weekblad-logo

week 45-2023

Fotoquiz 1: Plaatje

Net als de heer het 'hoge zijde' van vorige week had de hond midden op de kruising weinig te vrezen van het verkeer. Alhoewel, er was al het een en ander aan tramverkeer. Dat kan ook een hint zijn als u tenminste weet hoe de trams in het verleden reden.

1. Welke kruising van straten ziet u hier?
2. Hoe heette de verlichtingswinkel in het tweede huis van de hoek?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
Makkie! Inkoppertje! Misschien door de nieuwe ingang van Artis in de Plantage Kerklaan uit 1854? Of toch door de rij gebouwen vanaf de hoek, bij onze generatie nog bekend als het Bevolkingsregister. Dit was in elk geval makkelijk te herkennen als een blik door de Plantage Kerklaan over de Plantage Middenlaan.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Marike Muller, Ria Scharn, Anthony Kolder, Kees Huyser, Simon Claessen, Peter Waagen, Adrie de Koning, Mike Man, Han Mannaert, Otto Meyer, Anneke Huijser, Jos Mol, Peter Pijst, Kees Dalmeijer, Harry Snijder, Hans van Efferen,

Fotoquiz 2: Wat? Waar?

 
Dit is zo'n plaat die overal in de binnenstad gemaakt kan zijn, maar u krijgt een huisnummer cadeau.

1. Welke straat is dit?

Van het volledig afgebeelde huis in het midden:

2. Hoe heet(te) het café onderin?
3. Welke tekst stond op de muur boven de eerste verdieping?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
Wij vermoeden dat de fotograaf op de Hooge Sluis stond voor dit perspectief. In elk geval is dat de Amstel in de voorgrond met aan de overkant de Weesperzijde, met links sociëteitsgebouw Apollo en daarachter stellingmolen De Bul op het bolwerk Oosterblokhuis. De ´hal´ rechts is de nieuwe stationsoverkapping van het Rhijnspoor, het latere Station Weesperpoort.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam


Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anthony Kolder, Ria Scharn, Jos Mol, Adrie de Koning, Arjen Lobach, Peter Waagen, Han Mannaert, Anneke Huijser, Mike Man, Otto Meyer, Kees Dalmeijer, Harry Snijder, Hans van Efferen, Marike Muller,

Fotoquiz 3: Waarom? Hoezo?

 
Een fragment van een gebouw met alleen de entree. Het helpt als u een klein beetje bijbelvast bent. Een jaartal (stichtingsjaar?) krijgt u cadeau.

1. Welke straat is dit?
2. Welk gebouw is dit?

Er staat op de plek van het rode vraagteken een gedicht.

3. Hoe luidt (letterlijk) het gedicht onder de klok?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
Wij lieten opzettelijk de naam van S.M. Roosnek leesbaar staan als houvast om verder te zoeken. Roosnek woonde en werkte volgens de site joodsamsterdam.nl vanuit Joden Houttuinen 59 op de hoek met de Markensteeg. Als links de oneven kant is kijken we dus richting Markenplein maar daar staan niet de huizen in de verte aan. Wij drongen al bij u aan om de buurtkaart V te raadplegen welke huizen zoal aan het Markenplein stonden en verrassend genoeg blijkt de nummering van de Rapenburgerstraat tot de Muiderstraat door te lopen, in feite zelfs tot het J.D.Meijerplein. Bestudeer de compilatie van buurtkaarten V en Q hieronder nog maar eens. Door de Joden Houttuinen heeft u zicht op Rapenburgerstraat 179-181. De rode pijl geeft de positie en kijkrichting van de fotograaf aan.

Foto en kaart: Stadsarchief Amsterdam

Paul Graalman vond nog bovenstaande foto, genomen vanaf het Markenplein, met de ingang van de Joden Houttuinen met hetzelfde wasgoed aan de lijnen als op de quizfoto. Zelfde fotograaf, zelfde dag!

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Arjen Lobach, Marike Muller, Ria Scharn, Anneke Huijser, Mike Man, Otto Meyer, Jos Mol, Harry Snijder, Hans van Efferen,

Fotoquiz 4: Zoektocht

 
Het zou een heel eind helpen als u er intussen achter bent welke zoekterm we deze week gebruikten. Dan is de speld in de hooiberg iets makkelijker te vinden.

1. Welke straat is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Zoektocht van vorige week

 
De fotograaf stond hier in de Tuinstraat, recht tegenover het poortje van het Zwaardvegershofje met de inpandige nummers 35-37. Het is ook bekend onder de naam Zwaarddragershofje. Vandaag maakt dit hofje samen met het Anslo's hofje deel uit van het complex Claes Claesz. hofje.
En dan onze chroniqueur met het penseel, Herman Misset. Hij vereeuwigde deze deur minimaal drie keer in 1906, waarbij we één keer een glimp van een der huisjes kunnen zien.

Foto en tek: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Adrie de Koning, Ria Scharn, Anthony Kolder, Peter Waagen, Anneke Huijser, Han Mannaert, Mike Man, Jos Mol, Kees Dalmeijer, Otto Meyer, Harry Snijder, Hans van Efferen, Marike Muller,

REDACTIONEEL

Column: Bomen over bomen

Vandaag zou er géén Gijsbreghtcolumn zijn, omdat ik naar een bruiloft moet in het noorden van het land en daar tevens meehelp met voorbereidingen en met de muziek ende vermaak.
‘Maar,’ zei mijn buurman Jaap Stam, toen ie ’t hoorde, ‘dan schrijf ik toch ‘n stukkie?’ Jaap is bomoloog, waar zou die nou over moeten schrijven? Over bomen?
‘Waar ga je over schrijven, Japie?’ vroeg ik mismoedig en dacht vanbinnen, dat wordt drie keer niks.
‘Ik zal je een geinig stukkie laten zien, Gijssie, dat ik laatstleden schreef voor het tijdschrift ‘Bomennieuws’ en ik kreeg het zomernummer van 2019 mee naar huis.

In het tijdschrift stond inderdaad een koddig stukje met allerlei wetenswaardigheden m.b.t. onze getakte en zuurstofschenkende vrienden en daarom klopte ik bij Jaap aan en zei dat ik akkoord ging, als ie wel het stukje eerst even van tevoren aan mij ter beoordeling voorlegde en een en ander ook een beetje over Amsterdam zou gaan. Het werd achteraf bezien best een aardig stukkie, en Japie spitste een en ander ook zoveel mogelijk toe op m.n. de hoofdstedelijke knoeperds en aanverwante gewassen. Hier is het stukkie, met de groeten van Prof. Dr. Jacobus Wilhelmus Siegfried Stam Jr., stadsbomoloog ter stede.

.
“Weetjes over de Mokumsche grachtenbomen toen en nu” oftewel: ‘Ieperde-iep…, hoera!!

Column door Prof. Dr. Jaap Stam Jr sstt, invalcolumnist
Mijn naam is Jaap. Jaap Stam. Mijn voornaamste interesse is bomen. Ik ben vanaf mijn vroegste jeugd al geïnteresseerd in deze medewezens, die elk unieke en markante trekken hebben. Je kon er als kind in klimmen, tegenaan plassen, eronder schuilen voor de zon… én voor de regen (bij onweer schuilen, is beter van niet, vanwege het omvalgevaar). Ik wilde ook altijd een ding maken. Het maakte niet uit wat voor ding. Ik wilde simpele dingen maken, bijvoorbeeld een stoel of een tafel. Of een staande kapstok. Ik kreeg planken en balken van mijn vader. Eerst van kistenhout en waaibomenhout, later ook brokjes houtafval van een vriend van mijn vader die een houtgroothandel had. Ik mocht hele middagen rondstruinen bij die vriend en stukjes hout die ik interessant vond, mocht ik mee naar huis nemen om er iets van te maken. Ik voelde en rook aan alle stukjes die ik tussen de op de grond liggende houtspaanders vond en nam een flinke zak hout mee. Thuis ontdekte ik dat je hout hebt… en hout. Waaibomenhout kun je beter opfikken, steigerhout daar kun je je grove tuinmeubilair van maken, maar… eikenhout was prima voor kasten, beukenhout voor speelgoed, mahoniehout voor zeer mooie ouwerwetse kasten en lindenhout, hmmm, dat rook heel apart, een beetje naar kerkwierook, daar kon je snijwerk mee doen. Ik sneed heel wat poppenkoppen voor mijn nichtje die thuis een poppenkast had en ook een marionettentheater wilde starten. Teakhout, ook heel apart, dat had geen nerf en voelde lekker aan, ik maakte er een xylofoon en een paar castagnetten van. Laten groeien van een boom tot een meubel is helemaal mooi, geen afval, geen verspilling (zie afbeelding hieronder). In veel meer zaken omtrent bomen heb ik interesse, hun namen, hun medische waarde (zie onder), hun bloesem, hun huis bieden aan holleboombewoners, onderdebastschuilers, bladeren, bloesem, vruchten, sappen, wortels, bosgrondmakende bladeren, hun verspreiding, hun houtvuurtjes, etc. etc.… én windvangers en berg- en oeverbijeen-houders…, kortom grote steden hebben hun olmen (iepen) hard nodig!

NB: Reeds omstreeks 2000 voor Christus gebruikten de Assyriërs wilgenbladeren voor de behandeling van pijnlijke gewrichten. Geschriften van rond 1550 voor Christus tonen aan dat ook de oude Egyptenaren een brouwsel van wilgenbladeren gebruikten tegen pijn en ontstekingen. Hippocrates propageerde eveneens het gebruik van wilgenbastextract.

De 'Blauwe bussen' van de GVB -3

 
Er gebeurde veel in de decennia na de Tweede Wereldoorlog. Zonder dat het bevolkingsaantal in Amsterdam spectaculair toenam deed de bebouwde oppervlakte van de stad dat wel door het eindelijk uitvoeren van het AUP van 1935. De GVB diende daarop te anticiperen en deed dat door het invoeren van nieuwe buslijnen naar de nieuwbouwwijken. Daar is een grote hoeveelheid bussen voor aangeschaft omdat tramlijnen doortrekken vele malen duurder was. Nog een nieuwtje: bij opknapbeurten waren oude bussen na de oorlog donkerblauw geschilderd (net als de trams) en dat werd voor alle nieuwe bussen de standaardkleur. Dat vond men ook een geschikt moment om de nummering van nieuwe bussen helemaal opnieuw bij 1 te laten beginnen. De motor verdween onder de vloer van de passagiersruimte, tussen voor- en achteras.

Foto: Verheul

 
Verder kreeg Kromhout concurrentie uit het buitenland omdat vooral het Engelse AEC innovatief bezig was met nieuwe technieken, vooral in koppeling, versnellingsbak, stuurbekrachtiging en luchtvering van grote bussen en vrachtwagens. Ook Verheul kreeg concurrentie van carrosseriebouwers als Den Oudsten, Leyland en DAF. Tenslotte werden al die nieuwigheden toegepast in bestellingen van nieuwe bussen die echter van uiterlijk nauwelijks van elkaar verschilden. Dat was natuurlijk niet zo vreemd, omdat voorlopig Verheul alle carrosserieën bouwde. Het algemene herkenningspunt werd de voorruit die uit zes ramen bestond die in geknikte vorm waren geplaatst. Dat zou vele jaren het beeld blijven, ook toen de bussen alweer een andere, wijnrode kleur kregen. We hebben het grofweg over de levering zo’n 300 bussen tussen 1950 en 1960. In feite bestelde het GVB veel te veel bussen maar dat nam men voor lief omdat er na de oorlog voor een beperkte tijd een enorm belastingvoordeel op de bestellingen te halen was.

Foto: Kromhoutarchief

 
De bussen kwamen in twee typen: het standaardtype van ruim 10 meter voor 80 passagiers en het verlengde type voor 95 passagiers, dat de voorkeur van het GVB had. Let wel, dat was altijd inclusief ongeveer de helft aan staanplaatsen. Een belangrijke verbetering was de lijnaanduiding. De eerste series kregen een klein kastje boven de voorruit met daarop de lijnletter, later vervangen door het lijnnummer. In jargon heten dit ‘bordbussen’. De plaat met letter/cijfer kon vervangen worden zodat de bus op elke lijn inzetbaar was. ’s Avonds leverde dit een probleem op doordat die niet meer goed zichtbaar waren. Daarop boorde de GVB een patroon van kleine gaatjes in een triplex bord op de contour van de letter en plaatste er een lamp achter. Dat hielp iets, maar men keek al geïnteresseerd naar bussen met ‘lijnfilms’ in verlichte kasten boven het raam. Importeur Willem van Twist (Dordrecht) had een of meer AEC-proefbussen in het land rondrijden die ook twee maanden aan de GVB uitgeleend werden. Behalve de lijnletter/cijfer had de bus op de zijflanken een routebord met begin- en eindhalte en nog een keer letter of cijfer.

Foto: myntransportblog

Hieronder de beide toegepaste 'horizontale' motoren; links de bouwserie A219/A220 van AEC en rechts de 6HG-108 van Kromhout (Kromhoutarchief).

 
In 1953 kreeg de GVB 20 nieuwe bussen (nrs.1-20) van het hierboven beschreven nieuwe type. Importeur van bedrijfswagens Willem van Twist had succes met zijn kennismakingsaanbod van Engelse autobussen. Hij liet van Associated Equipment Company Ltd. (AEC) uit Londen buschassis met 6-cylinder dieselmotor (type A219) overkomen, die Verheul van een opbouw voorzag. Behalve de onder de vloer geplaatste motor kwam nog een noviteit naar Amsterdam: de pre-selective schakeling van Wilson. De chauffeur schakelde naar een andere versnelling waarop er nog niets gebeurde. Pas als hij een pedaal op de vloer indrukte volgde de schakeling. Het grote voordeel op een bus zonder stuurbekrachtiging was het feit dat er in een bocht teruggeschakeld kon worden zonder het stuur met één hand te moeten loslaten.
De bussen werden in twee tranches geleverd: 1-10 in maart ’53, bestemd voor lijn E (Haarlemmermeerstation-Amstelstation) en 11-20 in oktober ’53 voor lijn F (net verlegd naar Haarlemmermeerstation-Slotermeer). Op dit traject had de AEC-proefbus in 1950 ook al gereden. De serie heeft tot eind 1969 dienst gedaan.

Foto: Traminfo

 
Na deze levering van Engelse bussen kwamen er ook bussen van Kromhout met een Verheul-opbouw. In november 1953 werden 10 bussen (nrs.55-64) van het korte type voor 80 passagiers afgeleverd voor lijn H (Haarlemmermeerstation-Kalfjeslaan). Het chassis was van het type TB50 en de 6-cylindermotor was de 6HG108R. De ‘H’ in het typenummer staat voor horizontale uitvoering voor onder de vloer. In deze bus was een nieuw schakelsysteem geïnstalleerd van het Duitse ZF Hydromedia. Dit waren ook nog bordbussen, dus zonder lijnfilm. De bussen hebben, op enkele uitzonderingen (aanrijdingen) na, tot 1968 gediend, de laatste drie jaren alleen in het spitsverkeer. Deze serie werd in 1955 nog aangevuld met 6 bussen (65-70) met globaal dezelfde techniek en uitvoering. Ook deze werden in 1968 buiten dienst gesteld.

Foto: myntransportblog

 
In 1954 kreeg de GVB de beschikking over 12 nieuwe bussen (nrs.21-32) met enkele noviteiten. De serie kwam vanaf september in dienst op lijn E en het chassis met 6-cylindermotor kwam van AEC, de opbouw gebeurde bij Verheul. Om te beginnen was daar de eerste bus met zgn. lijnfilm. Dat was een wit linnen band die met zwarte verf afgedekt was maar waarin op vaste afstanden regels met namen van bestemmingen uitgespaard waren. De banden kregen met de tijd wel een lengte van ±15 meter om alle bestemmingen te kunnen bergen. Door licht achter de band te monteren lieten alleen de letters wit licht door. De chauffeur had een miniem kijkgaatje aan de achterkant van de lijnfilmkast en een handslinger waarmee hij de juiste bestemming via een cijfercode instelde. Links van de instapdeur kwam ook zo’n kastje met alleen het lijnnummer/-letter en ook dat was van binnenuit te bedienen. Deze inrichting maakte dat de bus op elke willekeurige lijn dienst kon doen. Ook op dit traject had de AEC-proefbus in 1950 al gereden. Deze serie heeft tot eind 1969 dienst gedaan.

Foto: myntransportblog

In het vervolg van deze serie komt voor 't eerst de naam van het Britse Leyland om de hoek kijken.

De Amsterdamse Joffers -7: Coba Surie

 
Jacoba Surie (Coba) (1879 - 1970) - Coba Surie was de dochter van een Amsterdamse makelaar. Na een kostschool ontwikkelde ze haar talent eerst op de Teekenschool voor den Werkenden Stand (voor meisjes) op de Kloveniersburgwal. Daarna bezocht vier jaar de rijksacademie waar ze de andere Joffers ontmoette en vriendschap sloot met Ans van den Berg. Met die vriendin samen betrok ze in hetzelfde huis aan de Keizersgracht een atelier waar ze 36 jaar bleef werken. Het is dan pas dat zij in de kring der Joffers opgenomen wordt. Omdat Ans zich op bloemstillevens stortte, vermijdt Coba dat aanvankelijk, maar in het totaaloverzicht komt toch menig voorbeeld daarvan voor. Iedere zomer trokken de vriendinnen erop uit, vooral naar Brabant en Zeeland, om te tekenen en te aquarelleren. Ook in Frankrijk en Italië kwam Surie wel om te werken. Zij was bescheiden en drong zich niet naar voren als groot kunstenaar. De kwaliteit van haar werken overstijgt deze houding vol zelfkritiek echter volledig. Ze vond haar eigen stijl uiteindelijk in het werken met een combinatie van aquarelverf en krijt in figuurstudies waarbij ze haar modellen van straat plukte.

Tek: Zelfportret uit 1919 - RKD

 
Op dit schilderij van Coba Surie staat zij met haar vriendin Ans van den Berg afgebeeld. Wie de heer achter hen is, ontbreekt in onze informatie.

Toen Ans van den Berg in 1942 overleed gaf Surie het atelier aan de Keizersgracht op en betrok een woonhuis in de Concertgebouwbuurt waar ze een atelier inrichtte. Toen waagde zij zich ook aan bloemstillevens en andere onderwerpen die ze op een tafel in haar atelier rangschikte.
Surie kreeg na de academie les van Coba Ritsema. Zij werd lid van Sint Lucas, Arti et Amicitæ, Pulchri Studio in Den Haag en Pictura Veluvensis in Renkum. In 1913 won zij de Willink van Collenprijs en in 1929 de gouden medaille van koningin Wilhelmina. Werk van Surie bevindt zich in de collecties van het Stedelijk Museum Amsterdam, het Gemeentemuseum Den Haag en het Gemeentemuseum Helmond.

YouTube: Het rauwe leven in De Pijp

Deze week honderd jaar geleden

 
Zondag 4 november 1923 - Herdenking 25-jarig bestaan van het Onze Lieve Vrouwegasthuis en gelijktijdig de huldiging van de geneesheer-directeur dr. N.P. van Spanje die al die 25 jaren deze inrichting bestierde.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 
Woensdag 7 november 1923 - Herdenking 50-jarig bestaan van de St. Willibrordus buiten de Veste. Op de foto het interieur van de Sint-Willibrordus, met versieringen ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de kerk. Op de voorste vieringspijlers een portret van architect P.J.H. Cuypers (links) en van pastoor F.M. de Rooy (rechts), op de achterste vieringpijlers afbeeldingen van de houten hulpkerk aan het Rustenburgerpad (links) en van de nieuwe kerk aan de Amsteldijk (rechts).

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2023. De keuze 2014 t/m 2022 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 wk01 wk02 wk03
wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15
wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27
wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39
wk40 wk41 wk42 wk43 wk44 wk45 wk46 wk47 wk48 wk49 wk50 wk51
 

U kunt elke zaterdagmorgen vanaf 09:00 uur een nieuwe aflevering van deze weekkrant ophalen via deze link