weekblad-logo

week 28-2022

Fotoquiz eerste

 

De snelste met het goede antwoord op de foto van vorige week was Aschwin Merks. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Ook deze hoek was al eens onderwerp, alleen de foto is een andere. De vraag is:

Waar staat/stond dit gebouw?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Dit pand speelde eerder een rol in deze quiz. Het staat op de hoek van de Kloveniersburgwal (nr.62) met het Rusland. Het is een ongewoon hoge halsgevel met dolfijnen als klauwstukken en ook de gevelsteen verwijst naar vissen (zie hieronder). Vis moet zwemmen en dat 't liefst in een roemer met koele Rijnwijn, ook op de steen te vinden. Is dit een hint naar de familienaam Roemer Visscher?

Foto: Stadsarchief Amsterdam
Onder: VVAG

Goede oplossingen kwamen van Aschwin Merks, Anthony Kolder, Ria Scharn, Mike Man, Harry Snijder, Hein Bruning, Kees Dalmeijer, Hans Olthof, Jos Mol, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Otto Meyer, Kees Valentijn, Marike Muller, Hans van Efferen, Han Mannaert,

Fotoquiz: Hans' keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie buiten de Singelgracht.

De vraag is:

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: webmaster's keuze

 

Staande buiten de Singelgracht maar kijkende naar wat daar binnen allemaal te zien is... ziedaar het dilemma als je moet aangeven waar de foto gemaakt is. Deze is gemaakt van de Buitensingel die ter plekke vandaag Stadhouderskade heet. De Hoogesluis blijft handig afgedekt door allerlei bebouwing van de roei- en zeilvereniging De Hoop, zodat niet meteen duidelijk wordt dat deze Singelgracht hier op de Amstel uitkomt, te zien aan molen De Bul op bolwerk Ooster Blokhuis met links daarvan Sociëteit Apollo; allemaal op de oostelijke Amsteloever. Op de westoever vond de Amstel Jachthaven zijn plek.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Mike Man, Ria Scharn, Harry Snijder, Maaike de Graaf, Aschwin Merks, Hein Bruning, Hans Olthof, Han Mannaert, Adrie de Koning, Otto Meyer, Kees Valentijn, Marike Muller, Hans van Efferen, Frans Toes,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Onze vragen zijn:

Waar is dit?

In het eerste geheel zichtbare huis rechts zien we een poort.

Waar voert/voerde deze poort naar toe?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
Deze fraaie plaat is gemaakt vanuit het Leidsche Bosch buiten de Leidsepoort die hier al gesloopt is en vervangen door de Leidsche Barrière. Het tegenwoordige Leidsebosje is een overblijfsel van het gekortwiekte Leidsche Bosch. Achter de barrière de enorme Hollandsche of Stads Schouwburg, hier al voorzien van een bakstenen schil maar desondanks afgefikt. Achter de bomen in de voorgrond moet ergens de sociëteit Bellevue schuil gaan. Achter de brug is de Trapjesschans met een hoop industrie: koperpletterij De Heus die in 1835 door Ketjen werd ingenomen. De datering van deze foto (1862-1872) laat in het midden of de schoorsteen van Ketjen er nog opstaat maar die bestond uit twee delen; een eerste gemetseld deel met een pijp als verhoging tot 32 meter wegens een aanhoudende klachtenstroom vanwege stankoverlast. In 1880 verhuisde Ketjen naar de Kostverlorenvaart. De schoorsteen van de foto is die van suikerraffinaderij De Granaatappel aan de overkant van de Lijnbaansgracht. Vergelijk het uiterlijk van de schoorsteen met deze foto. U kunt de foto links nu klikken om in de Beeldbank te bekijken en te vergelijken.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harry Snijder, Erik Klein Wolterink, Aschwin Merks, Ria Scharn, Harald Advokaat, Hans Olthof, Mike Man, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Kees Valentijn, Jos Mol, Marike Muller, Otto Meyer, Hans van Efferen, Han Mannaert,

Met de camera op pad...

 

Dit is een twijfelgeval, of het een quizvraag of een hulpvraag is. U mag de foto klikken en krijgt die dan in de Beeldbank te zien. Dan weet u nog niets, want er staat geen bruikbare beschrijving bij. Maar dan kunt u wel inzoomen en kijken of er bruikbare aanknopingspunten te zien zijn. Deze foto is toch te makkelijk op te lossen en zou een belediging zijn voor de vaste puzzelaars die anonieme foto's van een beschrijving voorzien.

Onze vraag is:

Op welke hoek staat/stond dit gebouw?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

Als het aan de gemeente Amsterdam had gelegen, was deze brug al meer dan een eeuw geleden gesloopt en de Achtergracht - waar 'ie overheen ligt - gedempt. Maar aan die Achtergracht stonden (en staan nog steeds) tussen Frederiksplein en Amstel veel pakhuizen die niet zonder dat vaarwater konden en zo is dat laatste stukje Achtergracht voor ons bewaard gebleven. De brug (#77, sinds kort Hendrick de Keyserbrug) ligt in de Amstel, d.w.z. de kade langs de Amstel.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Aschwin Merks, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol, Otto Meyer, Adrie de Koning, Kees Valentijn, Marike Muller, Hans van Efferen, Han Mannert,

Hulp gevraagd...

 

Deze foto heet "Straatbeeld". Daar moet u het ook deze week mee doen. De beschrijver heeft nog uitgeknobbeld dat dit rond 1928 moet zijn opgenomen.

Weet u waar dit is?

U kunt de foto weer klikken voor de maximale resolutie, maar veel meer ziet u daar ook niet op.

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

 

Dit was geen eenvoudige opgave, het uitzoeken in welke afbraakbuurt deze foto gemaakt werd. Wanneer u de link naar de foto in de Beeldbank had gevolgd, bleek er een datum 19 januari 1932 bij de foto te staan. Via Delpher was het mogelijk om op de afbraak van de Joden Houttuinen, de huizen aan de Houtkopersburgwal, te komen. Het tamelijk nieuwe metselwerk op de voorgrond hoort bij het Gemeentelijk Was- en Badhuis in de Valkenburgerstraat 167-169 dat in 1933 geopend werd. Achter de twee figuren op de voorgrond heeft u een (door afbraak ruimer geworden) doorkijkje naar het Markenplein en de huizen aan de Rapenburgerstraat. Heel markant in dat rijtje is de tuitgevel met de brede stenen omlijsting. Op beide onderstaande foto's zijn deze kenmerken met rode pijlen aangegeven.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Hulp kwam van Eric-Jan Noomen, Maaike de Graaf, Paul Graalman,

en dan nog even over...

... Jan van der Heyde en stadsbranden voordat de stad zijn uitvinding, de brandspuit, omarmde. Zoals op 6 juli 1652, 370 jaar geleden, toen er brand uitbrak in het oude stadhuis dat aansluitend totaal afbrandde. Bekend zijn de vele tekeningen en schilderijen die van de gebeurtenis gemaakt zijn: Beerstraten, Rembrandt en deze van Reinier Nooms van het nablussen de dag erna, 7 juli. Deze ets verschaft een heleboel informatie over het gebeuren; in de vroege ochtend is in allerijl rond het stadhuis een schutting neergezet. Op 'die Plaetse' is een tent opgebouwd voor de Wisselbank zodat die met z'n werk door kon gaan. Achter de smeulende resten van het oude zien we de steigers van het nieuwe stadhuis. Er zou met de grootste spoed verder gebouwd worden en een deel van de nieuwbouw reeds in 1655 in gebruik genomen worden, nog tijdens de bouw die tot 1665 duurde toen de koepeltoren eindelijk gereed kwam. Achter de hele voorstelling is de Westerkerkstoren te zien. Ook die kwam een stuk later klaar (1637) dan de kerk in gebruik werd genomen (1631).

U kunt de afbeelding klikken om die in volle resolutie in de Beeldbank te bekijken. Dan kunt u de menselijke keten met brandemmers in de weer zien en alle figuren die de brand bekijken dan wel helpen met nablussen.

redactioneel

Reiziger in Amsterdam

 
De onderbrenging van hoog geplaatste gasten zat het wel goed in Amsterdam. In de Middeleeuwen streken die - tegen betaling of op uitnodiging van het stadsbestuur - neer in een der vrouwenkloosters in de stad. Maar hoe zat dat met minder bedeelde reizigers? En die waren talrijk; denk maar aan kooplieden. Die waren aangewezen op de - niet talrijke - herbergen die ook logies verstrekten. Als ze dat niet konden betalen, zoals de vele pelgrims, moesten ze naar de daklozenopvang in een der gasthuizen, de bajerts. Links die van het Sint Elisabethsgasthuis op 'die Plaetse'. Dat gasthuis fuseerde in 1492 met het Sint Pietersgasthuis in de Nes en verhuisde daarheen.
Bajerts waren voor armoedzaaiers en landlopers. Zo hoefden die niet onder de brug te slapen maar kregen hier een brits. Ze mochten er maar drie nachten gebruik van maken, dan moesten ze verder.

 
De laatste bajert was aan de Oude Turfmarkt (links), nog steeds van het Sint Pietersgasthuis. Aanvankelijk werd 's morgens nog een ontbijt geserveerd maar later werd dat te duur en vervangen door een preek waarin voor landloperij werd gewaarschuwd. Lees meer daarover in de PDF over kloosters en gasthuizen p.43 e.v.

 
Wie iets kon betalen zocht een herberg of logement op. De veiligste gelegenheid vond hij buiten een der stadspoorten waar altijd minstens één herberg was voor gestrande reizigers die voor een gesloten poort kwamen en waar de stad enigszins toezicht op hield.
Met die particuliere herbergen binnen de stad zat het stadsbestuur behoorlijk in de maag; de faam van die huizen was er een van boeventuig, hoeren, oplichters en valsspelers. Geen reclame voor Amsterdam! Er werden diverse keuren op los gelaten en hernieuwd, maar die werden aan de laars gelapt. De stad wist niet beters te bedenken dan zelf in te stappen en logementen op te zetten. In 1580 werd het voormalige Sint Ceciliaklooster omgevormd tot Prinsenhof en stadslogement. Dat ging goed tot de Admiraliteit steeds meer ruimte vroeg en het hele Prinsenhof plus het Catrijnenconvent in beslag nam. Ze werden vervangen door twee Heerenlogementen: in 1647 aan de Oude Zijde aan de Grimburgwal en in 1656 aan de Nieuwe Zijde op de Haarlemmerdijk (nu: -straat). Die waren nog steeds voor de chiquere gasten die dat konden betalen.

 
De straten parallel aan de Amstel - Nieuwendijk, Kalverstraat, Warmoesstraat en Nes - raakten in de 17de eeuw bezaaid met logementen die redelijk gunstige prijzen hanteerden. Als eerste werd het voormalig Burgerweeshuis, nadat dit in 1580 verhuisde naar het Sint Luciënklooster, ingenomen door logement de Keizerskroon. Dat was een succes want later werd het gebouw afgebroken en opnieuw opgebouwd, nog steeds als logement maar nu ook als veilinglokaal. Naast het oude stadhuis op 'die Plaetse' was een aantal huizen ingericht tot logement De Prins van Oranje, tot dat na 1648 moest verdwijnen voor de nieuwbouw van het grote stadhuis. De hele geschiedenis van één van de drie logementen in de Warmoesstraat die Liesveldsche Bijbel heetten, staat in de PDF over het Bible Hotel.
In 1638 werd op de fundamenten van fort 't Rondeel een logement gebouwd dat de naam Rondeel continueerde. Door veel aanbouw en verbouw rekte dat het leven totdat het in 1895 afgebroken werd, waarna het Hotel de l'Europe gebouw werd. Café-logement Polonais groeide uit tot hotel Polen, logement De Zon met een ingang aan 't Hol (links) kreeg een markante gevel op de Nieuwendijk.

 
In 1613 kwam in het IJ voor de Droogbak een stadsherberg op palen. Die was eigenlijk voor reizigers bestemd die na sluiting van de bomen per schip over het IJ arriveerden. Deze stadsherberg werd tot 'Oude Stadsherberg' door de bouw van een Nieuwe tegenover de Haringpakkerij. Een stadsherberg op het droge kwam in de Plantage Middenlaan (tekening links). Daar voor in de plaats kwam in 1863 het gesticht Sint Jacob. De beide stadsherbergen in het IJ verdwenen voor de aanleg van de stationseilanden. De hele geschiedenis van deze laatste stadsherbergen staat in Jaarboek 2016 pp.48-54.

 
Een aparte categorie waren de verschillende Doelen. De diverse compagnieën schutters hadden hun lokalen waar ze samen kwamen met de onvermijdelijke zalen waar gegeten en gedronken werd. Die werden verpacht en toen de inkomsten daaruit achterbleven, werden ook gewone burgers toegelaten en bediend. Dat breidde zich uit tot het verstrekken van logies en het logement was geboren. Het lokaal van de Kloveniersdoelen werd logement en later Doelenhotel. De Garnalen(Handboog)doelen en de Voetboogdoelen (tek.) volgden het voorbeeld maar zijn niet verder ontwikkeld tot hotel. Iets dergelijks gebeurde met het wachtlokaal bij de Regulierspoort, dat in 1672 door de stad werd ingericht om een eigen munt te slaan en toen dat niet meer nodig was, werd het lokaal in 1675 verpacht en werd logement De Munt.

 

Eind 19de eeuw werden door heel Europa wereldtentoonstellingen georganiseerd en dat vroeg om een uitbreiding van accomodatie in het betere segment. Veel logementen verbouwden en werden 'hôtel'. Of het reizen naar steden met een belangwekkende tentoonstelling de aanjager voor het 'toerisme' is geweest? Feit is dat in de 20ste eeuw het toerisme tot bloei kwam en grote delen van de gebouwen in de stad in beslag nam. We hebben in dit weekblad diverse keren de vroegste hotels nagelopen, gekeken welk gebleven zijn en welke onderweg gesneuveld zijn. Lees nog eens de afleveringen vanaf week 20 t/m 24 in 2018.
Een aparte categorie is het Grand Hotel. Het Amstel Hotel was in 1867 het eerste van die soort in Amsterdam. Op zijn grote reis door Europa bezocht de Sjah Nasreddin van Perzië Amsterdam, waar het Amstel Hotel 32 kamers ter beschikking stelde voor Sjah en gevolg. Die kamers werden speciaal voor die gelegenheid 'oosters' gedecoreerd opdat de gasten zich maar thuis zouden voelen. Het hotel wilde wel..., het leed de eerste decennia aan kwijnend bestaan, wat ze in 1870 verleidde drie jaar lang een hele verdieping te reserveren als behandelruimte voor de Duitse wonderdokter Metzger. Hij had een massage uitgedacht die inderdaad wonderen verrichtte en heel wat belangwekkende figuren naar Amsterdam lokte, waaronder al een keer die Sjah van Perzië. Die behandelmethode heet tegenwoordig fysiotherapie...

De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

Column: Revueartiesten in vrouwenkleren

 

Buziau was de grote naam in de revues van Henri ter Hall tussen de oorlogen, maar hij was niets zonder zijn aangevers en collega-acteurs. Eén daarvan was Henk Bood die zoveel succes had met zijn verkleed-act als vrouw dat dit steeds vaker voorkwam in de voorstellingen. En het bleef niet bij één vrouwspersoon, hij had een paar typetjes in petto: werkster, viswijf en omaatje, compleet met passende kledij maar dan uit het fin de siècle. Zijn optredens waren koddig maar professioneel. Hij heerste over het toneel, haalde hoog of schel uit naar nodig was. Hij was de publiekslieveling tot Buziau kwam. Hij begon in 1907 bij de revue van Henri ter Hall, zeven jaar voordat Buziau kwam opdagen. In de Ter Hall revues werd toen groots uitgepakt; aan een voorstelling deden tot 70 personen mee, op of achter de bühne. De costuums werden speciaal voor hem in Parijs vervaardigd.
Bood bleef tot 1928 bij Ter Hall en verkaste toen naar de Bouwmeester Revue en haakte pas af toen de TV de revue uit de belangstelling drukte. Daarvóór had hij ook nog los werk gedaan bij Herman Tholen, Willy van Hemert en gelegenheidscombinaties. Hij regisseerde ook toneelgezelschappen, profs en amateurs. Toen Van Hemert TV ging regisseren probeerde hij nog zijn oude collega's op te trommelen, maar Bood hield de boot af...
In het bejaardenhuis van Rijswijk kwam hij een voor een zijn oude makkers weer tegen.

 
Twee rare kerels waarvan er ééntje altijd als vrouw verkleed ten tonele verscheen. We hebben 't over het oude Flora theater in de Amstelstraat, van Franz Nöggerath en Leon Boedels. We hebben 't over Lion Solser en Piet Hesse. Een van hun succesnummers was:

Naatje van de Dam
die moet verdwijnen
voor de elektrieke tram.

Erg hoogstaand was hun conference niet, meer van dik hout zaagt men planken. Er was vaak een politiek tintje aan te ontdekken. Zo van:

    De behoudende partij? O, die willen alles voor d'r eigen houden en gunnen een ander niks.
    Juist! Dat noemen ze de conservatieven, dat komt van 't werkwoord conserveren.
    O..., inmaken in blikkies! Geconserveerde snijbonen.
    Ben je gek? Conserveren komt van conservatie. Als wij met elkaar praten dan noemen ze dat conservatie en dan zijn wij conservatieven.
    Nou..., eindelijk snapt ze 't. Och, ze is ook zó stom.
    En wat ben jij dan eigenlijk?
    Ik ben wat je noemt een liber-paling.
    Wat zeit u?
    Een liber-paling. Vroeger was 't liber-aal maar ik heb gehoord dat het woord "aal" niet meer gebruikt wordt.

 
Solser en Hesse waren twee kijvende echtelieden die elkaar op het podium voor rotte vis scholden en het publiek genoot er van. De aangever, de man, had het hoogste woord en de vrouw schamperde omdat hij vaak de plank missloeg. Het kwam er op neer dat "zij" vaak net iets slimmer was dan hij, wat hem dan weer naar het machtsmiddel van fysiek geweld deed grijpen.

"Ik geef je direct een optater dat je van de PieterJacobdwarsstraat met je wollen mussie teugen de helm van Naatje Eendracht op de Dam vliegt!"
"Vrouwebeul!"
"Niks aan je te bederven!
Zing nog maar eens op met je mooie onversneeë klare stemmetje!"

"Zij" weerde zich desnoods met een haarspeld als ze 't met woorden niet kon winnen.

De travestie-act van de helft van het duo had zoveel succes dat Solser in de nadagen eveneens verkleed verscheen en de act eentje tussen twee roddeltantes werd.

En dan zijn we linea recta bij het volgende duo beland: Snip en Snap...

 
In 1937 werd René Sleeswijk voor een bonte radioavond gevraagd zes minuten te vullen met een sketch door een of meer revueartiesten. Sleeswijk bepaalde dat Willy Walden en Piet Muyselaar van de Bouwmeesterrevue dat zouden worden, gaf ze wat tekstmateriaal mee en liet ze op de radiomensen los. Zes minuten? Daar konden de twee niets van hun repertoire in proppen! Nou waren ze niet zo snel voor een gat te vangen; uit de oude doos kwam een sketch van twee roddelende juffrouwen en dat moest het maar doen. Die was bedacht door Jacques van Tol en gebaseerd op het werk van Solser & Hesse. Nu werd zo'n Bonte Dinsdagavond Trein live voor publiek opgenomen en dus moest er ook verkleed worden. Het duo had daar al helemáál geen zin in maar zwichtte voor de druk van Sleeswijk. Muyselaar leende een jurk en hoedje van zijn vrouw en Walden scharrelde in de kledingkast van zijn moeder en kwam met eenzelfde sortiment terug. Zo ontstond de act met de bloemetjesjurk en het bonte ruitje. En zo ontstond een act die 40 jaar stand hield. Het duo was nog steeds niet blij met die jurken maar het publiek was onverbiddelijk. Sleeswijk bouwde nog voor de oorlog de hele revue om tot de Snip en Snaprevue, de korte act van de dames tussen al het klatergoud van de revue. Daarna kwam ook nog de televisie. U kent hun 'tune' vast nog wel?

Want Snip snapt niet wat Snap snapt.

En Snap snapt niet wat Snip snapt.

Als Snip Snap snapt en Snap snapt Snip,

verdwijnt het Snip-en-Snapbegrip.

Maar Snap snapt niet wat Snip snapt

en Snip snapt niet wat Snap snapt.

Als Snap Snip snapt en Snip snapt Snap,

doen Snip en Snap geen klap.

De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

YouTube: Gasthuis archieven

Deze week honderd jaar geleden

 
Woensdag 12 juli 1922 - De Gemeenteraad stemt een voorstel weg van B&W om nieuwe apparaten te kopen voor het decor van de Stadsschouwburg. Het gaat om een zgn. horizondoek met bijbehorende projector om bewegende wolken of andere objecten af te beelden als achtergrond voor de bühne. B&W geeft geen krimp en brengt het voorstel een week later nog eens ter stemming en laat dan de wolkenprojector achterwege en krijgt dan het horizondoek er wel doorheen. Dat wordt dan alleen door al of niet gekleurd licht aangestraald. Of ze niets beters te doen hebben...
Op de foto een moderne toepassing van een horizondoek met wolkenprojectie.

Foto: Jazznu.com

 
Donderdag 13 juli 1922
- De Gemeenteraad draagt B&W op (verzoekt heet dat in ambtelijke taal) de bouw van een nieuw stadhuis in werking te zetten. Omdat dit waarschijnlijk een hele tijd in beslag zal nemen, besluit de Raad tevens dat het huidige stadhuis nog verbouwd zal worden. Hoe treffend gezien van de Raad; het zal nog zo'n slordige 60 jaar duren voor er sprake is van een nieuw stadhuis. In 1926 kwam eerst de nieuwe aanbouw gereed en die zou heel wat decennia meegaan voor er verhuisd kon worden.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 wk01 wk02 wk03 wk04
wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16
wk17 wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28
 

Aanmelden voor deze (gratis) digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave