weekblad-logo

week 10-2022

Fotoquiz eerste

Veel geven we u niet mee. Brede gracht, redelijk hoge wallenkant. Het dubbel pakhuis achter de tjalk heeft plaats gemaakt voor een neo geval, de rest staat er nog. De vraag is:

Wat is het huisnummer van dat verdwenen dubbele pakhuis?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Schuin tegenover het Maagdenhuis stonden ooit deze afgetrapte pakhuizen waarin een meubelfabriek gevestigd was. Dat stond uitgebreid op het bord in de top van dit zooitje ongeregeld. Als de nog net leesbare tekst "stoom" u bij het oplossen geholpen heeft..., graag gedaan!
Het adres van deze pakhuizen is Spui 10. De achterkanten stonden aan de Rozenboomsteeg.
In 1891 kreeg eigenaar H.F. Jansen te maken met een fikse brand die het spul onwerkbaar maakte. In datzelfde jaar gaf hij architect Ed. Cuijpers opdracht er iets voor in de plaats neer te zetten dat een beetje netter uitzag. De fabriek werd elders gevestigd, dit werd alleen winkelmagazijn voor meubelen en tapijten. In 1892 kon hij het pand betrekken. Lees verder...

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Arjen Lobach, Anthony Kolder, Bert Brouwenstijn, Anneke Huijser, Karel Meijers, Maaike de Graaf, Kees Valentijn, Bob Bommellaan, Ria Scharn, Hans Olthof, Marike Muller, Mike Man, Han Mannaert, Herman Schim van der Loeff, Adrie de Koning, Harry Snijder, Hans van Efferen, Aschwin Merks,

Fotoquiz: webmaster's keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht.

Een moeilijk deze week, maar precies zo nog steeds te vinden. Laat hier maar eens uw zoektalent op los, of zoals we hoorden: "je moet de Beeldbank een kluif voorhouden". De vragen zijn:

Op welk adres vinden we deze stoep nog steeds terug? of: waar hoort die bij?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: webmaster's keuze

 

Dit is een kijkje op de Zaagmolensloot, voordat de stad zich ermee ging bemoeien. Er staan nu nog maar een paar molens maar ooit stond de sloot vol tot de Boerenwetering aan toe. Het grootste deel van de Zaagmolensloot werd na demping Albert Cuypstraat maar het deel op deze foto met molens De Juffer (li) en Grote Dommekracht (re) werd Hemonylaan.
Er was wat verwarring welke stellingmolen links op de foto staat. De molendatabase leert ons dat de Bouwlust een achtkante bovenkruier was en de Juffer een zeskante. Op de foto staat duidelijk een zeskant en het is dus de Juffer. Rechts is de Grote Dommekracht, ooit ook een stellingmolen, vervangen door een stoomhoutzagerij. Vanwege de verwarring is dit niet fout gerekend. Dommekracht was in de regel de benaming van een sterke molen, altijd bovenkruiers, die balken zaagde.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adrie de Koning, Jos Mol, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Kees Valentijn, Otto Meyer, Bob Bommellaan, Ria Scharn, Hans Olthof, Han Mannaert, Herman Schim van der Loeff, Harry Snijder, Marike Muller, Mike Man, Hans van Efferen, Aschwin Merks,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Dat ziet er niet best uit. De vragen zijn:

Welk gebouwencomplex is dit?
Wat is er gebeurd?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week


 

 

Koningin Wilhelmina verlaat vergezeld van prins Hendrik het gebouw van de Joodse Invalide op de Nieuwe Achtergracht. Links enkele kinderen van het 350-koppige koor van de jeugdvereniging "Jong Betsalel" die het koninklijk echtpaar toezongen. Daar moest de hint op wijzen. We schrijven 3 juni 1926.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adrie de Koning, Ria Scharn, Anneke Huijser, Maaike de Graaf, Anthony Kolder, Otto Meyer, Marike Muller, Hans Olthof, Jos Mol, Han Mannaert, Mike Man, Herman Schim van der Loeff, Kees Valentijn, Hans van Efferen, Aschwin Merks,

Met de camera op pad...

Een drukte van belang. Kunt u tussen alle herrie nog uitmaken waar dit is? Onze vraag van deze week:

 
Welk water is dit?
Op welk adres wordt rechts gebouwd?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

 

Dit was de toegangspoort van het Doopsgezinde hofje De Hoeksteen in de Oude Looiersstraat. Op het nummerbordje stond "65-73". Het hofje werd al in 1760 afgestoten. Het bleef een particulier hofje tot 1786, toen het werd omgebouwd tot een verzameling inpandige huisjes. Dat is het jaartal dat op de gevelsteen staat. Die is opgeknapt en opnieuw ingemetseld in de nieuwbouw op nr.73.

Diverse deelnemers wisten nog dat dit eerder een quizvraag was. Lees wat toen onder de rubriek "Anneke's keuze" geschreven werd.

De foto is overigens door George Breitner gemaakt.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Ria Scharn, Maaike de Graaf, Anthony Kolder, Otto Meyer, Harald Advokaat, Jos Mol, Hans Olthof, Adrie de Koning, Kees Valentijn, Han Mannaert, Herman Schim van der Loeff, Marike Muller, Willem Blok, Mike Man, Peter Makkes, Jan Six van Hillegom, Harry Snijder, Hans van Efferen, Aschwin Merks,

Hulp gevraagd...

Er wordt wat afgemopperd als de hulpvragen "te makkelijk" zijn. Gemopperd op de Beeldbank over het feit dat niemand daar een idee had van wat vijfentwintig quizers zo uit hun mouw schudden en op de redactie dat die zich leent om zo'n foto aan hen voor te leggen. Nou, zet u zich schrap. Meteen twee foto's en nou maar puzzelen! Peulenschilletje, toch?! Wij hebben zwak in herinnering dat de rechterfoto al eens is voorgelegd. Weet u het nog? De beschrijving in de Beeldbank is in elk geval nog niet bijgewerkt.

U kunt de foto's weer klikken voor de maximale resolutie.

Laat het ons weten via deze link.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

 

 

 

Dat puntje van de stalen ophaalbrug bracht voor velen de oplossing. Toen de foto gemaakt werd lagen er nog wel een dozijn van dit soort bruggen in Amsterdam, maar nu nog maar een paar. Daar hoort deze Oranjebrug #146 ook bij, over de Brouwersgracht en vóór de Binnen Oranjestraat. Dat is de zijstraat die links op de foto op de gracht uitkomt. Het eerste huis links daarvan is nr.218 en de brandstoffenhandel dus op 222-224.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Nuttige inzendingen kwamen van Paul Graalman, Arjen Lobach, Harald Advokaat, Anneke Huijser, Peter Waagen, Anthony Kolder, Maaike de Graaf, Ria Scharn, Hans Olthof, Jos Mol, Herman Schim van der Loeff, Kees Valentijn, Mike Man, Marike Muller, Han Mannaert, Harry Snijder, Jan Snijders, Hans van Efferen, Aschwin Merks,

en dan nog even over...

 

...buslijn K van het "rondje Centraal Station". We blijven ons deze buslijn herinneren, zo ook Olaf Horn die wat technische details met ons wil delen. Er zijn in de loop der jaren meerdere modellen ingezet maar op deze foto in de rubriek van Gijsbreght herkent Olaf bus nr. 202 uit de serie 200-224 die in 1957 gebouwd werd door Den Oudsten in Woerden, uitgerust met een AEC motor. De bussen 201-204 mochten hun laatste dagen slijten op lijn K. In 1971 is de hele serie buiten dienst gesteld. Een paar exemplaren zijn naar de ENHABO (Zaanstreek) verkocht en bus nr.200 is tot vandaag aan sloop ontsnapt omdat die als museumbus naar de stichting MUSA ging en thans bij stichting BRAM de nostalgie levend houdt.

Toeval bestaat niet... zeggen ze wel eens. In de hieronder volgende rubriek "100 jaar geleden" komen we nog een buslijn K tegen, de oer-K die de verbinding Leidsebosje-Watergraafsmeer verzorgde. Na de annexatie in 1921 kreeg De Meer pas in de loop van 1922 een buslijn A omdat er geen tram mogelijk was door de spoorwegovergang in de Linnaeusstraat.

redactioneel

Krasnapolsky

.
Adolph Wilhelm Krasnapolsky (1834-1912) was een ambitieuze man die in een reeks gelukkige en gedurfde keuzen maakte en met een hoop mazzel een imperium bouwde. Zijn voorvaderen waren vanuit Kiev steeds verder westelijk getrokken tot Adolphs grootvader zich rond 1800 als kleermaker in de buurt van Braunschweig vestigde. Zijn vader zette de laatste stap door in 1856 naar Amsterdam te trekken, ook als kleermaker. Zelf kwam Adolph als coupeur bij de Winkel van Sinkel te werken op de Nieuwendijk, een der vroegste warenhuizen in de stad en een onderneming van ook weer een Duitse immigrant. Na het werk mocht hij graag wat drinken bij het Nieuwe Poolsche Koffijhuis in de Warmoesstraat 181. Dat was toen een verlopen zaak in een pijpenla met houten banken en tafels waar meer bier dan koffie genuttigd werd. Adolph raakte bevriend met de kelner, August Volmer. In 1862 trouwde Krasnapolsky met de zuster van deze Volmer.

.
Het echtpaar kreeg een zoon, Karel, die tot groot verdriet van de ouders in 1889 op 26-jarige leeftijd overleed. Een opvolger zat er niet meer in.

In 1866 werd Krasnapolsky bedrijfsleider van het Nieuwe Poolsche Koffijhuis en Volmer dus zijn ondergeschikte. Dat stond de vriendschap zeker niet in de weg. Of dit een directe koop was of dat die later volgde, is ons niet bekend maar op enig moment werd Krasnapolsky eigenaar. In het latere bestaan van de zaak, in 1871, zou Volmer zijn compagnon worden. Die switch was op een gelukkig moment doordat de tabakshandel zich meester maakte van de Nes en gelegenheden als Frascati hun bestaan voortzetten als veilinglokaal. De horeca in de Warmoesstraat profiteerde ervan en het Nieuwe Poolsche Koffijhuis als het eerste grote etablissement in de straat het meest. Hij was een gezellige kerel, goedlachs en servicebereid. Hij begon met het serveren van maaltijden en zijn prijspolitiek - lage prijzen, goedkoper, gevarieerder en lekkerder dan de concurrentie - deed zijn lokaal volstromen. Hij stichtte een eigen slachterij om goedkoper vlees te krijgen en een eigen bloemisterij om zijn zaak uitbundig te versieren.

.
In 1874 kocht Krasnapolsky het smalle pandje Warmoesstraat 183 en liet architect G.B. Salm de panden 181-183 samenvoegen en van een nieuwe voorgevel voorzien.
Niet zichtbaar van de straat waren de uitbreidingen achter het pand, in de tuin. Nou ja, dat moest hij er eerst nog van maken. De krotten achter de Warmoesstraat kocht hij op zodra hij ze te pakken kon krijgen. Binnen no-time was de halve Servetsteeg van Krasnapolsky.
In de tuin ontstond - in navolging van Roetemeijer in de Amstelstraat - een weelderige tuin met zitjes waar je bij mooi weer buiten kon zijn.

Nog een noviteit die Krasnapolsky doorvoerde: de biljartzaal. Dat werd een absolute hit in de stad. Niet één tafeltje, nee, zeven.

In 1878 ontwikkelde Krasnapolsky alweer nieuwe plannen. Waarom alleen bij mooi weer in de tuin? Met een glazen dak erboven kon de ruimte het hele jaar door gebruikt worden. Alweer keek hij de nieuwigheid van Roetemeijer af die in 1875 hetzelfde had gedaan: een wintertuin! En alweer overtrof Krasnapolsky hem in grootte en uitvoering. De wintertuin werd wereldberoemd en trok enthousiaste toeristen naar zijn zaak. De biljartzaal lag er naast en was door de glazen deuren te openen, verbonden met de wintertuin. De echte bloemen en palmen werden aangevuld met geschilderde panelen waarop de florale pracht naadloos aansloot. Hij haalde daarvoor de Belgische decorateur A. Graux. Die zou nog jaren in Amsterdam blijven want Krasnapolsky zat niet stil. De nokken aan de kopse kanten van het dak van de wintertuin werden door vader en zoon Tetar van Elven voorzien van grisailles met het wapen van Amsterdam en de stedenmaagd.


In 1879 bezocht Krasnapolsky in München een tentoonstelling over elektrische verlichting en in 1881 werden in de wintertuin (6x), biljartzaal (4x) plus een buitenlamp boven de ingang voorzien van booglampen. Om ze van stroom te voorzien bouwde hij in de Servetsteeg een centrale met een stoommachine als aandrijving.
Booglampen geven een vervelend koud licht en je moet er ook niet in kijken om "lasogen" te vermijden. De uitvinding van de gloeilamp door Edison kwam dan ook als geroepen en in korte tijd had Krasnapolsky de hele installatie omgebouwd op gloeilampen: 1000 stuks in glazen kelkjes! De centrale besteedde hij uit door het (mede) oprichten van een commerciële elektriciteitsmaatschappij NEM, die zijn centrale in gebruik nam. De NEM vergrote de centrale later (foto rechtsboven) om ook aan andere bedrijven te kunnen leveren.

.
In 1883 zou in Amsterdam een Wereldtentoonstelling gehouden worden en de gemeente animeerde alle logementen en hotels het aantal bedden uit te breiden of nieuwe hotels te vestigen. Ook Krasnapolsky deed daaraan mee, kocht de panden Warmoesstraat 177-179 en liet de architecten Henkenhaf (Victoria) en Elbert daar een hotel bouwen dat qua gevelontwerp bij dat van Salm moest passen. De tentoonstelling opende op 1 mei 1883 en de eerste 80 van in totaal 125 kamers kwamen op 14 juni beschikbaar. Ook hier weer een publiekstrekker: de Witte Zaal, het restaurant waar ook niet-hotelgasten konden aanschuiven. Weer werd er gedecoreerd door A. Graux met fantasielandschappen op panelen die nog steeds het restaurant sieren.
Nog in 1883 kocht Krasnapolsky het pand Warmoesstraat 175 en liet dat als uitbreiding van het hotel opnieuw optrekken. De oude cafézaal werd nu omgebouwd tot leeszaal.

.
Er bleef een grote frustratie bij Krasnapolsky: de benauwde ligging aan de smalle en donkere Warmoesstraat en het uitzicht van de kamers aan de achterkant van het hotel op de sloppen en stegen tot aan de Oudezijds Voorburgwal. De omvang van het huidige hotel laat zien dat het een voortdurend streven was alles achter het hotel op te kopen, af te breken en voor het hotel in gebruik te nemen, bijvoorbeeld als parkeergarage.
Hij kocht in 1884 aan de overzijde van de Warmoesstraat een groot pand en liet het afbreken om lucht en licht op zijn voorgevel te krijgen. Hij presenteerde het ene na het andere plan aan de gemeente om de omgeving van zijn hotel te verbeteren, maar werd vermorzeld door het eindeloze gebakkelei rond de vervanging van de beurs van Zocher. Toen het plan voor sloop van het hele blok Warmoesstraat even zijde tussen Vischsteeg en Vijgendam vorm kreeg, bleek dat hij net in het donker bleef staan en concurrent A.W. Polman aan de Dam zou komen te staan. Polman had het kleine restaurantje 'De Bijenkorf' van zijn vader uitgebreid tot het succesvolle Polmanhuis. Krasnapolsky probeerde deze Polman uit te kopen, maar die weigerde. Hij liet zelfs in 1915 een groot restaurant met vergaderzalen bouwen op de nrs. 189-195 tot aan de Pijlsteeg. Dat kwam in 1914 wèl vrij aan de vergrote Dam te staan. Het zou 1952 worden eer Kras het Polmanhuis kon inlijven.

Ook na het overlijden van Krasnapolsky in 1912 ging de stroom verbouwingen, uitbreidingen en verbeteringen doorgaan. Door overname van het Polmanhuis op Dam 9 kon het aantal kamers naar 362 gebracht worden.
Kras stond aan de wieg van de Nederlandse keten Golden Tulip Hotels en werd daar zelfs alleeneigenaar van. Dat kon niet voorkomen dat ze opgekocht werden door de Spaanse keten NH Hotels en verder gaan als NH Collection Grand Hotel Krasnapolsky met vijf sterren.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: Trees en Willem gaan uit logeren

In Café ‘De Sluyswacht’ zat ik, buiten aan de pils, mét een zonnetje, toen Cato langskwam. Ze klapzoende me en ze bestelde een rood portje. We kletsten uitbundig bij over vroeger en over familie en kennissen. ‘Ik heb nú een verhaal, Gijs!,’ zei Cato. Ik ging ogenblikkelijk in de focushouding zitten en bestelde nog een tripeltje en een portje en wat verse nootjes, want als Cato met een verhaal komt, dan word je weer helemaal warm van buiten en van binnen vanwege de rooie oortjes. Cato: ‘Jij kon toch ook die binnenschipper Willem?’ zei Cato. ‘Die van dat been?’ ‘Ja die van dat ongeluk in de Kinkerstraat.’ ‘Willem Marinus van den Oudenaerde heet ie en zijn vrouw heet Trees.’ Ja die ‘kon’ (kende) Gijs wel. Marinus en Trees waren noeste binnenschippers en hun ouders ook. Vele decennia voeren ze vrachies naar Limburg en Duitsland en ze stonden zoals echte schippersmensen betaamt, om beurten aan het stuurwiel. Toen ze allebei boven de 68 waren, stopten ze ermee, ze waren er te oud voor en Marinus had een tikkie van lijn zeventien gehad waardoor hij een dijbeen brak en daarna nooit meer echt flinke stukken kon lopen. Ze kregen een huis dat uitzag op de Kostverloren Vaart en zo konden ze toch nog genieten van voorbijkomende binnenschepen en zwaaien naar oud-collega’s. Cato:’ Marinus kwijnde een beetje weg, omdat ie het schippersleven miste.

Zijn en haar familie, dus zeg maar de familie van den Oudenaerde en de familie van Trees Marie Boscoop Stockvis, hebben de koppen bij elkaar gestoken vanwege hun beider zeventigste verjaardag. Ze zouden van alles uit de kast halen, ouwe kennissen zouden langskomen en ze zouden een fijn diner aan huis krijgen en een muzikant die schippersliederen zou laten schallen, maar het mooiste was toch wel de ontvoering!’ ‘Ontvoering?’‘Ja, dat was een idee van een of ander nichie…d’r werd afgesproken dat een stel familieleden op visite zou gaan bij Willem en Trees, en dat die het echtpaar een dag voor hun verjaardagen aan de praat zou houden en flink wat pilsjes en portjes zou aanbieden, zodat Willem en Trees een beetje wazig zouden worden. Toen stelde iemand voor om een ritje te maken. Trees en Willem werden in een auto gepropt terwijl een ander nichie een koffer had gevuld met de pyjama’s en tandenborstels van de feestelingen. Daarna reden ze een paar metertjes en begeleidde het jubillerende echtpaar tot in hun hotelkamer. Daar kregen ze nog een nachtmutsje en werden ze in hun nachtgoed gehesen en in een mooi schoon tweepersoonsbed gedrapeerd terwijl er op de achtrgrond zachtjes Amsterdamse liederen en schippersliederen klonken.’ ‘Nou dat klinkt grappig, Leuk voor ze!’ ‘Ja de familie vond het erg triest dat Trees en Willem zo terugverlangden naar het binnenschippersleven. Vandaar deze ontvoering, naar een heel bijzondere locatie, mag ik wel zeggen. Want…ik weet niet of je het weet…, want… er zijn tientallen sluiswachtershuisjes en bruggewachtershuisjes omgebouwd tot een minihotelkamertje. Dus toen Willem ontwaakte en uit een van de kleine raampjes tuurde, zag hij dat hij in het brugwachtershuisje van de Kinkerbrug lag. Feest natuurlijk! Hij maakte gauw Trees wakker en beiden moesten zich wel honderd keer in de ogen wrijven voor ze beseften wat er was gebeurd. Op een klein aanrechtje stond een heerlijk ontbijtje klaar, er hingen overal vlaggetjes en er lag ook een brief waarin ze werden gefeliciteerd en waarin werd gemeld dat ze op deze mooie logeerplek annex slaapplek vijf nachten mochten blijven. Nou, die twee hebben de tijd van hun leven gehad, dat kun je begrijpen. Dat was eten, kijken, koffie drinken, naar de schippers zwaaien en elkaars hand vasthouden. Willem kreeg spontaan minder last van pijn aan zijn been en Trees zorgde dat alles proper bleef en belde haar complete vriendinnenschaar!’

 

Op de foto's: linksboven 1937, opening Kinkerbrug - rechtsboven werkzaamheden aan de bestrating

linksonder het brughuisje (bron: Sweetshotel A'dam - rechtsonder bediening; gaat nu op afstand

 

 

Sluiswachtershuisjes en brugwachtershuisjes in Amsterdam

Achtentwintig brugwachtershuisjes in Amsterdam zijn omgetoverd tot luxe hotel kamers. Een bijzondere manier om de stad te ontdekken.
SWEETS hotel is een totaal nieuwe manier om Amsterdam te ervaren. 28 iconische brugwachtershuisjes zijn getransformeerd tot zelfstandige hotels aan de Amsterdamse grachten en kanalen. Sommige brugwachtershuisjes zijn nationale monumenten, sommige midden op drukke kruispunten, anderen juist weer midden in een rustige woonwijk. Allemaal hebben ze een inspirerend uitzicht over de Amsterdamse wateren. Elk brugwachtershuisje kan maximaal twee gasten van boven de 21 jaar ontvangen.

Bron: Sweetshotel / Iamsterdam

Deze vier foto's van het interieur van het brugwachtershuisje van de Kinkerbrug komen van Sweetshotel A'dam

Zie ook: Sweetshotel Amsterdam - de Kinkerbrug - de binnenschipper

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

 

Nieuwe raadplaat voor week 10

De vragen zijn:

Wáár staat dit boertje?
Wát zegt het ónderschrift?
Wié vervaardigde het beeld?
Waaróm staat hij daar?
Wié/wat staat er achter hem?

Laat ons het antwoord op ALLE vragen weten via deze link

 

Oplossing raadplaten week 09

De vliegeraar en het riddertournooi hangen in de Gerrit van der Veenstraat resp. 25 en 34.

Hiernaast een foto van het pand op nr.34.

Goede oplossingen ontving ik van Harald Advokaat, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Ria Luijben, Jos Mol, Han Mannaert, Adrie de Koning, Kees Valentijn, Marike Muller, Mike Man en Hans van Efferen.

De afbeeldingen bij deze column komen uit de eigen schoenendoos of de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

YouTube: Amsterdamse trams - Frits van der Gragt

Deze week honderd jaar geleden

.
Donderdag 3 maart 1922 - Arm Watergraafsmeer. Pas geannexeerd en eindelijk, 100 beloften later, krijgt het openbaar vervoer. Dan zijn ze niet meer aangewezen op de Gooise stoomtram tot eind Middenweg. Zolang de spoorwegkruising in de Linnaeusstraat niet verhoogd is (gaat minstens nog 10 jaar duren) kan er geen tram rijden; die gaat maar tot het Burgerziekenhuis. Dan maar een motoromnibus ingezet (foto) maar omdat bussen veel duurder zijn dan trams mogen de bewoners daar meer voor betalen (15 cent i.p.v. 11). De eerste bus werd lijn A, toen lijn D en tenslotte tot 1940 lijn K, de zogenaamde 'kraaienknip'.

 

De lijn ging van de Middenweg bij de Kruislaan via Middenweg, Linnaeusstraat, Pretoriusstraat, Krugerstraat, Overamstelstraat, Weeperzijde, Amsteldijk en Stadhouderskade naar het Leidsebosje, en wordt pas later naar de Nieuwe Ooster-Begraafplaats verlengd. Daar is een investering van een kwart miljoen gulden voor nodig, voor 11 bussen die een 10-minutendienst moeten onderhouden en een aanpassing van het zuiveringsgebouw van de stilgelegde Ooster gasfabriek om er een remise van te maken.
Pas in 1940 komt tramlijn 9 in bedrijf, eerst tot de Kruislaan, dan verlengd tot het Ajax-stadion.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 wk01 wk02 wk03 wk04
wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave