De jongens staan aan de Rokin-zijde van de oude Sint Pieterspoort voor de Rotterdamse bank er zich meester van maakte. Door de poort zien we de huizen in de Nes.
De foto werd niet door iedereen gevonden omdat deze in de Beeldbank als "Pieterspoortje" aangeduid wordt en dan moet u naar Pieterspoort* (met wildcard) zoeken.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Herman Schim van der Loeff, Harald Advokaat, Jos Mol, Peter Pijst, Adrie de Koning, Arjen Lobach, Mike Man, Marike Muller, Otto Meyer, Hans van Efferen, Hans Olthof, Harry Snijder, Aschwin Merks,
Fotoquiz: webmaster's keuze
De keuzefoto betreft deze week een locatie op de grens van ons werkgebied. De vragen gaan over onderdelen binnen de Singelgracht.
Uw webmaster wil van u de namen van twee bruggen weten, aangegeven
met "1" en "2".
De vraagstelling was zodanig dat het deze keer niet voldoende was om de beschrijving "Kerkstraat" over te nemen. Toen de foto gemaakt werd, was het hoekhuis Amstel 260 en dat wilden wij horen. De enkeling die vaststelde dat het hoekhuis inmiddels gesplitst is en dat er een ingang in de Kerkstraat is met het nieuwe huisnummer 461 moesten we natuurlijk goed rekenen. De oude nummering ging maar tot 459 (het lagere huis helemaal links).
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anneke Huijser, Ria Scharn, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Anthony Kolder, Herman Schim van der Loeff, Harald Advokaat, Marike Muller, Mike Man, Hans van Efferen, Aschwin Merks, Harry Snijder,
Heeft u ook een opvallende foto gevonden?
Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!
Dit is de Prinsengracht, om te beginnen. Links begint een Jordaangracht, maar welke? Bij elke knik in de Prinsengracht verandert de hoek met zijstraten en grachten. Die wordt steeds scherper. Deze wel heel flauwe knik wijst op de noordelijke Jordaan en dan kom je snel op de situatie rond de Egelantiersgracht. Nu de bruggen. De fotograaf staat op brug nr.61, de Leliesluis. Over de Egelantiersgracht ligt nr.124, de Pansemertbrug. In de verte moet dan nr.60, de Prinsensluis zijn.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Anneke Huijser, Herman Schim van der Loeff, Anthony Kolder, Jos Mol, Adrie de Koning, Mike Man, Marike Muller, Hans van Efferen, Hans Olthof, Harry Snijder, Aschwin Merks,
Met de camera op pad...
Deze foto geeft heel weinig prijs. Misschien dat u met de huisnummers iets kunt beginnen? De vraag is:
Regelmatig laten we op deze pagina de Krom Boomssloot terugkomen, omdat die zo schilderachtig is, of liever... was. Het merendeel van de huizen op deze foto is vernieuwd, het fraaie renaissancegeveltje incluis. Bij zoeken naar vergelijkbare zichthoeken op de Krom Boomssloot krijgt u problemen met de spelling van de naam van de gracht. We zij nu zover dat het Krom Boomssloot is, twee woorden en dubbele "s". Het best komt de tekening van Wenckebach bij deze situatie, maar die hield het rond 1900 op Kromboomsloot. Dan weten we door de beschrijving ook zeker dat dit brug nr.293 is voor de Korte Keizersstraat, ook wel Armeense brug naar de Armeens Apostolische Kerk op nr.22, hoek Keizersstraat.
Afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Anthony Kolder, Ria Scharn, Herman Schim van der Loeff, Adrie de Koning, Mike Man, Jos Mol, Marike Muller, Hans van Efferen, Harry Snijder, Aschwin Merks,
Hulp gevraagd...
Een politieagent helpt een aantal blinden over te steken. Aan u de vraag waar dan wel. Het huisnummer van het hoekhuis zal wel een eindje in de goede richting helpen.
Waar is dit?
U kunt de foto weer klikken voor de maximale resolutie in de Beeldbank.
We kijken hier naar de oneven huisnummers in de Woestduinstraat (57-71 v.l.n.r.) en de kruisende straat is de Bennebroekstraat, beide in de Hoofddorppleinbuurt. Het speelveld is nu vervangen door een kinderspeelplaats. Het is dus zeer de vraag of hier sprake van een "optocht" is. Dit is allemaal doorgegeven aan het Stadsarchief.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Hulp kwam van Anneke Huijser, Eric-Jan Noomen, Aschwin Merks,
redactioneel
De Fransen verlaten in 1813 hals over kop de stad
Vier dagen lang, van 16 tot en met 19 oktober 1813, vochten meer dan een half miljoen militairen op een uitgestrekt slagveld van 11 bij 14 kilometer even buiten Leipzig de Völkerslacht uit (schilderij hierboven). Napoleons Grande Armée, moegestreden door een mislukte campagne in Rusland, stond tegenover de legers van Rusland, Oostenrijk, Pruisen en Zweden en werd door de getalsmatige overmacht van de geallieerden verslagen. Overal in Europa waar een Franse bezetting was, brak lichte paniek uit en de commandanten besloten de troepen naar Frankrijk terug te brengen voor het geval de geallieerde legers achter de terugtrekkende Fransen aan zouden komen. Een deel van de geallieerde legers, Russen en Duitsers, trokken niet naar Parijs maar naar noordwest-Europa, richting de Nederlanden. Op 9 november vertrokken de eerste contingenten Franse soldaten uit Amsterdam. Volgens de prent van Vinkeles lieten ze heel wat "liefjes" in tranen achter. De laatste Fransen verdwenen in de nacht van 14 op 15 november richting Utrecht.
De Amsterdamse bevolking - voor zover niet patriot of Fransgezind -
nam op 15 en 16 november wraak door alles wat Frans was of voor de Frankrijk symbool stond te slopen. Legendarisch is de vernieling van de douane- en tolhuisjes langs het IJ die massaal gesloopt en in brand gestoken werden. Dat deze furie ontaarde in plunderingen zal u niet verbazen. Een sukkelige Franse douaneambtenaar, die vergat te vluchten, werd doodgeslagen. Het voorlopig stadsbestuur greep hardhandig in en stuurde de Nationale Garde o.l.v. kapitein Falck er op af, die de rust herstelde.
Vooral door toedoen van de Oranjegezinde Job May, ex-marineofficier die eerst de vernieling van de douanehuisjes georkestreerd had, werd het "november-oproer" snel geblust. Hij ging met oranjesjerp rond zijn hoed met enkele kornuiten langs de brandhaarden en maande tot rust. Onder zijn leiding en in overleg met kapitein Falck en Gijsbert Karel van Hoogendorp in Den Haag stelde hij een voorlopig stadsbestuur in: het Provisioneel Bestuur.
Job May was de man van het volk die in de eerste uren van het oproer leiding gaf door de douanebarakken en tolhuisjes aan te wijzen als doelwit om het gehate Franse bewind af te straffen. In 1833 publiceerde hij zijn memoires waarvan u een deel kunt lezen via het Huygensinstituut.
Anton Falck was de militair en vertegenwoordiger van de Amsterdamse notabelen, die voor orde en gezag stonden. In feite handelde hij nog steeds uit naam van het Franse regime, maar hij wilde niet toestaan dat het oproer ontaarde in plunderingen, zelfs niet van de huizen van "foute" Amsterdammers die met de Fransen hadden geheuld.
Ook Falck publiceerde zijn memoires en ook die kunt u lezen via het Huygensinstituut.
Schilderij: Wikipedia
Het is maar een dun laagje van de 'gegoede burgerij' dat een constitutionele monarchie onder leiding van een Oranje-vorst ziet zitten. Falck is er daar één van. Van Hoogendorp komt uit Den Haag over om meer steun voor zijn ideeën te krijgen. Een incident doet zich voor doordat de waarnemend burgemeester van het Provisioneel Bestuur de toegang tot Kattenburg geweigerd wordt, niet erkend wordt dus omdat het bestuur weigert de oranje vlag van het stadhuis te laten waaien. Op 22 november tekent Van Hoogendorp de afzwering van Napoleon maar het voorlopig stadsbestuur wil geen kleur bekennen, bevreesd dat de Fransen vanuit Utrecht terug zullen keren. Op 24 november verschijnt een voorhoede met Russische Kozakken in de stad en op 29 november landen 250 Britse mariniers op de Hollandse kust. Eindelijk geeft het stadsbestuur zijn weerstand op en eindelijk kan erfprins Willem Frederik, de latere koning Willem I, op 30 november rustig in Scheveningen aan land komen. Het eerste dat hij laat doen, nog voordat hij officieel tot soeverein vorst benoemd wordt, is het door Van Hoogendorp laten opstellen van een nieuwe grondwet, ter vervanging van de Code Napoleon. Men wil veel herstellen, maar niet terug naar de slecht functionerende Unie van Utrecht. Op veel gebieden is de nieuwe grondwet daarom min of meer een vertaling uit het Frans.
Het Provisioneel Bestuur van Amsterdam bestond uit de toplaag van de bevolking; wat dat betreft veranderde er niet veel.
De zittende 'maires' baronnen Arnoud van Brienen en Pieter van Boetzelaer (portret links) uit het Franse bestuur bleven zelfs zitten, tot de herziening in 1824 van het regeringsregelement. In de nieuwe constellatie bleef Van Boetzelaer tot zijn dood in 1826 raadslid. Van Brienen werd niet opnieuw burgemeester maar bleef tot 1851 raadslid.
Tot 1824 werden weer als van ouds vier burgemeesters benoemd uit de Raad (de vroegere vroedschap), na 1824 nog maar één. De tijd dat burgemeesters en schepenen/wethouders ook van buiten de Raad konden komen, lag nog ver weg.
Adrie de Koning heeft een nieuwe serie samengesteld over het Amsterdamse stadsbestuur; dit keer met de focus op de nieuwigheid "wethouder" die slechts in de verte lijkt op de vroegere "schepen". Hij laat in enkele maanden een aantal spraakmakende wethouders de revue passeren, steeds een van vóór en een van ná de Tweede Wereldoorlog.
Binnenkort meer hierover.
Gravure: Wikipedia
De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld
Wethouders in Amsterdam
Column: rijksmonument gebouw Astoria
Een kolossaal gebouw als Astoria dat ooit (1905) de monumentale
grachtengordel verstoorde als uit de hand gelopen kantoortoren en daarna zelf een monument werd (#518354). Daar was nog geen eeuw voor nodig; in 2001 werd Keizersgracht 174 in het register van rijksmonumenten bijgeschreven.
Jan Schouten (links) en Caspar Philips (onder) keken allebei in dezelfde periode - twee helft 18de eeuw - naar deze hoek... en zagen dat het goed was. Niets meer aan doen!
Maar Astoria spande met z'n hoogte van 37 meter de kroon. Letterlijk, want het dekte voor de passant op menig punt de keizerskroon
op de Westertoren geheel af.
Afb: Stadsarchief Amsterdam
Het front aan de Keizersgracht was aanvankelijk betrekkelijk smal. Er waren twee huizen voor gesloopt. Op nr.174 stond een pand uit 1725 dat als geldbelegging gebouwd was door de regenten van Collegiantenweeshuis De Oranje Appel. Het verving een eenvoudig huisje uit 1626. Op nr.176 stond een fraai versierde halsgevel uit 1726, ook alweer als vervanging van een eenvoudig huis uit de begintijd van de uitleg. In 1968 werd dat smalle van Astoria "goedgemaakt" door de sloop van een derde pand: Keizersgracht 178, het pand De Appelboom uit 1626. Dat had een eeuw later, in 1725 een extra verdieping gekregen waar eind 18de eeuw een bestaande halsgevel
voor werd gezet. Dat pand is op de presentatietekening van de architect nog te zien. Drie panden dus, die allemaal in 1725-'26 opnieuw opgetrokken of zwaar verbouwd waren.
Gebouw Astoria werd in 1904-'06 gebouwd voor de Eerste Hollandsche Levensverzekerings Bank die in 1884 opgericht was en in 1888 het hoekhuis Keizersgracht-Leliegracht als hoofdkantoor betrok. In 1904 gaven zij de architecten Gerrit van Arkel en Hermanus Baanders opdracht een groot kantoor voor ze te bouwen op de plek van een aantal aangrenzende huizen op Keizers- en Leliegracht. Dat was een incidentele samenwerking van beide architecten die daarvoor samen één woonhuis aan de Korte Marnixkade hadden gebouwd.
Ons is niet bekend welke architect voor welk onderdeel van het gebouw verantwoordelijk
is. Beiden ontwierpen in allerlei neo-stijlen tot aan Jugendstil, waar Astoria in opgetrokken werd. Van Arkel moest de bouw in z'n eentje afronden omdat Baanders halverwege overleed.
Het gebouw met zes kantoorverdiepingen is aan de buitenzijde helemaal met natuursteen bekleed. Ook binnen veel natuursteen; in het trappenhuis marmerachtige zandsteen (comblanchien) voor de treden met marmeren lambriseringen en dat over alle zes verdiepingen. Het pand was meteen voorzien van elektrische verlichting, had een personen- en een goederenlift en een centrale stoomverwarming. Vermeldenswaardig was de huistelefoon-installatie.
In 1966 werden de buurpanden op Keizersgracht 178 en Leliegracht 33 gesloopt om plaats te maken voor een uitbreiding van het EHLB-kantoor. Dat werd voorgegeven door de architecten Wegener Sleeswijk en Wichers, strikt binnen de stijl van het origineel terwijl de aannemer dezelfde bleef.
De bank opende diverse bijkantoren in het land; steeds werd daarbij de architectuur van het hoofdkantoor op een of andere manier - bijvoorbeeld in tegeltableau's - gebruikt, wat duidt dat ook de directie ingenomen was met het uiterlijk.
In 1985 werd de EHLB overgenomen door De Nederlanden van 1870 en in 1988 verhuisde het bedrijf naar Diemen. Vanaf 1989 hield Greenpeace hier 15 jaar kantoor, maar ook dat is verleden tijd. Sinds 2004 is het een kantoren verzamelgebouw.
De afbeeldingen bij deze column komen uit de collectie van amsterdamopdekaart.nl, tenzij anders vermeld
Arme Gijsbreght...
Zijn nieuwe raadplaat viel vorige week tussen wal en schip. De webmaster had het te druk met wandelen met quizdeelnemers.
Hier is de nieuwe opgave en de uitslag van week 39 alsnog.
Nieuwe raadplaat voor week 41/42
Wáár staat deze fruitige toren?
Wié maakte ‘m?
Stuur uw TWEE antwoorden op deze vragen via deze link
Foto: hoort u volgende week
Oplossing Gijsbreghts raadplaat van week 39
Deze zgn. ‘solarzitbanken’ staan op de volgende plaatsen: Campus van HvA en UvA, Science park, Nicolaas Tulp-huis, Roeterseiland en de Kohnstammhof. Foto's: inframarks.nl
Wij ontvingen goede oplossingen van Anneke Huijser, Jos Mol, Olaf Horn, Otto Meyer, Han Mannaert, Mike Man, Marike Muller en Aschwin Merks.
YouTube: de eerste razzia's op 22 februari 1941
Deze week honderd jaar geleden
Maandag 16 oktober 1922 - Aan de Universiteit van Amsterdam benoemt de Senaat Jac. P. (Ko) Thijsse tot doctor honoris causa in de wis- en natuurkunde. Hij woonde sinds 1878 in Amsterdam maar verhuisde om gezondheidsredenen (pleuritis) in 1902 naar Bloemendaal. In 1879-1883 volgde Thijsse de kweekschool in Amsterdam waar hij de akte voor hulponderwijzer lager onderwijs behaalde. In 1885-1888 behaalde hij de akten Frans, hoofdonderwijzer, Engels en Duits. Tot 1902 werkte hij op verscheidene scholen in Amsterdam. Hij werd in 1902 leraar Kennis der Natuur aan de kweekschool waar hij zelf was opgeleid. In 1922 zegde hij Amsterdam als leraar vaarwel door op twee scholen als leraar biologie aan te treden: het Kennemer Lyceum in Overveen en MMS 't Kopje in zijn woonplaats Bloemendaal.
Foto: Wikipedia
Woensdag 18 oktober 1922 - Tijdens de tentoonstelling "Het Kantoor" in het Paleis voor Volksvlijt wordt een schrijfmachine-wedstrijd gehouden. Dat gaat om twee soorten deelnemers; in groep A zitten zes dames en drie heren, allen jongelui die wel een cursus hadden gevolgd maar nog niet in de praktijk op een kantoor werkzaam zijn. Het streven is naar 150 aanslagen per minuut. De wedstrijd duurt 15 minuten en het startsein wordt gegeven door de heer A.A. Schoevers die een opleidingsinstituut in Amsterdam leidt.
Groep B bestaat uit 35 personen uit de praktijk die wel tot 300 aanslagen per minuut halen. Hun wedstrijd duurt 10 minuten en wordt gestart door de heer Arnold die een opleidingsinstituut in Rotterdam leidt. Twee deelnemers waarvan de machine onderweg gaat haperen krijgen een herkansing. Handig spelen beide instituten in op de behoefte van werkgevers dat nieuw personeel reeds het machineschrijven machtig is bij indiensttreding.
Het socialistische dagblad De Tribune constateert zuur dat de eerste "zenuwzieke" kantoorklerk niet lang op zich zal laten wachten, wanneer personeel op deze manier tegen elkaar uitgespeeld wordt.
Zie via deze link een soortgelijke wedstrijd in 1959 waarbij het aantal aanslagen al tot 450 p/min is opgelopen.
Donderdag 19 oktober 1922 - Opening tentoonstelling in het Stedelijk Museum van de schilder, graficus, keramist, goudsmid,
glasschilder, meubelontwerper en in tijd van nood ook huisschilder en barpianist Lodewijk Schelfhout. Hij is de kleinzoon van de beroemde landschapsschilder Andreas Schelfhout.
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.