De snelste met het goede antwoord op de foto van vorige week was Kees Dalmeijer. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Hij geeft eerste een overzicht van een straat en aansluitend twee markante pandjes in die straat. De vragen zijn:
Welke straat is dit?
Wat is het adres van de twee panden op de rechter foto?
Nooit gedacht dat dit zo'n moeilijke foto zou blijken. Het is toch 'gewoon' de Kattenburgerkade gezien over de Kattenburgervaart. In de verte de twee O.L.Scholen nr.78 en 79. De foto werd in 1958 gemaakt.
Hieronder nog een opname van de Kattenburgerkade, nu van de andere kant gezien. Deze werd een halve eeuw eerder gemaakt.
Foto's: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Dalmeijer, Arjen Lobach, Han Mannaert, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen, Ria Scharn, Aschwin Merks,
Fotoquiz: Marike's keuze
De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht.
Na weer een week met tropische dagen heeft Marike behoefte aan wat verkoeling. Wat dacht u hiervan?
De vraag is:
Aardige reactie van Adrie de Koning: "ik heb me nooit gerealiseerd dat deze twee prachtige trapgevels zijn verdwenen ten behoeve van 'mijn' kamer 441 in de aanbouw van het stadhuis aan de Sint Agnietenstraat, hoek Oudezijds Achterburgwal". Die bouw vond plaats van 1902 tot 1906 en is niet dezelfde als de nieuwe vleugel van 1923-'26 in de stijl van de Amsterdamse School. Klik hier voor een aquarel van Herman Misset met deze hoek in 1902, vóór de afbraak.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anthony Kolder, Jos Mol, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Mike Man, Marike Muller, Hans van Efferen, Aschwin Merks,
Heeft u ook een opvallende foto gevonden?
Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!
Fotoquiz Wat? Waar?
Apart gezicht als een moderner (vroeg 20ste-eeuws) pand tussen 18de-eeuwse panden staat die nog op vlucht gebouwd zijn.
Doordat de omgeving van deze ophaalbrug zo rommelig was, werd dit toch een zoekplaatje. Er is namelijk ontzettend veel veranderd, behalve de huizen in de achtergrond. Maar het Centraal Station was er nog niet en de Nieuwe Stadsherberg nog wel.
We kijken hier naar de Nieuwe Haarlemmersluis die het Singel van het Open Havenfront scheidt. De huizen stonden aan de Haringpakkerij die in 1879 werd omgedoopt in Prins Hendrikkade. Beide zijn goed gerekend omdat u niet kon weten wanneer deze foto gemaakt werd. Haringpakkerij is het correcte antwoord want Pieter Oosterhuis maakte deze stereo-opname in 1859.
Foto's: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Kees Dalmeijer, Anthony Kolder, Han Mannaert, Hans Olthof, Jos Mol, Mike Man, Marike Muller, Hans van Efferen, Ria Scharn, Aschwin Merks,
Met de camera op pad...
In een ander verband heeft u dit gebouw al eens gezien, maar nooit als onderwerp. Dus deze week een keer een hoofdrol.
Deze situatie kreeg u eerder vanuit een ander standpunt te zien. De fotograaf stond hier aan het eind van de Spiegelgracht, keek naar brug#88 in de Lijnbaansgracht en in de verte zag hij de achterkanten van huizen aan de Weteringschans. De tapperij links is Spiegelgracht 27 (nummer staat groot op de pui) waar nu 'Hans en Grietje' in zit. Het hoekhuis daarachter staat in de Tweede Weteringdwarsstraat. Op de melkfabriek van OVvV na (gesloopt) is er weinig veranderd.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Jos Mol, Han Mannaert, Adrie de Koning, Mike Man, Marike Muller, Hans van Efferen, Ria Scharn, Aschwin Merks,
Hulp gevraagd...
Door al die vlaggen wordt het moeilijker te bepalen welke straat dit is. Maar toch...
Weet u wel waar dit is?
U kunt de foto weer klikken voor de maximale resolutie.
Volgens Arjen Lobach is dit Rotterdam, gezien de vorm van de lantaarnpaal en de ovale huisnummerbordjes. Nu nog een straatnaam.
Marike Muller zag soortgelijke huizen in de Pretoriusstraat, maar duidelijk is te zien dat er zoveel verschillen zijn dat de foto hiernaast niet de Pretoriusstraat is. Het kan goed zijn dat de architect/bouwkundige J.C.C.Voorvelt, die dat gelijkende deel van de Pretoriusstraat vorm gaf ook de huizen op deze foto heeft getekend. Misschien een aanzet om verder te zoeken?
Foto: Stadsarchief Amsterdam
De ultieme oplossing kwam niet
Wandelen met Sarphati
Op vrijdag 7 oktober a.s. gaan we weer wandelen met een kleine groep geïnteresseerden onder leiding van Kees Boas. De tocht gaat van Wertheimpark naar het Weteringcircuit. Onderweg komen we langs het geboortehuis van Sarphati, de Hortus, de diverse laboratoria van de UvA, Roetersstraat, Sarphatihuis, Valckeniersstraat, Weesperplein, Sarphatistraat, Huddestraat, Prof. Tulpstraat, Amstelhotel, Nieuwe Hogebrug, Frederiksplein, Weteringschans, Den Texstraat, Weteringscircuit en Weteringsplantsoen. U hoort onderweg wat Sarphati voor Amsterdam betekend heeft en waar het allemaal plaatsvond. Om de duur van de wandeling rond de twee uur te houden, mist u dan het Sarphatipark met het monument voor deze man, maar dat kunt u op eigen gelegenheid doen op weg naar het afgesproken punt of na afloop, als u nog energie over heeft.
Voor wandelen
heb je op z'n minst droog weer nodig. Daarom houden we zaterdag 8 oktober als reservedatum voor als de vrijdag in het water valt. Bij voldoende aanmeldingen doen we de wandeling op woensdag 19 oktober nog eens over met een tweede ploeg.
Er zijn geen kosten verbonden aan deze wandeling. U kunt zich aanmelden voor 7 oktober en onder voorbehoud voor 19 oktober. Geef uw voorkeur aan in een e-mail naar ons. U kunt zich eventueel voorbereiden door onze PDF over Samuel Sarphati te lezen. Klik hier of de omslag.
redactioneel
Galei in de Amstel
Deze week kregen wij een brief en het antwoord leek ons leuk om ook met u te delen. "Wat doet die galei daar in de Amstel?" De vraagsteller had het antwoord al min of meer gevonden maar wilde achtergronden weten. Ter illustratie een fragment uit de kaart van Berckenrode met daarop de galei aangegeven met een rode pijl. De blauwe lijn leggen we direct uit.
Dit wordt een geschiedenisles... u bent gewaarschuwd. We schrijven 1604 en we zitten midden in de Tachtigjarige Oorlog.
Prins Maurits had zijn sporen verdiend sinds hij als broekie van 16 zijn vermoorde vader opvolgde als kapitein-generaal van het Staatse leger en even later ook als stadhouder van Holland en Zeeland. In 1600 zette hij de voorlopige kroon op zijn werk door bij Nieuwpoort een oppermachtig Spaans leger in de pan te hakken. In 1604 deed hij dit nog eens dunnetjes over en alweer in Zeeland. Daar was de belangrijke vestingstad Sluis door de Spanjaarden bezet en die controleerde de routes door West-Vlaanderen en vooral Oostende, dat net als Duinkerken een broeinest van kapers was die het de Hollandse koopvaardijschepen moeilijk maakten. Oostende moest vallen of in elk geval uitgeschakeld worden. Sluis werd verdedigd door Ambrogio Spinola. Maurits werd er op af gestuurd.
Op het schilderij prins Maurits met een van zijn favoriete paarden
Om het hele verslag van de belegering van Sluis hier nog eens te vertellen voert
te ver. Dat leest u bij Zalig Zeeland uitvoerig. Voor ons is belangrijk dat Spinola de waterrijke omgeving controleerde met tien galeien en dat - na het succes van Maurits; nog eens twee legers uitgeschakeld - die galeien tot zinken werden gebracht. Maurits liet er zes lichten en als oorlogsbuit te verdelen over de grote steden in Holland en Zeeland, o.a. Veere en Enkhuizen. Eéntje werd er in triomf naar Amsterdam overgebracht en tentoon gesteld. Dat gebeurde in de Amstel in een door palen afgeschut deel voor de oever van Zwanenburg, waar stadssteenhouwer Hendrick de Keyser zijn werkterrein had. De ruim honderd bevrijde slaven, meestal Turken, werden naar hun vaderland teruggestuurd; goeie beurt bij de Turkse overheid die gunstig zou uitwerken bij de vaart op de Middellandse Zee.
De lol was er snel vanaf in Amsterdam; de inwoners hadden het nu wel gezien. De galei lag te liggen en verkommerde al snel. Die in Enkhuizen was al weggerot. Arme Amsterdammers sloopten er bruikbaar hout uit en stookten dat waarschijnlijk in hun kachels op. Op de kaart uit 1625 steken alleen nog de spanten van het half gezonken vaartuig boven water uit en Berckenrode kennende was dat in 1625 de actuele situatie.
Rond 1650 begon de stad te denken aan stadsuitbreiding door aanplempingen in de Amstel. De rivier was ter plaatse wel heel erg breed en dat moest netter... en strak als een kanaal. Vlooienburg en Zwanenburg werden verlengd en de steenhouwerij en de kleine waal waar de galei lag, moesten weg.
Op de tekening het 's-Gravelandseveer en in de verte Vlooienburg
Op de kaart helemaal bovenaan is de nieuwe oever met een blauwe lijn aangegeven. De vm. steenhouwerij werd Staalstraat, de nieuwe kade op de kop werd 's-Gravelandseveer en op de uiterste punt bovenaan landt nu de Halvemaansbrug aan.
Of de galei toen ook weggesleept werd of al gezonken was vertellen de geschiedenisboeken niet; misschien lag die op de bodem en is door het plempen onder het 's-Gravelandseveer terecht gekomen. Op de foto hiernaast is het hoekhuis 's-Gravelandseveer-Groenburgwal afgebroken en had Jerzy Gawronski even kunnen graven naar de restanten van de galei. Maar dat daar mogelijk iets te vinden was, heeft hij misschien nooit geweten.
De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld
Column: Illustere wieken
Mijn vader bracht zijn jeugd door in de buurt van de van Boetzelaarstraat (daar woonde hij) en de Haarlemmerweg. Daar rommelde hij als Amsterdams straatjochie graag wat rond en dat kon toen ook nog. Aan de Haarlemmerweg werd zijn aandacht getrokken door een onvervalste Amsterdamse korenmolen genaamd ‘De Vierhonderd Roe’ of ‘De Blom’. Rond de molen kon je heerlijk verstoppertje spelen en het was er altijd spannend en bedrijvig en soms mocht mijn pa meehelpen met het sjouwen van meel- of graanzakken of vroeg de molenaar de oren van zijn hoofd. Op een keer ging hij balorig op de omlaagstaande wiek zitten en omdat hij een ondernemend knaapje was, ging hij drie houtjes hoger zitten en liet zijn beentjes bungelen, tot op een keer een onverwachte windvlaag de halfbeklede wieken pakte (de molenaar had die dag tevens verzuimd de wieken op de handrem te zetten!) en hup (!), daar ging ie…, mijn vader…, een heel rondje ging ie en hij schreeuwde als een speenvarken zodat de molenaar het kon horen en de wieken met een houten remconstructie langzamer kon laten draaien en tenslotte stoppen en toen kon papa Gijsbreght na drie horror-rondjes weer de veilige aarde beroeren. Hij had vanaf die tijd zoveel ontzag voor de molen dat ie de eerste maanden andere speelterreintjes verkende, je weet maar nooit!
Uw aller Gijsbreght heeft het gehad over gebouwen, badhuizen enz. enz. Allemaal illuster, want de meeste mooie zaken in de tofste stad ter wereld zijn duidelijk illuster, daarover zijn U en ik het eens. Vandaag maar eens over de molen. Een Nederlands maar ook Amsterdams (en Zaansch) fenomeen. Ze stonden overal in het land verspreid om graan tot meel te malen, om polders te bemalen, om verf te maken, te zagen enz. enz. Ze stonden in de volle wind op het platteland, en in de steden op stenen verhogingen en bolwerken omdat in de steden de wind nu eenmaal minder was door de bebouwing rondom. Toeristen zijn gek op Holland met zijn wooden shoes, tulipes and cheese, maar vergeet ook niet de schilderachtige windmills op bijvoorbeeld de Kinderdijk en aan de Zaansche Schans.
In de jaren zeventig en tachtig begon men in te zien dat energie opwekken via de zogeheten fossiele grondschatten niet oneindig door kon gaan en begonnen de wetenschappers te onderzoeken of windenergie, zonne-energie, getijde-energie enzovoort op de lange duur niet veel beter zou kunnen werken.
Bij de hoge palen met de lange wieken schrok ik wel! Wat een herrie maken die dingen en wat horizonvervuilend zijn ze. En wat zitten ze omhoog met een overschot aan energie dat moet worden afgevoerd, en wat onafbreekbaar zijn de reuzenbladen! om nog maar te zwijgen over het gevaar voor onze gevederde vrienden en de vogeltrek. Omdat ik, net als mijn op de molen meedraaiende pappa, een ondernemend baasje was, besloot ik alternatieven te zoeken en ontwierp voor een grote stad (Almere) in een lekker vlakke en winderige provincie (Flevoland) een mooi voorbeeldgebouw. Ik ontwierp een stadhuis voor Almere en dat moest met dikke muren en zonder kieren en met dubbel glas…, én met zonnepanelen over het hele dak…, én mooie ZaanseSchansmolens op de punten. Ik bouwde er alvast één van ontbijtkoek en bood de maquette aan burgemeester Han Lammers en wethouder Dick Bos aan (zie foto) en drukte beiden op het hart er wel werk van te maken. Met name de horizonvervuiling…,die had ik toch mooi opgelost door authentieke molens te gebruiken! Dan blijven de toeristen komen en trouwens, iedereen kijkt liever naar een paar van die mooie ouwerwetse windvangers dan naar die kale palen zoals langs de Oostvaardersdijk of Eemmeerdijk (zie foto). Ook de Amsterdamse wetenschapper Rick Porcelijn kwam met het idee landschappen te maken met niethorizonvervuilende, zeg maar juist horizonverfraaiende molens. (Zie Parool 28 mei 2021 en/of foto).
Hartverwarmend is het fijne fenomeen dat mensen hun omgeving zo waarderen, zoals bij de molen aan de Haarlemmerweg ter hoogte van de westelijke tuinsteden; toen er sprake was van verhuizing van de molen naar een ‘beter’ molengebied, protesteerde de omwonenden en langsrijdenden luid…, HÚN molen weg!? Dat kon écht niet! Er kwamen heuse protestgroepen en… de molen mocht blijven!
Ik lees graag over molens. Met name ook in het boekje van Theo Bakker over de Schans: klik hier.
Zo leer je nog eens wat. Molens met al die prachtige namen en anekdotes. En als mijn vrouw en ik door Nederland reizen, kloppen we altijd bij illustere molens aan om nog meer te zien en te leren (en ambachtelijke dingetjes aan te schaffen, zie foto hieronder uit Gorinchem). Waarvan akte.
Foto's boven: links De Bloem, ook wel De Vierhonderd Roe. De Amsterdamse roe of roede meet 3,68 m. De molen staat dus 400 keer 3.68 meter is 1472 meter van de Haarlemmerpoort. Rechts De Twaalfhonderd Roe, dus 4416 meter buiten de Haarlemmerpoort.
De Bloem is een stellingmolen op een hoge stenen voet. De 1200 Roe is een grondzeiler (wieken komen bijna tot op de grond), meestal poldermolens en deze hield ooit de Osdorper Binnenpolder droog.
(Beide foto's van Wikipedia)
Over de naam De Bloem
Tot 1878 stond deze molen op de schans bij de Raampoort, op het bolwerk Rijkeroord, ten noorden van de doorgang door de stadsmuur. Het bolwerk Rijkeroord heette oorspronkelijk De Bloem of Bloempunt, hetgeen de naamgeving van de Bloemgracht en die van de molen verklaart.
Bron: Hein van den Hoek Ostende, De Bloem: Amsterdams bloei weerspiegelt in een molen, in Molenwereld nr.91 (2006) p.100-114
Foto links: molendatabase.nl
Afbeeldingen boven: Links een ets van Rembrandt van de Omval. Het standbeeld rechts staat tussen Amsterdam en Amstelveen, naast de Riekersmolen (zie onder), en het toont Rembrandt in opperste concentratie.
De rechterknie steunt op de grond, op de linker rust zijn schetsboek. Zijn hand houdt hij in tekenstand, terwijl hij
richting de Amstel tuurt. Het beeld werd in 1969 onthuld, op zijn 300ste sterfdag.
Zo zou de beroemde schilder er inderdaad uitgezien kunnen hebben.
Gijsbreght 'helpt' de molenaar van molen 'Nooit Volmaakt' te Gorinchem.
Foto: Ria Scharn-Luijben
Nieuwe raadplaat voor week 33
Wáár in Amsterdam vinden we deze bijzondere brug en wat is dat bijzondere?
Laat ons uw antwoord op deze vraag weten via deze link
Foto: hoort u volgende week
Oplossing raadplaat van week 31
Deze waterspuwster, ontworpen door Bart van Hove, vinden we aan de westgevel van de bibliotheek van het Rijksmuseum - 2013.
Foto's: Rijksmuseum
Goede oplossingen ontving ik van: Anthony Kolder, Kees Huyser, Mike Man, Marike Muller, Aschwin Merks, Jos Mol,
YouTube: Amsterdam in 1940
Deze week honderd jaar geleden
Zaterdag 19 augustus 1922 / Ongeveer 200 Chinezen vertrekken gedwongen met de SS Ambon naar China. De Ambon kende een kort maar hevig bestaan. Zij werd in 1901 tewater gelaten als vrachtschip van de Mij. Nederland. Kort daarna werd het omgebouwd tot pelgrimschip met bescheiden accomodatie; vracht bleef de hoofdzaak. Tijdens de Eerste Wereldoorlog - in 1917 - werd het, ondanks duidelijke markering als neutraal schip (zie krantenknipsel) in Het Kanaal getorpedeerd. Door kordaat optreden van kapitein en officieren wist men het schip drijvende te houden en naar Plymouth te brengen, waar het gerepareerd kon worden. Begin 20-er jaren werden de reddingsmiddelen gemoderniseerd en dorst men in 1922 met meer dan 200 Chinezen naar China te varen (zie item in deze rubriek van week 32).
In 1925 werd het schip verkocht aan de Holl. Stoomboot Mij als SS Eemstroom en in 1930 naar Spanje, waar het in 1931 gesloopt is.
Foto: Het Leven 1917
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2022. De keuze 2014 t/m 2021 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.