Belangrijke mededeling. U kreeg deze week voor de laatste keer een e-mail met aankondiging van een nieuwe weekaflevering. De moeilijkheden die de diverse mailservers maken over het sturen van SPAM noodzaken ons tot het stoppen daarvan. U kunt elke week op zaterdagmorgen vanaf 09:00 uur zelf inloggen op de krant door deze link te gebruiken: www.theobakker.net/quiz/
Fotoquiz eerste
De snelste met het goede antwoord op de foto van vorige week was Jos Mol. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. De vraag is:
Zoals we verwachtten kwamen verschillende namen voor dit stukje van de stad. Hieronder zullen we uitvoerig uitleggen hoe 't nu precies zit..., tenminste dat gaan we proberen. De fotograaf stond op de trap van de beurs van Zocher en richtte zijn camera op de huizen van de Vijgendam. Links achter de koetsen is de ingang van de Vischsteeg. Rechts buiten beeld het Commandantshuis. Heeft u het plaatje?
U mag kiezen uit Middeldam, Vissersdam, Vijgendam maar het beste is om dit gewoon DAM te noemen. Hieronder onze uitleg.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
We lieten deze betrekkelijk eenvoudige quizfoto passeren om de week erop het ongewone verhaal van de naam "Dam" te kunnen vertellen. Elke oorsprong van de naam dateert van een tijd dat het stadsbestuur zich niet bezig hield met namen van straten. Die ontstonden in het algemeen in de volksmond en wisselden ook wel. Denk maar aan de diverse stegen die naar een belangrijke bewoner vernoemd werden. Die hadden niet het eeuwige leven en een nieuwe bewoner kwam in de plaats, met eventueel een nieuwe naam voor de steeg.
Met de Dam ging het iets anders, want de oorsprong is de dam in de Amstel. Niet dat die dam toen Dam heette; officieel bestond die naam niet. Op de dam werd de vismarkt gehuisvest met daar omheen allerlei grotere en kleinere bebouwing. De bebouwing die van de ene oever naar de andere een enkelzijdig rijtje huizen op die dam vormde, werd Vijgendam genoemd. Die begon bij de Beurssteeg tot aan de Warmoesstraat. Er tegenover werd de vismarkt afgesloten door een rij huizen met twee toegangspoorten naar die vismarkt, maar die kregen pas later ook Vijgendam als adres. Dwars voor de vismarkt stond een rij huizen die als "huis onder het zeil" werden aangeduid en later werden omgebouwd tot het Commandantshuis. Dat laatste sloot de ruimte van de vismarkt af van het voorplein van het stadhuis: die Plaetse.
De oostelijk afsluiting van de vismarkt was een klein blok huizen tussen Vischsteeg en Vijgendam (foto boven en onder).
Zo, nu hadden we drie pleinen die min of meer met elkaar verbonden waren en om de vismarkt gedrapeerd waren. Na de Franse overheersing (1813) heeft men geprobeerd duidelijkheid in de naamgeving te brengen. Place Napoleon werd weer Dam. Het deel van de dam waar de vismarkt was (zijde Bijenkorf), kreeg de naam Vissersdam en de tegenover liggende zijde bleef de Vijgendam. Het deel achter het Commandantshuis tot de huizen van de quizfoto werd na de verhuizing van de vismarkt Middeldam. Daartussen stond niets meer en dat is het beeld van de foto.
Toen werd het 1912 en de enorme herstructurering van alle beschreven ruimtes volgde. De beurs van Zocher was al in 1904 afgebroken, maar de huizen van de foto met de corresponderende huizen in de Warmoesstraat even zijde volgden in 1912. De ontstane ruimte werd officieus Dam genoemd, zelfs op stadskaarten. Het duurde echter tot 1957 voordat dit allemaal officieel werd door een Raadsbesluit (29 juli 1957). De laatste daad die door dit raadsbesluit bekrachtigd werd, is de naamswijziging van het rijtje Warmoesstraat (oneven nummers tussen het oude Krasnapolsky en de Damstraat) in Dam omdat ze nu ook aan de Dam stonden (foto onder). Een groot hotel dat de verkregen ruimte opnieuw zou gaan verdelen in twee pleinen ging niet door. De chaos die de in 1917 gesloopte Damsluis had achtergelaten werd in 1926 beplant en heette een tijdje Damplantsoen, maar ook alweer officieus.
Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Ria Scharn, Kees Huyser, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Fanta Voogd, Frans Toes, Karel Meijers, Arjen Lobach, Herman Schim van der Loeff, Marike Muller, Otto Meyer, Wim Huissen, Aschwin Merks, Kees Valentijn, Hans van Efferen,
Fotoquiz: Jos' keuze
De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht. Deze keuzefoto lag al tijden klaar voor week 30 en dat Jos nu twee rubrieken vult, is toeval.
Dit uitzicht, hoe veranderd het ook is, zult u niet kunnen waarnemen omdat het GVB-gebouw Stadhouderskade 1 er pal voor staat. U kijkt namelijk over de Singelgracht naar het begin van de Overtoomsevaart, na demping in 1902-'03 Overtoom. De brug (in de Buitensingel) die daar overheen lag, was de Luiebrug; toen deden we nog niet aan brugnummers. De Buitensingel ter plekke heet nu Nassaukade en aan de andere kant van de brug begint de Stadhouderskade. De kerktoren die u ziet is van de Vondelkerk.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anthony Kolder, Ria Scharn, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Fanta Voogd, Harald Advokaat, Jos Mol, Mike Man, Marike Muller, Otto Meyer, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Adrie de Koning,
Heeft u ook een opvallende foto gevonden?
Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!
Fotoquiz Wat? Waar?
We doen het eens anders, deze week. Op het dubbelpakhuis zien we een gevelsteen. Ga naar de site van de VVAG en kopieer de foto van die gevelsteen (rechts klikken en opslaan als...). Sluit die bij uw antwoord in.
Wat is het adres van het dubbelpakhuis?
Hoe ziet de gevelsteen er uit? (foto of schermafbeelding)
Daar hebben wij u ongewild op het verkeerde been gezet. Deze foto van Bernard Eilers staat vier keer in de Beeldbank waarvan drie keer in spiegelbeeld... waaronder onze quizfoto.
Iedereen zag wel dat torentje in de verte en zal gepuzzeld hebben welke toren dat dan wel mocht wezen. Met de gespiegelde foto en de kijkrichting op de plattegrond uitgezet blijkt die van het nieuwe postkantoor op de Nieuwezijds te zijn. Dat maakt de datering van Eilers zelf (1898) onmogelijk; het postkantoor kwam net na 1900 gereed.
De meisjes lopen op het Singel en de brug achter hen is brug 5 tussen Raamsteeg en Oude Spiegelstraat, recentelijk Joes Kloppenburgbrug gedoopt.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Ria Scharn, Arjen Lobach, Jos Mol, Fanta Voogd, Marike Muller, Mike Man, Han Mannaert, Otto Meyer, Aschwin Merks, Hans van Efferen,
Met de camera op pad...
Hier weer eens een recente foto die u niet in de Beeldbank zult vinden, althans niet deze. Pieter was duidelijk geïnspireerd door de vele bijdragen over Jan van der Heyde en zijn brandspuit. De vraag is:
De nekbreker in dit geval is de wazige verte die geen mogelijkheid biedt
na te gaan welke van de vele Jordaanstraten dit is. Dan maar zoeken naar een straat waar een zijstraat begint en niet doorloopt. Daar zijn er niet zo veel van en dat zou u op de Goudsbloemstraat kunnen brengen waar de Derde Goudbloemdwarsstraat op deze manier begint.
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Marike Muller, Mike Man, Jos Mol, Aschwin Merks, Hans van Efferen,
Hulp gevraagd...
Deze foto van J.E. Rombouts is één van de weinigen die niet gelokaliseerd zijn. De andere foto's zijn steeds Amsterdamse taferelen, vaak markten.
Weet u waar dit is?
U kunt de foto weer klikken voor de maximale resolutie.
Dat het grote gebouw met de torens wel eens het Rijksmuseum kon zijn, hielp meteen in de goede richting. Dit was niet de Paulus Potterstraat, wat wel gesuggereerd werd, maar de evenknie aan de andere kant van de Museumstraat, de Johannes Vermeerstraat. De kruisende straat vooraan is de Honthorststraat en de villa rechts staat aan de volgende dwarsstraat, de Hobbemastraat met het huisnummer 20. Links, net buiten beeld, is de grote vlakte van het Museumplein.
Foto's: Stadsarchief Amsterdam
Hulp kwam van Eric-Jan Noomen, Paul Graalman, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Maarten Helle, Aschwin Merks, Otto Meyer, Mike Man,
en dan nog even over...
...de bombardementen op Noord.
Dat heeft hier en daar herinneringen losgemaakt, niet van mensen die het allemaal meemaakten maar die door familie of werk daarmee in aanraking kwamen.
Allereerst Nico Schlüter die het item van vorige week ook aandroeg...
Foto: HCAN
"Mijn vader en een jeugdvriend hebben de bombardementen meegemaakt (Reigerweg en Nachtegaalstraat). Hoewel hun woningen niet geraakt zijn (1 bom viel op 50-100 meter) zat de schrik er goed in. Een neefje van mijn vader (Johannes Moolenschot, 13 jaar oud) is in de Rita om het leven gekomen. Toen mijn vader en zijn jeugdvriend een paar weken na de bombardementen een oproep kregen om naar Berlijn te gaan in het kader van de Arbeitseinsatz was mijn vader zo bang dat ze naar Nordhausen zijn gereisd waar al negen anderen uit (o.a.) Noord tewerkgesteld waren. De gedachte was dat hij Berlijn wilde mijden omdat Berlijn elke dag gebombardeerd werd, en na de ervaringen in Noord hij dit nooit meer wilde meemaken. In totaal 7 jongens uit Amsterdam-Noord en nog een 4-tal uit Amsterdam-West en -Oost zijn in dezelfde fabriek in Nordhausen terechtgekomen. Ze hadden het er (in tegenstelling tot vele andere tewerkgestelden) relatief goed. Geen honger, regelmatig vertier en goede huisvesting (bij Duitsers thuis). Op 3 en 4 April 1945 is echter 80% van het “duizendjarige” stadje Nordhausen (waar op 5 km afstand de V1 en V2 werden geproduceerd) door de geallieerden platgebombardeerd, met 9000 doden tot gevolg (van de ca 45.000). Geen van de jongens is gewond geraakt. Voor mijn vader en zijn jeugdvriend dus een tweede geallieerde bombardementenreeks die ze overleefd hebben.
De aanval op Noord en die op Nordhausen hebben dus een grote rol gespeeld in het leven van mijn vader. En als kind heb ik er regelmatig verhalen over gehoord. Tot eind vorige eeuw hebben de jongens elkaar opgezocht. Nu leeft geen van hen meer."
Han Mannaert schrijft:
"Ook de Kromhout Motoren Fabriek stond in Amsterdam Noord.
Niet dat ook daar bommen op gegooid werden, maar een vijftal medewerkers van de fabriek werden er wel door gedood. Het gaat om de collega's Boegborn, Cobelens, Heeres, Trompé en Verweij. Door de omringende explosies van het Fokker bombardement, sprongen o.a. alle ruiten van de Kromhoutfabriek." Tijdens de ontmanteling van de KMF heeft Han het oorlogsmonument omzichtig losgehakt en verplaatst naar het Kromhout-museum waar het in de hal is ingemetseld.
Foto: Oorlogsmonument uit de Kromhout Motoren Fabriek, nu in het Kromhout-museum
redactioneel
Gerrit Sinck (1815-1886)
Paardenvlees was armeluiskost, want goedkoop. Medio 19de eeuw kostte een kilo paardenvlees ƒ0,12. Een grote naam in de handel in paardenvlees was Gerrit Sinck die een ‘winkel’ dreef op de Schans naast molen De Victor. Hij was de grootste opkoper van afgedankte werkpaarden in de stad. Dat combineerde hij met het behandelen van de huiden van deze paarden. Leerlooien had hij van zijn ouders geleerd die toen op bolwerk Nieuwerkerk woonden en werkten. Daar bleef de familie tot ze plaats moesten maken voor de gasfabriek. Zij zagen echter geen mogelijkheid geld met het vlees te verdienen omdat niemand dat bliefde, hoogstens als hondenvoer. Dat veranderde door de schrikbarende toename van armoede in de laatste helft van de 19de eeuw, bijvoorbeeld in de Jordaan. Rundvlees werd zoveel duurder dat paardenvlees de enige mogelijkheid bleek om ooit nog eens vlees op tafel te brengen.
Sinck bleef ook de leerlooierij trouw, de basis van zijn onderneming. In 1866 werd de zaak omgezet in een vennootschap G. Sinck en Zoon, samen met zijn zoon Johan Christoph (1837-1923). Sinck kon de kracht van zo’n jonge vent goed gebruiken. Wie wie is op bovenstaande foto is onduidelijk; het postuur van de man voor de wagen komt overeen met dat van Johan (zie foto met schaalmodel). Wie in de rest van dit verhaal bedoeld wordt als het alleen over "Sinck" gaat, blijft ook voor ons soms een raadsel. De uitvinding van het toestel wordt meestal toegeschreven aan zoon Johan.
Behalve dat Sinck paarden opkocht werd hij ingeschakeld bij ongevallen met paarden en die waren er in Amsterdam regelmatig. Hij kwam ter plaatse als het paard een been gebroken had en niet meer te redden was. Sinck kocht het dier dan van de eigenaar, doodde het ter plekke en voerde het af. Niet veel later lag het vlees in de winkel. Zulke ongevallen bestonden ook wel eens uit te water geraakte paarden, al of niet met de kar er achteraan. Zulke dieren bleven in de regel leven maar werden soms zo onhandig uit het water getrokken, dat dit vaak tot ernstige verwondingen voerde. Die leidden dan eventueel toch tot het afmaken van het dier.
Foto: Sinck's toestel in actie op de Kloveniersburgwal - 1909
Daar bleek Sinck dan alsnog een dierenvriend. In plaats van aan zijn handel te denken ontwikkelde hij in 1870 op een platte kar een houten kraan met niet een oog of haak maar een stelsel van beugels die om de romp van het dier gemanoeuvreerd werden. Bij het tillen drukte het schaareffect van de installatie tegen de romp van het dier waardoor het uit het water getild kon worden zonder noemenswaardige beschadigingen (foto onder). U heeft dat in de afgelopen weken een paar keer gedemonstreerd gezien op foto’s. Voor een redding werd een bedrag tussen ƒ10 en ƒ40 in rekening gebracht, al naar gelang de situatie.
Foto: Amsterdam Museum
In 1883 stuurde Sinck zijn vinding naar de Wereldtentoonstelling van 1883 - eigenlijk de Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling - en zag zijn toestel met goud bekroond. Daarbij tekende hij trots aan dat in de voorbije jaren o.a. 94 paarden, 4 runderen, 3 omnibussen, 5 bierkarren, 66 vrachtkarren, 2 lijkkoetsen, 4 postwagens, 5 aschwagens, 2 veegmachines en 2 Liernur-machines op het droge waren getild. Verder nog wat vaten met producten als margarine, stroop en tabak.
Sinck begon zijn eigen bedrijf “Het Zwarte Paard” in 1852 op bolwerk Rijk waar korenmolen De Victor stond. Op dat bolwerk verzamelden zich allerlei kleine bedrijfjes en werkplaatsen. We zien schuren van een houthandel, glazenwasser en een stukadoor verschijnen en ook weer verdwijnen. De grond rond De Victor werd, als onderdeel van de normalisatie van de Singelgracht, aangeplempt en opnieuw verkaveld en in 1862 kocht Sinck voor ƒ2000 13 roeden 75 ellen van die grond (±180m2; zie buurtkaart links) en had nu een entree vanaf de Schans. Er verrezen bijgebouwen met stallen voor paarden, hij ging paarden verhuren, er was een aparte slachterij en een winkel waar paardenvlees verkocht werd. Hij ging ook paardenvlees roken als broodbeleg. Na herinrichting van de grond bleven alleen Sinck en de ernaast staande sal-ammoniakfabriek van Van der Elst en Matthes aan de Schans bestaan. Sinck verdween voor huizenbouw.
Op de foto's hieronder de omgeving van molen De Victor vóór en ná de normalisatie van de Singelgracht. Rechts wordt de Schans bestraat en gaat in 1872 Marnixstraat heten. Helemaal rechts nog net de nieuwe brandweerpost R.
In 1917 werd het redden van paarden een taak voor de brandweer, mèt het toestel van Sinck. De houten kraan werd in de 30-er jaren vervangen door een takelwagen met stalen kraan (foto links) en viste nu ook auto’s en grote wagens uit het water. Het aantal te redden paarden was in 1917 gestegen tot zo’n 50 per jaar, maar nam door het toenemend gemotoriseerd vrachtvervoer af. Sinck verdween waarschijnlijk in 1891 van de Schans, toen zoon Johan in dat jaar rijtuigmakerij W.A. Koppe op het Haarlemmerplein overnam en overschakelde op de handel en verhuur van rijtuigen en paarden. Opvallend is dat we Johan privé terugzien met een woonhuisadres in het blok huizen waarvoor hij moest wijken: Rozengracht 245. Hij bezat overigens meer huizen in dit blok, waar hij familieleden in liet wonen; zelf gaf hij de voorkeur aan 't Gooi.
Gerrits kleinzoon, eveneens een Gerrit, werd slager en een dochter van Johan uit zijn tweede huwelijk trouwde met een slager.
De salmiakfabriek Van der Elst en Matthes verdween in 1887 voor de laatste havens V en W van de Groenmarkt. In 1898 werd De Victor gesloopt. In 1899 wordt de nieuwbouw van woningen ter plekke goedgekeurd en begonnen.
Veel gedetailleerde info over Sinck vindt u op hippomobielerfgoed.nl
De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld
Column: kortste straat of steeg in Amsterdam
Daar zadelde Maarten Moll van Het Parool mij op met de opdracht te bepalen wat de kortste straat of steeg in Amsterdam is. Maar wat is de definitie van een straat of steeg en hoe bepaal je de lengte ervan? Is een straat zo lang als de totale lengte van de huizen eraan? Of loopt een straat of steeg tot het punt waar het wegdek van naam verandert? Dat laatste is niet altijd daar waar het laatste huis ophoudt. En als er geen huizen aan staan, wat dan? Is dat nog wel een straat? En wat als er wel huizen aan staan die de voordeur om de hoek in een andere straat hebben? Een straat zonder enig huisnummer, is dat wel een straat?
Ooit vond ik de uitleg wanneer er sprake is van steeg en wanneer het een gang wordt. Een steeg mag niet doodlopen maar moet aan twee kanten op een straat of gracht uitkomen. Dan is het belangrijk of de voordeuren een nummer in die steeg hebben of inpandig zijn en nummeren naar de straat of gracht waar ze op uitkomen. Klopt dat allemaal niet, dan is het een gang en doet niet mee in het onderzoek naar de kortste straat/steeg.
O.K. De knoop wordt nu doorgehakt. Zolang de Gemeente Amsterdam het de moeite waard vindt een blauw straatnaambord te plaatsen doet die straat/steeg mee. Geen witte borden met namen van gangen! We hebben al wat suggesties. De kortste steeg die tot nu gevonden is, is de Spooksteeg met 13,25 meter. En er is geen voordeur te bekennen.
Maar u kunt dat beter!
Ik wordt niet graag aan het werk gezet door wildvreemden, ik heb genoeg te doen. Daarom geef ik de opdracht aan u door. Laat maar horen, maar graag met de lengte erbij. Hoe u die bepaalt? Ga naar de geo-kaart van de Gemeente Amsterdam, zoek uw straat/steeg en zoom in tot de hele straat nog net op uw scherm past. Rechtsonder staat een blokje dat het aantal strekkende meters die dat blokje representeert. Dan komt toch die liniaal op de proppen, want door uw vondst te vergelijken met dat schaalblokje bepaalt u hoe lang de straat/steeg is.
YouTube: Hoe zoek je in kerkelijke archieven?
Deze week honderd jaar geleden
Donderdag 20 juli 1922 - De Raad besluit tot de bouw van een kinderspeelplaats en een consultatiebureau voor zuigelingen op het Waterlooplein. Foto's van deze objecten waren al eens onderwerp van een quizvraag en bleken betrekkelijk onbekend.
Foto's: Stadsarchief Amsterdam
Dinsdag 25 juli 1922 - Amsterdams eerste kennismaking met de NMB, d.w.z. de voorloper daarvan op Herengracht 580. De particuliere bank werd al in 1914 opgericht als de Algemeene Nederlandsche Centrale Middenstands Kredietbank maar in 1918 wijzigde de naam in Algemeene Centrale Bankvereeniging voor den Middenstand. In 1927 zou de naam van deze bank nogmaals wijzigen in de Nederlandsche Middenstands Bank. De vestiging op de foto hiernaast bleef het hoofdkantoor tot de opening van het nieuwe hoofdkantoor in Zuid-Oost ('t Zandkasteel) in 1987.
Op het adres Herengracht 580 is nog steeds een bankkantoor gevestigd, de ING Wealth Management. De ING ontstond in 1989 door een fusie van de NMB met de Postbank.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Woensdag 26 juli 1922 - Vanaf vandaag is het verplicht elk woonhuis aan te laten sluiten op het drinkwaterleidingnet.
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.