De snelste met het goede antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. De brandweer anno toen rukte nog met paard en wagen uit. Maar waar is dit?
Deze foto zorgde weer voor verwarring. Van dezelfde hoek bestaat nog een andere foto met eveneens een verkeerd toponiem in de beschrijving. In het geval van de quizfoto hiernaast gaat het om de Prinsengracht met een kijkje de Passeerdersstraat in, richting Lijnbaansgracht. In de beschrijving staat echter het omgekeerde: gezien van de Lijnbaansgracht.
De fouten bij beide foto's zijn aan het Stadsarchief doorgegeven.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Hans Olthof, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Marike Muller, Mike Man, Jos Mol,
Fotoquiz: Nico's keuze
De keuzefoto betreft deze week een locatie buiten de Singelgracht.
Nico vond deze foto en dacht meteen aan de puzzelaars. Het huisnummer 147 krijgt u weer als beginnetje. Het pand staat er nog steeds. Moeilijk lijkt het ons alsnog om hier een adres aan te plakken.
Deze helft van een dubbele villa staat op de Koninginneweg, inderdaad met het huisnummer 18. Best apart is dat de andere helft van een andere architect is en er ook anders uitziet. Nummer 18 werd ontworpen door Berlage voor de Friese Aletta Hingst. Hieronder nog de 'eerste steen' en daaronder het visitekaartje van Berlage met het jaar van oplevering 1907.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Foto: amsterdamopdekaart.nl
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Hans Olthof, Maaike de Graaf, Mike Man, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Marike Muller, Ria Scharn,
Heeft u ook een opvallende foto gevonden?
Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!
Fotoquiz Wat? Waar?
Het lijkt wel of we in een andere stad staan, zo'n fraai beeld van een slaperig hoekje. Goh..., wat is hier veel gebeurd sindsdien.
Hoe heette dat pleintje aan de overkant?
We kijken in het midden een straat, pad of weg in. Weet u de naam? Onderzoek goed wat bedoeld wordt.
Hoe heet het straatje, of wat het ook is, waar we inkijken??
Nog meer dan de voorzijde van dit Zoölogisch of Groote Museum van Natura Artis Magistra is deze achterzijde goed herkenbaar. Alleen dat water in de voorgrond zou u aan het twijfelen gebracht kunnen hebben. Het is de nog niet gedempte Nieuwe Prinsengracht voor de broodnodige scheepvaartroute van Amstel naar IJ. Wij hebben u daar in week 24 over bericht en vandaag vindt u hieronder nog wat meer informatie over de afsluiting en tenslotte demping ervan.
Foto en plattegrond: Stadsarchief Amsterdam
Onderstaand een eerste schets van de vijvers op de plek van de Nieuwe Prinsengracht; maker onbekend (1873) - de eerste stadsplattegrond waarop de vijvers zijn ingetekend dateert van 1877.
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Jos Mol, Otto Meyer, Hans Olthof, Mike Man, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Marike Muller,
Met de camera op pad...
In plaats van opsommen wat er allemaal veranderde in 75 jaar kunnen we beter vertellen dat het viaduct er nog ongeveer zo uitziet. Oh..., voor de zekerheid: dit is binnen de Singelgracht.
Nadat u in de kerk in het midden het debatcentrum de Rode Hoed had herkend, was het snel duidelijk dat dit de Keizersgracht moest zijn. We hebben u al enkele keren attent gemaakt op onze uitgebreide PDF over deze van oorsprong Remonstrantse kerk. Daar vindt u meer informatie over kerk en debatcentrum. In 1990 richtte Huub Oosterhuis in de Rode Hoed een centrum voor religieuze cultuur op.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Anneke Huijser, Jos Mol, Anthony Kolder, Mike Man, Kees Dalmeijer, Adrie de Koning, Han Mannaert, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Marike Muller,
Hulp gevraagd...
Volgens het bijschrift zingt deze mevrouw 'over' de vrede.
Ze wil echter ook nog wat kwijt aan passanten want ze heeft een dik pak in haar rechterhand en ook nog een tas vol op de grond. In de linker houdt ze iets onduidelijks vast; we mogen hopen dat dit niet een bosje bloemen was toen ze zich hier posteerde. We vragen ons ook af of ze niet 'voor' de vrede zingt in de hoop dat ze met deze actie nog iets bereikt. Maar... eh,
Waar staat deze mevrouw?
U kunt de foto weer klikken voor de maximale resolutie.
Doordat de Beeldbank met het lemma rijwielstalling
best raad wist, werd deze hulpvraag snel beantwoord. Dit is de zijgevel van Amstel 141, hoek Korte Amstelstraat. Opvallend was het aantal keren dat nummer 1 in die straat genoemd werd, terwijl dat adres officieel (op dit moment) niet bestaat.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Hulp kwam van Kees Huyser, Anneke Huijser, Eric/Jan Noomen, Arjen Lobach, Anthony Kolder, Paul Graalman, Kees Dalmeijer, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen, Marike Muller,
en dan nog even over...
...de Kerkstraat. Wij veronderstelden dat we tegen de achterkant van het ABN-kantoor op de Vijzelstraat keken, maar waren abuis. Mike Man tikte ons op de vingers en beweerde (terecht) dat deze foto ook in het straatgedeelte tussen Reguliersgracht en Vijzelstraat gemaakt werd. Het meest rechtse pand is nr. 293 dat er vandaag nog steeds staat.
Onze deelnemers laten zich geen knollen voor citroenen verkopen!
Wandelen met Sarphati
Op vrijdag 7 oktober a.s. gaan we weer wandelen met een kleine groep geïnteresseerden onder leiding van Kees Boas. De tocht gaat van Wertheimpark naar het Weteringcircuit. Onderweg komen we langs het geboortehuis van Sarphati, de Hortus, de diverse laboratoria van de UvA, Roetersstraat, Sarphatihuis, Valckeniersstraat, Weesperplein, Sarphatistraat, Huddestraat, Prof. Tulpstraat, Amstelhotel, Nieuwe Hogebrug, Frederiksplein, Weteringschans, Den Texstraat, Weteringscircuit en Weteringsplantsoen. U hoort onderweg wat Sarphati voor Amsterdam betekend heeft en waar het allemaal plaatsvond. Om de duur van de wandeling rond de twee uur te houden, mist u dan het Sarphatipark met het monument voor deze man, maar dat kunt u op eigen gelegenheid doen op weg naar het afgesproken punt of na afloop, als u nog energie over heeft.
Voor wandelen
heb je op z'n minst droog weer nodig. Daarom houden we zaterdag 8 oktober als reservedatum voor als de vrijdag in het water valt. Bij voldoende aanmeldingen doen we de wandeling op woensdag 19 oktober nog eens over met een tweede ploeg.
Er zijn geen kosten verbonden aan deze wandeling. U kunt zich aanmelden voor 7 oktober en onder voorbehoud voor 19 oktober. Geef uw voorkeur aan in een e-mail naar ons. Als u zich al aangemeld heeft, hoeft dat niet opnieuw. U kunt zich eventueel voorbereiden door onze PDF over Samuel Sarphati te lezen. Klik hier of de omslag.
redactioneel
De Nieuwe Prinsengracht dwars door Artis
In week 24 bespraken we de 19de-eeuwse wijzigingen van de bruggen over de Nieuwe Herengracht, nodig om een nieuwe doorgaande scheepvaartroute door Amsterdam te creëren, voor schepen met staande mast. Alle vaste bruggen werden beweegbare. Allemaal noodzakelijk geworden door de inrichting van het Rijks-entrepotdok in een deel van de Rapenburgergracht tussen Nieuwe Herengracht en het pakhuis Zutphen. Toen deze ruimte te klein werd, besloot men de hele Rapenburgergracht oostelijk van de Nieuwe Herengracht als entrepotdok in te richten.
Als doorgaande route was de Nieuwe Prinsengracht nu nutteloos geworden, behalve voor schepen die het entrepotdok als bestemming hadden. Dan hebben we het over de Rijnvaart en een deel van het dok werd gereserveerd voor die Rijnvaart, met een eigen kade van zo'n 300 meter vanaf de Baangracht. Dat werd de zuidelijke oever van het nieuwe gedeelte van het dok. Voor schepen die via de Keulse Vaart in de Amstel terechtkwamen bleef de Prinsengracht de beste mogelijkheid. Tegelijk werd een nieuwe en grotere sluis gemaakt tussen Nieuwe Vaart
en Entrepotdok. Het meest zuidelijke stukje Rapenburgergracht werd Rijndok en de Keulse waag, net in 1824 aan de Amstel opgebouwd, verhuisde naar het Entrepotdok. In 1838 was alles rond, hetzelfde jaar dat Artis in de Plantage neerstreek. In 1839 wordt de Keulse waag nog helemaal opnieuw en groter opgebouwd.
Op de foto hierboven het Entrepotdok met halverwege de loopbrug, gezien naar de Oranje-Nassaukazerne; rechtsachter de kade voor de Rijnvaart
Het laatste stukje van de Nieuwe Herengracht tot het Entrepotdok ging door de Plantage en uitgerekend in een deel ervan (vak IV) vestigde in 1838 het genootschap Natura Artis Magistra de eerste dierentuin in Amsterdam en Nederland. Door constante aankopen besloeg hun grondgebied vanaf 1842 al gronden zowel ten oosten als ten westen van de Nieuwe Prinsengracht. Een pontje zette bezoekers over naar de andere oever, als er tenminste geen groot schip aankwam. Dat viel alleszins mee; in die periode voeren hier gemiddeld nog maar twee schepen per dag. Artis klaagde vanaf 1842 bij B&W over onhebbelijkheden van scheepslui die in de gracht overnachtten
tot zij de volgende morgen het Entrepotdok in konden varen. Vaak gingen scheepsjongens 'passagieren' in de nachtelijke dierentuin en haalden kattenkwaad uit of richtten vernielingen aan.
In het Stadsarchief bevinden zich alle rekwesten van Artis gericht aan B&W van Amsterdam, om de Nieuwe Prinsengracht af te mogen sluiten voor de scheepvaart. Eindelijk in 1842 krijgt Artis toestemming om onder de brug in de Plantage Middenlaan 's-nachts een schuit (waterligger)dwars over de gracht te leggen. In 1843 nogmaals, maar nu voor de andere kant van de doorvaart. Einde van de nachtelijke doorvaart maar ook van de aanlegplaatsen om de nacht stilliggend door te brengen. Artis moest jaarlijks wel ƒ3,50 belasting betalen ten bate van het stedelijk amortisatiefonds. Dat zullen ze graag gedaan hebben, maar helemaal tevreden waren ze nog niet. Nu wilden ze de gracht kopen en dempen.
Wonder boven wonder lukte het Artis in 1864 het stuk gracht (vak IV) door hun dierentuin te kopen. Artis zelf geeft aan dat vanaf 1866 elke doorvaart verboden is, dus dat zou impliceren dat dit de eerste jaren nog gedoogd moest worden. Wel werden meteen plannen gemaakt de gracht te dempen en
architect G.B. Salm kreeg opdracht een ontwerp te maken voor de nieuwe invulling. Het is niet bekend wie het idee van de vijvers opperde maar Salm heeft in een vroeg stadium al gietijzeren bruggetjes over grillig gevormde vijvers getekend (afb. links).
U kunt zich misschien voorstellen dat de gemeente Amsterdam (en de commissie voor de Rijnvaart) niet zomaar een doorvaartroute opgaf voor zoiets als een dierentuin.
Nee dus! Er werd een alternatieve route ontworpen via de Plantage Muidergracht en de Baangracht.
In 1864 kwam die omweg - na lang traineren door de Rijncommissie - gereed. Daarvoor werd de route beschoeid, uitgediept, hier en daar obstakels weggenomen en de vaste brug voor de Muiderpoort vervangen
door een beweegbare. In de koopsom die Artis moest betalen zal zeker een fors deel gereserveerd zijn voor deze werken, die begroot werden op ƒ8789,79.
Speciaal voor het Rijndok kwam een stenen ingangspoort waarvan links de ontwerptekening van Willem Springer te zien is. De achterkanten van de loodsen aan die kade vormden de rest van de muur rond het Rijndok.
Net 30 jaar later bleek alles overbodig. Er werd in de Stadsrietlanden een nieuw Entrepotdok gegraven en het Merwedekanaal nam de taak van de Keulse Vaart over. Geen schip met bestemming Entrepotdok kwam nog via de Amstel.
Dat neemt niet weg dat de staande-mastroute via de Nieuwe Herengracht nog lang een belangrijke scheepvaartroute
is gebleven.
De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld
Column: Illustere bruggen
Ik zag Henk Varkevisser op het terras bij het Americain. Ik ging naast hem zitten en bestelde net als hij een Grolschje en een ouwe klare. Henk, een ouwe schoolkameraad van me, heeft iets met Amsterdam én… met bruggen. Altijd interessant! We noemden hem op school Hammie Klepzeiker, omdat ie nogal van lekker eten hield en vaak bij lichtgekleurde kleding gele vlekken op lieshoogte had. ‘Hoe istie Gijs? Nog steeds kolommetjes an ’t schrijve voor Theootje de Mokumomaan? Over beroemde bouwsels of snackies? Weet je, ik heb wat voor je…, een gouwe tip Gijssie! Heb je de brugge al es gehad? De vele en fraaie brugge van bruggestad Mokum?’ Sjonge, dat was inderdaad een gouwe tip. In de serie illusterheden zouden de bruggen niet misstaan. En ik kon nu ter plekke Hammie uithoren, want die hielp naar mijn weten altijd de bekende bruggenwachter Ome Henk Varkevisser de Oudere met brughuisjes poetsen, draaiende brugonderdelen in het vet zetten en met het geldklompje naar de schippers zwaaien. O ja…, Hammie zou best wel eens veel dingen op kunnen hoesten, dat zat wel goed! Hammie reed vaak met moeder achterop de fiets door de diverse Amsterdamse straten, zoals de Jan Eef e.d. Dan gingen ze boodschappies doen en Hammie mocht niet alleen thuisblijven, dus dan moest ie mee. Hij zat op de bagagedrager en zijn korte beentjes stopte hij in de versleten fietstassen van moeder, om het niet al te koud te krijgen in zijn korte broekie. Was de brug open (open voor het scheepsverkeer), dan moesten ze voor de slagboom wachten en mocht Hammie even een stukje lopen en ging hij op een stoeprand zitten om de voorbijvarende vaartuigen te bewonderen. Uit de zijtassen viste hij een bloknootje en een potlood en daarin schreef hij de naam van de brug, van de soorten boten, de namen van de boten en soms iets over de vracht. Was het een beetje bijzondere boot dan maakte hij er nog een schets bij. Hammie had me zijn boekie in de klas wel eens laten zien en dat was op zich best leuk gedaan moet ik zeggen. Zijn oudoom, Ome Henk Varkevisser de Oudere, was reservebruggewachter en die deed ook kleine reparaties of hij werd opgeroepen bij problemen zoals bij niet dalende of stijgende klepbruggen. Onderwijl liet Hammie de klomp zakken voor het parkeergeld en gaf met een emmertje sop de ruiten van het brugwachtershuisje een frisse beurt.Hammie: ’Soms sprong Ome Henk ineens op ze ouwe fietsie, want dan moest ie meerdere brugge bediene… Dan racete ie sneller dan de schuit zelf naar de volgende brug om die ook ope te gooie! En soms ramden de schepe elkaar wel. Of ze ramden de kade! Ha ha. Soms moest Ome Henk iets belangrijks vertelle tege de volgende bruggewachter, maar ja, in die tijd ware er nog geen mobieltjes e.d. Dan schreef ie op een brieffie wat er aan de hand was, en dan moest ik op ze fietsie dat brieffie gaan brenge!’
‘Ik heb veel meegemaakt Gijssie! Ik wist op het laatst zoveel, dat ik zo de baan van Ome Henk zou kenne overneme!’
‘En dan al die name. Hei je wel es gehoord van Het Melkmeissiesbruggetje? Of de Nijlpaardenbrug? Offe… de Ezelsbrug!? Of de Wasknijper, of de Tante Saarbrug. Je had ook nog de Blauwehoofdbrug en de Duivekaterbrug! Nou jij weer!’ En zo vertelde Hammie duizend en één ding over het Mokumse bruggenbestand, en het verveelde geen minuut.
Foto: Melkmeisjesbrug nr.16 over de Brouwersgracht
Foto hieronder: Tante Saar waar brug nr.31 naar vernoemd is.
Brug 31 over de Herengracht is woensdagmiddag 20 november 2019 vernoemd naar ‘Tante Saar’. Sara Bacharach (1887-1982) was ruim zestig jaar bloemenverkoper op het Rembrandtplein en had een veelbewogen leven.
En ik vertelde Hammie weer dat ik ook veel bruggezaken heb meegemaakt. Zoals de slag om de Blauwbrug ten tijde van de kroning van Beatrix. En de levensgrote posters aan de onderkant van de diverse bruggen, posters over de pensioenen, maar ook erotische kunst onder de Hortusbrug. Ik vertelde Hammie dat ook ik in Amsterdam rondreed op mijn sportfietsie en het wachten bij de open bruggen nooit echt vervelend vond, omdat je naar de boten kon kijken of naar de nesten van de damduiven die onder de brug nestelden en met alle macht probeerden hun eieren of gebroed in het nest te houden terwijl het nest negentig graden was gedraaid!
Foto: bruggenvanamsterdam.nl
Thuis heb ik nog eens rondgekeken naar wetenswaardigheden over de bruggen in het Venetië van het Noorden. Wat een soorten bruggen! Wat een vondst, die oorgaten in het brugdek ten einde de masten door te laten. Hoe kwam de Blauwbrug aan zijn naam? En wat leuk, dat verhaal over de Koekjesbrug. En wat romantisch die kleine boogbrugjes zoals in de Hortus. Ik heb er veel over opgezocht en veel van geleerd. Er zijn illustere gebouwen en illustere hapjes in Good Old Mokum…, maar de illustere Amsterdamse bruggen mogen we niet vergeten!
Oorgaten waren openingen midden in de brug, afgedekt door twee houten klappen, die schuin tegenover elkaar stonden. Aan de uiteinden bevond zich een naar buiten opwaarts gebogen ijzer. Door goed manoeuvreren voer een schipper met rechtopstaande mast hier tegen aan. Daardoor werden de brugklappen omhoog gedrukt. De oorgaten bespaarden de scheepvaart veel tijd. Wie ze heeft uitgevonden, is onbekend. Wel weten we dat twee beroemde Amsterdammers de vinding in 1596 perfectioneerden. Dat waren de stadstimmerman Hendrick Staets en de architect Hendrick de Keyser. Het varen door de oorgaten gaf aanleiding tot veel ongevallen. Voetgangers werden door de masten geramd of struikelden over de klappen. Het stadsbestuur beval daarom schippers voor het passeren tweemaal luid te roepen 'omme te verhoeden datter nijemand en verongevalle int deur schieten van denzelven schepen'.
PS:
Bij de Wiegbrug hebben Hammie en ik vele jaren later nog eens uren staan kijken! Dat was in 1982 toen het schip ‘de Schorpioen’ vastzat! (zie foto links)
Hieronder de volledige tekst van het gedicht van Kristiaan Kanstadt dat op de onderkant van de Vaz Diasbrug staat.
Foto boven: de slag om de Blauwbrug 1980 (Wikipedia) - foto onder: fotografie Inez van Lamsweerde (SAA)
De afbeeldingen bij deze column komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld
Nieuwe raadplaat voor week 35
Waar bevindt zich dit fraaie bruggetje?
Laat ons uw antwoord op deze vraag weten via deze link
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Oplossing raadplaat van week 33
Deze betonnen trekbandbrug vindt u in het Rembrandtpark.
Foto's: efkobeton.nl
Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Adrie de Koning, Erik Klein Wolterink, Otto Meijer, Jos Mol, Anneke Huijser en Anthony Kolder.
YouTube: de duistere geschiedenis van de Wallen
Deze week honderd jaar geleden
Woensdag 30 augustus 1922 - Max van Gelder (1872-1943) neemt afscheid als directeur van het Centraal Theater en dat laten we niet ongemerkt voorbijgaan.
Van Gelder is niet alleen een gezichtsbepalende organisator van entertainment in het intieme en gezellige theater, hij was ook gezichtsbepalend voor de ontwikkeling van het Nederlandse cabaret en kleinkunst zoals wij die nu kennen. Zijn idee van cabaret stoelde op het Berlijnse Überbrettl en het Parijse Le Chat Noir van Montmartre. Uit deze cabarets kwamen af en toe wel afvaardigingen tot naar Amsterdam - Mata Hari heeft nog in het Centraal Theater gedanst - maar Van Gelder wist zeker dat dit soort vermaak in Amsterdam ook aan zou slaan als het vaker dan af-en-toe werd gepresenteerd. Hij dacht ook dat er voldoende artiesten voor waren. Hij bracht Koos Speenhof in het theater en lanceerde journalist Pisuisse in zijn nieuwe carrière als cabaretier. Hij zette Jan Hemsing aan om zijn carrière als klassiek zanger op de geven voor een als cabaretier. Hij contracteerde Nap Delamar, Louis Davids, Dirk Witte, Willy Corsari en ontelbare andere zangers en toneelspelers. Hij bracht series korte één-akters als nieuwe vorm voor dit soort "kleinkunst-theater, de sketch. Behalve het Centraal deed Van Gelder ook de programmering van het Cabaret Artistique in Scheveningen.
Als u op zoek gaat naar de geschiedenis van de kleinkunst en tot Wim Ibo komt..., Max van Gelder is de man, de basis!
Na zijn afscheid van het Centraal Theater was Van Gelder nog lang niet klaar met theater. Hij was al die jaren ook impresario geweest van diverse artiesten en daar ging hij zich nu op concentreren.
Max van Gelder huwde twee keer in zijn leven en beide vrouwen overleefde hij. Zo niet in 1943 het vernietigingskamp Sobibor...
Foto: Jacob Merkelbach 1917 - via Wikipedia
Ook honderd jaar geleden: de bouw van het administratiegebouw voor de Gemeentetram Amsterdam, op de Stadhouderskade 1. Het werd gebouwd tussen 1921 en 1923 naar ontwerp van PW-architect Pieter Lucas Marnette. Die zou het jaar erop ook het politiebureau verkeerswezen op de Overtoom tekenen. Verder is van hem straatmeubilair als de rode brandmelder en de blauwe bussen van de Gemeente Giro.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.