Dit is de kruising Prinsengracht-Leidsegracht, gezien over de Prinsengracht. Wanneer u niet zeker bent van welke hoofdgracht hier de Leidsegracht kruist, ga dan even met Street View kijken. Het hoekpand staat er nog net zo.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen vanRia Scharn, Anthony Kolder, Kees Huyser, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Kees Dalmeijer, Marike Muller, Jos Mol, Mike Man, Otto Meyer, Han Mannaert, Hans van Efferen, Michael van der Valk,
Fotoquiz 2: Wat? Waar?
Nog een oudje, uit een tijd zonder drones en vliegtuigen, maar toch een vogelvlucht.
Aan het eind van de Oudezijds Achterburgwal is nog steeds het Gasthuispoortje te vinden. Of hier een adres aan te plakken is, blijkt omstreden en gelukkig vroegen wij daar niet naar. Wij tippen overigens op nr.233. Het poortje gaf heel lang terug toegang tot het Binnengasthuis (ook wel Sint Pietersgasthuis) en kwam uit op een binnenplaats als op de tekening van J.M.A.Rieke hieronder. Dat was lang voordat de ingang werd verplaatst naar een brug over de Grimburgwal die naast het nieuwe Vrouwenverband uitkwam.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Afb: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Adrie de Koning, Kees Dalmeijer, Anthony Kolder, Ria Scharn, Anneke Huijser, Jos Mol, Arjen Lobach, Marike Muller, Mike Man, Nils Wernars, Otto Meyer, Han Mannaert, Peter Waagen, Hans van Efferen, Michael van der Valk,
Dit is de Herengracht t.p.v. de knik bij de Driekoningenstraat met in de verte het begin van de Leliegracht. Omdat het huis met de halsgevel er vandaag nog net zo bijstaat was het huisnummer 156 niet moeilijk te vinden. Maar dan! Wie kocht het in 1970? Wanneer u de reeks beroepsgroepen kopieerde en daarmee op internet zocht kreeg waarschijnlijk als eerste hit de biografie van actrice en journaliste Lily van den Bergh met het hele verhaal hoe zij dit pand veranderde in een woongemeenschap voor zielsverwanten. Ook het boek '400 Jaar Herengracht' hielp in de goede richting. Diverse deelnemers namen niet de moeite de tweede vraag te beantwoorden en die konden we dan ook niet vermelden.
Foto: Stadsarchief Amsterdam -
Foto hieronder: Street View
Goede (en complete) oplossingen kwamen van Ria Scharn, Arjen Lobach, Kees Dalmeijer, Anneke Huijser, Marike Muller, Mike Man, Jos Mol, Peter Waagen, Adrie de Koning, Michael van der Valk,
Fotoquiz 4: Zoektocht
Het kan best dat u deze foto al eens eerder hier gezien heeft. Deze keer hebben wij een batterij vragen betreffende de vier huizen op deze foto. Te beginnen van rechts: het huis werd in de 17e eeuw gebouwd maar kreeg in de 19e een nieuwe gevel. De oude gevelsteen werd in de top opnieuw ingemetseld.
1. Wat staat er op de gevelsteen?
Het tweede huis van rechts is wel nog origineel; dat bewijst een jaartalsteen in de achtergevel.
2. Welk jaartal staat er op die steen?
Het derde en vierde huis zijn onder één architectuur gebouwd en hadden een koetshuis in de achterliggende straat.
Dat deze 'wintertuin' (we vermeden angstvallig dit woord) achter het café van Roetemeijer in de Amstelstraat stond, kon u snel vinden. Maar wat gebeurde er daarna mee? Wij hebben daar uitvoerig over bericht in 2021, week 12. Dit schreven wij toen over Gebouw Plancius in de Plantage Kerklaan:
De concertzaal met zo'n 1000 zitplaatsen bevindt zich op de eerste verdieping. Toen Roetemeijer in de Amstelstraat Panopticum werd, nam Plancius in 1881 de wintertuin over en bouwde die in de tuin op. Die was pas vijf jaar oud en werd ook in Plancius een publiekstrekker. De ontwerper van de wintertuin, Yme Bijvoets, komt ook naar de Plantage om die opnieuw op te bouwen. Deze aanbouw gaat gepaard met een ingrijpende verbouwing die in 1888 pas afgerond wordt.
Dat de gebruikers niet altijd van Joodse komaf zijn bewijst het optreden van Abraham Kuijper die hier in 1886 zijn Doleanten toespreekt. Toch wordt Plancius in die jaren op hoogtijdagen ook als synagoge gebruikt.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anneke Huijser, Marike Muller, Mike Man, Otto Meyer, Peter Waagen, Hans van Efferen, Arjen Lobach,
Hulp gevraagd...
Carol de Vries vond ruim 400 foto's uit de "collectie Jacob Olie". Het is bekend dat hij ook foto's van andere fotografen verzamelde, dus het is allerminst zeker dat hij die foto's zelf maakte. Een groot aantal is gesneden koek, maar enkele foto's vragen toch om een betere beschrijving..., zoals deze. Heeft u de spoorlijn gezien aan de overkant van het water?
U kunt de foto klikken voor een afbeelding op de hoogste resolutie.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Hulp gevraagd... en gekregen
Paul Graalman vond een serie foto's waar deze brug ook op voorkomt. Het was een spoorbrug voor de stoomtram van de NHTM, ook wel de Waterlandsetram genoemd. De brug lag over de ringsloot van de drooggemaakte Buikslotermeer. De tram reed vanaf het tramstation in Noord via deze brug door de Buikslotermeer naar Broek in Waterland. De man en het kind staan op de Meerdijk en bij de brug wordt de naam Meerweg. Diezelfde weg in z'n geheel heet nu Buiksloterdijk.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Voordat het tramspoor
over de ringsloot de Buikslotermeer inreed, was een talud opgeworpen (4). De huizen links achter de brug op de foto staan aan het Luttgepad (info HCAN; genoemd naar de aannemer die het rijtje huizen bouwde) en dat was door een sloot gescheiden van het talud.
Deze situatie ging eerst door de aanleg van de Leeuwarderweg op de schop en werd later door de Nieuwe Leeuwarderweg helemaal van de kaart geveegd.
Kaart Buiksloot 1930 (de cijfers betreffen huizen zoals aangegeven door amsterdamnoord.com
Op de foto hieronder (HCAN; Buiksloterdijk, waar de tram tussen de huizen door naar de brug reed. Nr.5 is het huis achter de bomen
waar kaartjes voor de tram gekocht konden worden.
Hulp kwam van Paul Graalman,
en dan nog even over...
...het Slodt van Egmondt, de gevelsteen in het pand dat Jacob Olie vanuit een raam van de eerste ambachtsschool fotografeerde. Gevraagd werd naar het hoe en waarom van de gevelsteen. Er is nooit een relatie tussen huis en het kasteel in Egmond aan den Hoef vastgesteld. U mag dit meer als patriottisme zien van de eigenaar, die dit huis ±1615 door Hendrick de Keyser liet bouwen. We waren toen nog volop verwikkeld in de Tachtigjarige Oorlog en de vernietiging in 1574 van het kasteel (door Dirk Sonoy i.o.v. Willem van Oranje) mag gezien worden als een keerpunt in de Opstand: "bij Alkmaar begint de Victorie!" Vergeet ook niet het tegeltableau in Hoorn van de Slag op de Zuiderzee.
Er zijn meer gevelstenen in Amsterdam met namen en afbeeldingen van vestingsteden uit de Opstand: Wesel, Maastricht,
's Hertogenbosch en vast nog een paar.
Foto: VVGA - Onder: Schilderij Van der Heck 1638 (Rijksmuseum)
REDACTIONEEL
Het Amsterdam van Herman Misset -4
Als intermezzo een actie van Herman Misset waarbij hij een ploeg hondenvangers volgde op een nachtelijke tocht door de stad. Hij deed op zijn eigen manier uitvoerig verslag van zijn bevindingen, wat meteen een aanklacht inhield tegen de barbaarse manier waarop met het probleem van zwerfhonden destijds oploste.
De hondenmeppers
In 1903 werd de ex-militair H. C. Hordijk de nieuwe hoofdcommissaris van politie in Amsterdam. Zijn bijnaam was ‘Stalen Bart’ en hij maakte die reputatie aardig waar. Herman Misset was dan ook op z’n minst verbaasd toen hij mei 1906 een gunstige beslissing kreeg op een verzoek om ‘mee te mogen lopen’ met een speciale afdeling van de politie: de hondenbewaarplaats en de hondenkar. M.G.Emeis Jr. bericht:
“...De tekenaar was van plan een verzamelprent (wij zouden zeggen: strip) te tekenen over het ‘opvangen, bewaren en afmaken van honden’. De prent begon met het destijds populaire ‘Lied op de Hondenbelasting’... In de nacht van maandag 14 op dinsdag 15 mei (niet april, zoals Misset per abuis op zijn prent zette) vervoegde de tekenaar zich om twee uur bij een poortje aan de Lauriergracht, waar behalve het huisnummer 116 te lezen viel: ’Commissariaat van afmonstering. Dienstneming bij de Koloniale Reserve’. In dit Militaire Logement, dat mede als stalling van een gemeentelijke hondenkar fungeerde, werd Misset opgewacht door een politieagent en twee hondenvangers, de heren Schiele en Muller. Om kwart over twee ging men op stap. In de stromende regen koerste het mannenkwartet over de Dam de Warmoesstraat in. Het was zulk hondeweer dat geen hond zich liet zien. Via Sint Annenstraat en Sint Annendwarsstraat bereikte men de Trompetterssteeg. De route was, naar Misset spoedig bleek, door zijn metgezellen zeer doelbewust gekozen. In de steeg woonde namelijk een van beide hondenvangers en deze was niet onkundig van het feestelijke feit dat juist die avond (en nacht!) bij de buren een zilveren bruiloft werd gevierd. Dus werd de nog lege hondenkar geparkeerd en haastig buurmans uitbundig versierde woonkamer betreden. In Missets woorden: ‘Wij werden hartelijk begroet met “Juffrouw, pas op je hondje. Nemen jullie ‘n stevige cognacgroc met een segaar!” Het bleef natuurlijk niet bij één cognacje en één sigaar. Om nogmaals Misset te citeren: ‘Hebben wij gefeest en rukten zwaar becognact en besigaart om 4.30 in. Met een kater, zonder honden’.
De expeditie moest dus worden herhaald, hetgeen twee nachten later geschiedde. Bij mooi weer rukte men, wederom om 2,15 ure, van het Militaire Logement aan de Lauriergracht uit. Nauwelijks was men op straat of er werd een witte keeshond gesignaleerd. ‘Schiele greep mis’. Een half uur later ontdekte men op de Nieuwendijk een tweede loslopende hond: ‘Vlucht haastig’. Op hetzelfde moment kreeg men hond nummer drie in het vizier: ‘Liet zich door agent aanhalen en ging kalm heen’ - notitie die aan duidelijkheid veel te wensen overlaat. Met de kar trok men de hele Nieuwendijk af. Bij de Singel werd te drie ure een nieuwe greep gedaan, die echter wederom een misgreep werd: Roodbonte straathond mis’. De weinig fortuinlijke hondenvangers, die meer bot dan hond vingen, voerden hun tempo nu aanzienlijk op, met het gevolg dat zij tussen 2.45 en 3.30 al in de Jordaan opereerden. In de Willemsstraat en Lindenstraat kregen zij drie honden te pakken: ‘Boxer, vlug binnen. Jonge grijse Kees, gemoedelijk binnen. Bastaard teakel, allemans vriend, binnen’.
Onderstaande tekening kunt u klikken om hem in de Beeldbank op hoogste resolutie te zien én te lezen.
Meer dan deze drie slachtoffers zou men die nacht niet maken. Om vier uur mislukte een vangpoging op de Noordermarkt: ‘Duitse dog maakt beenen’. Even later stuitte men op een hond die de spreektaal machtig was: ‘Toen hij ons in ’t visier kreeg scheldend weg’.
Aangezien Amsterdams torenklokken inmiddels kwart over vier wezen, werd de hondenjacht gesloten verklaard. De drie gegrepen dieren werden overgebracht naar de hondenbewaarplaats aan de Kostverlorenvaart, niet ver van de Haarlemmerweg. Het verblijf was vermoedelijk verre van tochtvrij, reden waarom tekenaar Misset het sarcastisch als ‘doorluchtig hondenverblijf’ aanduidde.
Afb: Hondenloods aan de Kostverlorenvaart, kort bij de verbrandingsoven waar de kadavers van de gevangen honden verbrand werden
De houten loods, waarin een aantal hondehokken, stond onder toezicht van bewaker Van Dijk. Als de opgepakte dieren zich na de barre rit in de hondenkar veilig achtten in Van Dijks hoede en hokken, was dat geheel ten onrechte. Immes, de loods was meestal het voorportaal van de dood, in casu de verdrinkingsdood. Kwam binnen enkele dagen geen oude of nieuwe eigenaar opdagen, dan werden de honden opnieuw in de hondenkar gestopt en daarna met kar en al het water in gereden. Het drama werd besloten met de verbranding van de kadavers”.
Afb: Hondenkar waarin de honden opgesloten werden en met kar en al via een helling de vaart ingereden werden om te verdrinken
Column: Een lange dag in eigen stad -2 (slot)
Halfzes..., zal ik naar huis gaan? Nee, 's avonds ben ik al zo vaak thuis. In een eetcafé bestel ik het dagmenu. De patates frites zijn redelijk, de spruitjes zijn tot moes gekookt helaas, het vlees wordt waarschijnlijk door de kauwgomfabriek gesponsord.
Een hevige plensregen noodzaakt me ergens te gaan schuilen. Van barbezoek houd ik niet maar me drijfnat laten regenen wil ik ook niet. Ik duw tegen een zware
deur. Op het glas ervan staat PROSTI-bar. Een weeë walm van sigarettenrook omsluit me. Uit een grote versterker schalt 'moderne muziek'. Wie hier vaste klant is zal na enige tijd met geperforeerde trommelvliezen de zaak verlaten.
Aan de bar bestel ik een kop koffie. Achterin zie ik nog een vrije zitruimte. Een geblondeerde jongeman die meer trippelt dan loopt brengt me de koffie. Nu ik de zaak rustig observeer valt me op dat er veel mannen zijn, óf van boven de vijftig óf van even in de twintig. Een paar zeer opgedirkte dames hebben, zittend aan de bar,
uitbundig lol met elkaar.
Een vrouw nadert me. Ze is wel één meter tachtig. Haar indrukwekkende obsceniteit doet mijn hart tot in de uithoeken van mijn lichaam bonzen.
Een grote hand met felrood gelakte nagels wijst. "Zijn deze stoelen vrij?" Een mannenstem. Ik knik. Ze wenkt iemand. Een geheel in zwart leer gestoken man met kort grijs haar nadert. Dit is een bizarre droom. Eéndagsfruitvlieg eet barbezoeker op, denk ik. Aanvankelijk voeren ze een gesprek waarvan ik niets versta. "En weet je wat hij toen zei?" vraagt de leerman met stemverheffing. Hij pakt met lome gebaren een doosje sigaretten en steekt er een op. "Hij zei: Wat verbeeld jij je eigenlijk wel, je hebt geeneens billen!" De vrouwman maakt een sissend geluidje en trekt haar zwarte wenkbrauwen op. "Wat een etterkolerelijer, ik had 'm in elkaar getremd." 't Is alsof al deze drukdoenerige mensen een onoverzichtelijk toneelstuk voor me opvoeren. Niemand spreekt me aan; een duidelijke toeschouwer.
Zo'n dag op stap in eigen stad is een beetje vacantie, vooral als er nog onontgonnen terreinen zijn. Een wereld is 't, de eigen stad.
Frans Pointl
Links:
Frans Pointl was vaste klant bij de Keuken van 1870 Foto: Ad Nuis
Rechts;
Jezus zegent de handel op het Waterloo-plein vanaf het dak van de Mozes & Aaron
Achter de voordeur...
Keizersgracht 695 - het huis De Twee Zeegoden
Dit is een huis dat behalve om zijn interieur ook interessant is om zijn geschiedenis in de Tweede Wereldoorlog. Het huis is in 1984 door Stadsherstel gered van de sloop maar stond jaren in de stutten. De restauratie volgde in 1988.
Het pand werd in 1689 gebouwd door Jan van Lier Gtzn. Voor wie vertelt de geschiedenis niet dus mogelijk voor eigen bewoning.
Eerst even over de buitenkant, waar de bijzondere klauwstukken van deze halsgevel de kenners in verrukking brengt maar ze ook tot op het bot verdeeld
achterlaat. Zoals de naam van het pand al zegt gaat het om twee zeegoden, in dit geval past stroomgoden beter. De een zegt dat het Neptunus en de Amstelgod voorstellen, anderen - waaronder Stadsherstel zelf - houden het op Poseidon en Neptunus, in feite dezelfde god maar Poseidon in de Griekse versie en Neptunus in de Romeinse. Meer eenheid is er over de betekenis van de attributen die beide figuren bij zich hebben: links een zeegod met schepenkroon en zeevaartattributen, rechts een zoetwatergod met een waterrad voor de bevloeiing van akkers.
De top was in 1768 nog getooid met een gekroonde vogel die later vervangen is door een simpele halfronde afsluiting. Het roset rond de hijsbalk is er nog wel, de versiering rond de voordeur is verdwenen. Verantwoordelijk voor deze versiering zou beeldhouwer Anthonie Turck zijn.
Maar het gebeurt binnen! Meteen achter de voordeur is een halletje met een bijzonder
gewelfd stucplafond. Dit soort stucwerk kwam eind 17de eeuw voor het eerst voor en zou dus uit de bouwperiode kunnen stammen. Aan wie het kan worden toegeschreven is niet bekend maar Turck's zuster trouwde de bekende stucwerker Ignatius van Logteren, van wie bekend is dat hij in de bouwperiode met zijn zwager samenwerkte. U kunt meer gewelfde plafonds vinden in de galerij voor de ingang van het Paleis op de Dam.
En dan nu wat dit huis echt bijzonder maakt. Het speelde een rol in het Verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Allereerst doordat bijvoorbeeld de groep rond Walraven van Hall, de financier van het verzet, hier vergaderde. En in praktische zin omdat
Ben Bromet in het souterrain van het pand een verbandstoffengroothandel opzette, als dekmantel voor de levering van dit soort producten (bijv. maandverband) aan onderduikers. Ben Bromet was de vader van documentairemaker en cineast Frans Bromet en Frans heeft over dit huis een (wel erg lange) documentaire gemaakt waar u hieronder een link naar vindt.
Foto: Keizersgracht 695 net na de oorlog (Stadsarchief Amsterdam)
Woensdag 23 februari 1923 - De Gemeenteraad keurt het plan van B&W goed om een lening af te sluiten over ƒ15 miljoen. De dag daarop keuren ze meteen de aankoop goed van 100 houten noodwoningen. Waar ze die willen plaatsen horen we later wel. In de geannexeerde gebieden zijn nog steeds woningen tekort en er liggen plannen klaar die alleen nog op geld wachten. Je kunt je wel afvragen waarom in 1922 het Amsteldorp (foto) met soortgelijke noodwoningen is afgebroken.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2023. De keuze 2014 t/m 2022 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.