvuldig brieven die bewaard zijn.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
In 1950 keerde het gezin Koets, met inmiddels 6 kinderen, terug naar Nederland waar Koets enige tijd leraar werd op het Barlaeusgymnasium
In 1951 werd Koets hoofdredacteur van Het Parool. Bij het bereiken van zijn 60ste verjaardag stopte hij hiermee en leek een rustige tijd voor hem aan te breken. Niets was echter minder waar. Joop de Uyl vroeg hem om zich beschikbaar te stellen als gemeenteraadslid voor de PvdA. Op 1 juni 1962 werd hij geïnstalleerd en toen kort daarna wethouder mr. A. de Roos vertrok naar de Raad van State, werd Koets wethouder.
Foto: Wethouder Koets slaat in 1963 de eerste paal voor een sporthal achter de oude RAI
bron: Stadsarchief Amsterdam
Koets had veel plannen, maar de stad had weinig middelen, waardoor hij niet altijd zijn ideeën kon verwezenlijken. Hij zou later dan ook zijn wethouderschap een 'fascinerende hondenbaan' noemen.
In 1966 werd hij tevens loco-burgemeester. In het volgende jaar speelde de 'kwestie Van Hall'. De regering had grote moeite met het politiebeleid van burgemeester Van Hall. De wethouders werden ontboden bij minister van Binnenlandse Zaken Beernink. Koets was woordvoerder en pleitte ervoor Van Hall niet te ontslaan, maar hem de gelegenheid te geven op een passend moment ontslag te nemen. Beernink leek daarmee in te stemmen. Bij thuiskomst bleek echter minister-president De Jong Van Hall te hebben ontboden en hem geen keus te laten: "Je neemt nu ontslag of je wordt ontslagen". De altijd principiële Koets zei hierover: "Ik voel me grotelijks belazerd".
Na zijn wethouderschap trok Koets zich terug in Ellemeet.
Vanwege zijn verdiensten voor de goed betrekkingen tussen België en Nederland in zijn tijd als hoofdredacteur werd Koets benoemd tot Commandeur in de Orde van Leopold II.
Foto: loco-burgemeester Koets ontvangt in 1970 de Britse politicus Barnett Janner, de joodse mensenrechtenactivist Simon Wiesenthal en de Britse auteur Emanuel Litvinoff (Wikipedia)
De afbeeldingen bij dit artikel komen van het Internet; als daar de bron vermeld wordt, hebben wij dat hier ook gedaan.
Oudemanhuispoort in de herhaling
Mevrouw Roosje (Ro) Cohen-de Wolff plaatste in 1958 een tweetal bijdragen in Ons Amsterdam over verschillende onderwerpen. Ze had het o.a. over haar jeugdherinneringen aan de Oudemanhuispoort en dan met name de boekenkasten. Haar vader dreef een handel in één van die kasten. We plaatsen nog een keer haar nostalgische tekst die wij in de column van week 51 van 2020 afdrukten.
Een naam is als een parfum, het roept herinneringen op. Dat gebeurde Roosje de Wolff toen ze in Ons Amsterdam de naam Barend Boekman tegenkwam. Barendje Boekman (foto), zoals zijn collega’s hem noemden. Ineens doemde het beeld van de Oudemanhuispoort op waar Boekman “stond”. Roosje liep elke schooldag vier keer door de Poort op weg naar of komende van school. Vooral om haar vader even te groeten maar al doende leerde ze alle handelaren kennen alsof het familie was. Haar vader stond in de eerste kast vanaf de Kloveniersburgwal, een goede plek om de boekenliefhebbers die van die kant kwamen op te vangen. Dat was vooral van belang als ze boeken te verkopen hadden. Een goede plek dus, maar ook een slechte als de wind door de Poort veegde, dan kreeg hij de volle laag. Die kast was vlak naast de stadsapotheek; Roosje herinnert zich de dropjes en stukjes zoethout die ze daar wel eens kreeg.
Naast haar vader stond David Blok (foto), Teiwele voor zijn collega’s en Teiwele was al heel oud toen haar vader in de Poort kwam te staan. Niet lang erna verkocht Teiwele zijn kast en sleet zijn laatste dagen in een Joods bejaardenhuis. Naast Blok had Juda Emmering twee kasten. Emmering, Joep voor zijn collega’s, was de intellectueel onder de boekhandelaren. Zo oud hij was, hij bleef altijd studeren: talen, politiek…, hij was sociaaldemocraat en dat was in die tijd (net na 1900) best progressief. Later kwam zijn broer Arie hem in de Poort bijstaan. Kort voor WOII opende Emmering een antiquariaat op het Rokin maar overleed spoedig daarna. Zijn broer die de winkel in de Langebrugsteeg dreef, werd opgepakt door de bezetter en overleefde de oorlog niet. Roosje herinnert zich dat naast Emmering over twee kasten breed de scharensliep van Dikke Frizzi stond. Frizzi waggelde zeker tien keer per dag de Poort uit naar een café op de hoek van de Staalstraat. Hij is zo dik geworden door al dat bier, vertelde vader De Wolff. Als Frizzi Roosje bij haar vader zag fleurde hij helemaal op en riep “Ahh… bongiorno, come esta?” Roosje durfde niets terug te zeggen tot zij in een boekje een antwoord opdook: “Grazie, bene”. Zijn enthousiasme kende geen grenzen: “Brava, brava” galmde het door de Poort. Zijn compagnon was een lange slanke Italiaan die de hele dag luidkeels zong. Een van zijn deuntjes ging over Rosa en Memeta… of zoiets.
Naast Frizzi was de stal van Barend Frank, volgens Roosje een hoogst eigenaardig mens die zich met niemand bemoeide. Na enkele huizen in de buurt bewoond te hebben trok hij in het huisje waar jaren later in 1924 Hendrik Pfann zijn boekhandel zou vestigen. Dat heeft Roosje niet meer meegemaakt. Naast Frank stond Barend Boekman, een boekenkenner bij uitstek, een vriendelijk, opgewekt man. Als Roosje de Poort inliep op weg naar haar vader en Boekman wist dat die er even niet was, riep hij: “Zoek je je vader? Die is gaan bajonetschermen”. Een broer van Boekman, Maurits, had ook een boekhandel in de Vijzelstraat en diens zoon Emanuel zou nog eens wethouder van Amsterdam worden. Daarnaast stond de oude Van Kollem waar Roosje niet zoveel van afwist. Hij had de laatste twee kasten in de Poort. Dat wist Roosje nog over de handelaren in de Poort.
Roosjes herinneringen beperkten zich tot de Poort vóór de Tweede Wereldoorlog met de overwegend joodse boekhandelaren. Die oorlog had een vernietigend effect op de bezetting van de kasten. We schakelen nu over naar de herinneringen van Bram Huyser die vanaf 1960 ook jaren een kast heeft gehad en die later door zijn dochter Anneke met echtgenoot Leo Spee werd overgenomen. Dat was eerst kast nr.5 en later nr.1. Ook hij merkt op dat alleen Betsy en Jacques van Kollem terugkeerden naar de Poort.
Bram (foto; op hoge leeftijd) begint zijn herinneringen met drie generaties Pfann. Pfann had niet een kast in de Poort maar een winkel. In het open gedeelte van de Poort, aan de kant van de Oudezijds Achterburgwal, vestigde in 1924, in de daar aanwezige winkelruimte, de bekend geworden antiquaar Hendrik Daniël Pfann (1889-1957) zijn boekhandel 'In 't Oude Boeckhuys'; hij was een flamboyante figuur die van de verkoop van elk van zijn boeken en prenten een heel toneelspel maakte. Zo omstreeks 1919 stond hij op het Amstelveld, de Nieuwmarkt en het Waterlooplein met een boekenkraam. Na zijn dood in 1957 werd hij opgevolgd door zijn zoon Hendrik Daniël Pfann de Tweede (1911-1974), die van daaruit een uitgebreid boekenimperium in Nederland zou vestigen, onder andere in Haarlem, Hilversum, Den Haag en Apeldoorn; zijn hoofdvestiging was op de hoek van Spui en Rokin (Arti) in Amsterdam.
Na de dood van Henk Pfann in 1974 ging de handel nog een tijdje door onder leiding van de derde generatie, ook natuurlijk weer een Hendrik Daniël Pfann, die omstreeks 1980 nog enkele jaren in de oude vestiging in de Poort heeft gewerkt, hij had daar zelfs een winkelkast.
Foto: Harry Tielman / DVHN
Op de foto's hieronder kast nr.1 van Bram Huyser en 'In 't Oude Boeckhuys' van Henk Pfann
Van de na 1945 aanwezige boekhandelaren was de familie van der Heijden vanaf 1951 tot eind 2006 het langst aanwezig in de Poort; eerst vader Theo, daarna zoon Rob en toen kleindochter Constance hebben daar hun handel gedreven. Theo van der Heijden was al in 1943 samen met collega Rentinck een handel in de Poort begonnen, maar na een conflict tussen beide handelaren verdween van der Heijden al spoedig om in de Wolvenstraat een boekwinkeltje te beginnen. In 1951 keerde hij toch weer naar de Poort terug om daar een kast te beheren.
Op de foto van G.L.W. Oppenheim (SAA) boekverkoper Theo van der Heijden met alpinopet op.
Bram somt nog enkele anekdotes op die betrekking hebben op de Poort. Zo had boekhandelaar Leo Schröder de gewoonte meerdere keren in de vroege ochtend de reveille op een trompet te blazen, wat een enorm kabaal in de Poort maakte. Of de onhebbelijke gewoonte van de studenten om hun fiets in de Poort neer te kwakken zodat een bezoeker er nog nauwelijks door kon. Op een dag hebben de boekhandelaren de fietsen op een grote hoop op de Kloveniersburgwal gegooid in de hoop dat de boodschap duidelijk was.
Zijn dochter Anneke herinnert zich nog een Duitstalige mevrouw Hansi in de Poort. En Eduard van Dishoeck, die zijn werkzaamheden later uitbreidde naar bijzondere prenten en een winkel in de Raamsteeg kreeg. Met collega Egbert Bonset en zijn echtgenote Hettie had zij goed contact. Als kind heeft Anneke Bino Gozzini, de laatste man van de scharensliep nog meegemaakt, voordat die het bijltje er bij neergooide. O, ja, dat er eindelijk een eigen toilet voor de handelaren in de Poort kwam. Voor die tijd moesten ze ergens in het Universiteitsgebouw een wc zoeken. Daar konden ze ook een beker koffie uit de automaat halen.
YouTube: Amsterdamse binnenstad (Engels)
Deze week honderd jaar geleden
Maandag 15 november 1922 - Na dagenlang debatteren in de Gemeenteraad komt B&W met een memorie van antwoord i.v.m. de bedroevende financiële positie van Amsterdam en de gesnoeide begroting voor 1923. B&W gaat ervan uit dat een miljoenentekort op komst is
en dat er veel zaken afgeslankt zullen moeten worden of helemaal geschrapt. Onder andere is de Watergraafsmeer de klos; het plan om tramlijn 5 van de Weesperzijde door te trekken naar De Meer gaat niet door vanwege de hoge kosten van de benodigde kunstwerken: ƒ365.000 voor weg- en brugverbredingen of -versterkingen.
Op de foto van Jeroen Epema rijdt lijn 5 over de Nieuwe Amstelbrug van de Utrechtse naar de Weesperzijde; bron amterdamsetrams.nl
Inkomencijfers van 1922
Gemiddeld maandinkomen (in gulden)
ƒ 238,00 / € 108,00
Bevolkingscijfers van 1922 (voor heel Nederland)
Totale Bevolking =
6.978.000 -
Mannen
3.465.000 -
Vrouwen
3.513.000
Geborenen
182.000 -
Overledenen
80.000 -
Immigratie
43.000
Bevolkingsgroei
110.000 (wat o.i. betekent dat het emigratiecijfer 35.000 bedroeg)
Huwelijken
61.000 -
Echtscheidingen
2.000
De populairste voornamen van 1922
Meisjesnamen
Maria-Johanna-Anna-Cornelia-Wilhelmina-Hendrika-Elisabeth-Catharina-Adriana-Petronella
Jongensnamen
Johannes-Jan-Cornelis-Hendrik-Willem-Pieter-Gerrit-Petrus-Jacobus-Wilhelmus
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.