weekblad-logo

week 05-2022

Fotoquiz eerste

De vragen zijn:

Waar is dit?
Welke zijstraat is dit?
Weet u nog hoe dit gebouw op deze hoek heette?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

 

Zijstraten die onder zo'n schuine hoek op een gracht uitkomen..., dat kan alleen maar de Jordaan zijn. Laatst hadden we een foto van de Lijnbaansgracht en nu deze van de Prinsengracht. U hoefde alleen te zoeken naar een brug die zó dicht bij een zijstraat lag. Bij de Anjeliersstraat was 't raak.
U zult toch moeten toegeven, die nieuwbouw had wel wat passender gekund. In die tijd leurde de stads-monumentenwerf met geveltoppen.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Adrie de Koning, Anthony Kolder, Jos Mol, Arjen Lobach, Harald Advokaat, Ria Scharn, Dirk Fuite, Otto Meyer, Gerard Beerman, Hans Olthof, Han Mannaert, Hans Goedhart, Ruud Fontijn, Aschwin Merks, Mike Man, Thomas Gravemaker, Marike Muller, Hans van Efferen, Harry Snijder,

Fotoquiz: webmaster's keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht.

Waldorf en Statler, de twee bromberen uit de Muppet-show. Hier in hun theaterloge ingemetseld in een gebouw. De vraag is:

Welk gebouw is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Denise Notermans

Oplossing: webmaster's keuze

 

Deze ratjetoe is de Stadt Schänke op het Leidseplein 5-7. En dan te bedenken dat het twee keurige halsgeveltjes waren, met ernaast de inrit van een stalhouderij (klik de foto voor een vergroting). In de jaren 50 maakte dit plaats voor het Sabena-gebouw.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Anthony Kolder, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Ria Scharn, Jos Mol, Aschwin Merks, Mike Man, Marike Muller, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

 

 

 

Niets meer van over, zelfs het stratenplan niet meer. Waar de deur zo uitnodigend open staat is een school.

De vragen zijn:

Waar is dit?
Welke zijstraat komt daar op uit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

 

Dit is een foto van september 2009 van de herinrichting van het Rembrandtplein. Heel terecht constateerden de meesten dat het standbeeld van Rembrandt tijdelijk van zijn sokkel was gehaald gedurende de werkzaamheden.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Eigenlijk bedoelden we de soap rond de plaatstalen beeldengroep 'de Nachtwacht' van de twee Russische beeldhouwers Alexander Taratynov en Mikhail Dronov. Die werden in 2005 verhuurd aan de ondernemers-vereniging Rembrandtplein en verdwenen in 2009 even voor de herinrichting van het plein (quizfoto). Daarna kwamen ze terug om in 2020 weer te verdwijnen omdat de Russen geld wilden zien maar de ondernemers rondom het plein de beelden niet wilden kopen. Daarop haalden de kunstenaars de beelden weg.

Foto: NH

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Anthony Kolder, Kees Boas, Ria Scharn, Otto Meyer, Kees Huyser, Harry Snijder, Adrie de Koning, Han Mannaert, Jos Mol, Aschwin Merks, Mike Man, Marike Muller, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Genoeg aanknopingspunten om vast te stellen waar we hier staan. Al waren het alleen maar de samendrommende mensen op de foto.

De vraag is:

Welke brug is dit? naam of nummer

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

 

Dit is een blok van vier woonhuizen onder één architectuur van Ed. Cuypers: Weteringschans 255-257, hoek Reguliersgracht 138-142. Het kwam gereed in 1891. De geveltoppen die het neo-renaissancebeeld onderstreepten zijn in de loop der tijd bijna allemaal gesneuveld, vandaar nog even een bouwfoto hieronder om te laten zien wat Cuypers bedoelde. Die foto is van Jacob Olie.

Het pand is overigens een gemeentelijk monument.

 

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anthony Kolder, Annabelle Parker, Ria Scharn, Anneke Huijser, Jos Mol, Otto Meyer, Harry Snijder, Kees Huyser, Adrie de Koning, Hans Vos, Hans Olthof, Fred van Kooij, Han Mannaert, Aschwin Merks, Mike Man, Marike Muller, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd...

Weer een nieuwbouwbuurt, een straat die schreeuwt om benoemd te worden. Er staat een onleesbaar straatnaambord op de foto. Waar kan dit zijn?
Klik de foto aan voor een vergroting.

Laat het ons weten via deze link.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

 

Dit is de vm. kanonneerboot SMS Sleipner die in december 1907 het keizerlijke jacht Hohenzollern op staatsbezoek naar Nederland begeleidde. Het vaart hier in het Noordzeekanaal t.h.v. Wijkeroog (later Velsen-Noord). De beide fabrieksschoorstenen links horen bij papierfabriek De Eendracht (later Van Gelder Papier).
Een tweede oorlogsbodem die de keizer begeleidde was de kruiser SMS Königsberg. Gedrieën stoomden de schepen op 13 december naar Amsterdam waar ze opgewacht werden door koningin Wilhelmina.
Over het verloop van het bezoek leest u in het Nieuws van den Dag.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Doeltreffende antwoorden kwamen van Paul Graalman, Eric-Jan Noomen en een goede poging maar zonder precieze locatie in het Noordzeekanaal kwam van Mike Man.

Volgende week...

...het eerste overzicht van de scores over de maand januari. Benieuwd?

redactioneel

Hier gebeurde het...

 

1532 - het klooster der Regulieren gaat in vlammen op en is reddeloos verloren.
Het klooster werd in gebruik genomen in 1395, na veel geharrewar. Lees meer daarover in de PDF over de kloosters van Amsterdam p.11 e.v. Het kwam op grond even buiten Amsterdam, in Nieuwer-Amstel. De grond was een schenking van de overman van het Sint Pietersgilde, Willem Willemsz. Toeval wil dat we precies weten waar bijvoorbeeld de kapel heeft gestaan, namelijk op de kruising van Utrechtsestraat en Keizersgracht. Bij de aanleg van de schutsluis, waarvan de kolk nog te herkennen is, vond men in 1669 de fundering voor die kapel. Op onderstaand detail van het vogelvluchtschilderij van Cornelis Anthonisz (1538) is de ligging van het klooster t.o.v. de Regulierspoort te zien.


Bovenstaand een schets van de fundamenten van de kapel zoals die in 1669 gevonden werden. Klik de afbeelding om de teksten te kunnen ontcijferen.

 

In 1532 werd het klooster door een enorme brand in as gelegd. Toen aan de stad toestemming gevraagd werd om het klooster binnen de stadsmuren te mogen inrichten, werd dit door het stadsbestuur geweigerd. Het convent vond toen onderdak bij het Regulierenklooster De Blinken in Heiloo, waarmee het in 1533 verenigd werd.
De tekst op de gravure links veroorzaakt onzekerheid over de oorzaak van de brand. Was het wel een noodlottig toeval? Of stak daar meer achter? Er worden hier openlijk vragen gesteld over die oorzaak en er worden meteen twee mogelijkheden geopperd. De brand zou door de kloosterlingen zelf aangestoken zijn als chantagemiddel om het klooster naar binnen de stadsgrenzen te verhuizen. Dat werd vóór de brand kennelijk al geweigerd en ook na de brand was het stadsbestuur niet te vermurwen. De financiële positie was begin 16de eeuw penibel geworden en het klooster had grote schulden. Chantage dus, in de hoop op medelijden en toch opname binnen de stad.
De tweede mogelijkheid die geopperd wordt, was een heimelijke opdracht van het stadsbestuur aan een willekeurige brandstichter om de monniken eindelijk weg te krijgen van die plek. De stad, die meer dan een eeuw geprofiteerd had van de kundigheid van de kloosterlingen op allerlei gebied - denk aan de pestbestrijding en de zorg tijdens een epidemie - had nu geen kloosters meer nodig. Ze zaten nu in de weg en zorgden voor veel uit de stedelijke economie wegvloeiend geld. In de loop der tijd waren alle financiële voordeeltjes geschrapt en gewijzigd in belastingen.
Ook anderen stelden vragen over de brand, namelijk Pontanus die de brand al in 1506 plaats liet hebben.
In zijn Beschryvinge der Reformatie van de stadt Amsterdam werpt Isaac LeLong dezelfde vragen op: p452 e.v.

 

Vreemd is het allemaal wel. Behalve veel landerijen rond de stad bezat het klooster der Regulieren zeven huizen binnen de stad en heeft de stad in 1532 toch voorkomen dat een huisbezitter bij zijn eigendom kon komen. Dat waren twee huizen in de Nes, twee aan de Grimburgwal, een in de Kalverstraat, een aan de Windmolenzijde (Nieuwendijk) en een in de Heiligekruisstraat (?).
Het voormalige klooster werd een boomgaard en veranderde langzaam in een wandelpark omdat daar zo veel behoefte aan was, zo vlak buiten de stad. Eerder vertelden we al van de verstikkende atmosfeer op de zondagen, vlak na de Alteratie. De bevolking mocht die graag buiten de stad doorbrengen en beide mannenkloosters buiten de stad, dat van de Regulieren en van de Karthuizers, werden lusthoven.
In 1638 werd in het Reguliershof na veel (alweer!) geharrewar de eerste Hortus Medicus (p.34 e.v.) ingericht. Links een penning waarmee medici en studenten toegang kregen.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Koninklijke Hollandsche Lloyd

 

De Koninklijke Hollandsche Lloyd begon als de Zuid-Amerika Lijn (ZAL) in 1899 met transport van levende have van Zuid-Amerika naar Engeland. Het initiatief kwam van de Kon. West-Indische Maildienst en enkele Amsterdamse bankiers. In 1900 werden drie schepen in de vaart gebracht van het type van de foto links: Zaanland, Amstelland en Rijnland, 5400ton. Vanwege de levende lading moesten het snelle schepen zijn en daarom kregen ze stoommachines van 2750 PK die een snelheid van 11 knopen mogelijk maakten. Het was vooral Argentinië waar de lading opgehaald werd. Als de tussendekken gebruikt konden worden, pasten er 600 stuks vee aan boord en aan dek konden eventueel tot 1300 schapen gestouwd worden. Midscheeps waren hutten waarin tot 8 passagiers meegenomen konden worden.

 

In 1903 kwam er al een kink in de kabel. Engeland sloot de grenzen voor vee vanuit andere landen wegens de wereldwijd heersende mond-en-klauwzeer. Bliksemsnel schakelde de ZAL over op landverhuizers die vanuit Oost- en Midden-Europa massaal naar Zuid-Amerika gelokt werden. De bestemmingen waren Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay. Naast deze landverhuizers gingen ook veel seizoenarbeiders naar Argentinië die daar voldoende verdienden dat het retourbiljet er makkelijk afkon. Zwaluwverkeer werd het genoemd.
De ZAL kreeg concurrentie van vooral Duitse rederijen die met staatssubsidie de Nederlanders er uit werkten. De Staat was niet zo happig op het verlenen van subsidies en het kostte heel wat lobbywerk om ze over de streep te krijgen. Het was dan ook de regering die problemen had met de financiële constructie van de ZAL.
Met steun van de Nederlandsche Handel Maatschappij werd het bedrijf in 1908 omgezet in de Koninklijke Hollandsche Lloyd (KHL) op een veel steviger financiële basis en met de gewenste subsidie van wel ƒ3 miljoen. Tot de Eerste Wereldoorlog ging het deze NV voor de wind. Meteen werden drie nieuwe dubbelschroefs passagiersschepen besteld: Hollandia, Frisia en Zeelandia, elk goed voor 1400 'passagiers'. Ze beloofden elke 14 dagen een afvaart naar een bestemming in Zuid-Amerika, allemaal aan de Oostkust.

 

De landverhuizers werden direct naar de Oostelijke Handelskade vervoerd, zodat ze niet eerst in de stad terecht kwamen. De treinen van de HIJSM reden tot op de kade en als er gewacht moest worden stonden er barakken klaar om de tijd te overbruggen. Daar kwam in 1921 het Lloydhotel voor in de plaats. Voor de passagiers aan boord werden toegelaten, vond er een medische keuring plaats. Dat ontaarde vaak in ontluizen, vernietiging van de eigen kleren en verstrekken van nieuwe. In het Lloydhotel kwamen daarvoor voorzieningen in de kelders en een apart quarantainegebouw.

In 1910 boekte de KHL al ƒ450.000 winst en in 1912 ƒ1,444 miljoen. De Eerste Wereldoorlog leverde veel schade op voor de KHL. Diverse schepen werden tot zinken gebracht en anderen werden geconfisqueerd, ondanks het feit dat Nederland neutraal was. Verschillende geallieerde landen vonden die neutraliteit maar een verkapte vorm van steun aan Duitsland en stoorden zich niet aan grote teksten op de scheepswanden dat het een neutraal schip betrof. En toch krabbelde de KHL op en ging na 1918 door met de vaarten.

In 1918 betrok de KHL een tijdelijk kantoor op de Prins Hendrikkade 131, het huis waar Michiel de Ruyter in 1655 ging wonen. In 1917 was al de bouw begonnen van een nieuw hoofdkantoor op de Prins Hendrikkade 33, hoek Martelaarsgracht. Het was zeer luxueus en helemaal in natuursteen opgetrokken. Van de KHL mocht de nieuwe na-oorlogse tijd beginnen. Er werden twee nieuwe passagiers-schepen op stapel gezet: de Orania en Flandria. Bovendien werd de vloot aangevuld met vijf snelle vrachtschepen voor bevroren vlees en fruitvervoer.

 

De KHL kreeg ruimte aan de oostelijke Handelskade toegewezen, brak de daar staande loodsen af en bouwde twee nieuwe hallen in de plaats: de ijzeren loods Argentinië en de betonnen loods Brazilië. Ook werd aan de kade een gebouw met hotelaccommodatie gebouwd, het Lloydshotel. Daar aan vast kwam een quarantainegebouw. De landverhuizers die een paar dagen moesten wachten op de inscheping, konden hier verblijven voor ƒ5 per nacht. Over het functioneren van het hotel was iedereen tevreden maar lonend kon het nooit worden. De Gemeente Amsterdam moest regelmatig bijspringen.
Nog steeds was het merendeel van de passagiers landverhuizer, hoofdzakelijk doordat Brazilië actief beleid voerde en de overtocht voor de merendeels Oost- en Midden-Europeanen betaalde. De landverhuizers maakten wel gebruik van het hotel maar sliepen op slaapzalen, mannen en vrouwen gescheiden.

 

In 1920 kocht de maatschappij twee grote en luxe oceaanstomers van bijna 20.000 ton, de Brabantia en de Limburgia. Ze waren in Duitsland voor Engelse rekening gebouwd maar gedurende de bouw in de oorlog besloot de werf ze aan de KHL te verkopen. Het waren drie-schroefs stoomschepen van 188 meter lang. Elk met een capaciteit voor 1965 passagiers verdeeld over vier klassen op vier dekken. Daarvoor was een bemanning van 450 man voor nodig. Het bleek een kostbare miscalculatie. De exploitatie van beide schepen bleek zeer kostbaar en de concurrentie maakte korte metten met de KHL. Met enorm verlies werden beide schepen weer doorverkocht, samen met nog enkele andere schepen. Ook de bouw van het luxe kantoorgebouw had veel meer gekost dan beraamd en de KHL kwam in zwaar weer. Het kantoorgebouw werd overgenomen door de Gemeente Amsterdam, maar desondanks ging de KHL in 1936 failliet. De doorstart onder dezelfde naam had niets meer met het oorspronkelijk management te maken. Die werd nu helemaal door de KNSM gedragen en met die maatschappij ging de KHL in 1981 over naar het Rotterdamse Nedlloyd. Amsterdam bleef naast de financiële kater achter met twee fraaie gebouwen in de stad.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: Steigerschuiten en de Opa van Karel

Op het bankie bij het Noordzuidhollandsch Koffiehuis zat Karel. Karel Broeckhoven. Mét pet. En windjack. Hij zat weer eens voor zich uit te brubbelen. Ik had net boodschappen gedaan en had wat blikjes pils in mijn tassen. Ik gaf een blikje aan Karel, die klikte het meteen open en zette het aan zijn mond. Het was pas half elf, maar Karel was niet zo van de tijdrituelen. ‘Weet je,’ zei Karel met volle mond, want hij was ook nog bezig een halve hotdog weg te spoelen, ‘weet je, me opa hè? Dát was een échte Amsterdammer. Hij woonde in de van Boetzelaerstraat en eenmaal getrouwd verkaste hij zoals zovelen naar Amsterdam Noord, naar de Rimboe. Kamillestraat 14. Hij wist veel van Amsterdam. Het was zijn stad! Hij wist veel van Amsterdam, zoals ik al zei. Hij stond ook overal voorop. Bij een evenement of bij een optocht, hoppa, wie liep daar voorop? Juist…, Ome Dirrek! Hij barstte ook van de ferhale…, me opa. Hij vertelde van de door hem gedresseerde haring Japie die in zoet water zwom en op zijn staartvinnen aan een rood zachtlederen tuigie kon lopen en hij vertelde over de hond van de pastoor die iedereen in de enkels beet, behalve dierenfluisteraar Opa Dirrek…, ja ja…, want Opa Dirrek…, die had iets met beesten. Hij had thuis een kat en een hond en duiffies, ja… tien duiffies, échte hoogvliegers, daar hielden ze wedstrijden mee. Wie het hoogste vloog, die kreeg een prijsbeker en een meier. Daar kocht ie dan nieuwe banden voor zijn Berini voor, én…. een pondje paling voor Oma Anna, zijn gezellige levensgezellin, die je op elk moment van de dag wakker kon maken voor een harinkie, een palinkie of andersoortig zeebanket.
Opa’s kat was zo opgeleid dat ie in het duivenhok sliep om op de duiffies te passen. ‘Vertel nog eens zo’n verhaal,’ stimuleerde ik Karel. Karel: ’Heb ik je wel eens verteld over mijn Opa? Mijn Opa Dirrek?

Die altijd ferhale vertelde. Ik ken alle plekkies, hier in MIJN Amsterdam, zee die vaak. O ja?, zeeën de mensen dan. Wacht maar. Op een dag werd ie ontvoerd door drie van zijn kornuiten. Met een blinddoek voor, reeën ze ‘m in een ouwe Mercedes naar de IJ-pont achter het CS. Daar moest ie op een bankie zitten. Waar ben je nu, Ouwe? Opa Dirrek haalde diep adem en stak zijn neus naar voren. ‘IJ-water, dát ruik ik! Zuiver IJ-water!’ Karel: ‘Ja die Opa van mijn was niet voor een gaatje te vangen!! Eén keer vertelde Opa het ferhaal van Berend de schuitenvoerder van de Lijnbaansgracht. Deze schuitenvoerder kwam elke dag na zijn werk thuis en legde zijn steigerschuit aan de kade. De tien meter lange vaarboom dorst hij niet op de schuit achter te laten en dus zette hij deze in het trapportaal waar deze tot de vierde verdieping reikte. De mensen mopperden vaak op de schuitenvoerder omdat ze het barricaderen van het gezamenlijke trappenhuis niet zo sjiek vonden. Moesten de bewoners zaken verhuizen, dan deed Berend niet moeilijk en zette hij de vaarboom als geste even langs de gevel. Dat had zelfs een voordeeltje, want als de schuit bij boos weder dreigde los te slaan, stak Berend zijn hand uit het raam en trok zijn schuit met zijn vaarboom een beetje meer tegen de oever aan.
Ik nam al die maffe verhalen met een flink pak zout…, maarre… ik heb het nog eens opgezocht en ja hoor, steigerschuiten c.q. zolderschuiten en schuitenvoerders bestonden wel degelijk. Ze vervoerden personen en spullen van en naar de grotere schepen die zelf moeilijk konden afmeren vanwege ondiepte bij de oever.NB: De vaarboom wasmoeilijk te hanteren en was erg lang omdat het IJ op de meeste plekken voor een gemiddelde vaarboom net even te diep was.’

In tegenstelling van wat hieronder over zolder- en steigerschuiten verteld wordt, kon de steigerschuit gezeild, geroeid én geboomd worden. De dek- of zolderschuit wordt alleen geboomd, alhoewel er later ook gemotoriseerde versies waren.

De dekschuit heeft een gesloten stalen dek, terwijl de zolderschuit van hout was en een dek van houten luiken had, waaronder ook vracht gestouwd kon worden. [red.]

Afb: Reinier Nooms / Wikipedia

 

Gevelsteen De 3 Schuyten op Amstel 65. Steigerschuiten waren boten die niet met roeiriemen maar met haken en 'bomen' (lange stokken) werden voortbewogen.

Info: VVAG (gecorrigeerd door de redactie; zie hierboven)

 

De zolderschuit is een dekschuit die specifiek gebruikt wordt door bedrijven in bagger- en waterbouw. Het stalen laaddek, de zolder,  is gewoonlijk met dwarsoverlopend hout bekleed en onderdeks gestut door een aantal stutrijen die 1 à 1½ m uit elkaar staan. Op een film uit 1914 van de haven van Amsterdam is te zien dat de zolderschuit daar vooral werd gebruikt als lichter voor de overslag van goederen. De kantelbak is een bijzondere vorm van dit vaartuig. In zijtanks wordt water ingelaten, waardoor de bak dieper zinkt of scheef zakt tot de lading overboord glijdt. Hierna richt hij zich weer op, terwijl de dan boven water komende tanks leegstromen.

 

Oplossing raadplaat week 03

Als je ± 3.350 000 euro meebracht, kon je dit pand aan de Waldeck Pyrmontlaan 26 kopen!

Goede oplossingen ontving ik van Mike Man, Kees Huyser, Otto Meyer, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Kees Valentijn, Marike Muller en Jos Mol.

 

 

 

 

Nieuwe raadplaat voor week 05

De vragen zijn:

Wáár hangt deze steen?
Wat beeldt de steen uit?

 

Laat het ons weten via deze link

Lees meer over Jagen/wegen, lichters en binnenvaart bij Vaartips.

YouTube: Vondelingen

Deze week honderd jaar geleden

Niets dat het vermelden waard is. Het is nog steeds ijzig koud en de berichten over door het ijs gezakte mensen en vooral kinderen blijven aanhouden. In Rusland creperen massaal mensen door honger.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 wk01 wk02 wk03 wk04
wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave