weekblad-logo

week 12-2021

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anthony Kolder. De nieuwe opgave komt dan ook van hem.

De vraag is:

Welke straat is dit?

Gevelsteen gezien?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Deze foto moest blijkbaar 'indalen'. We kregen enkele correcties op eerdere suggesties nadat gebleken was dat die niet konden kloppen. De fotograaf stond op het Muntplein en keek de verbrede Vijzelstraat in. Het huis rechts van de nieuwbouw is het Huis Huydecoper Singel 548. De onderstaande foto, die iets vroeger gemaakt werd, verklaart de situatie beter. Vergelijk de driehoekige bogen van de overdekte loopstraat die onderdeel vormden van Grand Hotel Centraal dat na een directiewisseling Carlton Hotel ging heten.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anthony Kolder, Ria Scharn, Otto Meyer, Peter Waagen, Anneke Huijser, Maaike de Graaf, Kees Huyser, Emmanuel Zegeling, Dante Metz, Adrie de Koning, Simon Claessen, Jos Mol, Kees Valentijn, Nils Wernars, Hans van Noort, Arjen Lobach, Robert Raat, Harald Advokaat, Hans Goedhart, Harry Snijder, Alexander Z., Mike Man, Aschwin Merks, Ton Brosse,

Fotoquiz: Gerard's keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie buiten de Singelgracht.

Dit was de tweede keus van Gerard Koppers voor de opgave van twee weken terug. Die kon niet omdat het onderwerp buiten de Singelgracht is. De vragen zijn:

Welk water is dit?
Welk gebouw staat rechts van de ophaalbrug? (nu verdwenen)

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Paul's keuze

Dit is de bouwput van de Nederlandsche Handels Maatschappij (NHM) in de Vijzelstraat.
We kijken dus de tuinen in achter de huizen aan links de Keizersgracht en rechts de Herengracht. In de Beeldbank staat dat de foto rond 1910 gemaakt is maar dat kan niet kloppen. De enkelzijdige sloop van de Vijzelstraat begon pas in 1917 bij de Munt en de bouw van de NHM was in 1921-'26.

Lees over de Vijzelstraat.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Otto Meyer, Arjen Lobach, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Ria Scharn, Robert Raat, Nils Wernars, Kees Valentijn, Harald Advokaat, Hans Goedhart, Mike Man, Harry Snijder, Adrie de Koning, Jos Mol, Ton Brosse,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Wat aan deze vroege foto verontrustend is? De mannen die onder die theekoepel aan het werk zijn. Dat beloofd niet veel goeds voor dit stadsbeeld. De vragen zijn:

Waar is dit?
Welke molen is dit?
De theekoepel hoort bij een uitspanning. Welke?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Dat gebouw in de verte hielp bij het oplossen van deze foto: het Maupoleum ofwel Burgemeester Tellegenhuis. Dan nog even zoeken van waar uit dat gebouw onder die hoek te zien was. Het bleek de achterkant van het gebouw aan de Houtkopersburgwal te zijn en we staan dus in de Korte Dijkstraat aan de overkant van de Oudeschans.
Zo..., ook weer opgelost!

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Jos Mol, Peter Waagen, Kees Huyser, Maaike de Graaf, Mike Man, Emmanuel Zegeling, Ria Scharn, Otto Meyer, Robert Raat, Kees Valentijn, Harald Advokaat, Anthony Kolder, Bob Bommellaan, Harry Snijder, Annabelle Parker, Herman Schim van der Loeff, Lyn Erisman, Nils Wernars, Aschwin Merks, Hans Olthof, Ton Brosse,

Met de camera op pad...

Vertelden we vorige week niet dat we van afwisseling houden? Vandaag een foto die u vandaag precies eender kunt maken.

De vraag is:

Op welk gebouw staat dit torentje/luchtrooster?

Oplossingen graag via deze link

Foto: © Pieter Klein

Foto van vorige week

 

Een heel wazige Muiderpoort kon niet verhinderen dat deze straatweg herkend werd als de Plantage Middenlaan. Het lijkt sterk op een gedempte gracht maar dat is het toch echt nooit geweest.

 

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Maaike de Graaf, Arjen Lobach, Kees Huyser, Ria Scharn, Robert Raat, Kees Valentijn, Adrie de Koning, Hans Goedhart, Harry Snijder, Gerard Beerman, Herman Schim van der Loeff, Mike Man, Jos Mol, Aschwin Merks, Nils Wernars, Ton Brosse,

YouTube: Raamplein een halve eeuw geleden

 

Een filmpje over het Raamplein en omgeving rond 1970. Daar zag het uit alsof er twee, drie eeuwen niets veranderd was.

Klik hier of de afbeelding om de film te kijken

 

 

 

Foto onder: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd...

Aangemoedigd door de resultaten van de zoektocht naar de gevelsteen van Hans 't Mannetje (met de parkiet) vraagt Hans Olthof ook uw hulp bij de zoektocht naar vier andere stenen met de omschrijving:

Nr. 60 "Potpourri" mogelijk in Dronten of omgeving Dronten ?
Nr. 85 Licht en Duisternis . Deze steen is geplaatst geweest in gebouw Leeuwenburgh op de Weesperzijde achter het Amstelstation in Amsterdam . Bij een verbouwing is de steen uit de muur gehaald, maar waar deze zich nu bevindt is de grote vraag. 
Nr. 121 "Eeuw wende " een afbeelding van een wenteltrap met de letters MM mogelijk Diemen?
Nr. 143 "Dit is een ding " een omheining van gevlochten takken met een hekje.

Wanneer u de verblijfplaats van een of meer stenen weet, laat het Hans weten via deze link

redactioneel

Radiaalstraten

Bij elke stadsuitbreiding werd er nadruk op gelegd de bestaande uitvalswegen verder door te trekken of nieuwe aan te leggen. In de Vierde Uitleg werd er een hele wetenschap van gemaakt en daar danken we nu nog steeds belangrijke winkelstraten en/of uitvalsstraten naar de buitenwijken aan: Leidse-, Vijzel-, Utrechtse- en Weesperstraat. We mogen niet over een 'masterplan' spreken als het over de Vierde Uitleg gaat, maar dat een en ander goed doordacht was staat wel vast. De enige kink in de kabel ontstond als de bodem van de schatkist te snel in zicht kwam of als er weer eens een oorlog uitbrak.
Dat de grachtengordel alleen bedoeld was voor wonen hebben we vaak genoeg belicht. Geen fabrieken, werkplaatsen, gangen en sloppen mochten het woongenot in de weg staan. Dat leverde prachtige woongebieden op, in luxe naar buiten afnemend. Aan de Prinsengracht was het makkelijker om bedrijven te vestigen of pakhuizen te bouwen, in de Gouden Bocht was dat ondenkbaar.
De rechthoekige woonblokken werden regelmatig onderbroken door zijstraten waar winkels en werkplaatsen voor de eerste en tweede levensbehoeften zorgden. Enkele daarvan werden breder uitgelegd om als radiaalstraat de binnenstad met de stadspoorten te verbinden. We noemden ze daarnet al...

Foto: Leidsestraat rond 1875

Om de drempel voor vestiging zo laag mogelijk te houden waren de percelen smal en ondiep gehouden en geen enkel zal meer dan ƒ1000 gekost hebben terwijl ze om de hoek meer dan ƒ2500 opbrachten. Onderstaand een uitgiftekaart van de Leidsestraat (Koningsplein rechts, Leidseplein links). Soms werd er van de percelering afgeweken door het front van het hoekhuis aan de gracht te creëren zodat men sjiek aan de gracht woonde... en werkte. Van de hele uitbreiding werden deze straten als eerste gerooid. Uit geldgebrek bij de thesaurier bleven er oude polderhuisjes schots en scheef in het gerooide gebied staan en in de Leidsestraat stond tot 1668 middenin nog een molen te wachten op verplaatsing.
Op de foto hierboven is in de Leidsestraat een hele serie woon-/werk-/pakhuizen te zien. Hoe anders nog dan het huidige winkellandschap met alleen kleding, afgewisseld met horeca. Hier werd gewerkt...

Foto: Vijzelstraat rond 1865

Het lag in de bedoeling dat de radiaalstraten in 1663 begaanbaar zouden zijn, maar de thesauriers stelden keer op keer de onteigeningen en gedwongen sloop uit. Handige stadgenoten kochten de voor afbraak bestemde huisjes op en verhuurden ze zolang het kon. Nog handiger kompanen verplaatsten houten huisjes tot ze op de rooilijn van de nieuwe straten stonden en mochten nog langer blijven staan. Het werd 1669 voor alle oude polderbebouwing verdwenen was. Mensen die er bij de stad op aandrongen dat hun bezit door de stad opgekocht/onteigend zou worden, kregen nul op het rekest. Het Stadsfabriekambt kreeg het consigne te wachten met verdere sloop. De stad hanteerde bij conflicten de uit 1613 stammende keuren op het verbod op buitentimmeren, precies zoals het ze uitkwam. Huizen die bewijsbaar voor 1613 gebouwd waren hadden recht op compensatie, de rest had geen enkel recht op vergoeding.

De gemiddelde diepte van de percelen aan de radiaalstraten was een kleine 20 meter waarvan de helft onbebouwd diende te blijven. De breedte was standaard 22 voet (6,25m). Foto's uit de tweede helft van de 19de eeuw bewijzen dat zelfs toen nog de gemiddelde bouwhoogte twee verdiepingen telde. Intussen woonden en werkten de meest ondernemende Amsterdammers, die hier een perceel hadden gekocht, in een bouwput zonder verharde straat en dat waren ze snel zat! Zij moesten tot ongeveer 1670 wachten voordat er van een redelijke begaanbare straat sprake was. Dat was maar goed ook want in het rampjaar 1672 viel de totale werkzaamheden opnieuw stil.

Foto: Utrechtsestraat rond 1885

De Weesperstraat was een drama apart. Toen de uitbreiding ten oosten van de Amstel aan de beurt was, raakte de Republiek verwikkeld in een serie oorlogen en conflicten die door de ambitieuze stadhouder Willem III flink aangewakkerd werden. De animo om percelen in die uitbreiding te kopen daalde tot een minimum en al snel was alleen de Weesperstraat enigszins bebouwd en lag de rest van de uitbreiding er braak bij. Het Stadsfabrieksambt ging alleen aan het werk als er percelen gevraagd werden en de vraag stokte omdat het gebied een puinhoop was. De Weesperstraat had als uitvalsweg naar de nieuwe Weesperpoort nog geluk dat er enig verkeer was. Het had wel tot gevolg dat er niet zozeer gewoond werd als wel bedrijven die het doorgaande verkeer bedienden er een plek zochten. Achter de percelen aan de straat begon de woestenij. Aan de grote stroom migranten, bijvoorbeeld de Joodse vluchtelingen uit Oost-Europa, is het te danken dat deze straat alsnog een levendige werd maar dat was zeker niet de bedoeling geweest van het stadsbestuur...

Foto: Weesperstraat rond 1900

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

Gebouw Plancius - Oefening Baart Kunst

Tegenover Artis staat in de Plantage Kerklaan 61 het gebouw Plancius. De Davidster in het fronton geeft aan dat het van Joodse oorsprong moet zijn en de reliëfs op de gevel met muziekinstrumenten duiden op iets van een concertzaal of een schouwburg. Vandaag biedt het ruimte aan het Verzetsmuseum.
De bouwer of de opdrachtgever bedachten de naam Plancius niet; zo heette de buitenplaats met enorme tuin die hier ooit stond. De bewoner van het buiten was onder de indruk van astronoom, geograaf, cartograaf en bewindvoerder van de VOC Pieter Platevoet die zijn naam latiniseerde tot Plancius. Aannemer Vos tekende ook voor het ontwerp alhoewel hij de hulp inriep van architect Jan Galman (bekend van de utopische brug over het IJ). Opdrachtgever was de NV tot Oprichting en Exploitatie van een Sociëteitsgebouw.
OK. Nu weet u nog niet veel. Die NV werd in het leven geroepen door zangvereniging Oefening Baart Kunst, opgericht in 1854, gelieerd aan en ontstaan uit Joodse diamantwerkers die ook even uit eigen rijen de benodigde financiën bij elkaar brengen. De branche zit net in de "Kaapsche Tijd" en het geld klotst tegen de plinten, geen probleem dus om de benodigde ƒ150.000 bij elkaar te brengen.

De eerste steen wordt op 4 juni 1875 door de voorzitter Benjamin Zeldenrust gelegd en het gebouw opent de deuren op 24 mei 1876.
Delen die vandaag aan de gevel missen onderstrepen nog eens wie de hoofdgebruiker van het gebouw is: Liedertafel Oefening Baart Kunst en die tekst staat boven de eerste verdieping. Op het dak, op het hoogste punt staat een lier zoals u van het Concertgebouw wel kent.
De zangvereniging heeft dan wel de voorrang maar de zalen worden ook verhuurd als er niet gezongen wordt. De exploitatie wordt daartoe uitbesteed aan de pachters Boekhout & Pedroli. Die maken reclame dat de gelegenheid te huur is voor bruiloften, partijen, concerten, soirees, vergaderingen of anderszins. Daarnaast wordt café en tuin aanbevolen voor elk "fatsoenlijk publiek".

De concertzaal met zo'n 1000 zitplaatsen bevindt zich op de eerste verdieping. Toen Roetemeijer in de Amstelstraat Panopticum werd nam Plancius in 1881 de wintertuin over en bouwde die in de tuin op. Die was pas vijf jaar oud en werd ook in Plancius een publiekstrekker. De ontwerper van de wintertuin, Yme Bijvoets, komt ook naar de Plantage om die opnieuw op te bouwen. Deze aanbouw gaat gepaard met een ingrijpende verbouwing die in 1888 pas afgerond wordt.
Dat de gebruikers niet altijd van Joodse komaf zijn bewijst het optreden van Abraham Kuijper die hier in 1886 zijn Doleanten toespreekt. Toch wordt Plancius in die jaren op hoogtijdagen ook als synagoge gebruikt. In 1891 fungeert Plancius tijdelijk als diamantbeurs als hun onderkomen in gebouw Casino gerenoveerd wordt.

Hieronder een foto van 17 april 1913 toen het personeel van Hollandia Kattenburg het tweede 'picknick-feest van het bedrijf vierde; een gevarieerde avond die begon met een blijspel door de toneelclub van het bedrijf

Dat bij de Joden de SDAP populair is, blijkt uit de vele vergaderingen, verkiezings- en protestmeetings die in Plancius georganiseerd worden. Hier spreken o.a. Domela Nieuwenhuis (foto), Frank van der Goes, Samuel van Houten, Wilhelmina Drucker en op ANDB-vergaderingen Henri Polak en Jan van Zutphen. Troelstra pleegt hier zijn jaarlijkse kersttoespraak te houden en een grote triomf wordt hier op 31 januari 1903 gevierd als de regering de eisen van van de spoorwegstakers inwilligt. Vijftienhonderd man zijn aanwezig.
Het loopt ook wel eens uit de hand op zo'n protestvergadering. Er waren meer socialistische groeperingen actief en die verstoren een vergadering wel eens. Zo gebeurt op 27 februari 1908 bij een toespraak van Vliegen. Na afloop trekt een groep 'vrijen' en anarchisten in optocht naar de Dam. Onderweg komt het tot een confrontatie met de politie en een der anarchisten wordt gearresteerd.

November 1906 maakt de directie trots bekend dat gebouw Plancius binnenkort elektrisch verlicht zal worden. Dit zou het brandgevaar aanmerkelijk verminderen.
De weldadigheidsvereniging Weldaad en Steun viert in mei 1900 het 12½ jarig bestaan met een feestavond. Bij die gelegenheid worden 46 kinderen geheel nieuw in de kleren gestoken en op de feestavond worden die kleren tentoongesteld.
Uit advertenties van 1909-'13 blijkt dat diverse toneelgezelschappen optredens in Plancius organiseren. Namen die langs komen: "Kunst en Vriendschap", "Onder Ons", "Roobol", "Eendracht en Vooruitgang", enz.
Dansclubs als "Sylvia" (1907) geven er soirees, de Joodse athletiekvereniging "Kracht door Oefening" organiseert in de zomer van 1912 een demonstratie en wedstrijd in en buiten het gebouw en bruiloften en bar mitswa's vinden er altijd wel een zaal(tje) naar hun zin.
Een nieuwe pachter treedt begin 1910 aan en begint met verbouwen en opknappen. 1 Mei moet alles klaar zijn en er wordt bij voorbaat reclame gemaakt dat galadiners ook tot de mogelijkheden behoren.

Foto: tegeltableau ARM 1931 waarin gebouw Plancius een grote rol speelt - bron: Conam

Intussen gaat het slecht met de hoofdgebruiker van Plancius: Oefening Baart Kunst. In 1894 gaat men er toe over het kwijnende gezelschap een injectie te geven door er een gemengd koor van te maken. Zo kan de Liedertafel in 1904 alsnog het gouden jubileum vieren. Met de exploitatie van Plancius gaat het ook niet goed. Men gaat op zoek naar een koper en Henri Polak wordt gepolst of hij van Plancius niet het bondsgebouw van zijn ANDB wil maken. Berlage, die voor een nieuwbouw aangetrokken is, inspecteert Plancius en geeft zijn fiat maar geeft aan dat er zeker voor ƒ30.000 verbouwd zal moeten worden. Het bod van ƒ40.000 van de ANDB is te laag en wordt afgewezen. Koper wordt uiteindelijk in 1913 de Taxi-Auto Mij van J.H.Pimentel. Architect Harry Elte wordt gevraagd een verbouwing uit te voeren; die sloopt het totale binnenwerk waardoor een grote garage ontstaat. De taxi's van Pimentel rijden op benzine en de Eerste Wereldoorlog draait hem de nek om. De ARM, die in de Franschelaan al een garage heeft, neemt Plancius over en verbindt beide garages. In 1949 wordt nog het 40-jarig jubileum van de ATAX in Plancius gevierd. De bovenzalen bestaan nog, al worden die anders gebruikt, bijvoorbeeld als confectieatelier (1955). Beneden wordt de ruimte na 1970 als stalling gebruikt door de Amsterdamse Verkeerspolitie. In de kleine zaaltjes repeteert zowaar nog wel eens een toneelgezelschap. In 1990 is het afgelopen en wordt Plancius aan een antiquair verkocht die het weer aan woningbouwvereniging Zomers Buiten overdoet. Die verbouwt het opnieuw tot horeca- en culturele gelegenheden en appartementen. Een deel van de begane grond wordt in 1999 de nieuwe locatie van het Verzetsmuseum.
Op de foto het gebouw in gebruik bij de ARM

Gebouw Plancius is inmiddels een rijksmonument (#518400) als voorbeeld van 19de-eeuwse 'pleisterarchitectuur'. Wanneer de vleugels (in baksteen) aan Plancius zijn gebouwd is niet duidelijk. Opvallend is het grote verschil in uitvoering maar op de reclamekaart hierboven staan ze reeds aangegeven.

Foto: Brasserie Plancius / Theater.nl

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

Column: Haesje Claesdogter

eeft ze nou wel of niet aan de wieg van het Burgerweeshuis gestaan? Zullen we het ooit zeker weten?
Deze rijkeluisdochter wordt geboren op 8 december 1475, een wonder dat we dat zo precies overgeleverd kregen, maar het is dan ook een zeer voorname familie. Ze is de dochter van Haze en Claes Jacobsz. De laatste overlijdt vóór 1481 want moeders hertrouwt in dat jaar met Jan Rijken die zijn naam eer aandoet en ook geen duit in tweeën hoeft te bijten. Haesje krijgt op het moment dat haar vader overlijdt haar kindsdeel van de erfenis en hoeft zich dan voor de rest van haar leven al geen zorgen meer te maken. En wat doet zo'n jongedame als geld geen rol speelt? Precies..., goede werken verrichten opdat de stoel in de hemel gegarandeerd klaar staat.
Zij en haar zus Gerbricht gaan op zoek naar een levenspartner; Gerbricht trouwt met Pompeius Occo, een Duitse bankier en gaat bij hem in 't Paradijs in de Kalverstraat wonen. Zus Haes kiest - aangemoedigd door dit succes - voor een lid van een andere voorname familie: Claes Jacobsz, huiszittenmeester van de Oude Zijde. Dat deze dezelfde naam draagt als haar vader is eerder verwarrend voor jou dan voor Haesje. Ze trekt bij hem in in zijn huis De Engelen in de Warmoesstraat (148) en haalt Claes over dat huis om te dopen in 't Paradijs, want ze wilde toch niet voor haar zuster onderdoen.
Goede werken..., daar hadden wij het over. Wij weten zeker dat Haesje stichteres is van een Oudemannen- en Vrouwenhuis is. We kennen het tehuis oorspronkelijk als Heilige Sacramentsgasthuis dat achter de bebouwing van de Kalverstraat stond, tegen het grondstuk van het Sint Luciënklooster met de Begijnensloot ertussen. Ik heb een tekening voor jullie meegebracht waarop dat huis gemarkeerd is.
Ik heb me inmiddels op glad ijs begeven; er is meer dan één theorie over het initiatief van Haesje.

Zo zou zij één der initiatiefnemers zijn voor een gesticht aan de andere kant van de Kalverstraat, in de buurt van de Heilige Sacramentskapel, zo rond 1520 en dat tehuis is de basis van het toekomstige Burgerweeshuis. Daarom wordt zij ook wel gezien als stichteres van dàt gesticht. Dat wordt echter door geen enkele akte gestaafd.
En toen stond Isa van Eeghen op en zaaide opnieuw twijfel. Zij, als echte archieftijger, bracht aan het licht dat Haesje enkele voorrechten bezat in het (Burger)weeshuis, dezelfde voorrechten als de weeshuismoeder inzake gebruik van ruimtes in de locatie, bijvoorbeeld voor het organiseren van veilingen. Hoe is dat te rijmen met de aanname dat zij niets van doen had met de stichting?!
En Haesje? We vergeten bij dit alles dat zij pas in haar testament de financiën voor haar gesticht(en) verstrekte. De tekst van dat testament is ook bekend en opnieuw slaat de twijfel toe. Bij testament wordt bepaald dat er een huis moet worden gebouwd voor twaalf arme oude vrouwen naast de kapel van de Heilige Stede. Dus toch? Pas in 1548 wordt dit gesticht uitgebreid om ook mannen en kinderen op te kunnen vangen. De kinderen zitten dan tussen de volwassenen. Niet bepaald een weeshuis.
Haesje Claesdr wordt vóór 1544 begraven in een grafkelder in het Minderbroedersklooster. Die verspelen als katholieke instelling alle krediet door hun deelname aan de Inquisitie en worden in 1578 onmiddellijk de stad uitgegooid en hun klooster afgebroken. Haesjes stoffelijke resten worden in de Nieuwe Kerk herbegraven. In 1545, dus even na Haesjes overlijden, wordt het Oudemannen- en Vrouwenhuis dat tegen het Sint Luciënklooster staat, herbouwd om na de Alteratie aan het Burgerweeshuis overgedragen te worden om het jongensweeshuis te herbergen. En de verbouwing van dat andere gesticht in 1548 past ook wonderwel in die tijdlijn. Een boeiend verhaal met veel vraagtekens...

Links: een portret van Haesje Claesdr. dat niet 'naar het leven' geschilderd kan zijn omdat de schilder in een latere eeuw leefde.
Rechts: detail uit de kaart van Cornelis Anthonisz met in groen het weeshuis ten noorden van de kapel (op de plaats van De Keizerskroon) dat in 1580 verhuist naar het Sint Luciënklooster en in rood het Oudemannenhuis tegen het St.Luciënklooster aan, dat in 1632 het Jongensweeshuis van het Burgerweeshuis wordt. De oude mannen zitten dan al sinds 1601 in de Oudemanhuispoort.

.
Het jaar van overlijden van Haesje is ook weer een vraagteken. Wat betekent "vóór 1544"? Dat is een magisch jaartal, namelijk de uitgiftedatum van de eerste stadskaart van Cornelis Anthonisz. Het gaat waarschijnlijk om de situatie die CA vastlegde met een gebouw dat na de dood van Haesje werd gebouwd... of kon gebouwd worden omdat haar erfenis dat mogelijk maakte. Nu hebben we een vergelijkbare weergave in een schilderij van 1538. Zou het verschil daarop zichtbaar zijn? Speel de video af tot het einde...

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 21 maart 1921 - De Joodse ingenieur, filosoof en politicus Walther Rathenau geeft een lezing in de aula van de Gemeente Universiteit van Amsterdam: "Die hochkapitalistische Epoche". Op dat moment geldt de politicus als links-liberaal maar daar naar toe heeft hij een grillige weg afgelegd. Hij studeerde natuur- en scheikunde en later filisofie. Hij was mede-oprichter van de AEG en adviseerde de regering in de Eerste Wereldoorlog inzake oorlogseconomie. Februari 1922 zou hij minister van Buitenlandse Zaken van de Weimar-republiek worden en in juni 1922 werd hij vermoord door rechts-extremisten vanwege zijn permanente overleg met de Geallieerden.

Foto: Wikipedia

Vrijdag 25 maart 1921 - Na goedkeuring van de Raad op 2 januari 1921 wordt nu een commissie ingesteld die de komst van Gemeentelijke Washuizen moet voorbereiden. Het zal 1924 worden eer wethouder De Miranda op het terrein van de Oostergasfabriek (in het voormalige schaft- en waslokaal) het eerste Gemeentelijk Was- en Badhuis opent. Het washuis komt gelijkvloers en het badhuis erboven.
De roep om washuizen klonk al langer. Jan Pieter Heije, behalve dichter ook huisarts en raadslid, brak in 1853 al een lans voor zulke instellingen die de hygiëne zouden verbeteren. Dit n.a.v. goed functioneren van vergelijkbare initiatieven in Liverpool en Londen. De commissie onder leiding van het SDAP-raadslid Carry Pothuis ging proefdraaien in de leegstaande gebouwen van de elektriciteits-centrale Elektra aan de Haarlemmerweg. Wat ze snel zouden leren, was dat er kundig personeel een oogje in het zeil moest houden bij de bediening van machines (centrifuges, mangels, droogkasten) zodat in de praktijk het personeel dat deel voor z'n rekening nam en de huisvrouwen niet verder dan de droogkast en het opvouwen van het kant-en-klare wasgoed kwamen.
Maar toch! Tot het gemeengoed worden van de eigen wasmachine was dit een uitkomst.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2020 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05
wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave