De snelste met het goede antwoord op de foto van vorige week was Anthony Kolder. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. De vragen zijn:
1. Waar is dit?
Van het grote pand in het midden van de foto hebben wij de firmanaam weggepoetst om het zoeken iets moeilijker te maken.
2. Wat was die firmanaam?
Dat kostelijke pand plus de huizen rechts ervan werden afgebroken om plaats te maken voor een nog groter pand dat inmiddels al op de monumentenlijst staat.
Deze gribus werd in 1928 gesloopt om plaats te maken voor de nieuwbouw van de Arbeiderspers aan het Hekelveld. In de vele achterafstraatjes, stegen en gangen, zoals de Zwarte Bijlsteeg en het Groot Hemelrijk van de foto hiernaast, wemelde het van de krotten. Geen groot verlies want van 'stedenschoon' was hier nauwelijks sprake. Wel een spannende buurt...
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Anthony Kolder, Kees Huyser, Ria Scharn, Jos Mol, Adrie de Koning, Marike Muller, Bas Six, Harry Snijder,
Fotoquiz Wat? Waar?
Wat is er gesloopt in Amsterdam, hè? Deze week alweer een sloopfoto. De vraag is natuurlijk waar. En wat. En waarvoor.
1. Waar is dit?
2. Welk etablissement wordt hier gesloopt?
2. Wat zal er binnenkort op deze plek voor in de plaats komen?
Dat hele kleine stukje zijgevel was voor sommigen voldoende om daar Tuschinski in te herkennen. We zijn dus in de Reguliersbreestraat en de schutting staat om een bouwput waar ooit Duiker's Galeries Modernes stond, later HEMA. Er wordt gebouw aan een hele serie bioscopen onder de vlag van Pathé Munt. Zelfs Tuschinski hoort daar bij. Het woord MEGA viel met regelmaat.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Ria Scharn, Marike Muller, Kees Dalmeijer, Mike Man, Kees Huyser, Anthony Kolder, Arjen Lobach, Jos Mol, Adrie de Koning, Otto Meyer, Harry Snijder, Hans van Efferen,
Met de camera op pad...
Een vroege foto van een drukke gracht. Het zal u verbazen dat nagenoeg alle huizen er anderhalve eeuw later nog net zo bijstaan. Het tweede huis van rechts heeft weer een passende bouwhoogte gekregen. Houdt u zich vast aan de zichtbare onderbreking van de huizenrij aan de rechterkant van de foto.
Wij animeerden u om conclusies te trekken aan de hand van de kleding, bijvoorbeeld dat dit recenter is dan uit de tijd van het begin van de fotografie. Deze opname zal omstreeks 1927 gemaakt zijn tijdens de grote sanering van Uilenburg. Hier worden huizen in de Batavierstraat afgebroken. De (pak)huizen in de achtergrond zouden aan de Oudeschans kunnen staan en de huizen links aan de Houtkopersburgwal. Zouden kunnen... stellen we. Er is geen controle mogelijk, tenzij u die ontdekt.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harry Snijder, Marike Muller, Hans van Efferen, Mike Man, Jos Mol,
Fotoquiz: Zoekt en gij zult vinden...
Twee weken kreeg u tekeningen voorgeschoteld maar deze week halen we dat in door meteen twee foto's te plaatsen. Wel van dezelfde panden..., dat dan weer wel. De fotograaf bedoelde natuurlijk het middelste pand dat verbouwd werd. Een typisch geval van ervoor en erna..., alleen steken wij niet de hand in het vuur welke kant nu de verbouwde is.
1. Wat is/was het adres van het middelste pand?
Het aardige pand rechts viel ten offer aan de nieuwbouw van een hotel.
2. Welk hotel?
Het hotel èn het middelste pand moesten het later afleggen tegen een glazen blokkendoos met winkelparadijs. Maar het linkerpand staat er vandaag nog. Het ziet er nu niet helemaal hetzelfde uit. En dan bedoelen wij niet de onderpui.
3. Wat is de opvallendste verbouwing aan het linkerpand?
Dat had Isa van Eeghen deugd gedaan dat deze brug naar haar vernoemd zou worden. Alleen is brug #30 vandaag nauwelijks nog als brug te herkennen, zó breed als die geworden is. Dat komt omdat het zijstraatje dat op de brug uitkomt Vijzelstraat heet die vanaf 1917 stukje bij beetje verbreed werd. Het stuk Singel-Herengracht als eerste en Herengracht 517-hoek Vijzelstraat was toen meteen aan de beurt. Links daarvan, achter de bomen verscholen staat ook het dubbele woonhuis Herengracht 509-511 van de familie Six dat eveneens afgebroken werd. Ervoor terug kregen we hotel Atalanta.
Afb: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Jos Mol, Ria Scharn, Mike Man,
Hulp gevraagd... maar niet helemaal gekregen
Dat GT op de petten heeft u als Gemeente Telefoon geïnterpreteerd en dat klopt natuurlijk prima met de monteurs die aan (telefoon-) leidingen bezig zijn. Eentje houdt zelfs een telefoontoestel omhoog. Met wat fantasie zien we tussen de letters op de petten de drie Andreaskruisen. De eerste telefoons (49 aansluitingen) kwamen in 1881 van een particuliere aanbieder (Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij (NBTM) maar in 1895 nam de Gemeente zelf de exploitatie in handen.
De foto komt uit de collectie Zeger Gulden, die tot 1908 in dienst van de Gemeente Telefoon werkte, 't laatst als hoofdinspecteur.
De vraag blijft dus nog even open.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Hulp kwam niet
en dan toch nog...
...de oplossing van deze tekening. Paul Graalman vond de oplossing toch door het juiste telefoonboek (Gele Gids) op zoek naar avondwinkels. Hij vond er een in de Korte Koningsstraat 7 en bij controle bleken de gevels te kloppen. Op deze foto ziet u zelfs de Heineken-reclame met de tekst 'Avondverkoop' er onder. Opgelost dus!
Afb: Stadsarchief Amsterdam
redactioneel
Column: Verzetsheldin Jacoba van Tongeren
De laatste jaren is er meer aandacht voor de vrouwen binnen het verzet. Volgens Schwegman komt dat mede doordat ons beeld over het verzet verandert. Net na de oorlog ging de belangstelling vooral uit naar spectaculaire, vaak gewapende verzetsacties. Tegenwoordig is er meer aandacht voor het ongewapende, maar ook gevaarlijke verzorgingswerk, dat gericht was op alles dat kwam kijken bij het verzorgen van onderduikers, van het vervalsen van papieren tot het verkrijgen van levensmiddelen. Wat Schwegman betreft moet het beeld van wat verzet is dus worden bijgesteld. Dat kan door te kijken naar de verzetsvrouwen, zegt ze. Zij waren actief op veel verschillende gebieden waar hun bijdragen van essentieel belang waren. "Zonder bijvoorbeeld koeriersters zou het leeuwendeel van de verzetsactiviteiten niet mogelijk geweest zijn, toch werd hun werk slechts als 'ondersteunend' gezien."
Ze verborgen onderduikers in hun eigen huis, fietsten met wapens en voedselbonnen door het land, beraamden aanslagen en smokkelden Joodse kinderen weg om ze op een veilige plek onder te brengen. En dat alles met gevaar voor eigen leven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen veel vrouwen in verzet tegen de bezetter, maar hun verhalen kwamen na de oorlog lang niet altijd terug in de geschiedenisboeken. Volgens historicus Marjan Schwegman is het moeilijk om te zeggen hoeveel verzetsvrouwen er precies waren, maar zij schat dat zeker een derde van de mensen in het verzet vrouw was."Dat de verhalen van vrouwen onderbelicht bleven, komt mede doordat in de oorlog vanwege de veiligheid zo weinig mogelijk werd opgeschreven", zegt Schwegman. "En daarna wilden veel verzetsleden niet praten over de veelal verdrietige dingen die ze hadden meegemaakt. Daar komt bij dat vrouwen vaak bescheiden waren, ze vonden het vanzelfsprekend dat ze tijdens de oorlog mensen hielpen."
Jacoba van Tongeren was de dochter van Hermannus van Tongeren en Jeanne Holle. Haar leven werd sterk beïnvloed door de opvoeding die zij in haar jonge jaren van haar vader kreeg. Haar vader was als genieofficier van het KNIL verantwoordelijk voor de bouw van spoorwegbruggen op Sumatra, toenmalig Nederlands-Indië. In haar kindertijd woonde zij samen met haar vader in een verplaatsbare ambtswoning voor legerofficieren in het oerwoud. Ze bezocht geen basisschool, maar kreeg onderwijs van haar vader: een 'militaire' opvoeding, die haar de normen en waarden van militairen bijbracht. In 1916 keerde Hermannus van Tongeren met zijn gezin in Nederland terug uit Nederlands-Indië. Jacoba bezocht van 1916 tot 1922 het Gereformeerd Gymnasium in Amsterdam en ging door een moeizame periode van sociale aanpassing, want zij was eerder noch een gezin, noch een school, noch de omgang met leeftijdsgenoten gewend. In de tijd ontstond een goede band met haar oudere broer, verzetsstrijder Herman van Tongeren. Daarna volgde zij een opleiding tot verpleegster in Rotterdam. Deze kon zij niet voltooien omdat zij in 1928 een streptokokkeninfectie kreeg. Zij kuurde zeven jaar in Groenekan en de t.b.c.-lighallen van Amersfoort. Daar leerde zij haar levensgezellin Nel Wateler kennen.
Terug in Amsterdam werkte zij als maatschappelijk werkster voor de Centrale van Werklozenzorg. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog bracht het werk als maatschappelijk werkster bij de Centrale voor Werklozenzorg haar in de positie om door heel Nederland te mogen reizen, ondanks de beperkingen die door de bezetters aan gewone burgers waren opgelegd. Van Tongerens vader was direct aan het begin van de oorlog als Grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden in gevaar, want de vrijmetselarij werd door de bezetters als volksvijandige organisatie gezien. In België, Roemenië en Polen waren de grootmeesters al terechtgesteld. Hermannus van Tongeren liet Jacoba daarom de ledenlijsten en belangrijke maçonnieke documenten in veiligheid brengen op betrouwbare adressen. Van Tongeren fungeerde als koerierster omdat zij als maatschappelijk werkster onbeperkt mocht reizen.
Van Tongeren werd door de oprichters van Vrij Nederland betrokken bij het Nederlandse verzetswerk. Deze jonge mannen zochten via van Tongeren contact met de toenmalige grootmeester van de vrijmetselaars. Hun plan was een spionagegroep op te zetten die het Nederlandse volk zou informeren om tegen de Duitse propaganda te ageren. Eerst was Hermannus van Tongeren terughoudend maar later stelde hij voor het eerste nummer van Vrij Nederland een typemachine en een stencilmachine ter beschikking. Na het verschijnen van dit nummer op 31 augustus 1940 (destijds Koninginnedag) breidde hij zijn ondersteuning uit met niet alleen geld maar ook met de bereidheid de nodige contacten in het vrijmetselaarsnetwerk te leggen. Het hiervoor benodigde reizen werd wederom aan dochter Jacoba toevertrouwd. Hierdoor werd zij bekend met vele maçonnieke broeders, wat in de volgende jaren haar verzetswerk ten goede kwam. Haar vader werd al in oktober 1940 door de Duitsers gearresteerd en kwam in maart 1941 in Sachsenhausen om het leven. In het voorjaar 1941 werden 65 mensen die voor illegale bladen werkten, door de Duitsers opgepakt. Ook de top van Vrij Nederland was daarbij. Als gevolg hiervan verbrak van Tongeren het contact met Vrij Nederland, zodat het contact tussen de vrijmetselarij en Vrij Nederland niet openbaar werd. Nadat in het voorjaar van 1941 de Centrale voor Werklozenzorg door de Duitsers was opgeheven, werden alle daar werkzame maatschappelijk werksters in dienst genomen bij de Bijzondere Kerkelijke Gezinszorg. De kerken namen direct de paraplufunctie op zich voor het maatschappelijk werk. De eerste opdracht van het bestuur aan alle maatschappelijk werksters was dat de Bijzondere Kerkelijke Gezinszorg niet in gevaar mocht komen en dat zij zich niet mochten opzetten tegen de bezetters. Van Tongeren wilde wel illegale hulpaanvragen behartigen. Omwille daarvan werd ze door het bestuur gevraagd alle buiten het maatschappelijk werk liggende gevallen op zich te nemen; met andere woorden het illegale verzetswerk uit te voeren.
Armband Groep 2000
Van Tongeren concentreerde zich op de hulp aan onderduikers, een door de dreiging van de doodstraf heel gevaarlijk werk. Daarvoor zette zij een organisatie op die onderduikers hielp, en leidde deze door de hele oorlog heen. In het begin was het een groep zonder naam, later werd het Groep 2000. Het was een verzetsgroep van 140 leden, die de hele oorlog door tot 4500 onderduikers toe hielp, EHBO-posten verzorgde, voedselbonnen verdeelde en andere verzetsactiviteiten uitvoerde. Het vervoer van voedselbonnen nam van Tongeren regelmatig zelf op zich. Hiervoor had zij een speciaal vest ontwikkeld, waarvan het patroon nog bestaat. Dit vest droeg zij onder haar kleding. Als zij dit vest gevuld met bonnen droeg, leek zij voor een toeschouwer op een zwangere of zwaarlijvige vrouw. Het vervoer van de vele voedselbonnen gaf haar de bijnaam de Bonnenkoningin. Vanaf Dolle Dinsdag vroegen de regering en de Binnenlandse Strijdkrachten om samenwerking van de verzetsgroepen.
H.M. van Randwijk, leider van Vrij Nederland, probeerde de leiding van Groep 2000 op zich te nemen, omdat hij dan via deze groep over voedselbonnen kon beschikken. Van Tongeren trotseerde hem en was voor een gelijkwaardige fusie van Vrij Nederland en Groep 2000, die Van Randwijk niet accepteerde. Uiteindelijk gingen de door Amsterdam verspreidde EHBO-posten en de knokploeg van Groep 2000 over naar Vrij Nederland. Groep 2000 bleef tot aan de bevrijding een zelfstandige verzetsgroep, gericht op de hulp aan onderduikers. Van Tongeren had van haar vader het toepassen van geheime codes geleerd, het onbekend houden van namen en adressen, en vooral het nooit maken van aantekeningen. Zo gebruikte ze gecodeerde correspondentie voor het zoeken en vinden van onderduikadressen. Ze bedacht zelf een cijfercode waarmee de leden van Groep 2000, de onderduikers en alle adressen werden gecodeerd. Alleen zij en nog een andere persoon kenden de sleutel van die code. In maart 1945 viel het complete gecodeerde administratiesysteem van Groep 2000 in handen van de Duitsers, die de gebruikte code niet konden ontcijferen. Hierdoor werden 4500 onderduikers niet gevonden. Aan het eind van de oorlog was van Tongeren verzwakt en ziek. Op 23 juli 1945 bood zij aan prins Bernhard, commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten, een Beknopt Historisch Verslag van de werkzaamheden van Groep 2000 aan.
Op haar gezondheid lettend nam ze een rustperiode van een jaar en werkte vervolgens nog enige tijd als maatschappelijk werkster. Vanaf 1950 was zij chronisch ziek en aan bed gebonden, door de uitputting tijdens de oorlog en doordat de streptokokkeninfectie van de jaren dertig midden jaren veertig was teruggekomen. Medio jaren vijftig verhuisde zij om gezondheidsredenen naar Bergen. Op aandringen van leden van Groep 2000 gaf ze in mei 1965 aan Trouw een interview en beloofde alle informatie rondom de verzetswerkzaamheden van Groep 2000 openbaar te maken. Zij schreef haar memoires in briefvorm aan omroeppastoor Klamer. Ze overleed nog voordat zij haar memoires had kunnen publiceren, hetgeen wel haar doel was. Marjan Schwegman, directeur van het NIOD, zette in een lezing op 21 maart 2015 "Jacoba van Tongeren, Verzetsstrijdster tegen wil en dank" bij de presentatie van Paul van Tongerens biografie over Jacoba, het belang van haar werk en dat van Groep 2000 uiteen.
Voor nog meer informatie: https://jacobavantongeren.nl/ waar ook de meeste afbeeldingen vandaan komen
Nota Bene
`Mijn moeder (ook een beetje een verzetsheldin!) reed ook zo rond met wapentuig. Mijn oudste broer (geb. 1943) lag er dan bovenop. Mijn moeder maakte zich dan, al lopend met kinderwagen en wapentuig wél zorgen omdat haar kindje zó hóóg in de wagen lag en dat zoiets dan argwaan zou kunnen oproepen!'
Goede oplossers waren: Kees Huyser, Jos Mol, Hans Olthof, Hans van Efferen, Anneke Huijser en Adrie de Koning.
Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam tenzij anders aangegeven
Achter de voordeur...
Dit is een bekend beeld op de Herengracht, de Cromhouthuizen op nrs. 364-370. En u dacht vast dat ze twee aan twee hetzelfde
waren, maar elk huis is verschillend. Als u onderstaande plattegrond even bestudeert, ziet u dat van elke soort er eentje zich aan de tuinzijde om een buurhuis wikkelt. Nr. 368 heeft bijvoorbeeld helemaal geen tuin omdat de feestzaal van 366 er zich achter bevindt. In de loop der jaren is nr. 362 gekocht en met 364 samengevoegd, dat nu geen eigen ingang meer heeft. Door het feit dat de bouw van de vier huizen voor één opdrachtgever plaatsvond maakt dat - ondanks latere splitsingen - de vier huizen innig verweven zijn. Met een gezamenlijke tuin die bijna een park was. Aan die achterzijde vinden we ook één doorgaande gevel, alhoewel het Bijbels Museum die van 366-368 flink verbouwd heeft. In de YouTube-film krijgt u een indruk, alhoewel die vooral om het voormalig Bijbels Museum draait.
Uit de plattegrond blijkt dat nr. 366 het voornaamste huis is en verreweg het grootst.
De katholieke koopman Hendrik Bartholdsz Cromhout, Cromholt of Cromhault - zoon van twaalfvoudig burgemeester Barthold Cromhout - bleef net zolang grondstukken in de Derde Uitleg kopen en van andere kopers overnemen
tot hij vier erven naast elkaar aan de Herengracht had en nog een erf aan de Keizersgracht voor een achteruitgang. Zijn zoon en erfgenaam Hendrik gaf in 1660 architect Philips Vingboons opdracht voor de bouw van de vier huizen. Meester-timmerman Dirck Ysachsz kreeg een puntkop van het echtpaar Cromhout door de constante stroom van wijzigingen die hij moest verwerken. Naar zeggen heeft de bouw Cromhout ƒ50.000 gekost. Maar hij had dan ook wat! Dit is de fraaiste en stilistisch meest geslaagde rij Classicistische halsgevels van de stad en een voorbeeld voor alle andere.
Wij besparen u de eindeloze reeks opvolgende bewoners, splitsingen en weer samenvoegingen, gebouwde en weer afgestoten poorten en koetshuizen aan de Keizersgracht en de vele inwendige verbouwingen. Nr. 366 werd in 1887 door bewoonster Debora van Eeghen aan het Nederlandsch Bijbelgenootschap verkocht dat zich in dit huis vestigde. Dat genootschap wist in 1904 ook nr. 368 te verwerven en met nr. 366 te verenigen. Restauraties volgden, van de plafondschilderingen van Jacob de Wit (1939), de grote zaal (1964) en een algehele gebouw-restauratie (1966). In 1975 werd in de huizen 366-368 het Bijbels Museum van Oudheden ingericht en verdween het genootschap met zijn kantoren naar Haarlem. In 2017 werd de subsidie voor het museum stopgezet en in 2019 besloot men de collectie onder te brengen in het Catharijnenconvent in Utrecht en enkele andere musea in het land. Het Bijbels Museum is in juni 2020 gesloten en de huizen zijn verkocht aan Stadsherstel. Het ligt in de bedoeling dat de museumfunctie van deze Cromhouthuizen in stand blijft. Hieronder ziet u twee startschermen van YouTube-films over huizen, tuin en museum.
De afbeeldingen komen de site Amsterdam Monumentenstad (Walther Schoonenberg), tenzij anders vermeld
YouTube: Amsterdam in de sneeuw
Een 11 minuten durende minidocumentaire over dit museum over de Amsterdamse School, gemaakt voor AT5
Deze week honderd jaar geleden
Donderdag 27 januari 1923 - De Gemeenteraad draagt B&W op om een crisisbijdrage uit 's Rijks kas aan te vragen voor de bouw en inrichting van een woonschool op Zeeburg voor "ontoelaatbare gezinnen". Het zal er uiteindelijk in 1926 komen en óf en hoeveel het Rijk bijdroeg is ons niet bekend.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Vrijdag 28 januari 1923 - Na jarenlang drammen van Amsterdam wordt vandaag een commissie geïnstalleerd die gaat onderzoeken hoe het Merwedekanaal doorgetrokken kan worden tot de Waal. Vele varianten passeren de revue, zelfs Ir. Lely bemoeit zich er mee. De kaart links is uit de jaren 1929-'30 en geeft een paar voorstellen weer. Uiteindelijk wordt in 1930 gekozen voor de variant Mussert (in rood) (jawel, de Anton Mussert die dan als ingenieur in dienst van Rijkswaterstaat is), in 1931 besluit de Tweede Kamer dat de kanaaluitbreiding er moet komen en in 1938 wordt begonnen met het werk. Dat ligt al snel stil door de oorlog en pas in 1952 was het kanaal helemaal klaar tot de monding in de Waal bij Tiel. Het werd door koningin Juliana op 21 mei officieel geopend. Daarna is er bijna voortdurend aan het kanaal verbeterd en verbreed.
Kaart: Wikipedia
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2023. De keuze 2014 t/m 2022 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.