weekblad-logo

week 29-2022

Fotoquiz eerste

De snelste met het goede antwoord op de foto van vorige week was Mike Man. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Prachtig stadsbeeld waarvan geen steen meer op de andere staat. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Welke Amsterdammer op leeftijd krijgt niet de kriebels van dit gebouw? Het werd gebouwd als Arbeidsbureau maar na de oorlog werd het Centraal Bureau Huisvesting (CBH) en daar moest je te biecht als je een woning nodig had... om vervolgens voor jaren in een wachtrij geplaatst te worden. Pas bij het tweede kind maakte je een soort van kans. En maar pezen op een medische indicatie zodat je voorrang kreeg. Het zou ons niet verbazen als dit de eerste gemeentelijke vestiging is waar permanent bewaking rondliep.
Oh, ja, het gebouw staat er nog steeds, op de Passeerdersgracht.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Anthony Kolder, Hein Bruning, Kees Huyser, Maaike de Graaf, Ria Scharn, Anneke Huijser, Harald Advokaat, Arjen Lobach, Marike Muller, Han Mannaert, Otto Meyer, Jos Mol, Hans van Efferen,

Fotoquiz: Pieter's keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie buiten de Singelgracht.

De vraag is:

Welke brug is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Hans' keuze

 

Dit is de Dorpsstraat in Sloterdijk, later omgedoopt tot Velserweg. We kijken naar de bomen van de spoorwegovergang in de lijn Amsterdam-Haarlem, richting Molenwerf. Die Molenwerf werd laten vergroot tot busstation voor het tijdelijke station Sloterdijk.
Wij hebben naarstig gezocht naar een iets recentere foto van deze situatie maar niets kunnen vinden. U weet wat u te doen staat?

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Adrie de Koning, Anthony Kolder, Marike Muller, Mike Man, Jos Mol, Gerard Beerman, Harry Snijder, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Anneke Huijser, Ria Scharn,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Lijkt wel een foto van Breitner, nietwaar? Onze vraag is, eigenlijk ook een beetje een hulpvraag omdat de beschrijving pover is:

Waar staan deze meisjes? welke brug?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
Het afsnijden van het stuk foto waar de Nieuwezijds Kapel op staat, heeft niet kunnen beletten dat u de Oude Turfmarkt herkende. Waarschijnlijk door het Rotterdammer Veer op de voorgrond.
Achter de bomen de rij halsgevels die Philips Vingboons i.o.v. het Sint Pietersgasthuis voor de verhuur bouwde als inkomstenbron. Hieronder een tekening van de architect met de huizen van de foto. Vergelijk en zie wat de Nederlandsche Bank eraan verbouwde om kantoorlokalen te creëren. Alleen de meest rechtse halsgevel bleef ongeschonden, maar is later alsnog verbouwd. Daarin is het poortje te zien dat naar het Gasthuishof voerde en dat later door het Sint Bernardus Gesticht werd ingenomen.

Betreffende het poortje verwijzen Jos en Adrie nog even naar hun serie over poortjes, deze in week 42 - 2018.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Hein Bruning, Arjen Lobach, Anthony Kolder, Harald Advokaat, Ria Scharn, Otto Meyer, Mike Man, Jos Mol, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Han Mannaert, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Harry Snijder,

Met de camera op pad...

Wij hebben twee straatnaamborden geblurrd en aan u de vraag wat er op stond.

Welke twee straatnamen stonden op de borden?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

Dit pand staat nog steeds op de hoek van Rembrandtplein en Utrechtsestraat. Het tegenwoordige adres is Rembrandtplein 46 / Utrechtsestraat 2, waarschijnlijk door een splitsing. Buurtkaarten laten zien dat dit ooit alleen Utrechtsestraat 2 was. Het werd een bijkantoor van de Eerste Nederlandsche te Den Haag. Die naam staat ook op het dak. In 1919 werd het pand verbouwd waardoor het een ander aanzicht kreeg. U kent de hoek ongetwijfeld als de Doofpot, de zetel van moppentapper Max Tailleur.

Foto: Jacob Olie, bron: Stadsarchief Amsterdam

Paul Graalman groef wat dieper naar de geschiedenis van het pand:
Het pand op de hoek Utrechtsestraat - Rembrandtplein staat bekend als het pand van de 'Eerste Nederlandsche Verzekering-Maatschappij op het Leven tegen Invaliditeit en Ongelukken', kortweg '(De) Eerste Nederlandsche' genoemd (die naam is zichtbaar op het dak). Ontworpen in 1891-'92 door de architecten J. J. Kok en D. P. van Ameyden van Duym. Maar het is geen nieuwbouw want in het Algemeen Handelsblad van 14-11-1891 staat een advertentie voor een aanbesteding van het "gedeeltelijk afbreken en verbouwen van een woon- en winkelhuis" (zie advertentie hierboven). Zie ook verbouwingstekening in de Beeldbank. De verzekeringsmaatschappij zit ook maar in een deel van het gebouw; het is bijkantoor van het hoofdkantoor in Den Haag.
Aardig detail op de foto is de ladder die rechts op het dak staat. Wellicht was men net klaar met het aanbrengen van de naam op het dak. De foto is dan wellicht in 1892 gemaakt. Ook de winkel is nog niet ingericht. In de winkel kwam "Au Grand Rembrandt", een soort Bijenkorf met "specialité á articles de luxe". Waarschijnlijk heeft de zaak niet lang bestaan. Ander detail is dat het adres destijds Utrechtsestraat 2 was en niet Rembrandtplein (46) zoals je zou denken.
Het pand wordt in 1919 nogmaals verbouwd. De gevelsteen met de verzekeringsmaatschappijnaam wordt vervangen door een steen met '1919'. Verwarrend, want je zou kunnen denken dat het pand in 1919 werd gebouwd.

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Anthony Kolder, Jos Mol, Han Mannaert, Otto Meyer, Mike Man, Marike Muller, Ed Schut, Harry Snijder, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Paul Graalman, Anneke Huijser,

 

Hulp gevraagd...

 

Deze foto heet "De winter van 1939-1940. Straatbeeld met gedeeltelijk gesmolten sneeuw".

Weet u waar dit is?

U kunt de foto weer klikken voor de maximale resolutie.

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

 

Dit is een blik door de Waterpoortsteeg naar de Spooksteeg. De kruisende straat is de Zeedijk.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Hulp kwam van Eric-Jan Noomen, Paul Graalman, Anneke Huijser, Aschwin Merks,

redactioneel

Geen 100 maar toch alweer 79 jaar geleden...

 

...en nog steeds dringend behoefte er aandacht aan te besteden.

Veel gehoorde quote over Amsterdam's oorlogsjaren is, dat we er qua bombardementen tamelijk ongeschonden vanaf zijn gekomen. Daar denken ze in Amsterdam-Noord heel anders over!
Nico Schluter bracht de dramatische gebeurtenis van 17 juli 1943 in herinnering.
Op de foto de Van der Pekstraat in juli 1943, deze week 79 jaar geleden.

Dit is wat we daar eerder over schreven:

 

In Amsterdam-Noord was op de Papaverweg de Fokkerfabriek gevestigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden hier oorlogsvliegtuigen geassembleerd en gerepareerd. De geallieerden vonden de fabriek zó belangrijk dat zij moest worden uitgeschakeld.

Op de foto het afwerken van de camouflage van de Fokker-fabriek - Foto: HCAN

 

De piloten die het bombardement moesten uitvoeren, waren door het tonen van foto’s en het ontvangen van informatie ingelicht waar de fabriek zich bevond. Zij waren ook op de hoogte dat het complex was gecamoufleerd alsof het huizen waren en het lag, goed waarneembaar, aan het einde van het Johan van Hasseltkanaal.

Op de foto de als woonwijk gecamoufleerde Fokker-fabriek

 

Op zaterdagmorgen 17 juli 1943 rond 9 uur kwamen de vliegtuigen in de buurt van Amsterdam-Noord. Het was bewolkt, het zicht was niet goed en de fabriek was niet goed waar te nemen. Een van de vliegtuigen zag het doel wel en liet, tegen alle afspraken in, zijn bommen vallen. Een aantal vliegtuigen, niet alle, gooiden toen ook hun bommen op de fabriek, tenminste... dat dachten ze. Helaas is er van de 156 brisantbommen niet één op het Fokkercomplex terecht gekomen. Wel vielen ze op het industriegebied rond de Asterweg, gedeeltelijk op de Vogelbuurt in de Nieuwendammerham, maar vooral op de Van der Pekbuurt. Veel woningen rond de Van der Pekstraat werden verwoest.


Ook de Sint Ritakerk en het daarbij horende klooster kregen een voltreffer waarbij elf doden vielen (foto's boven). In totaal waren er 185 doden en 119 zwaar gewonden te betreuren. Verder werden er 106 huizen vernield en 206 zwaar beschadigd. In 1948 werden de woningen die té zwaar beschadigd waren vervangen door nieuwbouw. Niet alleen de Van der Pek-blokken leden schade, maar ook een deel van de bejaardenwoningen aan de Silenestraat. De beide scholen bij de Bremstraat en wat huizen daarom heen waren ook zwaar beschadigd, maar deze werden afgebroken en vervangen door geprefabriceerde woningen van het Nemavo-Airey prefab-systeem. Deze bouwwijze werd, na de Tweede Wereldoorlog, vanwege de schaarste en gebrek aan financiële middelen vaker toegepast.

Foto's hieronder: links politiebureau nr.13 Adelaarsweg waar drie agenten omkwamen - rechts Bewaarschool Buiksloterdijk

 

Op 25 juli en 28 juli waren er weer geallieerde aanvallen op de Fokker-fabriek. Bij de tweede aanval vielen 9 van de 151 bommen op de fabriek waardoor brand ontstond en de productie bijna werd lamgelegd. Bij de derde aanval trof opnieuw geen enkele bom de fabriek. Wel besloten de Duitsers de werkzaamheden in deze fabriek te staken.
Deze laatste twee aanvallen kostten nog eens 21 burgers het leven, waardoor het totaal aantal doden op 206 kwam.

Foto links: HCAN

 

De slachtoffers worden nog iedere jaar bij een monument (foto) op de Nieuwe Noorder in Amsterdam-Noord, voorheen de Noorderbegraafplaats, herdacht.

Foto: Wikipedia

Bekijk en beluister zeven interviews van bewoners die de bombardementen meemaakten. Klik hier voor "getuigenverhalen.nl".

Lees ook wat het Historisch Centrum Amsterdam/Noord (HCAN) over Fokkers activiteiten voor de bezetter te vertellen heeft.

 

 

Architect Gerrit Jan Rutgers kreeg opdracht de nieuw te bouwen woningen in de Van der Pekbuurt te ontwerpen. Hij deed dit op een terughoudende manier. De beschadigde huizen werden zoveel mogelijk hersteld. Wat er nieuw gebouwd werd kreeg niet de karakteristieke gele banden, een soort speklagen, van Van der Pek.
Hieronder een plaquette aan een huis op de Fazantenweg 14.

De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

Hendrick de Keysers modelblok gesloopt

 
Niemand kan het met zekerheid bevestigen maar iedereen neemt aan dat een blok van zeven huizen aan Dam en Beurssteeg van de hand van Hendrick de Keyser was. Hij zou dat, voorafgaand aan zijn beursgebouw er schuin tegenover, gebouwd hebben en het jaar 1612 wordt genoemd als opleveringsdatum. Op de vogelvlucht links is het complex aangegeven met pijlen.
Tussen 1868 en 1914 werd dit blok eerst verminkt en tenslotte helemaal gesloopt, ondenkbaar in onze tijd. Het betreft de huizen E286-E287-E288 aan de Beurssteeg en E207 en E208 aan de Dam; oude nummering 1853. In 1875 werd de verbreding van de Beurssteeg in een wet vastgelegd om te kunnen onteigenen. De Beurssteeg werd toen Beursstraat. Bij de omnummering van Beursstraat naar Rokin kregen de huizen Beursstraat 2-4 de nummers 2 en 2A. Het toen al afwijkende huis Beursstraat 6 werd Rokin 4 en het dubbelhuis Beursstraat 8-10 werd Rokin 4A-6. Beursstraat 12, waar Scheltema zijn boekwinkel begon, kreeg het adres Rokin 6A. Deze ingewikkelde nummering was om ná Hotel Polen - dat Rokin 8-14 besloeg maar nu Rokin 14 werd - op het bestaande nummer 16 uit te komen. Het tussenliggende blokje Rokin 2-6 werd omgenummerd naar Rokin 8-12.

 
De eerste afbraak kwam op het conto van sigarenmaker Hajenius, in 1868 verjaagd uit zijn vestiging in het voormalige hotel Rijnstroom, Warmoesstraat J76, bij de Halsteeg. Die laatste zou verbreed worden tot Damstraat. Lees onze PDF over deze verkeersdoorbraak. Met de uitkoopsom kocht hij Dam 16-20 en Beurssteeg 2-4. De huizen aan de Dam liet hij afbreken en vervangen door een nieuw gebouw Rijnstroom waarin zijn sigarenwinkel en -makerij gevestigd werden. Het nieuwe onderkomen kreeg het adres Dam 16, de nummers 18 en 20 vervielen.
Behalve het slopen van de gevels aan de Dam hakte Hajenius nog een hele travee van de gevel Beursstraat 2 af, waardoor een vreemd asymmetrisch geheel ontstond, helemaal in tegenspraak met de esthetiek van de Hollandse Renaissance van De Keyser.

 
Hendrick de Keyser liet ons bijzondere toepassingen zien van renaissance-gevels over twee percelen. We brengen het huis Bartolotti op de Herengracht en enkele vroegere voorbeelden op de Nieuwmarkt in herinnering. Steeds varieert hij met de geveltoppen al naar gelang het eindresultaat voor één of voor meer opdrachtgevers is bedoeld. De kavels van beide dubbelhuizen op de hoek van de Dam laten zien dat die in elkaar grepen en als één complex gezien moeten worden. Het waren echter allemaal aparte woonhuizen, bedoeld voor evenzovele gebruikers. Het dubbelhuis verder in de Beurssteeg had een afwijkende top. Als we de oudst bekende foto (±1855) manipuleren zodat de sterk verkorte gevels aan de Beurssteeg uit elkaar getrokken worden (links) zien we dat er drie dubbelgevels naast elkaar stonden, waarvan de linker een met de rest vergelijkbare top had. Er is dus een keer verbouwd! Nergens nog een spoor van het afwijkende pandje op Beurssteeg 6, waarvoor ook een travee van nummer 4 sneuvelde. We mogen aannemen dat dit gelijk met de nieuwbouw van Hajenius is gebeurd. In maandblad Amstelodamum van maart 1914 stelt ene D.K. dat de afbraak esthetisch gezien geen verlies zal betekenen omdat er toch al veel te veel aan gesleuteld was. En dat is hetzelfde genootschap dat het behoud van de Reguliersgracht voor ons bevocht.
In elk geval heeft men in 1868 de kans verspeeld een uniek monument voor het nageslacht te bewaren.

 
In 1912 ging de hele Dam en omgeving op de schop. Een grote opruimingsactie moest een ruimer plein opleveren met het paleis als magnifieke achtergrond en massale gebouwen als coulisse. Zowel in de noordelijke als zuidelijke huizenwand werden grote delen gesloopt om plaats te maken voor gebouwen met monumentaal karakter. In 1914 moest de zuidwand er en bloc aan geloven; met grote sommen geld werden de eigenaren uitgekocht door de eigenaren van kledingmagazijn Peek & Cloppenburg, Hajenius incluis. Het kledingmagazijn wilde de vestiging op de Nieuwendijk 168-170 verruilen voor een kolossaal nieuw magazijn aan de Dam. Omdat de sigarenmakers nagenoeg het hele blok huizen tussen Krom Elleboogsteeg, Rokin en Dam in bezit hadden, sleepten zij er het gigantische bedrag van ƒ800.000 uit, waarmee verderop op het Rokin drie panden gekocht konden worden: de nrs.92-96. We zijn nog niet klaar met Hajenius, of liever gezegd was Hajenius nog niet klaar met Amsterdam.

Daarover een volgende week.

De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

Column: Illustere ziekenhuizen

De illustere ziekenhuizen te Mokum waren Binnengasthuis en Buitengasthuis (Wilhelminagasthuis). Later bouwde men in de Bijlmer (AMC) en elders vierkante glazen blokkendozen. Je bezocht een patiënt en onderwijl keek je vanaf de veertiende verdieping over de hele Bijlmer en omstreken. Het was wat onpersoonlijker en sterieler allemaal. In mijn jeugd werd ik meestal juist in zo’n ouderwets ziekenhuis midden in het oude centrum behandeld. Ik herinner me een slagaderlijke bloeding aan mijn pols (ik was acht jaar) die ik had opgelopen door een kapotte ruit. Mijn buurman had tegenwoordigheid van geest genoeg om met een riem of stropdas mijn arm af te binden ten einde de bloedfontein tijdelijk te stoppen en in zijn auto (gelukkig had buurman een auto!) naar het Binnengasthuis in de Amsterdamse binnenstad te scheuren waar de wond werd gereinigd en van krammen werd voorzien. Vele jaren later bezocht ik in hetzelfde ziekenhuis mijn opa die was geopereerd aan zijn darmen; later bezweek hij aan de aandoeningen. Op zich waren dat gezellige bezoekjes en de oud-stedelijke omgeving en inrichting werkten daaraan mee. Je kon opa, buitengekomen, via het raam gewoon nog even extra gedagzwaaien. In het Wilhelminagasthuis werden in mijn jeugd mijn tonsillen geknipt (mijn amandelen gepeld heette dat; een betwijfelbare exercitie, maar het was in die tijd usance geworden; veel later bleek pas dat een en ander vaak onnodig was).
Daar ik een nogal driftig en onhanteerbaar baasje was en mijn vader zeker wist dat als ie de waarheid vertelde over het komende medische ongemak, dat ik dan weg zou schieten en mijzelve dagenlang onvindbaar zou verstoppen, nam hij mij zogenaamd mee voor een gezellig tramritje met beloftes over spekkies bij Jamin, doch bij de halte nabij het Wilhelminacomplex, kwam de aap uit de mouw, en moest hij me meetrekken. In het ziekenhuis praatten de artsen op me in en omdat de genezing na het pellen sneller zou gaan, en pijnlozer zou zijn, door vooral ijsjes te consumeren, zoals de artsen opwierpen, was ik wat eerder om.

Ik kreeg een kapje op mijn neus en mond en daar stroomde een kub lachgas vrolijk mijn luchtwegen binnen, waardoor ik buitenwesten raakte, ik in zware dromen belandde en de chirurg zijn knipgereedschap kon ontsmetten. Ik werd wakker toen ik door twee verplegers een trappetje werd afgedragen maar voor fysiek verzet had ik geen krachten meer. Ik proefde warm bloed achter in mijn keel en besloot me over te geven aan nieuwe dromen. Jaren later was ik weer ter plaatse. Ik was van vier meter hoogte op mijn neus gevallen en het onderste neusbotje was naar boven opgeschoven en had het bovenste neusbotje in twee delen gespleten en die twee delen positioneerden zich bij mijn neusgaten waardoor ademen door de neus niet meer ging. Heel apart. Dat vonden ook de chirurgen en dus werd ik aan de hand meegevoerd om aan alle chirurgen en artsen in opleiding mijn unieke verwonding te tonen. Het Wilhelminagasthuis werd toen net verbouwd, waardoor kleine operatietjes in houten noodkamertjes achter een stoffen gordijn werden gedaan. Hup, daar ging kleine Gijsbreght wederom aan de lachgas en daar begonnen de heren chirurgen aan mijn voorgevel te beitelen; dat werd ik me goed gewaar daar de lachgas halverwege was uitgewerkt en het beitelen gewoon doorging. Mijn vader had het er moeilijk mee, want die hoorde vanachter het gordijn mijn door merg en been gaande geblèr en geschreeuw en dacht er het zijne van. Na de operatie moest ik wekenlang de neusluchtgangen openhouden door ze vol met watten te proppen, hetgeen verklevingen en vastgroeiingen moest tegengaan. De neus was na een paar maanden bijna optimaal, op een scheef tussenschot na, dat na vijfenzestig jaar nog steeds voor mijn linkerneusgat bungelt.

 

Gijsbreght verwijst naar meer lezenswaardigs over de gasthuizen in het weekblad van week 38 in 2020, "de moeizame weg van de geneeskunst". Daarin wordt ook verwezen naar de PDF over de Uiterste Nesse met een groot aandeel voor het Binnengasthuis. Tot slot memoreert hij het artikel "Van Pesthuis naar Wilhelmina Gasthuis" door Henri Knap in Ons Amsterdam van april 1966, helaas niet online te lezen. Dat was een inleiding voor een klein boekje "Van Pesthuys naar Wilhelmina Gasthuis" van zijn hand dat gebaseerd is op het omvangrijke werk van Prof. Dr. A. Querido: "Het Wilhelmina Gasthuis". Klik hier voor een synopsis.

 
Ook Wikipedia laat zich niet onbetuigd:
"In 1582, enkele jaren na de Alteratie, gingen een aantal gasthuizen in Amsterdam samen en vormden het Sint Pietersgasthuis. In 1635 werd een tweede gasthuis buiten de stadspoorten gebouwd als pesthuis. Dit pesthuis bevond zich aan het einde van de huidige Tweede Constantijn Huygensstraat, ongeveer op de plek waar tegenwoordig het Huygenscollege gevestigd is. Dit gasthuis werd het Buitengasthuis genoemd, en het Sint Pietersgasthuis werd hierna Binnengasthuis genoemd. Pestlijders (maar ook andere besmettelijk zieken, geestelijk zieken en andere ongewensten) werden met de "pestschuit" via de Pestsloot, die op de plaats van de huidige Bosboom Toussaintstraat lag, van het Binnengasthuis naar het Buitengasthuis vervoerd.
Het pesthuis was een vierkant gebouw omringd door een gracht, met een binnenplaats die werd doorsneden door een gracht, zodat de zieken makkelijk per schuit aangevoerd konden worden. Er waren vier afdelingen: een afdeling voor mannen, een afdeling voor vrouwen, een "langehuys" (dat als dependance van de mannenafdeling dienstdeed) en het "gezondthuys" waarin vrouwen die weer beter waren konden aansterken. Ook een dolhuis, een apotheek en vertrekken voor de regenten en het personeel maakten deel uit van het complex."
Lees meer...

Foto boven: Hoofdingang Wilhelminagasthuis (bron: Wikipedia)

Extra info:
Het Wilhelmina Gasthuis (WG) is een voormalig ziekenhuis in Amsterdam. Op 28 mei 1891 legde de tienjarige, toen nog prinses Wilhelmina, de eerste steen voor het Wilhelmina Gasthuis. Het zou een ziekenhuis worden in een parkachtige omgeving. Het ziekenhuis kwam in de buurt van het vroegere pesthuis en Buitengasthuis, gelegen buiten de stadswallen, zuidwestelijk van de Singelgracht. In de loop der tijd raakte het ziekenhuis ingebouwd door de bebouwing van Oud-West. In 1925 werd een begin gemaakt met bouwactiviteiten die het karakter van het WG geheel hebben veranderd. Er werden nieuwe paviljoens opgetrokken waar diverse klinieken werden gehuisvest. Het WG was decennialang een academisch ziekenhuis bij de Universiteit van Amsterdam, samen met het oudere en nog centraler gelegen Binnengasthuis. In 1981 werden beide ziekenhuizen samengevoegd en verhuisden naar het uiteindelijke AMC-ziekenhuis in Holendrecht (Amsterdam-Zuidoost). Tussen 1981 en 1983 verhuisde het WG, in gedeelten, naar de nieuwe locatie. Na de sluiting in 1983 is het terrein gedeeltelijk gesaneerd; enkele oude gebouwen staan nog overeind en kregen nieuwe functies. Verschillende nieuwe straatnamen op het terrein werden vernoemd naar medisch personeel dat hier vroeger werkzaam was. Op het terrein van het voormalige ziekenhuis bevinden zich diverse bedrijven en woningen. Het staat bekend als het “WG-terrein”. Wegens het 75-jarig bestaan (1891-1966) van het Wilhelmina Gasthuis bood het personeel een bronzen beeld aan van de 10-jarige Wilhelmina, gemaakt door Mari Andriessen, dat daar in 1967 werd geplaatst. Na tijdelijke opslag verhuisde het beeldje in 1984 naar de ingang van de nieuwbouw van het AMC. De naam van het ziekenhuis wekte in het buitenland nog weleens wat verwarring: in het WG werkzame onderzoekers vonden hun artikelen soms terug in literatuurlijsten met een hen onbekende mede-auteur, een zekere Wilhelmina Gasthuis. (bron: Wikipedia)

Foto's onder: chirurgische kliniek uit 1937 - recente foto (2008) van de hoofdingang; bron: Wikipedia

 

Nieuwe raadplaat voor week 29

Waar vinden we deze twee ambachtelijke collega's?

Laat ons uw antwoord op deze vraag weten via deze link

Foto: hoort u volgende week

 

Oplossing raadplaat van week 27

De gevelsteen zit op Binnen Wieringerstraat 28, vroeger Grote Houtstraat 25. Zie voor een uitgebreide beschrijving Flickr.com

 

Foto: VVAG

Goede oplossingen ontving ik van: Adrie de Koning, Jos Mol, Anthony Kolder, Otto Meyer, Hans Olthof, Harald Advokaat, Han Mannaert, Mike Man, Anneke Huijser, Marike Muller, Hans van Efferen, Kees Valentijn en Aschwin Merks.

YouTube: Mooiste Stadsarchief van de wereld

Deze week honderd jaar geleden

 
Donderdag 20 juli 1922 - Groen licht in de Raad voor de bouw van 900 "betonwoningen" in de Watergraafsmeer. U bent dit gedenkwaardige feit vast al in de kranten tegengekomen: de geboorte van Betondorp. Meerdere architecten werden uitgenodigd om hun ontwerpen voor woningen in betonbouw in te dienen. Van de uitgevoerde plannen is er maar één echt mislukt en afgebroken. Dat was door een oneigenlijke toevoeging aan het beton om kosten te sparen. Het gevolg was het verpulveren van het beton, wat afbraak noodzakelijk maakte. Zo niet de bouw rond de Brink van architect Dick Greiner (foto).

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 
De Gemeenteraad keert zich tegen het voornemen van B&W om Dr. Willem Royaards, hoofdhuurder van de Stadsschouwburg, een uitbreiding met twee speelavonden per week toe te kennen. Sinds twee jaar heeft Royaards een contract om de schouwburg te bespelen maar heeft geen kans gezien dat met een financieel sluitende begroting te doen. Hij klaagt steen en been dat de speelavonden die hij moet afstaan aan andere gezelschappen (dinsdag voor opera e.d. en vrijdag voor sterk wisselende voorstellingen) hem concurrentie aandoen omdat die dat niet volgens de strenge voorwaarden hoeven te doen die hem opgelegd zijn. Tweestrijd in de Raad; de helft gunt Royaards de uitbreiding, de andere helft beschuldigd hem van wanprestatie en krokodillentranen. Voor beide is wat te zeggen. Hem het alleenrecht geven zal verschraling van het aanbod betekenen. Anderzijds mag Royaards niet "doubleren" terwijl goedkope gezelschappen dat veelvuldig doen. Doubleren houdt in dat een bijrolspeler meerdere rolletjes voor z'n rekening neemt, wat als armoedig en amateuristisch gezien wordt. Royaards wil van dat verbod af, de Raad houdt er tenslotte met 21 tegen 10 stemmen aan vast. Vervolgens krijgt Royaards met 28 stemmen voor en 3 tegen zijn extra dagen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 wk01 wk02 wk03 wk04
wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16
wk17 wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28
wk29 wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40
 

Aanmelden voor deze (gratis) digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave