weekblad-logo

week 11-2022

Fotoquiz eerste

Wij hopen dat er genoeg variatie in de huizen te vinden is om dit op te lossen. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Deze foto heeft voor verwarring gezorgd door dubieuze beschrijvingen in de Beeldbank. Eerst wat het wèl is: het dubbele pakhuis achter de mast van de tjalk is Keizersgracht 495. Links daarvan is pakhuis Indië op nr.493 en daar begon de ellende. Op een tweede versie van dezelfde foto wordt dit abusievelijk pakhuis Java genoemd zonder huisnummers te vermelden. Wie daarna "pakhuis Java" opzocht kwam een oud nummer X704-705 tegen, wat zou betekenen dat het gevraagde nummer 703 moesten zijn. X703 klopt tot 1875, tegenwoordig nummer is 495. Om de verwarring compleet te maken wordt het pakhuis van de NHM met Keulen, Java en Indië aangeduid.
Het pakhuis op 495 werd gesloopt en ervoor in de plaats kwam het gereformeerde lyceum van de NH Diaconie.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Bert Brouwenstijn, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Jos Mol, Ria Scharn, Adrie de Koning, Herman Schim van der Loeff, Marike Muller, Mike Man, Kees Valentijn, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Dirk Fuite,

Fotoquiz: webmaster's keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie buiten de Singelgracht.

Lang geleden verdwenen, deze sluis. De vraag is:

Tussen welke twee waterlopen was deze sluis te vinden?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: webmaster's keuze

 

Dat "kluif voorhouden" vond men wel leuk en wist meteen wat er bedoeld werd: het spelen met zoektermen in de hoop dat de foto tevoorschijn komt. De toverwoorden waren 'bordes' en 'geestelijken'. Die bleken op het bordes van de pastorie van de Posthoorn op Haarlemmer Houttuinen 49 te staan en naar een optocht van de Katholieke Actie te kijken. Hadden wij dat zelf gedaan, dan hadden we ontdekt dat die optocht niet kosjer was. Lopen daar nou NSB-uniformen mee in het korps? Brengen die kinderen nou wel of niet de Hitlergroet? Wie zet dit even recht?

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Marike Muller, Jos Mol, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Fons Baede, Arjen Lobach, Ria Scharn, Maaike de Graaf, Adrie de Koning, Herman Schim van der Loeff, Kees Valentijn, Mike Man, Hans Olthof, Aschwin Merks, Han Mannaert, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

 

 

We hebben weer moeten ingrijpen en een tekst weghalen. De vragen zijn:

Wat is het adres van dit pandje?
Welke tekst hebben wij verwijderd?

Laat het ons weten via deze link

 

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week


 

 

 

Op 21 juli 1856 brak er brand uit in het Nieuwe Werkhuis in de Roetersstraat. Op de foto de gevolgen daarvan. Veel deelnemers namen de vermelding Nieuwe Spin- en Werkhuis over, die bij sommige foto's stond. Uiteraard werd de schade verholpen want het Nieuwe Werkhuis staat er nog steeds, alleen heet het nu Dr. Sarphatihuis.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Arjen Lobach, Marike Muller, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Harald Advokaat, Ria Scharn, Adrie de Koning, Herman Schim van der Loeff, Mike Man, Kees Valentijn, Hans Olthof, Han Mannaert, Hans van Efferen, Aschwin Merks,

Met de camera op pad...

Onze vraag van deze week:

 
Welk water is dit?
Wat is het adres van het voorste huis links?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

Deze foto is eerder in de quiz vertoond; goed opgelet!
Het gaat om het Singel tijdens de bouw van het bankgebouw van Labouchère Oyens & Co. met de ingang op Spuistraat 172. Velen herkende het 'Witte Huis' op de hoek met de Raadhuisstraat, herkenbaar aan de eeuwige RVS-reclame van de verzekerings-maatschappij die het Witte Huis bouwde. Op de andere hoek staat het Gemeentelijk Telefoongebouw.
Het bankgebouw, hier in aanbouw, is intussen tot hotel omgebouwd.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Arjen Lobach, Harald Advokaat, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Ria Scharn, Otto Meyer, Marike Muller, Mike Man, Hans Olthof, Herman Schim van der Loeff, Kees Valentijn, Aschwin Merks, Adrie de Koning, Han Mannaert, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd...

Titel van deze foto... GRACHT. Elke beschrijving ontbreekt. Dat kunt u beter!

U kunt de foto weer klikken voor de maximale resolutie.

Laat het ons horen via deze link.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

Aschwin Merks en Paul Graalman lokaliseerden deze foto door andere foto's met zo'n Elisabeth Bas-uithangbord te zoeken (foto onder). Hij vond er een in de Oude Hoogstraat 31 en de zichtbare details waren overtuigend genoeg dat dit hetzelfde pand als van de hulpvraag is. Bijvoorbeeld de console aan de gevel van nr.29. Ook het balkonnetje van nr.33 is er nog steeds, alleen niet meer van hout maar van metaal.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Het bevrijdende antwoord kwam van Aschwin Merks en Paul Graalman

 

 

Inderdaad was deze foto eerder opgelost maar de melding is niet op de juiste plek terechtgekomen en staat nog steeds als 'onbekende locatie' vermeld. We hebben het nog eens geprobeerd.

Vorig jaar loste Anje Belmon deze foto al op als zijnde Weesperstraat 40, het pothuis tegen de zijgevel aan de Nieuwe Keizersgracht. De zwevende stoep van Nieuwe Keizersgracht 7 bracht toen de oplossing, ondersteund door een krantenbericht over een brandje in het pothuis.

Lees nog eens wat er toen geschreven werd...

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Het geheugen werd opgefrist door Anje Belmon zelf en verder werd het adres nog eens opgezocht door Arjen Lobach, Otto Meyer, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol, Michael van der Valk, Hans van Efferen,

en dan nog even over...

.
...die vierkante bus van lijn K op de Middenweg. Weer kregen we een update van Olaf Horn over dit type bus. Het gaat waarschijnlijk om de serie Magirus/Werkspoor met de nummers 24-34 (op de foto bus nr.33). Ze waren gebouwd in 1929 (zie info en foto). Ze hadden normaal een oliemotor maar uitgerekend deze nr.33 kreeg een Gardner dieselmotor. Ze hadden 34 zit- en 4 staanplaatsen; later kwamen er Kromhout-motoren in en werd de verdeling zit/staan 31/12. Uit andere bron vernamen we waar de naam "Kraaienknip" vandaan komt. De lijn K had zijn eindhalte bij de Nieuwe Ooster Begraafplaats en de lijn werd veel gebruikt door personeel in beroepskleding, nl. doodbidders (=kraai).

Competitie: tussenstand na 2 maanden

.
In de eerste negen zaterdagen van dit jaar waren in totaal 36 punten te verdienen. Nog steeds zijn er een aantal die het volle pond er uit sleepten. We vermelden hier alleen de top-10 waarin in elk geval de vijf zitplaatsen in de sloep van Carol bezet zijn, als ze tenminste meewillen. Zoals eerder gezegd komen alleen de oneven rangnummers in aanmerking, dus nrs. 1-3-5-7-9-enzovoort. Als u de volledige scorelijst wilt inzien klikt u hier

36 punten scoorden (in alfabetische volgorde) Anneke Huijser, Arjen Lobach, Mike Man, Aschwin Merks, Jos Mol, Marike Muller en Ria Scharn. Met 34 punten volgt Adrie de Koning en met 30 Hans van Efferen en Herman Schim van der Loeff.
Gesteld dat er geen verschillen ontstaan in de top-10 zal de snelheid van insturen bepalend zijn voor de volgorde.

Het kan zijn dat de vaartocht pas later dit jaar plaatsvindt. Carol heeft als fietser eerder dit jaar en nogal ernstig verkeersongeluk gehad waarbij hij een rugwervel gebroken heeft. Hij verblijft nog steeds in een revalidatiekliniek. Wij wensen hem veel sterkte bij het revalideren en beterschap. Mocht het zijn dat hij helemaal niet meer varen kan, dan overwegen we een ander evenement. Wij houden u op de hoogte!

redactioneel

Scholen en onderwijs in Amsterdam - deel 1: 1342-1795

.
De eerste wereldlijke school in Nederland stond 1290 in Dordrecht. Amsterdam kreeg zo'n school als onderdeel van de stadsrechten van 1342, zo lijkt het wel. De tekst "maer sij sullen behouden die schole" lijkt meer op een bevestiging van iets dat eigenlijk al bestond, het ontgaat ons alleen waar die stond en wie er op school ging. Scholen waren er al veel langer, maar dan hebben we het over instituten van de kerk en de kloosters. Dat waren dan altijd jongens die bijvoorbeeld werden klaargestoomd voor diensten en in kerk. Ze leerden lezen en schrijven en een beetje Latijn. En zingen, vóór alles zingen.
Wereldlijke scholen waren ook niet voor iedereen. Ze werden bezocht door jongens - ook hier weer - die voorbereid werden op een studie aan een universiteit. Ook hier was Latijn weer de hoofdmoot en we kunnen die Latijnse scholen als de voorloper van ons gymnasium zien. De eerst bekende Latijnse school in Amsterdam stond in, of liever gezegd, achter de Gravenstraat. Later streek Willem Blaeu hier neer met zijn drukkerij: het Blaeu Erf met gebruikmaking van het voormalige schoolgebouw.

.
In 1476 kreeg Amsterdam van Maria van Bourgondië een uitbreiding van het privilege op een school, namelijk een tweede school.
Uit de 16de eeuw kennen we afbeeldingen, zoals bovenstaand schilderij van Jan Steen, waar een echtpaar kinderen van diverse leeftijden "lesgeven", ook aan meisjes. Dat waren particuliere schooltjes, inderdaad vaak door een echtpaar gerund, die meer als crèches gezien kunnen worden, om het grut van de straat te houden. De schoolmeester, al of niet met zijn echtgenote, moesten hiervan leven en dus was dit soort scholen niet gratis. Niet ieder ouderpaar kon zich dit veroorloven en ook hier was dus niet sprake van de armste klasse. Die schuimde wel over straat tot ze oud genoeg waren om ergens te gaan werken. Analfabetisme was de normaalste zaak in de 16de en 17de eeuw. Pas in de 18de eeuw brak bij het stadsbestuur het besef door dat een minimum aan opleiding eigenlijk een overheidstaak was. Er werden zgn. Armenscholen gesticht waar kinderen kosteloos onderwijs konden krijgen. Om dat te financieren organiseerde de stad vanaf 1752 elk jaar een huis-aan-huiscollecte waar behoorlijk bijgedragen werd door de - meest welgestelde - burgerij. De stad legde er jaarlijks nog eens ƒ30.000 bij.
Uit de Vroedschap werden commissarissen gekozen die via inspecteurs toezicht hielden op deze scholen. Medio 18de eeuw waren dat er zes en tegen het eind van de eeuw acht. De kerk had een flinke vinger in de pap, zowel wat functioneren aangaat als de lessen, d.w.z. veel bijbelse stof. Ook een regent van een der Huiszitten Armenhuizen werd betrokken. Wie hier school ging had een stigma... armoedzaaier!
Het fenomeen armenschool werd pas in 1857 in de onderwijswet vastgelegd.

.
De lesstof bestond uit lezen, schrijven, rekenen, basiskennis van de Nederlandse taal, aardrijkskunde, geschiedenis, zedenkunde en bijbelse historie. Om het jonge gespuis (van 6 tot 14 jaar) in de klas in toom te houden stonden de schoolmeester een paar vaste attributen ter beschikking. Het bekendst zijn de roe en de plak. Het is alweer Jan Steen die laat zien hoe het er toeging. De straf moest je komen halen; de jongen op het schilderij krijgt een of meer tikken met de plak. Meester had geen zin om naar de bengel toe te lopen; als hij/zij ondeugend was gooide hij de "pechvogel", een stoffen figuur gevuld met zand, naar de leerling. Die moest hem dan terug brengen en kreeg alsnog zijn straf. Ook voor leerlingen die zogenaamd dom waren, was er straf; die kregen de 'ezel' omgehangen en moest in de hoek staan.

 

Het gebrek aan schoolmeesters was spreekwoordelijk en nog steeds actueel. Er liepen gemiddeld op een meester zo'n vier kwekelingen rond ter assistentie. De laagste klassen kregen van gevorderde kwekelingen les.

Twee eeuwen lang was het rekenboekje van Willem Bartjens het vaste lesboek bij het rekenonderwijs. Vandaag veegt men de vloer aan met zijn methode maar in 1639 was het een omwenteling. Dat het ook in het verleden voor verbetering in aanmerking kwam, bewijst de bewerking door meester Jan van Dam in 1764 (links). In het laatste kwartaal van de 18de eeuw ging de lesstof op de schop en bemoeiden academici zich ermee. In 1781 bracht hoogleraar Johan Hendriks Swildens het Vaderlandsch A-B-boek voor de Nederlandsche jeugd uit (zie ook inhoud rekenles).

.
Onder invloed van de Verlichting en zoals die in de praktijk gebracht werd door de patriotten, veranderde het schoolsysteem. Het onderwijs werd een zaak van uitsluitend het stadsbestuur en de kerk werd geweerd. Figuren als Betje Wolff gingen zich met opvoeding en scholing bemoeien. In haar Proeve over de opvoeding brak zij een lans voor nieuwe methoden. Een heel leger pedagogen boog zich over het onderwijs. De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen bracht in 1796 een rapport uit over het onderwijs op de Amsterdamse armenscholen. Een belangrijk punt daarin ging over de grootte van de klassen en de noodzaak van meer onderwijzers. Misstanden van 200 leerlingen met één onderwijzer van 85 jaar werden aangestipt. Zij pleitten ook voor gratis medische zorg op school voor de scholieren. Nu de overheid en groeperingen als de patriotten zich meer met het onderwijs bemoeiden, besloten allerlei andere groepen het onderwijs aan hun kinderen weer zelf ter hand te nemen, zoals de katholieken met hun Sint-Vincentius Armenschool, in de Nieuwe Leliestraat 169. Bijzonder onderwijs werd een heet hangijzer waar nog veel over gevochten werd.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: De vijgedalen van Meneer Pastoor

Vaak liep ik op de vrije woensdagmiddagen naar de Distelwegpont om gratis naar noord te varen. Naar mijn lievelingsopa, Opa Kamillestraat, ook wel Opa Dirk geheten, een ouwe Rijpenaar uit het voormalige in Noord Holland gelegen walvisvaardersstadje De Rijp dat in oude tijden aan de rivier de Schar grensde en toen dus per schip bereikbaar was. Maar ik nam ook vaak de CS-pont. Ik kon op het laatste moment nog kiezen wat het zou worden. Ik liep vanaf de tuinsteden de Haarlemmerweg af en kon dan bij het Nassaupleintje kiezen of ik de Bontekoestraat nam of de Haarlemmerdijk. De laatste paar huizen aan de Haarlemmerweg herbergde ook wat grappige winkeltjes en autogarages e.d. Een soort banketbakkerswinkeltje had een etalage om van te watertanden en daar kocht ik voor Opa Dirk dan een doosje dadels of wat zachte karamels, en met Koninginnedag oranje koningsbroodjes. Ik at onderweg de helft op, dat krijg je met zo’n heldhaftige en energieslurpende wandeling. Naast de banketbakker zat een sigarenboer en daar haalde ik een puntzak pruimtabak. Opa vond het heerlijk en smulde ervan. Eerst propte bij zijn mond vol met vijgedalen (zo noemde hij de dadels), waarna hij de eetwaren wegspoelde met een mok koffie die Oma Anne brouwde, waarna het in de mond proppen van plukken tabak startte.  Ik kreeg karnemelk of een glas sinaasappelsap, waar plagerige Opa grote scheppen bruine suiker, pepermunt of een geklutst ei doorheen deed – hij deed meer van dat soort clowneske experimenten – hetgeen ik netjes weg probeerde te slikken, onderwijl een gulle lach naar Opa producerend, hetgeen niet honderd procent van harte ging, maar ja….het autoriteitsritueel lag toen wat anders dan in deze tijd. Hij had dat plagen waarschijnlijk van zijn moeder die Reintje Hoogstraten was geheten, een Vlaamse naam, dus zij zou zomaar een importbelgische kunnen zijn. Zij haalde veel grappen uit. In de Rechtestraat 144 in De Rijp zat de familie vaak op bankjes en krukjes voor het huis en dan smeerde Overgrootmoeder Reintje een kluit natte ontbijtkoek op de billen van een hobbelpaard.

De kinderen uit de buurt mochten veel van Overgrootmoeder Reintje  en velen maakten een gezellig ritje op het hobbelpaard tot Overgrootmoeder Reintje vond dat een ander weer eens aan de beurt was. ‘Het paard moet even poepen,’ zei ze dan. Het kind werd er afgetild en Overgrootmoeder Reintje wees naar de billen van het paard.’ ‘Zie je wel,… nét op tijd,’ zei ze dan grijnzend!
Opa Dirk zong in het kerkkoor van de Stefanuskerk en dat was een gezellig kluppie. Soms hadden ze een uitje. ‘Zullen we gewoon niet meegaan, met al die bejaarden, Anne, wat heb je dr an? ‘ zei ie dan, terwijl hij zelf al boven de zeventig was.’ Ze waren wel eens meegegaan en ze reden een keer op de terugweg naar Amsterdam met twee bussen naast elkaar. In de Betuwe hadden ze kersen gekocht en op een krant al vast ontsteeld en ontpit. ‘Weg d’rmee,’ riep Opa Dirk en gooide de krant met het fruitafval door het open dak van de bus. Toen ze bij de kerk arriveerden, kwamen boze koorzangeressen op Opa Dirk af. Zij hadden in de andere bus het pakketje afval door hún open dak op schoot gekregen!! De pastoor van de Stefanus kende ik wel. Pastoors gingen vroeger op visite bij de parochianen en dus zag ik op Opa’s verjaardag in juni vaak een gezette pastoor in een luie stoel zitten gewapend met een pikketanussie en een bolknak. Tijdens de koorrepetities had Opa Dirk vaak lekkere dingen bij zich. ‘Goed voor de stem, ‘ zei ie dan. Soms deelde hij wel eens wat vijgedalen uit. Dat vonden de tenoren, baritons en bassen die naast hem stonden wel wat. Op een dag had ie niks bij zich…, gewoon vergeten. Een van de zangers merkte op dat ie nog geen vijgedaal had gehad. Waar ze toch waren. Opa zei dat ie nog niet in de consistorieruimte bij de pastoor was geweest, en dat de lekkerbek zelf maar even richting de zieleherder van de Stefanus moest gaan. ‘Wat moet ik dan zeggen?’ sprak de arme man. ‘Zeg maar tegen meneer Pastoor dat je komt namens Opa Dirk, en dat je de vijgedalen komt halen.’ De man ging in de pauze naar de pastoor maar kwam onverrichter zake terug. ‘De Pastoor wist niks van «de vijgedalen voor Opa Dirk»!‘ De tenoren, baritons en bassen schaterden door de kerkelijke ruimte dat het een lieve lust was. Ja ja…, dat was weer een van Opa’s grappen!

Op de foto rechtsboven: De Rechtestraat in De Rijp begin 20ste eeuw  (red: dit zouden zomaar Reintje en Overgrootpa Klaas kunnen zijn). Bron: hetschermereiland.nl

Waar feiten afzonderlijk wel kloppen, wil het samengevoegd nog wel eens vraagtekens oproepen. Het tweede huis rechts op deze foto uit begin twintigste eeuw is Rechtestraat nummer 73. Dat op dit adres ooit Johannes Antonie Siekman (geboren 26-11- 1829) en zijn vrouw Aaltje Oldenburg (geboren 15-11-1832) woonden zou kunnen. Maar dan misschien als huurder, niet als eigenaar. Kadastraal is daar namelijk geen registratie van. En dat Johannes en Aaltje in (getrouwd op 08-12-1861 in De Rijp) in de deuropening van nummer 73 staan (zoals vermeld bij de foto) lijkt wat onwaarschijnlijk. Bij de opname zouden het dikke zeventigers geweest moeten zijn. Het echtpaar vooraan op het bankje komt dan eerder in aanmerking. Mogelijk hebben de erven Oldenburg zich vergist als gevolg van de diverse nummer wijzigingen van het pand. Ooit Rechtestraatnr 201, vervolgens 208 en nu 73.Links, met zonnescherm, de manufacturenzaak van Antje van Wieringen en daarnaast het woonhuis van T.P. van Houwelingen, hoofdonderwijzer van de openbare lagere school. In 1929 kocht de vader van Jan Kaptein (een deel) van het pand. Jan en Rita Kaptein hebben daar vervolgens tot 1995 een winkel gehad in huishoudelijke artikelen (en speelgoed). De vervaarlijk laag hangende bedrading rechts is niet het elektriciteitsnetwerk, De Rijp kreeg dat pas in 1922. Het is vermoedelijk een brandschel-netwerkje. Een ieder die bij de brandweer zat, had zo'n ding aan zijn huis hangen.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

 

Nieuwe raadplaat voor week 11

De vragen zijn:

Wáár bevindt zich nevenstaande Amsterdamse gevelsteen?
Wát beeldt ie uit?

Laat ons het antwoord op de vragen weten via deze link

 

Oplossing raadplaat week 10

De verdwenen boer’ van beeldhouwer Karel Gomes herinnert aan de boerenfamilies die duizend jaar lang woonden en werkten in het veenweidegebied ten westen van de stadsrand van Amsterdam. Nog in 1950 liep de grens tussen stad en platteland ongeveer hier. In de tweede helft van de twintigste eeuw schoof hij door tot aan de ringvaart van de Haarlemmermeer. De oprichting van dit beeld is mogelijk gemaakt door particuliere donaties en door Stadsdeel Bos en Lommer, Stichting Beeldende Kunst Amsterdam, Rabobank Amsterdam e.o. en Stichting Beeld voor de Verdwenen Boer.” Het beeld staat aan de Molenwerf. Het onderschrift luidt: ‘De verdwenen Boer’. Achter de agrariër staat niet zie’n koe of zie’n stier maor zie’n boer’nvrouwke.
Wat de bedoelingen van het touw van de boer zijn, is onduidelijk. Waarschijnlijk waren ze op weg om de veestapel te gaan melken (zie ook de foto's hieronder).

Goede oplossingen ontving ik van Marike Muller, Harald Advokaat, Ria Luijben, Anneke Huijser, Otto Meyer, Adrie de Koning, Frank Mulkens, Gerrit de Rooij, Jos Mol, Herman Schim van der Loeff, Kees Valentijn, Mike Man, Han Mannaert, Ron Poelgeest, Wim Huissen, Aschwin Merks, José Goud en Hans Olthof.

Waaróm staat hij daar? Heel verhaal, zie: buiteninbeeld.nl en lees dit: ‘Amsterdam groeide en groeide vorige eeuw. Om de expansie op te vangen, annexeerde de hoofdstad omliggende dorpen en bouwde hun weilanden vol. Ook de gemeente Sloten onderging dit lot toen de stad in 1921 de gronden inlijfde. Om te kunnen bouwen werden de boeren, die al generaties op hun landerijen boerden, uitgekocht of onteigend. Ze werden gedwongen te verhuizen. Er hebben zich drama’s afgespeeld, boeren probeerden met hooivorken hun vertrek te verijdelen en boerengezinnen kwamen drie hoog achter in de stad terecht. Kinderen en kleinkinderen van deze families die de verdrijving hadden meegemaakt of er uit de eerste hand over hoorden verhalen, namen het initiatief om een standbeeld op te richten voor de verdreven boeren.

PS: Inzender Adrie de Koning zegt: ‘Mijn vader is geboren in de Groote IJpolder in de voormalige gemeente Sloten. Dat was in het huisje van zijn grootouders, die daar boerden en ook turfstekers waren. Het huisje stond iets ten noorden van Ruigoord, vlakbij het Noordzeekanaal. Dus het beeld is ook een herinnering aan mijn voorouders.

 

PS: Inzender Frank Mulkens stelt: ‘Het is heel goed mogelijk, dat Rembrandt (mét zijn Saskia ?) in juni 1634 vanaf Sloterdijk de veerboot naar Friesland heeft genomen om daar te trouwen - circumstantial evidence’:

1. Dat pontbootje bestond toen en de alternatieven via land waren niet aantrekkelijk of waarschijnlijk; 

2. Rembrandt heeft in Sloterdijk met een zilverstift een schets van de banpaal daar getekend;

3. Saskia en Rembrandt gingen op 12 juni in ondertrouw en trouwden meteen voor de wet - op 22 juni (maar 10 dagen later !) trouwden zij voor de kerk in Friesland, met een schriftelijke toestemming van de moeder van Rembrandt (vader was al gestorven)

Dit laatste is natuurlijk alleen een wilde theorie, die uitgezocht kan worden (?). Wie van de Gijsbreghtlezers voelt zich aangesproken? Mail na je evt. research naar: frankmulkens@gmail.com

Deze foto's zijn gemaakt met/door Google Maps. Kijk zelf ook nog even...

https://slotenoudosdorp.nl/wp-content/uploads/2021/04/De-banpaal-van-Sloten.pdf
https://slotenoudosdorp.nl/de-banpaal-van-sloten/
https://www.studiokoning.nl/Foto_19/Banpalen_Amsterdam.html
https://annexaties1921.com/2020/11/05/de-banpaal-van-sloten/
https://amsterdam.kunstwacht.nl/kunstwerken/bekijk/227-terminus-prosciptionis
https://onh.nl/verhaal/banpaal-spaarndammerdijk-tot-hier-en-niet-verder
https://nl.wikipedia.org/wiki/Banpaal

De afbeeldingen bij deze column komen uit de eigen schoenendoos of de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

YouTube: Wittenburg 1960-1969

en bekijk ook deze fotoserie over Wittenburg deel 1, deel 2 en deel 3 er meteen achteraan...

Deze week honderd jaar geleden

 

 

Zaterdag 18 maart 1922 - Brand in bioscoop Victoria op de Nieuwendijk. Wanneer u alleen een bioscoop met dezelfde naam op de Sloterkade kent..., niemand neemt u dat kwalijk. Van 1920 tot dit jaar 1922 was die bios echter op Nieuwendijk 192 te vinden, de buurman van Piet van den Brul. We vonden zowaar een foto uit die jaren toen de Nieuwendijk nog niet een en al kledingwinkel was. Het was een onderneming van Gerard van Royen en de bios had 900 stoelen. Over de programmering in deze beginjaren van bioscoop-land weten we niet veel. Van Royen had niet de moed om het volledig vernielde theater weer op te bouwen en verkocht de bouwval. Die bestond uit een hele reeks achterhuizen die tot aan 't Hol en het Blaeuerf reikten. Ooit stond hier herberg De Zon.
Van Royen begon later de maatschappij REMA die in 1934 die Victoria op de Sloterkade begon. Dat was een buurtbios met B-films en de in het centrum uitgelopen A-films. Die had maar 615 plaatsen en sloot in 1976 zijn deuren.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Zondag 19 maart 1922 - Aan de Stille Omgang doen dit jaar maar liefst 60.000 Katholieken mee. Alleen mannen, dat ook nog. Vrouwen mogen pas sinds 1965 meelopen. De traditie was in 1881 weer opgepakt na eeuwenlang verboden te zijn geweest. Zelfs in 1922 was de Omgang nog primitief te noemen, met maar één extra nachttrein naar Amsterdam. Tien jaar later zijn dat er 45. Voor vervoer binnen de stad moet de organisatie trams huren. De Kalverstraat kan deze mensenmassa nauwelijks verwerken.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 wk01 wk02 wk03 wk04
wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave