weekblad-logo

week 04-2022

Fotoquiz eerste

Dit wordt een nummertje "afvinken van wat niet in aanmerking komt". Het meest rechtse huis staat in een zijstraat van de gracht op de voorgrond. Door de sloop van een aantal huizen kijken we hier door het gat naar diezelfde zijstraat. Dat gat is intussen dichtgebouwd met een complex woningen tot aan de zijstraat toe. Niet om aan te zien, zo saai en niet in de omgeving passend. De vraag is:

Welke zijstraat is dat?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

 

Er zijn heel wat parken voorbij gekomen - waarbij duidelijk de voorkeuren uitgingen naar het Leidsebosje of het Sarphatipark - maar in dit geval gaat het helemaal niet om een echt park. Dit is het Frederiksplein dat zich versmalt tot de Utrechtsestraat. De ruimte van de voormalige beestenmarkten is opgevuld met groene aanplant.
Op de foto hieronder ziet u om welke fraaie fontein de trams toen reden.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Harry Snijder, Arjen Lobach, Kees Huyser, Anneke Huijser, Ria Scharn, Maaike de Graaf, Marike Muller, Otto Meyer, Hans van Efferen, Anthony Kolder, Herman Schim van der Loeff, Adrie de Koning, Mike Man, Aschwin Merks, Jos Mol,

Fotoquiz: webmaster's keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht.

Op dat bord onder die rij kleine raampjes stond het antwoord. Het was een tekst in de Duitse taal en toch is dit Amsterdam. Het pandje rechts staat er nog. Kunt u ontdekken wat er op de gevelsteen staat?
De vraag is:

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: webmaster's keuze

 

Eerst even vaststellen welke kerk we linksboven in beeld hebben en na vaststelling dat dit de Nieuwe Kerk moet zijn is de weg via de Eggertstraat naar de Gravenstraat snel afgelegd. Op de hoek van het Blaeuerf (nu: Blaeustraat) is het proeflokaal De Drie Fleschjes.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harry Snijder, Fons Baede, Anneke Huijser, Ben Stegers, Ed Schut, Adrie de Koning, Kees Huyser, Jos Mol, Fanta Voogd, Peter Waagen, Ria Scharn, Maaike de Graaf, Maarten Gaillard, Marike Muller, Mike Man, Jan Six van Hillegom, Otto Meyer, Peter Pijst, Hans Olthof, Han Mannaert, Anthony Kolder, Hans Goedhart, Herman Schim van der Loeff, Gerard Beerman, Ron Huissen, Hans van Efferen, Aschwin Merks, Wim Huissen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Hier wordt opgehoogd. Een beetje laat, lijkt ons. Er werd iets opgeruimd en toen werd er maar meteen opnieuw ingericht. Groener werd het er niet op.
De vragen zijn:

Waar is dit?
Wat is er (tijdelijk) verdwenen, behalve bomen en gazon?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Dit is het Singel met in het midden de tweeling nr.100-102 en links daarvan nog een tweeling 104-106. Het middelste paar huizen is op z'n minst een navolging van Hendrick de Keyser zoals er verderop aan het Singel (140-142 De Dolfijn) en aan de Nieuwemarkt (20-22 Gekroont Haarlem) nog enkele staan. Dat zijn steeds dubbelpanden die voor één eigenaar gebouwd en pas later gesplitst werden.
Singel 100 en 102 zijn verbouwd tot onbeduidende lijstgevels en de opname in het monumentenregister van nr.100 betreft dan ook meer het karkas er achter.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Jos Mol, Kees Huyser, Anthony Kolder, Adrie de Koning, Ria Scharn, Mike Man, Otto Meyer, Marike Muller, Hans van Efferen, Aschwin Merks, Herman Schim van der Loeff,

Met de camera op pad...

Dit is een hoekpand. Monumentaal gebouw! Zou ons niet verbazen als het inmiddels een hotel is geworden.

De vraag is:

Welke kruispunt is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

 

Dit is Nicolaas Witsenkade 39, hoek Pieter Pauwstraat. Deze huizen konden hier in 1872 gebouwd worden na de sluiting van de Hollandse Gasfabriek en het rooien van een aantal straten. Waarom in dit buurtje zoveel stalhouderijen neerstreken is niet duidelijk.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Fanta Voogd, Ria Scharn, Otto Meyer, Marike Muller, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen, Aschwin Merks,

Hulp gevraagd...

Hebben we net een paar maanden terug de locatie met een foto van een bezoek van de Duitse keizer Wilhelm II aan Amsterdam opgelost, kwam hij in 1907 nog een keer langs, nu met een eigen jacht. Dat was nog niet het grootste keizerlijke jacht, want voor open zee was er nog een veel groter.

Waar kan dit zijn? De precieze plek a.u.b. Klik de foto aan voor een vergroting.

Laat het ons weten via deze link.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

 

Zonder dat we het beseften was deze foto een belangrijk document. Het betreft een foto van de Nassaukade (voorgrond), de Singelgracht en daarachter de achterzijde van de Marnixstraat met het ATVA gebouw van 1918. Op 3 april 1878 had B&W besloten dat dit stuk van de Nassaukade (tussen Bleekersloot en de ontworpen Potgieterstraat) de nieuwe groenmarkt zou worden. Nog voor de verhuizing werd het besluit teruggedraaid en een deel van de terreinen van de vm. gasfabriek ter beschikking gesteld. Dat laatste gebeurde op 2 mei 1894 en de foto wekt de indruk dat er op de Nassaukade nog in 1918 groente verkocht werd. Alle foto's zijn links naar de Beeldbank.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

'Deze foto blijkt nog een keer voor te komen in de Beeldbank en dan blijkt dat hier sprake is van de Groenmarktkade. Die naam is inderdaad bij Raadsbesluit van 1 juni 1898 gegeven aan de oever van de genormaliseerde Singelgracht, maar dan aan de kant van de Marnixstraat, waar de groentemarkt inderdaad gehouden werd. Het vermoeden bestaat dat dit was om de vele opstallen op de groenmarkt aan een adres te helpen. De weg aan de andere (westelijke) oever is op 19 november 1879 Nassaukade gedoopt. De groenmarkt werd aangelegd op grond die gedeeltelijk van de Amsterdamsche Pijpgas Cy. was geweest plus een strook aangeplempte grond door normalisatie van de Singelgracht. Omdat bovenstaande foto ná 1914 (ATVA gebouw is al gereed) is gemaakt, is dit op de voorgrond dus de Nassaukade. Op de PW-kaarten 1:1000 van rond 1900 is geen Groenmarktkade te ontdekken. Wel op de huidige plattegrond van Amsterdam, namelijk het deel van de voormalige groenmarkt tussen Lauriergracht en Rozengracht. Alles nieuwbouw. Al deze informatie gaat naar het Stadsarchief.

Zowel op de quizfoto als die hierboven links - met de Amstel Suikerraffinaderij nog in werking - zijn grote hoeveelheden houten vaten te zien. Iemand een idee wat er in zat of in moest?

Doeltreffende antwoorden kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Eric-Jan Noomen, Otto Meyer, Marike Muller, Hans van Efferen, Mike Man,

en dan nog even over...

 

...de ets van Brandenburg. Er werd gevraagd naar de teksten die op de ets voorkomen, onder andere de gevelsteen. Links een uitvergroting ervan met de tekst:

   ANNO 1739
NIETS BY GEVAL
GODT VOEGT HET AL

Wij stuurden deze extra afbeeldingen door naar de vraagsteller Anje Belmon die na een zoektocht met een kwijtscheldingsakte op de proppen kwam waarin de tekst van de gevelsteen voorkwam als naam van deze huisjes. De locatie was het Oetgensvoorpad, op de buurtkaart ZZ hieronder met de pijl aangegeven. Petje af voor zoveel vasthoudendheid!
Theo de Weerd meldde nog dat hij ervan overtuigd was dat het Amsterdam moest zijn omdat in het jaar dat de ets vervaardigd was (1909) Brandenburg plateelschilder bij De Distel was en een dochtertje kreeg dat binnen Amsterdam geboren moet zijn. Hij woonde toen in de Vrolikstraat.

redactioneel

Dolf van Gendt, vlijtig bouwer

 

Na wat vingeroefeningen raakt het architectenbureau op stoom en krijgt uit het hele land opdrachten. De eerste opdracht in Amsterdam was een bewaarschool voor Mij. 't Nut in de Anjeliersstraat (1874). Dat is verdwenen.

Ons sprak een woonhuis aan dat Van Gendt voor Pieter Goedkoop bouwde in de Henri Polaklaan 14 (1876).

 

In 1877 ontwierp Van Gendt de toneelschool in de Marnixstraat 150 voor directeur J.H. Rennefeld. In 1901 kwam zijn bureau nog eens terug om de toneelzaal te verbouwen. Foto onder: Het Leven

 

 

Sociëteit Onder Ons, Kalverstraat 27-29.
In 1865 kocht de uit 1843 daterende deftige sociëteit met van de leden geleend geld voor circa ƒ30.000,- het pand Kalverstraat 29. In 1879 nam de sociëteit ook Kalverstraat 27 over. Daarvoor werd onder de leden weer een lening, van ƒ70.000,-, uitgeschreven: ƒ25.000,- voor het nieuwe pand, ƒ20.000,- voor aflossing van de oude lening en ƒ35.000,- voor de verbouwing door Van Gendt.
De ingang werd verplaatst naar de Spaarpotsteeg.

De sociëteit heeft het nog steeds niet nodig gehad de benedenverdieping als winkel te verhuren. De gevel is anoniem, zonder deur en met geblindeerde ramen.

Jonkheer Piet Beelaerts van Blokland schreef eens over de Amsterdamse sociëteit Onder Ons: “Hier is honderdvijftig jaar lang niets veranderd. (…) Is dat niet het grootste compliment dat je een sociëteit kunt geven?”

 

 

In de periode 1879-1881 bouwde Van Gendt de Industrieschool voor de Vrouwelijke Jeugd, Weteringschans 31, rechts van het Barlaeusgymnasium (1885).
De motor achter deze school was Jeltje de Bosch Kemper en werd mogelijk door financiering door Miaatschappij Nut van 't Algemeen, die al eerder met Van Gendt had gewerkt.

De verhoging met een verdieping werd in 1951 uitgevoerd door een andere architect: Herman Knijtijzer. Vandaag maakt het gebouw onderdeel uit van het Barlaeus.

 

De meest prestigieuze opdracht in Amsterdam was die voor de bouw van het Concertgebouw in 1883. Van Gendt wilde zich waarmaken als ingenieur-architect en testte de door hem ontworpen kapspanten uit door een exemplaar twee dagen onder een puntgewicht van enkele tienduizenden kilo's te belasten en pas tevreden te zijn toen de doorbuiging (5½mm) binnen zijn berekening bleef.
Van Gendt gold als "zo muzikaal als een koe" en we kunnen ervan uitgaan dat de wereldberoemde akoestiek van het gebouw een toevalstreffer is. Op een wetenschappelijk model kon Van Gendt nog niet terugvallen. Hij liet zich daarom inspireren door een succesvol voorbeeld. Wat betreft vormgeving en materiaalgebruik heeft Van Gendt goed gekeken naar de bouwtekeningen van het eveneens rechthoekige Neue Gewandhaus in Leipzig. Lees meer over het mysterie van de akoestiek van de grote zaal. De kleine zaal was overigens een kopie van de muziekzaal van Felix Meritis.

 

In 1881 werd Van Gendt gevraagd voor ontwerp en uitvoering van de Galerij achter het Paleis voor Volksvlijt inclusief alle woningen daarin. Opdrachtgever was de Amsterdamsche Galerij Maatschappij. Het ging om een overdekte galerij met 50 winkels rond de tuin achter het Paleis. Het werk werd in 1882 aanbesteed en gegund aan D. Cerlijn & Zoon en A.J. de Haan te Amsterdam voor ƒ409.000,-. De hoekgebouwen werden uitgevoerd door de aannemers Meekers, Koster, Cruyff en Schouten, voor eigen rekening. A. Jacot was voor dit project als opzichter-tekenaar in dienst van Van Gendt, Weissman trad op als hoofdopzichter. Toen deze een andere werkkring verkoos, namelijk als gemeente-architect van Amsterdam, werd hij vervangen door H.J. Wigman.

Het idee van de galerij was geboren toen de exploitatie van alleen Paleis en tuin niet winstgevend bleek te zijn. Door de verhuur van winkels en woningen trachtte men die sluitend te krijgen.

Na het afbranden van het Paleis voor Volksvlijt bleef deze hele aanbouw gespaard en is pas in 1960-'61 verdwenen voor de bouw van de Nederlandsche Bank.

.
Toen in 1881 de Leidsegracht tot de Singelgracht doorgetrokken werd, moest de eerdere manege - die in dat tracé stond - verdwijnen. Tussen Vondelstraat en Vondelkade (=Overtoom) werd in 1881-'82 een nieuwe Hollandsche Manege gebouwd. In 1889 kwam Van Gendt nog een keer terug voor een koetshuis (onder; gesloopt).

 

In de periode 1885-'93 bouwde Van Gendt voor de AOM vijf grote remises voor paardentram. De mooiste is die op de Willemsparkweg. Deze remise werd in 1893 gebouwd, met een stal voor 81 paarden, een ziekenstal en een smidse. Daarnaast nog de stalling voor de tramwagens.
In 1903 verdwenen hier de paarden en werd deze remise gebruikt voor het stallen van bijwagens. In 1917 werd ook het bedrijfsarchief van de Gemeentetram Amsterdam hier ondergebracht, door ruimtegebrek op het hoofdkantoor.
Het gebouw is nog een tijd politiepost geweest en nu aan een particulier verkocht.

Foto: NAI / Het Nieuwe Instituut

In 1887-'89 ontwierp en bouwde Dolf van Gendt het particuliere Burgerziekenhuis in de Linnaeusstraat 89. Het nieuwe ziekenhuis was voor die tijd ultramodern: het was voorzien van hydraulische liften, elektriciteit, stromend water en centrale verwarming. Het beschikte over een grote staf medici en verpleegsters. Later werd het ziekenhuis nog uitgebreid met een revalidatie-centrum. De nieuwe vestiging van het Burgerziekenhuis had één miljoen gulden gekost. De vogelvlucht-tekening laat zien dat het ziekenhuis heel wat meer inhield dan het hoofdgebouw aan de straat.

 

In 1890-'91 bouwde Van Gendt voor Gerard Adriaan Heineken een villa aan het Tweede Weteringplantsoen 21, hoek Nicolaas Witsenkade.
Lang kon de opdrachtgever er niet van genieten; hij overleed in 1893. Dolf van Gendt ontwierp het pand rond 1891 in een eclectische bouwstijl. Het gebouw kent een mengeling van bouwstijlen zoals vakwerk, neogotiek (spitsen) en neorenaissance (speklagen). Alleen al het dak bestaat uit drie typen, zadel-, tent- en schilddak. De toegang is voorzien van een niet oorspronkelijke luifel, doch de smeedijzeren luifelhouders zijn wel origineel, ook een deel van de terreinafscheiding in dezelfde stijl is nog origineel. De segmentbogen boven de ramen zijn opgevuld met tegeltableaus met bloemmotief. Rechtsboven van de voorsprong waarin de toegang verwerkt is zijn twee grotere tegeltableaus te zien, verwijzend naar de handel en graanteelt. De klassieke villa wordt aan beide zijden geflankeerd door laat-20e-eeuwse bebouwing, die enigszins aangepast lijkt te zijn aan deze villa door verwerking van natuursteen. Villa Heineken is sinds oktober 2005 rijksmonument.
Op de foto van Jacob Olie uit 1891 de zijkant van de villa aan de Nic.Witsenkade tijdens de eindfase van de bouw.

De lijst met projecten van het architectenbureau (zie de lijst bij het NAI) Vermeldt niet op welk moment Dolf van Gendt terugtrad en het verder aan zijn zoons overliet. Enkele jaren voor zijn dood in 1901 trok hij zich terug. Alle tot de verbeelding sprekende voorbeelden van het bureau zijn de galerij in de Raadhuisstraat, de Keuken van 1870 in de Spuistraat, drie HEMA-vestigingen w.o. die op de Nieuwendijk, Hajenius op het Rokin 92-96, complex bedrijfsgebouwen voor de KNSM op het KNSM-eiland en voor Werkspoor op Oostenburg, delen van de Effectenbeurs i.o.v. architect Joseph Cuijpers, nieuwbouw Polmanshuis (=Krasnapolsky) aan de Pijlsteeg, het Bungehuis in de Spuistraat

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Pilgrimfathers in de Engelse Pelgrimsteeg

 

Op 3 november 1534 pleegde Hendrik VIII van Engeland zijn coupe waarmee hij de Rooms-Katholieke kerk buitenspel zette en zelf hoofd van de Church of Engeland werd. Als u nu dacht dat daar aan de overkant de rust weerkeerde, heeft u het mis. In Schotland bleef men overwegend trouw aan Rome en in Engeland stonden regelmatig voorgangers op die het niet eens waren met de gang van zaken in de Anglicaanse kerk: net zo vaak als te extreem als niet extreem genoeg beoordeeld. Hendrik was niet gediend van dissidenten en liet op ze jagen. In 1574 verliet een schip met vluchtelingen onder leiding van Thomas Cartwright en landde in Antwerpen. Daar was het - aan het begin van de 80-jarige oorlog - erg onrustig en men reisde door naar het gezapige Middelburg. In 1581 voegde zich Robert Browne aan het hoofd van weer een scheepslading puriteinen bij hen. Dat strookte helemaal niet met de vredelievende groep van Cartwright en Browne verliet hen met een klein gezelschap om terug te keren naar Schotland. Ook daar werd nu op ze gejaagd en Browne werd meerdere keren gevangen gezet. Hijzelf gaf zich op een gegeven moment gewonnen en voegde zich naar de staatskerk. Zijn volgelingen, deels nog in de Republiek, wilden niets meer van hem weten en wezen de naam Brownisten af. Maar de Zeeuwen en Hollanders hadden met deze protestanten leren leven en bleven ze zo noemen, of op de Hollands Bruinisten.

Hendrik VIII volgens Hans Holbein d.J. - 1537 - Museum Thyssen-Bornemisza, Madrid

 

Door de fanatieke vervolging gedwongen, landden steeds meer Engelsen in de Republiek. Een grote groep onder Henry Ainsworth zocht in 1593 zijn heil in Amsterdam, omdat de volgelingen deze koopmansstad de voorkeur gaven. Buiten de kerk bezoeken moet er tenslotte ook nog geld verdiend worden. Hen werd een terrein aan de Amstel aangewezen, net buiten de toen in voorbereiding zijnde stadsuitbreiding. Die zou ongeveer op de Bakkerstraat terecht komen, genoemd naar de scheepsbeschuitbakkerij van Munter die voor de O.I.Compagnie bakte.

 

Nog tijdens de uitleg werd de stadsgrens nog verder naar buiten verlegd waardoor de Engelsen opeens ín de stad woonden. Het werd een gebied van lukraak gebouwde huisjes aan paden en gangen dat tot eind 19de eeuw is blijven voortwoekeren. Hoofdader was de 'Engelsche Pelgrimsteeg', gelegen tussen Paardenstraat en Botermarkt (Brouwerswapen; zie kaartje). En in de Paardenstraat weet Willem Blok (van het Alfabetisch overzicht van alle gangen in de stad) de gang 'Vanouds het Engelse bakhuis'. Ook was er volgens hem op Vlooienburg ooit een gang die 'Engelse Kerk' heette.
Elke bouw van weer een megalomaan horeca-etablissement aan het Rembrandtplein snoepte delen van de huizenverzameling af, maar wij hoorden van een buurtbewoner dat hij in de 60-er jaren nog door de Pelgrimsteeg wandelde.
De volgelingen van Ainsworth zochten toenadering tot de Engelse Gereformeerde Kerk (Schotse Prestbyteriaanse Kerk) toen die in 1607 de Begijnhofkapel toebedeeld kregen. Deze gemeente ontfermde zich over The Pilgrim Fathers zoals de volgelingen van Ainsworth later genoemd zouden worden. Zij vonden in 1606 een eigen kerk in de Lange Houtstraat op Vlooienburg, dat daarvoor door Portugese Joden als synagoge was gebruikt.

 

De fanatieke Brownisten intussen hielden zich afzijdig en kregen in 1606 versterking van een nieuwe groep onder John Smyth. Dat werd ruzie en de nieuwkomers sloegen een andere weg in door zich in 1615 bij de Waterlandse Doopsgezinden aan te sluiten. Zij zetten hoog in op de volwassenendoop.
Een ander deel van de Engelsen besloot naar Amerika te verhuizen. Zij scheepten zich in 1620 in Delfshaven in een aangeschaft scheepje (de Speedwell van 60 ton) en zetten koers naar Southampton waar ze zich bij geloofsgenoten op de Mayflower van 180 ton voegden. Op 5 augustus 1620 verlieten beide schepen de haven maar eenmaal op de Atlantische Oceaan bleek de Speedwell veel de rank voor de overtocht en keerde men terug naar Plymouth. De opvarenden van de Speedwell kwamen aan boord van de Mayflower en na het aanbrengen van extra voorzieningen (slaapplaatsen op de tussendekken) ging men 6 september opnieuw op pad. De Mayflower was veel te zwaar beladen en overvol; de reis was een marteling voor de passagiers. Op 11 november liet het schip met de Pilgrim Fathers het anker vallen in Cape Cod Bay. De rest is bekende geschiedenis. Foto: Seeplymouth.com

 

De Brownisten waren in alles extreem. Zij hielden bijvoorbeeld Sabbath op zaterdag in ere. Ze kerkten ook op Vlooienburg, totdat hun kerk in 1662 afbrandde en ze aan een gang in de Barndesteeg een nieuwe plek vonden (Barndesteeg 17) en daar in 1668 hun kerk in een voormalig pakhuis openden. Dat stond met de achtergevel tegen de Huidenvetterssloot. De gang er naar toe werd daarna de Bruinistengang genoemd. Ze bleven er tot 1701, al ruziënd en afsplitsend, tot er nog maar vijf leden overbleven..., inclusief een ouderling en een deken. Halsstarrig als ze waren verkochten ze het gebouw pas in 1714. Een behoorlijk bod van een ander kerkgenootschap werd afgeslagen omdat de richting hen niet aanstond. Toen waren er inmiddels elf éénkamerwoningen in getimmerd, buiten verhuurde zolders en kelder.

Op de buurtkaart uit 1876 links is het kerkgebouw rood gemarkeerd. De Huidenvetterssloot is dan nog niet gedempt. D=Zionskapel.

Onder links:
In 1899 werd de Huidenvetterssloot gedempt en in 1904 kwam Herman Misset eens kijken naar de toestand i.v.m. dreigende afbraak. Hij maakte deze tekening zonder de storende bebouwing aan de andere kant van de voormalige sloot

Onder rechts:
Gang in de woonkazerne; in 1908 waren er al 20 woninkjes in

 

De woonkazerne, die de voormalige Bruinistenkerk was geworden, kreeg een zeer slechte naam in 'donker Amsterdam'. Het werd een broedplaats voor criminaliteit en stak het beruchte Fort van Sjako naar de kroon. Geen politieagent waagde zich in de Bruinistengang.
Er werd bittere armoe geleden en de Gemeente ging zich ermee bemoeien. Het bestaan werd nog tot 1911 gerekt maar toen werd het gebouw gelijk met de Zionskapel gesloopt en in 1915 vervangen door een gebouw van de vereniging Tot Heils des Volks. Van de sloop zag u vorige week deze foto in de quiz.

 

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

 

Column: Stichters Concertgebouw

Elders op deze pagina wordt gesproken over de bouw van het Concertgebouw in Amsterdam. Ook dat het een particulier initiatief was, net als het Vondelpark overigens. Wie waren die mannen die geld bijeen brachten om zo'n enorm gebouw midden in de Nieuwer-Amstelse polder neer te zetten?
Het waren zes mannen die elkaar kenden van de koopmansbeurs (Zocher) die daar een 'muziekgroep' hadden opgericht en naar een mogelijkheid zochten om muziek voor iedereen toegankelijk te maken. Wat was er aan de hand? De enige goede muziekzaal was die van Felix Meritis en die was alleen toegankelijk voor de leden, een exclusief gezelschap. Andere zalen zoals de Parkschouwburg hadden een slechte akoestiek en het was meer een groot café dat een strijkje faciliteerde. Johannes Brahms was eens bij de uitvoering van een nieuw werk in Amsterdam aanwezig en beklaagde zich: "Liebe Leute, aber slechte Musikanten". De concerten in het Paleis voor Volksvlijt leken daaraan tegemoet te komen maar de akoestiek was zo mogelijk nog slechter. Kortom, het niveau moest omhoog en voor iedereen toegankelijk gemaakt.
Op 15 september 1881 werd een commissie gevormd die de bouw van een concertgebouw moest onderzoeken. De namen: J.A. Sillem, D.H. Joosten, W. Cnoop Koopmans, A.F.K. Hartogh, H.J. de Marez Oyens en P.A.L. van Ogtrop. Zij vonden om te beginnen de grond op de grens van de gemeenten Amsterdam en Nieuwer-Amstel, tussen weilanden, boerderijen en kwekerijen. Zij hadden eerst goed onderzocht wat de plannen van Amsterdam waren als dat eindelijk de annexatie van dat deel van Nieuwer-Amstel rond kreeg. Toen dit niet zo vlot wilde lukken drong Amsterdam aan op een plek aan de andere kant van de gemeentegrens en stelde een deel van het terrein dat voorzien was voor het Sarphatipark voor. De voorkeur van de commissie bleef echter de Houbrakenstraat, die later Van Baerlestraat zou gaan heten. De prijs van de grond zal hier wel een rol gespeeld hebben. De architect stond eigenlijk al vast: Dolf van Gendt, die voor enkelen van hen al woonhuizen of kantoren had gebouwd.
Er was becijferd dat er voor de bouw ƒ400.000 nodig zou zijn.

Er werd begin 1882 een N.V. Het Concertgebouw opgericht en een lening uitgeschreven. Na twee maanden kon gemeld worden dat er al voor ƒ250.000 ingetekend was. De initiatiefnemers hadden zich niet onbetuigd gelaten, maar het was nog lang niet genoeg.
Het stond ook al vast dat de zaal bespeeld zou worden door een vast gezelschap van beroepsmusici en niet langer gelegenheidsmusici. Ze hadden het geluk dat ze een uitmuntende dirigent wisten te strikken in de figuur van Willem Kes, die net hooglopende ruzie had met de directie van de Parkschouwburg over de rondrennende obers tijdens de concerten die de tafeltjes met kletsende mensen bedienden. Kes vond dat een blamage voor zijn goede bedoelingen, nam in 1883 ontslag en zou naar zijn woonplaats Dordrecht terugkeren toen hij door de plannenmakers gecontacteerd werd. En met succes. Kes zette zich aan de vorming van een orkest en richtte ook een muziekschool op. De orkestleden zouden zich bezig houden met het lesgeven van muziekstudenten in dienst van de orkestdirectie die ook nog onverwacht bij de lessen opdook om te controleren. Kes nam ook dat heel serieus. Dat zou nog een hoop geklaag opleveren toen ze ook nog 's-avonds uitvoeringen moesten geven. De werkdruk werd als heel hoog ervaren; soms was er geen tijd om rustig te lunchen...
Op 3 november 1888 dirigeerde Willem Kes het eerste concert van het nieuwe orkest. Het was toen al tot een goed ingespeeld gezelschap gedresseerd door de dirigent en dat zou in de toekomst alleen maar beter worden.
Enkele leden van de 'muziekgroep' van de beursvrienden correspondeerden al met eigentijdse componisten. Johannes Brahms was al een tweede keer naar Amsterdam gelokt en ook was er een briefwisseling met Gustav Mahler op gang gekomen.
Groot was de verrassing toen Willem Kes in 1895 aankondigde dat hij de benoeming tot chef-dirigent van het Scottish Orchestra in Glasgow had geaccepteerd. Men moest op zoek naar een nieuwe dirigent en dat werd Willem Mengelberg. Daar heeft men nooit spijt van gekregen want Mengelberg zou het orkest internationaal op de kaart zetten.

 

Boven:
J.M.A. Rieke tekende het Concertgebouw in 1886 tijdens de bouw

Links:
Nog in 1891 was de Houbrakenstraat een zandwoestijn; bezoekers moesten soms door de modder baggeren om bij het gebouw te komen

Onder links:
Dat was in 1892 opgelost; toen heette het ook al Van Baerlestraat

Onder rechts:
Concert t.g.v. het 25-jarig bestaan, intussen met een concertorgel

YouTube: Nog armoediger...

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 25 januari 1922 - De Raad neemt een voorstel van B&W aan tegen onesthetische reclames en gebouwen die het stadsschoon ontsieren. In behandeling kwam de voordracht van de Commissie voor de Strafverordeningen tot vaststelling van verordeningen tot wijziging van de Algemene Politieverordening en Bouwverordening (verbieden van onesthetische reclames en bouwwerken, die schade aan het stadsschoon zouden toebrengen).
De Raad is voor het eerste deel van deze regeling wel tevreden, maar er wordt driftig gediscussieerd over het tweede deel en de handhaving. De communist Wijnkoop wil ontheffing voor verkiezingsreclame.
De burgemeester (De Vlugt) meent dat het beter is over de draagwijdte van deze voordracht nog niet te spreken, doch eerst eens rustig af te wachten hoe de regeling in de praktijk werkt. Hij acht een principiële uitspraak, wat het tweede gedeelte aangaat, gewenst; de commissie van voorlichting zal niet worden ingesteld voordat die kwestie in de Commissie van Bijstand en den Raad zal zijn behandeld.

Al sinds 1915 is er weer een schoonheidscommissie die voortdurend onder vuur ligt van liberale en conservatieve raadsleden. Telkens worden de bevoegdheden bijgesteld en/of de naam veranderd. In deze jaren is het vooral de dwingende eis voor zelfbouwers te biecht te moeten bij een half dozijn architecten, bijna zonder uitzondering van de Amsterdamse school die de hand boven het hoofd gehouden wordt door de SDAP-wethouders en directeur van de Woningdienst. Onverteerbaar voor alles wat alleen aan geldverdienen denkt.
De commissie op zijn beurt klaagde steen en been omdat regelmatig hun adviezen in de wind geslagen werden en B&W ontheffing verleende. En vandaag, na 100 jaar, is het geen snars beter.

 

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 wk01 wk02 wk03 wk04
wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave