Duidelijk een kruising van hoofd- en dwarsgracht. Ook al is het Molenpad net buiten beeld gebleven, het moest toch te doen zijn hierin de kruising Keizersgracht-Leidsegracht te herkennen. Het hoekpand heeft het adres Keizersgracht 462. Zoals uit de onderstaande Street View blijkt, staat het huis 460 er nog net zo bij.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Onder: Google Street View
Goede oplossingen kwamen vanRia Scharn, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Mike Man, Jos Mol, Kees Dalmeijer, Han Mannaert, Hans van Efferen,
Fotoquiz 2: Wat? Waar?
Een oudje! Toch zal het u verbazen dat - voor zover te zien - alles bewaard is gebleven, behalve het hoekhuis.
De vraag is:
1. Waar is dit?
Helemaal rechts begint een zijstraat.
2. Welke zijstraat is dat rechts?
Op het middelste huis op de foto is een grote gevelsteen boven de houten pui te zien.
De naam van de sigarenhandelaar Adriaan Mooy was voldoende om er via internet achter te komen dat die in de Hartenstraat 19 zijn winkel had. Zelfs met de tekst "van ouds de kastjes" was er nog uit te komen.
Er is nog een foto van het pand met dezelfde neef van fotograaf Jacob Olie voor de deur.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Adrie de Koning, Jos Mol, Arjen Lobach, Marike Muller, Kees Dalmeijer, Arjen Lobach, Ria Scharn, Maaike de Graaf, Otto Meyer, Mike Man, Han Mannaert,
Fotoquiz 3: Waarom? Hoezo?
Een statig grachtenhuis met een heel afwijkende dwarse stoep. Die stamt ook nog eens uit de bouwtijd. Ondanks dat het wat mocht kosten is het pand niet door sterarchitect Adriaan Dortsman gebouwd, ook al lijkt het er in de verte op. Dat leidt tot de volgende vragen:
1. Wat is het adres van het middelste huis?
2. Het huis heeft diverse namen gekend. Weet u er één?
Begin 19de eeuw werd dit een bankgebouw en kwam in de 20ste eeuw in bezit van een bekend bankiersgeslacht.
3. Welk bankiersgeslacht vestigde hier een bank en enkele dochterondernemingen?
Op de Prinsengracht vindt u tussen de huisnummers 853 en 901 dit complex met drie achterliggende vleugels met 19 huisjes... een hofje. Het Deutzenhofje om precies te zijn. Aan de gracht drie huizen met de nummers 855 (links) en 899 (rechts). In het midden nr.857 met de ingang naar de binnenplaats. Het hofje werd gesticht door Agneta Deutz, dochter van een schatrijke Duitse koopman en Elisabeth Coymans, ook niet onbemiddeld. Agneta maakte haar testament in 1692 toen ze in haar woonhuis De Ster of Star op de Keizersgracht 121 woonde. Dat is het buurhuis van het Huis met de Hoofden op nr.123 (zie tekening hieronder). Het hofje zelf werd in 1695 gebouwd. In dat testament legde zij vast wat er voor het totstandkomen van het hofje gedaan moest worden en welke attributen uit haar huishouden naar de regentenkamer dienden te verhuizen.
Door haar twee huwelijken verhuisde zij wel eens buiten Amsterdam (bijv. Delft)
maar haar laatste jaren sleet ze toch echt weer in Amsterdam.
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Adrie de Koning, Anthony Kolder, Arjen Lobach, Ria Scharn, Kees Dalmeijer, Otto Meyer, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen, Han Mannaert, Marike Muller,
Fotoquiz 4: Zoektocht
Nu eens andersom, meerdere foto's met één vraag. In de Beeldbank staat een hele serie foto's van de bouw van een grote instelling in Amsterdam. Ze zijn van belabberde kwaliteit maar dat is niet zo vreemd want de bouw begon rond 1860, werd in 1866 deels in gebruik genomen en duurde in totaal 15 jaar. Op de - enigszins opgeknapte - foto's hierboven links het stellen van de gewelven en rechts het werken aan de natuurstenen ingangspartij. Genoeg hints!
In 1670 nam stadssecretaris Mr. Dirck Schaep twee erven over van papierkoopman Pieter Haack. Hij betaalde daarvoor ƒ6000 terwijl Haack zelf er ƒ8200 voor had betaald. Niet elke speculatie lukte dus!
In 1671 kwam hierop een dubbel woonhuis gereed, nu Herengracht 580 (foto onder). Schaep kocht in 1671 op de Keizersgracht twee erven waarop in 1672 een dubbel woonhuis gereed kwam, nu Keizersgracht 743, het huis op de foto links.
Beide huizen hadden niet de beschikking over een koetshuis en daar werd het volgende op gevonden. In de tuin van Keizersgracht 743 werd een stalling gebouwd en door het woonhuis kwam een doorgang naar een koetsdeur in de voorgevel. Niet alle bronnen zijn eensluidend over de gang van zaken. Werd de doorgang later gemaakt of meteen in de bouw opgenomen? Het maakt voor de vraagstelling niets uit.
In 1807 kochten beide eigenaren van 743 en Kgr 580 (inmiddels andere en verschillende) het pandje Keizersgracht 745 en maakten van de benedenverdieping een nieuwe doorgang voor hun koetsen (info: Amsterdam Monumentenstad). Zoals op bovenstaande foto te zien is, bestaat dat onderstuk met dubbele deur nog steeds. Voor Amsterdamse begrippen een bijzondere gebeurtenis, zeer ongebruikelijk!
Foto's: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Adrie de Koning, Kees Dalmeijer, Jos Mol, Otto Meyer, Mike Man, Hans van Efferen, Marike Muller,
Hulp gevraagd...
Het Stadsarchief heeft te kennen gegeven dat zij nog zeker twee maanden bezig zijn met de introductie van de opvolger van het Scope-systeem. Onze bijdragen tot verbetering van de beschrijvingen bij de foto's komen al een tijdje op een stapel te liggen in afwachting van het moment dat de teksten weer bijgewerkt kunnen worden. Tot het zover is, staken we onze goede bedoelingen.
Hulp gevraagd... en gekregen
Weer een foto die misschien verwarrend overkwam omdat hij gespiegeld in de Beeldbank staat (hier links gecorrigeerd). Terwijl we toch eerder met het pand bezig waren. Het breedste gebouw
op de foto is namelijk de Louise Bewaarschool op Prinsengracht 151, knus gelegen tussen het Van Brienenhofje en het Zonshofje. Het pand begon zijn carrière als de Grote Vliegende Arend waar in 1843 de Louise Bewaarschool in trok. De naam ontleende men aan de beschermvrouwe prinses Louise van Pruisen, de echtgenote van prins Frederik, de broer van koning Willem II. Het gebouw werd in 1852 als school afgekeurd en in 1854 bouwde architect Isaac Warnsinck een nieuwe school zoals die op de foto links staat. De bovenverdieping van deze school werd in 1894 voor het Schoolmuseum - van hun locatie aan de Keizersgracht verjaagd - ingericht en in 1906 kocht dat museum het hele pand en sloot de Louise Bewaarschool. Dit Schoolmuseum is de voorloper van het Nationale Onderwijsmuseum in Dordrecht.
Remery.nl over de voorgeschiedenis van het Nationaal Onderwijsmuseum
Amsterdamopdekaart.nl over het gebouw, waar ook onderstaande foto's van afkomstig zijn
Hulp kwam van Harald Advokaat, Han Mannaert, Paul Graalman, Hans van Efferen,
Open Havenfront vernieuwd
Pieter Klein levert af en toe een foto voor de quiz, maar vandaag een die niets te raden overlaat. De werkzaamheden aan de fietsenstalling onder het Open Havenfront zijn afgerond en het water erboven weer toegelaten. Een eerste blik daarop...
Wij hebben weer een hoofdstuk toegevoegd aan de serie over de belangrijkste in Amsterdam werkzame architecten. Dit keer gaat het over het Amsterdamse werk van Pierre Cuypers en dan uiteraard over de scheppingen waar iedereen het meteen over heeft: Rijksmuseum en Centraal Station. Verder de kerken die hij in deze stad bouwde: zijn lievelingsproject Vondelkerk, de nooit afgebouwde kathedraal aan de Amstel Sint Willibrordus en de bij vakbroeders geprezen oplossing voor de driehoekige Maria Magdalena in de Spaarndammerbuurt. Cuypers is zelfs nog een termijn raadslid geweest maar toen had hij het gehad met Amsterdam en vluchtte weer naar zijn Limburg.
De steen links, met het Zeeuwse wapen, zit in de top van het pand Van Breestraat 70.
Foto: gevelstenen.net
NB: De foto is voor gevelstenen.net gemaakt door een van onze
vaste inzenders, t.w. Anthony Kolder.
Ik ontving goede oplossingen van: Jos Mol, Anthony Kolder, Adrie de Koning, Hans van Efferen en Mike Man
Het Amsterdam van Herman Misset -5
Herman Misset was klein van stuk. In december 1894 werd hij gekeurd voor militaire dienst en alleen al door zijn lengte van 154cm afgekeurd. Dan hadden ze het nog niet over zijn enigszins mank lopen gehad. Niet dat hem dat noemenswaardig dwars zat, hij bewoog zich zelfbewust door het leven. Ook al was hij decoratieschilder en letterzetter, hij was altijd gekleed in typische kunstenaarsdracht: grote flambard op het hoofd en in plaats van een das een zwierig geknoopte lavallière. Nog te zwijgen over zijn enorme snor, die op latere leeftijd spierwit werd. Toch betoonde hij, zodra dat ter sprake kwam, dat hij ambachtsman was en geen kunstenaar.
Als bijverdienste tekende en aquarelleerde Misset talloze stadsgezichten, vooral die bedreigd werden. Maar ook details legde hij vast, zoals weinig voorkomende geveltypen en gevelstenen. Als hij dat nodig vond, deed hij er ook nog een plattegrondje bij, zodat de hele situatie goed gedocumenteerd was. Hij ontwikkelde een eigen, goed herkenbare tekenstijl. Hij was minder goed in de stoffering van zijn scenes. Mede door het ontbreken van mensen en voertuigen hebben zijn tekeningen een verstild karakter.
Misset of Missët?
Of het ijdelheid was of niet zullen we nooit weten. Feit is dat Herman Misset zijn naam graag geschreven zag met een trema op de e: Missët. Dat is geen bevlieging van een paar jaren maar werd al vanaf zijn jongste jaren gebezigd. Zijn eerste aquarel signeert hij mét trema. Ook op zijn handtekening vertoonde het trema. Soms ging zelfs een ambtenaar overstag en gebruikte in een officieel document het trema.
Zo'n beetje de eerste tekeningen die Misset in opdracht maakte, hadden betrekking op de stadsuitleg benoorden de Overtoom: Kwakerspoel en Bleekerssloten. Op de tekening links het Lange Bleekerspad, dat van de Buitensingel tot aan de Kostverlorenvaart tamelijk dicht bebouwd was. Het werd begin zeventiende eeuw tot uitwijk voor de smerigste onderdelen van de textielindustrie aangewezen. Hier vond je ververijen, blekerijen, stijfselmakerijen, blauwselmakerijen en aanverwante industrietjes. En niet te vergeten de lakenramen, waar de dichtstbijzijnde stadspoort zijn naam aan dankte: de Raampoort. Maar er was ook een lijmkokerij te vinden en schuitenwerven. In de negentiende eeuw was de Amsterdamse textielindustrie allang teloor gegaan en hadden andere industrieën de plekken ingenomen en was het gebied hoofdzakelijk in gebruik bij particulieren en bedrijven die de hoge huisvestingskosten in de stad ontweken terwijl ze toch op loopafstand ervan verwijderd waren.
Dat het Lange Bleekerspad relatief dicht bebouwd was, dankte het aan de verbinding over de Kostverlorenvaart via de Tolbrug. Die kwam er in 1785 en er mocht tol geheven worden volgens een octrooi van de Staten van Holland en West-Friesland. De brug verbond de Stadspolder met Sloten en Sloterdijk.
De Vinkenbuurt, of Vinkenbuurtje, zoals het meestal aangeduid wordt ter onderscheiding van die andere Vinkenbuurten in de stad, lag direct ten noorden van de Grote Bleekerssloot. Dat wil zeggen dat het Vinkenbuurtje buiten de Stads- of Godshuispolder in boezemland lag en dat niemand zich ook maar iets aantrok van de waterstand in dit stadsdeel. Het lag wel binnen de stadsvrijheid van Amsterdam, de 100-gaardengrens. Het lag ook nog eens tussen het gebied rond de Bleekerssloten met hun textielnijverheid en het gebied ten noorden van de Kuiperssloot met zijn tientallen houtzaagmolens. Tussen wal en schip was het buurtje bevolkt met straatarme dagloners.
Achter de voordeur...
Gemeenlandshuis - Diemerzeedijk 27
Bijna 275 jaar was het gemeenlandshuis het onderkomen van het Hoogheemraadschap van den Zeeburg en Diemerdijk en haar rechtsopvolgers. Dit waterschap beheerde de dijk van de Zuiderzee tussen Amsterdam en Muiden. In 1727 verrees het gebouw op de plaats van de oude herberg 'Daar de jager uithangt', waar al sinds 1609 door het hoogheemraadschap werd vergaderd.
In het Gemeenlandshuis, dat vrij uitzicht had op de Zuiderzee, kon het bestuur van het waterschap in stijl vergaderen en bijeenkomen.
Het Gemeenlandshuis is thans eigendom van de Vereniging Hendrick de Keyser. In de zomermaanden, d.i. vanaf 2 april, kunt u het Gemeenlandshuis bezoeken voor €4 p/persoon.
Alle foto's: Arjan Bronkhorst voor Vereniging Hendrick de Keyser
Het statige pand moest indruk maken omdat het werd gebruikt door het bestuur van het waterschap. De hoogheemraden konden er dineren en overnachten, het werd gebruikt als vergaderruimte en uitvalsbasis bij dijkbewaking. De inwonende opzichter was ook kastelein voor de heren van het bestuurscollege.
Het Gemeenlandshuis heeft een grote hal met prachtig stucwerk. Het werd in Lodewijk XIV-stijl gemaakt door de stucwerker Christiaan Wittenbeeker. Kijk omhoog en ontdek Neptunus in zijn voertuig omringd door de vier windrichtingen.
Het Gemeenlandshuis werd gebouwd in 1726 en de eerste vergadering werd op 25 juli 1727 belegd door het hoogheemraadschap Zeeburg en Diemerdijk. Gevierd werd toen het 100-jarig bestaan van (hun toezicht op) de Diemerzeedijk. Voor deze gelegenheid was opdracht gegeven voor de vervaardiging van een zilveren beker met een afbeelding van het nieuwe Gemeenlandshuis erop gegraveerd. De beker is 14 cm hoog. Deze beker werd tijdens WOII door Duitse soldaten gestolen en kwam pas in 1970 weer in handen van de dijkgraaf van Amstelland.
Info: Amstelodamum Mb.1971 p.18 e.v.
YouTube: Straten en pleinen... in kleur
Deze week honderd jaar geleden
Woensdag 7 maart 1923 - De Gemeenteraad geeft groen licht voor de aankoop van gronden in de Amsterdammer polder waar de Petroleumhaven uitgebreid moet worden en andere havens gegraven zullen worden. Dat gaat nog even duren. Aan de Coenhaven wordt niet eerder dan 1930 begonnen en de Van Riebeeckhaven als laatste van de Havens West in 1960. Rond die tijd beginnen ook de werken aan de havens in Westpoort.
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2023. De keuze 2014 t/m 2022 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.