weekblad-logo

week 40-2022

Fotoquiz eerste

De snelste met het goede antwoord op de foto van vorige week was Mike Man. De nieuwe opgave komt dan ook van hem.

De vraag is:

Welke straat/steeg is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
Dat gebeurt soms, dat we een foto laten zien van een straat of steeg die van de kaart geveegd is. Dat gebeurde in 1957 ook met deze Ratelwachtsteeg tussen Tuinstraat en Anjeliersstraat in welk richting we hier ook kijken. Rechts is de Theo Thijssenschool. De huizen die we in de Anjeliersstraat zien zijn de nummers 364-372 die er keurig opgeknapt en wel nog steeds staan.
De grond van de Ratelwachtsteeg ligt er nog onbebouwd bij en is alleen door een hek afgesloten.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Marike Muller, Anneke Huijser, Ria Scharn, Otto Meyer, Arjen Lobach, Jos Mol, Hans van Efferen, Aschwin Merks,

Fotoquiz: Ton's keuze

.
De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht.

Goed mogelijk dat u deze locatie in een of andere vorm al eens onder ogen kreeg, maar dan toch...

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Rob's keuze

 
Vindt u niet ook dat dit typisch 'tuindorp-architectuur' is? Tien tegen één dat we dan in Amsterdam-Noord moeten zoeken. Dat dachten ook velen van u.
We staan hier op het Gentiaanplein in Floradorp tussen Mosveld en Hagedoornweg. Op onderstaande foto staat deze poort vanaf de andere kant gefotografeerd. U staat dan in de Gentiaanstraat. Ook richting Mosveld was zo'n poort.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Adrie de Koning, Wim Huissen, Ria Scharn, Jos Mol, Marike Muller, Mike Man, Han Mannaert, Hans van Efferen, Arjen Lobach, Aschwin Merks, Harry Snijder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

 
Anderhalve eeuw geleden! De fotografie staat nog in de kinderschoenen en dan toch al toeristische plaatjes.

Welk water is dit?
Welke brug is dat links?
Welk gebouw is dat rechts?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
Alweer een plaat van Bernard Eilers, dit keer van de Amstel t.h.v. de Amstelsluizen op een winterse dag. De gevels van de huizen aan de Amstel blijven lekker wazig of geheel onzichtbaar achter de wolken rook die de stoomboot uitstoot.
Nu nog even bekijken wat er op de achtergrond voor een groot gebouw kan staan met een koepel. Velen becijferden dat dit de koepel van het Paleis voor Volksvlijt moest zijn.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Mike Man, Ria Scharn, Kees Dalmeijer, Anthony Kolder, Adrie de Koning, Otto Meyer, Harald Advokaat, Arjen Lobach, Marike Muller, Herman Schim van de Loeff, Han Mannaert, Jos Mol, Hans van Efferen, Harry Snijder, Aschwin Merks,

Met de camera op pad...

 
Ook van deze locatie zag u al eens een foto, maar deze is ouder. Er is nogal wat veranderd in deze straat.

De vraag is:

Waar is dit?
Welk gebouw is dit uiterst rechts?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 
De jaartallen in de versiering konden u een flink eind op streek helpen. In 1849 kwam Willem III op de troon en het tweede jaartal 187? duidt op het 25-jarig regeringsjubileum van de vorst. WS kan dan voor Willem & Sophie staan. De laatste overleed in 1877.
In het lattenwerk staat op de originele foto de naam van het etablissement "Die Port van Cleve" en we staan dus op de Nieuwezijds Voorburgwal. Rechts de ingang van de Molsteeg. De huizen links zijn allemaal afgebroken voor het nieuwe Hoofdpostkantoor dat rond de vorige eeuwwisseling klaar kwam.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Ria Scharn, Anthony Kolder, Adrie de Koning, Otto Meyer, Arjen Lobach, Marike Muller, Mike Man, Jos Mol, Han Mannaert, Hans van Efferen, Harry Snijder, Aschwin Merks,

Hulp gevraagd...

 

Deze week ter afwisseling geen foto uit de Beeldbank maar een die Mike Man op Facebook aantrof. Hij wil graag van u weten waar deze foto gemaakt werd.
Deze jongedame komt er genadig vanaf met een standje en opgeheven vinger.

Op de betreffende Facebook-pagina weet iemand te vertellen dat het kloppen van kleden ná 10 uur 's ochtends verboden was omdat dan de melkboer op pad ging. Er is eentje achter de agent net bezig om een litertje melk te tappen voor een klant. Als er dan kleden geklopt werden, zou er stof en ander huisvuil in de melk kunnen komen.
Losse melk was toen heel gebruikelijk, flessen kwam pas later maar ook toen bleef losse melk nog jaren in de verkoop omdat die goedkoper was.

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Spaarnestad Photo

Hulp gevraagd... en gekregen

 
Dit was niet zo moeilijk, vooral door de twee extreem hoge panden in de verte (vijf woonlagen plus zolder). Ze stonden aan de Houtkopersburgwal tussen Batavier- en Uilenburgerstraat en werden afgebroken voor de sanering van Uilenburg waardoor de Nieuwe Uilenburgerstraat ontstond. De steeg waardoor je deze twee panden op deze manier kon zien was de Uilenburgersteeg die tussen Jodenbreestraat en Houtkopersburgwal liep, onderbroken door de Joden Houttuinen.
Diverse oplossingen gingen gepaard van de melding dat er een tweede stereo-opname bestaat die bijna van hetzelfde punt gemaakt werd.

Om discussie te voorkomen melden wij nog even dat u de twee hoge panden ook kijkende door de Houtkopersdwarsstraat had kunnen zien, die immers in het verlengde van de Uilenburgersteeg ligt. De panden rechts op de foto stonden echter in de Uilenburgersteeg.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp kwam van Anneke Huijser, Paul Graalman, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol, Marike Muller, Hans van Efferen, Arjen Lobach, Aschwin Merks,

Wandelen langs de stadsmuur van 1544

 
Nog een paar plaatsen!

Op vrijdag 7 oktober a.s. gaan we weer wandelen met een kleine groep geïnteresseerden onder leiding van Kees Boas. Die start voor het Centraalstation en loopt een relatief eenvoudige route: CS, Zeedijk, Schreierstoren, Geldersekade, Kloveniersburgwal, Munt, Singel, Nieuwendijk, Prins Hendrikkade en Damrak.
Voor wandelen heb je op z'n minst droog weer nodig. Daarom houden we zaterdag 8 oktober als reservedatum voor als de vrijdag in het water valt.
Er zijn geen kosten verbonden aan deze wandeling. U kunt zich aanmelden voor 7 oktober en onder voorbehoud voor 19 oktober. Geef uw voorkeur aan in een e-mail naar ons. Als u zich al aangemeld heeft, hoeft dat niet opnieuw. U kunt zich eventueel voorbereiden door onze PDF over de eerste 300 jaar van Amsterdam te lezen. Klik hier of de omslag.

redactioneel

Mozes Salomon Asser (1754-1826) & Zonen -dl.1

 
Ach, die Verlichting. De zoveelste renaissance van de mensheid, Dit keer was het adagium “gelijkheid”. Ieder mens was de moeite waard, geen mens mocht buitengesloten worden. Er moest een einde komen aan het Absolutisme, dat vorsten onbeperkte macht over hun onderdanen gaf. Kunsten en wetenschappen bloeiden als nooit tevoren. Nieuwsgierig werd alles onderzocht, nieuwe technische vindingen uitgeprobeerd. In Amsterdam resulteerde dat in 1777 in de oprichting van de sociëteit Felix Meritis. Maar ja…, Joden mochten daar geen lid van worden.
In 1795, in de toen net van start gaande Bataafse Republiek, achtten de Joden de tijd rijp en richtten ook een sociëteit op: Felix Libertate (= gelukkig door vrijheid), in het eerste bestuur vinden we commissaris Moses Salomon Asser.
Onder de eerste 54 leden bevonden zich mensen als Hartog Leonard Bromet (voorzitter), Hartog de Lémon (secretaris) en advocaat Jonas Daniël Meijer. En zowaar een niet-Jood, want de toegang was voor iedereen opengesteld. Van alle plannen die de sociëteit zou aanpakken was de belangrijkste het streven naar emancipatie van de Joden in de Bataafse Republiek. Pijnpunt was de toegang tot de gilden die nog steeds gesloten bleven voor Joden. Opheffing van alle gilden zou nog het beste resultaat zijn. Op 5 augustus 1796 ging er een rekest richting Nationale Vergadering in Den Haag met het verzoek de gelijkberechtiging van de Joden te proclameren. Een der zes ondertekenaars: Moses Salomon Asser.

 
Op 2 september 1796 was het zover; de Nationale Vergadering publiceerde een decreet over de positie van de Joden: "geen Jood zal worden uitgeslooten van eenige rechten of voordeelen, die aan het Bataafsch Burgerregt verknocht zyn, en die hy begeeren mogt te genieten, mits hy bezitte alle die vereischten, en voldoe aan alle die voorwaarden, welken by algemeene Constitutie van iederen activen burger in Nederland, gevorderd worden".
Een ander punt dat de leden van Felix Libertate de ogen uitstak, was de bemoeizucht van de besturen der beide hoofdsynagogen, de Hoog-Duitse en de Portugese. De rabbijnen en parnassijns bedisselden het hele dagelijkse leven van hun lidmaten, regelden de armenzorg en verplichtten bijvoorbeeld jonge artsen jarenlang gratis op te treden als armen-arts wat meer dan de helft van hun tijd in beslag nam. De sociëteit maakte zich daar druk over. Het was in deze moderne tijd ongehoord dat de kerk zich buiten de eigen muren met het dagelijks leven bemoeide. Baruch de Spinoza was er een treffend voorbeeld van, hoe een lidmaat onder de wielen kon raken. Er ontstond een heuse oorlog toen leden van Felix Libertate op 17 maart 1797 besloten zich af te scheiden en een eigen kerk te stichten: de Nieuwe Joodse Gemeente met een synagoge Adath Jesjoeroen in de Rapenburgerstraat, de Neie Kille. Rabbijn Isaac Graanboom van de nieuwe kerk diende zich afzijdig te houden van het denken en doen van de lidmaten buiten het kerkgebouw. Een der initiatiefnemers: Moses Salomon Asser.

Afbeelding: Nationale vergadering door Reinier Vinkeles, bron: Geheugen van Nederland

 
Wie was deze Moses ben Kalman Sjochet, of op z’n Hollands Moses Salomon Asser? Hij was een Asjkenazische Jood die zich, gedreven door de Verlichtingsidealen, inzette voor de emancipatie van Joden in de Republiek. Hij was de zoon van Salomon Asser, een diamantklover, en Gracia van Embden, dochter van de joodse Medicinae Doctor Hartog Alexander van Embden. Moeder was erudiet, wat afstraalde op haar zoon. Door de binnen- en buitenlandse bezoekers in huize Asser raakte hij gewend aan omgang met vreemde talen, cultuur en wetenschap en groeide al doende op in een vooraanstaand milieu.
Asser leek bestemd voor de overzeese handel, eerst in koffie, waar cacao bij kwam en daarna cacao alleen. Door de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) werd zijn handel volledig vernietigd en moest hij beslissen of hij ging rentenieren of een nieuw beroep zou aanleren. Hij begon in 1783, 29 jaar oud, aan een studie rechten en om de ervaring in zijn vorige beroep nuttig te maken, specialiseerde hij zich op handels- en zeerecht. Dat klinkt eenvoudig maar in de 18e eeuw was studeren voor een Jood niet altijd simpel en we kunnen hem gevoeglijk als autodidact zien. Hij was ijverig en ook hierin werd Asser succesvol met een bloeiende praktijk. Promoveren zou Asser nooit maar hij werd in 1798 wel benoemd tot lid van het Comité van Justitie, een onderscheiding die nooit eerder een Jood ten deel was gevallen. Eerder nog werd hij benoemd in de Kamer van Assurantie, een voor hem gelukkige bijkomstigheid was dat vier van de leden van die kamer kwamen te overlijden en er voor twee geen opvolger te vinden was.

 
In die jaren stond Amsterdam in brand. De patriotten drongen vanaf 1781 op, omdat ze deel wilden nemen aan de stadsregering en toegang wilden tot ambten. Zij bewapenden zich in burgermilities en vervreemdden zich van de stadhouder en de Oranjegezinden. In mei 1787 grepen de patriotten de macht in Amsterdam en kwamen onder andere tegenover de ‘Bijltjes’ van Kattenburg te staan. U kent dat hele verhaal vast wel. Een paar maanden later kozen zij weer het hazenpad toen het leger van de koning van Pruisen de stad binnenviel en het stadhouderlijk gezag herstelde.
De Joden waren tijdens deze gebeurtenissen wat aan de zijlijn gebleven omdat ze niet overal toegang kregen. Bovendien ging het de meeste patriotten ook niet om gelijke kansen voor iedere burger, maar om het openbreken van de toegang tot lucratieve overheidsbaantjes.
De gebeurtenissen in Frankrijk na 14 juli 1789 veranderden veel in het streven naar veranderingen in de Republiek. De leus ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ was ook de joden uit het hart gegrepen. Na eerst met instemming de Amerikaanse Revolutie (1775-’83) aanschouwd te hebben, begroetten de patriotten en de Joden nu de Franse Revolutie, voor alles om de vrijheid die ze in het vooruitzicht hadden, echter zonder bijzonder in de Franse politiek geïnteresseerd te zijn.

 
In 1795, na de omwenteling in de Republiek, grepen zijn hun kans. De vrijheid van vergadering maakte de oprichting van sociëteit Felix Libertate mogelijk en Asser bevond zich als een spin middenin het web. Hij schreef de ene brochure na de andere over het recht van de Joden op alle burgerrechten zoals die door de Nationale Vergadering geproclameerd waren, ook het stemrecht voor mannen boven de 20 jaar dat in het voorlopige reglement voor Joden nog steeds niet gold. Asser toog samen met Bromet persoonlijk naar Den Haag om hun rekest in handen van de president van de grondvergadering te stellen, met het bovenvermelde resultaat.
Asser c.s. verlangde nu van de rabbijnen en parnassijns dat de proclamatie van de rechten van de mens in de synagogen voorgelezen zou worden. Dat was te veel verwacht; wat Asser over het hoofd zag, was de toegenegenheid van de joodse bevolking jegens Oranje. Zij stonden niet te wachten op het omverwerpen van het ancien regime en het armere deel zeker niet op het blokkeren van de hulpverlening en armenzorg die de joodse gemeenten al eeuwen regelde.
Zoveel medewerking Asser c.s. van de regering in Den Haag kregen, zo besluiteloos reageerde de municipaliteit van Amsterdam op verzoeken en rekesten van Felix Libertate. De wens ook Joden op te nemen in de burgerwacht ter vervanging van de schutterij werd opgehouden door massieve tegenstand van de rabbijnen en parnassijns. Die sloten bewapening en militaire dienst voor hun gelovigen uit. Deze tegenstand maakte het onmogelijk dat Joden tot officier benoemd werden.

 
Voor de benoeming van Asser in het Comité van Justitie in 1798 was een kleine liberale revolutie in Den Haag nodig. Door het neerleggen van functies kwamen posten in dat comité vrij en Asser werd benoemd. Hij spande zich zeer in om de politiek buiten de rechtspleging te houden en dat niet altijd zonder tegenstand van conservatieve medeleden van het comité. Genoegdoening ondervond hij toen hij in 1798 tot schepen van Amsterdam werd benoemd. Op 12 januari 1803 werden vader Moses Asser en zijn zoon Carel in de Vrijmetselaarsloge La Bien Aimée opgenomen.
Intussen stuntelde ’s-Lands regering door zonder veel besluitkracht en een proef met Schimmelpenninck als raadspensionaris kwam net te laat. De invloed van de Fransen werd namelijk met de dag groter. In Frankrijk was inmiddels Napoleon aan de macht gekomen die van het gedoe in Holland genoeg kreeg en in 1806 zijn jongere broer Luigi Bonaparte (Lodewijk Napoleon) stuurde om de regering ter hand te nemen. De oude idealen van vrijheid en gelijkheid stonden op een laag pitje; Napoleon had militaire aspiraties en de vazalstaten moesten meebetalen en soldaten leveren. Die broederschap moesten we maar voor hèm koesteren. Assers zoon Carel kreeg de taak beide “oude” joodse gemeenten tot hervorming over te halen wat met de Franse stok achter de deur wel moest lukken. Na de hervormingen leken ze als twee druppels water op de Nieuwe Gemeente van Asser Sr. en kon die opgeheven worden. Carel liet de daarvoor gemaakte kosten door de oude gemeenten betalen. De rollen waren duidelijk omgedraaid.

Volgende week het slot: de Assers onder het koninkrijk Holland, onder de Republiek Frankrijk en onder het koninkrijk der Nederlanden

Bronnen:
Op verzoek van zijn kinderen schreef Moses Salomon Asser met duidelijk genoegen een autobiografie die in zijn geheel werd afgedrukt in Jaarboek 55 (1963) van Amstelodamum (p.130-165), voorzien van een uitgebreid notenapparaat dat de achtergronden verklaart.
Ook het Memorboek van Mozes Heiman Gans wijdt een aantal pagina’s aan de rol van de Bataafse Republiek, de strijd tussen de oude en de nieuwe gemeenten en de goede werken van Asser c.s. voor de emancipatie der Joden (p.274-311).

De familienamen Asser en Asscher stammen beiden af van dezelfde stamvader; de verschillende schrijfwijzen komen geheel voor rekening van de betreffende ambtenaren van de Burgelijke Stand.

De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

Column: Een paleis dat nog warm aanvoelt

In de 19de eeuw was het gebruikelijk dat de koninklijke familie jaarlijks voor enkele dagen op bezoek kwam in de hoofdstad. De familie gebruikte deze dagen om bijzondere instellingen te bezoeken, voorstellingen of concerten bij te wonen en clubs en verenigingen een hart onder de riem te steken. Minder geslaagd vonden zij het logies in Amsterdam. Het paleis op de Dam was kil en vochtig en werd ongezellig gevonden. De overheid sloofde zich dan ook elke keer uit om het paleis fraai aan te kleden en de haarden aan te houden. Daags na hun vertrek werd dit alles weer weggehaald en opgeborgen om een ander keer weer te gebruiken. Daar wil ik heen…!
Zodra de familie de hielen gelicht had, werd het paleis weer voor bezoekers geopend en vooral deze eerste dag was dan heel populair. In drommen vergaapten de mensen zich aan al het fraais dat ze anders nooit te zien kregen. Het ging dan alleen maar om de ruimtes op de eerste verdieping, de bel-etage. Alleen daar had de familie de tijd op het paleis doorgebracht. De kamers waren dan nog lekker warm gestookt, zoals alle dagen dat ze hier doorbrachten. We worden aan de hand genomen door een auteur die een bezoek op zo’n dag beschrijft. Wij zijn dan vooral gefocust op de dingen die anders zijn dan in de rest van het jaar.
Het zijn de antichambres waar het gebeurde. Ze zijn zoals gebruikelijk in het voormalig stadhuis geheel met wit marmer bekleed. De dikke tapijten liggen er nog; over een paar dagen zijn ze opgerold en verdwenen. De wanden gaan niet meer schuil achter linnen doeken die de satijnen behangsels de rest van het jaar beschermen tegen daglicht. De slaapkamer van de koning, waar ooit de thesaurier extra ordinaris op de hoek Dam-Paleisstraat zat, is voor dit bezoek gedecoreerd met wit en blauw satijn, net als de hemel van het bed. Onze voyeur vindt de kamer er fris en vrolijk door worden.

Dan komen we in de zitkamer van de koning en daar is het alles Van Speyck wat de klok slaat. Koning Willem III was erg onder de indruk van de heldendaad van deze ex-weesjongen die de kleuren rood en zwart van het weeshuis-uniform zijn verdere leven trouw bleef. De koning had voor deze kamer zelfs een groot nieuw tapijt naar eigen ontwerp in Deventer laten knopen in deze twee kleuren.
Dan komt er iets dat intrigeert, de beschrijving van een vaas uit malachiet. Die kreeg koning Willem III in 1874 van de Russische tsaar Alexander II cadeau ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van Willem. De vaas was van smaragdgroen malachiet zoals alleen in de Oeral gewonnen werd. Het Russische hof was verzot op hun malachiet en in onze koninklijke schatkamer komen veel snuisterijen van dat mineraal voor, waaronder deze vaas … die dus niet meer in het paleis in Amsterdam staat! En dat vaasje nam je echt niet onder je arm mee. Ze was anderhalve meter hoog en een meter in doorsnee. Ze moet een onvoorstelbaar gewicht hebben en bestond dan ook uit vier delen. Het voetstuk alleen was zó zwaar dat er vier potige mannen nodig waren om het te verplaatsen. Wanneer u ooit in de Hermitage in Sint Petersburg was, heeft u dit door vazen - of zo u wilt schalen – kunnen bewonderen. Daar staan er een paar en nog veel groter, ook uit marmer en azuriet.
In paleis Kneuterdijk in Den Haag staat/stond wel een vaas uit malachiet en het zou kunnen zijn dat die potige mannen toch een keer opgetrommeld zijn om de vaas van Amsterdam naar Den Haag te transporteren.
Of bedoelde onze gids toch de schaal die op Het Loo staat?
Waar is die vaas?
En bekijkt u ook nog even de malachiet snuisterijen in de koninklijke verzameling?


Elk jaar bracht de koninklijke familie meerdere dagen door in de hoofdstad en verbleef dan in het paleis op de Dam. De foto hiernaast laat zo'n gelegenheid zien; het was in 1874 ter gelegenheid van de viering van het 25-jarig regeringsjubileum van koning Willem III. Hier de obligate balkonscène terwijl het personeel uit diverse ramen meekijkt. Dranghekken bestonden toen nog niet; die werden toen gevormd door politieagenten van vlees en bloed.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hieronder wat malachiet vaatwerk waarover hierboven gesproken is. Links de vaas of liever schaal van paleis Kneuterdijk, in het midden de vaas of liever bloembak van paleis het Loo en rechts een vaas die in de Hermitage in Sint Petersburg staat.

Tekeningen: Koninklijke Verzamelingen, Den Haag; foto: Hermitage St.Petersburg

Hierboven een interieurfoto van ± 1900 van een antichambre in de E-galerij waar een vaas van het type Kneuterdijk op voorkomt. Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hieronder een YouTube filmpje van het interieur van het paleis; erg amateuristisch maar u krijgt in 22 minuten veel van de binnenkant te zien


 
Willem III en Van Speyck
Van alle officiële bezoeken van leden van het Koninklijk Huis brak Willem III alle records, verslingerd als hij was aan de nationale held Jan van Speyck. Bij zijn eerste bezoek zou hij, staande voor het schilderij van Van Speyck, uitgeroepen hebben: "Sedert de dood van Van Speyck is dit huis een monument geworden waarop het vaderland roem mag dragen". Zijn vader Willem II had het Burgerweeshuis nooit bezocht, ondanks dat hij in de strijd tegen de Belgen bij wijze van spreken schouder-aan-schouder gestaan had. Zijn echtgenote4 Anna Paulowna echter wèl, in 1831. Zij was het die twee keer paar jaar (op 19 september, haar eerste bezoek, en 19 januari) een royale gift voor het weeshuis invoerde, iets dat Willem III van harte continueerde. Het duurde bijna twee jaar, nadat Willem III de troon besteeg, voordat hij haar voorbeeld volgde en naar het Burgerweeshuis kwam. Bij die gelegenheid riep hij zijn bewondering voor Van Speyck uit. In 1879 troonde hij zijn tweede echtgenote Emma mee naar Amsterdam om haar ook kennis te laten maken. Wilhelmina zette de traditie voort toen zij in 1891 samen met koningin-moeder Emma en keizer Wilhelm II met zijn gemalin het weeshuis bezocht en steeds belande het gezelschap voor het schilderij van Van Speyck. Ook dat bezoek beviel blijkbaar want in 1907 werd 't bezoek nog eens dunnetjes overgedaan. Op dat schilderij was Van Speyck te zien in de rood-zwarte dracht van het weeshuis. Lang duurde dat niet want koning Lodewijk Napoleon schafte die af en daarna liepen de wezen in het zwart. De gekroonde hoofden hebben die twee-kleurendracht dus nooit gezien.

Schilderij door Hendrik Breukelaar; bron: Amsterdam Museum

 
Op de afbeeldingen hierboven twee maal Jan van Speyck bij het graf van Michiel de Ruijter en rechts in het uniform van de marine. Die carrière was verre van blinkend! In het kielzog van zijn broer nam de tot kleermaker opgeleide Van Speyck in 1820 dienst bij de marine maar na de eerste reis op de 'Wassenaar' stapte hij weer aan land. Verblind door de snelle carrière van zijn broer monsterde hij eind 1821 opnieuw aan en werd naar Nederlands Indië uitgezonden. Daar bracht hij het tot bevelhebber van een kleine kanonneerboot. Hij maakte er naam als onverschrokken bestrijder van piraten en opstandelingen. In 1829 werd hij retour gestuurd naar Nederland en te verstaan gegeven dat er geen werk meer voor hem was. Tijdens de opstand der Belgen vanaf 1830 veranderde de situatie en was hij weer nodig, nu op Z.M. Kanonneerboot. No.II. In die hoedanigheid voorkwam hij in de haven van Antwerpen de verovering van zijn scheepje door een brandende sigaar in het kruitvat te steken. Eindelijk was Jan óók een held, net als De Ruijter...

Gravure: Rijksmuseum

YouTube: Bedrijvig Amsterdam in 1938

Deze week honderd jaar geleden

 
Woensdag 4 oktober 1922 - Communistische opstand in de Gemeenteraad, de Poolse Landdag waardig. Onderwerp is de reorganisatie van het lager onderwijs, zoals in een Haagse wet verpakt en aan de gemeenten in Nederland opgedragen om uit te voeren. Een belangrijk punt is de grootte van de klassen. In het voorstel van B&W dient het aantal leerlingen in een klas van 42 tot 36 teruggebracht te worden. Geen centje pijn, maar na een aantal weggestemde amendementen stelt de voorzitter voor het bewuste artikel 4 uit het voorstel te verwijderen en later apart te regelen. Zo kan in elk geval met de rest van het programma een begin gemaakt worden. De communisten onder aanvoering van David Wijnkoop (karikatuur) onthouden zich expres van stemming en maken aansluitend stampij dat het minimum aantal leden niet aanwezig was en de stemming dus ongeldig. Het loopt zo hoog op dat de voorzitter Vliegen de vergadering schorst om op een later tijdstip te hervatten.

Tekening: Stadsarchief Amsterdam

 
Vrijdag 6 oktober 1922 - Officiële inwijding van scheepswerf NSM (Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij) in Amsterdam-Noord. Het is opvallend dat er geen feestelijkheden op foto vastgelegd zijn, terwijl toch veel genodigden van toeleveranciers en scheepvaart-maatschappijen uitgenodigd waren. Die werden rondgeleid door de nieuwe bedrijfshal van 140 bij 125 meter met kraanbanen en machines die dikke ijzeren platen in repen knippen alsof het papier is en boormachines die 32 gaten tegelijk boren door 8 platen van een halve duim dik. Alles elektrisch aangedreven. De scheepshellingen zijn van een andere constructie als voorheen en van beton. Er liggen er drie naast elkaar van 190 meter lang en 22½ meter breed. Op twee ervan wordt gewerkt aan het Hendrikdok voor de ADM. Bijzonderheden over deze nieuwe hellingen kon u eerder lezen in de PDF van Ruud van der Sluis over de NSM/NDSM.
In een toespraak door directeur Goedkoop spreekt deze de zorgen van de scheepvaart en scheepsbouw uit en dat deze nieuwe en goed geoutilleerde werf hen op voorsprong zet ten aanzien van de concurrentie. Met een glas wijn wordt deze verder sobere bijeenkomst afgesloten.

Foto: het plaatsen van een schot voor het Hendrikdok; bron: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 wk01 wk02 wk03 wk04
wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16
wk17 wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28
wk29 wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40
 

U kunt elke zaterdagmorgen vanaf 09:00 uur een nieuwe aflevering van deze weekkrant ophalen via deze link