weekblad-logo

week 06-2021

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Bert Brouwenstijn. De nieuwe opgave komt dan ook van hem.

De vraag is:

Waar is dit?

Ook al is dit een sloopfoto, weet dat er enkele huizen op deze foto nog steeds overeind staan.

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

De Beeldbank schrijft: Singelgracht, gezien naar de Weteringschans kort voor het Leidseplein. Dan zou dit zoiets als de achterkant van Paradiso moeten zijn en dat klopt van geen meter.
Dit is de achterkant van het Natuurkundig laboratorium gezien over de Plantage Muidergracht. Links de huizen aan de Plantage Kerklaan, de voortzetting van de Roetersstraat.

De fotograaf stond op het Scheikundig Laboratorium aan de overkant van de Plantage Muidergracht, daar waar de Nieuwe Prinsengracht erin uitkomt.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Wij hoorden een aantal keren dat de fotograaf wel op het dak van het Sarphatihuis (Nieuwe Werkhuis) moest hebben gestaan. Dat is niet mogelijk omdat dat gebouw bijna op de foto stond. Iets meer naar links en het was in beeld gekomen.

Goede oplossingen kwamen van Bert Brouwenstijn, Robert Raat, Hans Goedhart, Henri Overtoom, Maarten Helle, Harald Advokaat, Mike Man, Jos Mol, Han Mannaert, Otto Meyer, Hans van Efferen, Ton Brosse, Arjen Lobach,

Fotoquiz: Dirk's keuze

De keuzefoto's betreft deze week een locatie buiten de Singelgracht.

Deze foto toont de laatste werkzaamheden aan een nieuwe kerk in Amsterdam. Ze figureerde jaren geleden al een keer in deze quiz, maar dan van de straatzijde gezien.

De vragen zijn:

Welke kerk is/was dit?
Welk water is dit (in de voorgrond)?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Paul's keuze

 

Potgieters eerste rustplaats was de (Nieuwe) Westerbegraafplaats in de Westzaanstraat. Dat nieuwe hoort erbij want de oudste Westerbegraafplaats was op bolwerk Rijkeroord en werd in 1866 buiten gebruik gesteld. Ook dit Nieuwe Westerbegraafplaats zou hier niet eeuwig blijven; in 1894 werd in de IJ-polder een nog nieuwere Nieuwe Westerbegraafplaats geopend, dicht tegen het Noordzeekanaal. Daar perste zich vanaf 1892 de Petroleumhaven tussen en waren ook de dagen van die begraafplaats geteld. Een uitwijk bood de begraafplaats Vredenhof aan de Haarlemmerweg. Kijk op 020apps.nl voor de verdere geschiedenis van de Nieuwe Westerbegraafplaats.
Potgieters graf verhuisde naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats en daar kreeg hij eindelijk rust. In 1956 werd in de nis nog een borstbeeld geplaatst dat door burgemeester d'Ailly ingewijd werd.

Er waren deelnemers die verwacht hadden dat de naam Potgieter verwijderd was. Zo was het wel heel eenvoudig.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Jos Mol, Ria Scharn, Hans Olthof, Fons Baede, Maarten Helle, Maaike de Graaf, Robert Raat, Harry Snijder, Herman Schim van der Loeff, Han Mannaert, Harald Advokaat, Mike Man, Bert Brouwenstijn, Kees Valentijn, Otto Meyer, Dirk Fuite, Ton Brosse, Hans van Efferen, Peter Waagen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

De foto is wat opgeknapt en ouder dan hij nu lijkt. Dat ziet u ook aan de kleding wel af. Er wordt niet gebruik gemaakt van de installaties, er wordt geposeerd! Waar en waarom?

De vragen zijn:

Waar/wat is dit?
Ter gelegenheid waarvan wordt er geposeerd?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Weet u nog, dat verhaal over het verdwenen Hotel Du Passage? Het gebouw uit 1883 staat aan de Prins Hendrikkade tussen Martelaarsgracht en Singel en heet Mercurius. De hoge ingang in het midden was een passage naar de Nieuwendijk. Dat was een dermate tochthol dat enkele jaren later de boel afgesloten werd. Ook de ingang verhuisde naar de linkerkant van het gebouw waar hij vandaag nog is. Velen wisten nog te vertellen dat dit het gebouw was waarin Ronald Jan Heijn zijn Obibio inrichtte.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Dit schreven wij in week 15/ 2018:

In 1883 werd in Amsterdam een wereldtentoonstelling georganiseerd en het stadsbestuur realiseerde zich dat er weinig hotelbedden waren voor het verwachtte internationale bezoek. De gebroeders Ferdinand en Carl Brix lieten zich overtuigen mee te doen aan de race om de welgestelde hotelgast, kochten vier aaneengesloten percelen en bouwden een hotel. En wat voor een hotel; met een heuse passage van Prins Hendrikkade naar de (Korte) Nieuwendijk. Het ging om Prins Hendrikkade 20-21 en Nieuwendijk 25-27. Op een der percelen stond logement Central de Lieth Op een niet recht grondstuk bouwden ze twee hoofdgebouwen voor het hotel en er tussen in een rechte passage van 63 meter lang en drie verdiepingen hoog was. Op de begane grond kwamen 20 winkels van zeer verschillende afmetingen, noodgedwongen door de grillige vorm van het grondstuk met daardoor een kaarsrechte passage. Op de verdiepingen kwamen éénpersoons hotelkamers met uitzicht op de passage; de grotere kamers waren in beide hoofdgebouwen. Het hotel zou Hotel du Passage gaan heten en de passage werd Passage Central gedoopt.

Tekening boven: doorsnede met de wand van de passage
Plattegrond links: begane grond en entresol; beide tekeningen: Stadsarchief Amsterdam

Tijdens de wereldtentoonstelling zullen de broers Brix best goed geboerd hebben, maar voor de jaren erna hadden ze er op gemikt dat de omgeving van het nieuw te bouwen Centraal Station het middelpunt van een zakenkwartier zou worden en de hotelgasten wel zouden blijven komen. Het barre klimaat aan de IJ-oever besliste anders. De passage bleek een tochtig hol te zijn waar je niet voor je plezier verbleef. Ook was de Korte Nieuwendijk nou niet een straat waar de upper-ten kwam flaneren en het betreffende stukje Prins Hendrikkade met zijn enorme bedrijvigheid langs de wal al helemaal niet. Architect Y. Bijvoets kreeg ook nog eens de hoon van vakbroeders over zich uitgestort wegens het samenraapsel van stijlen dooreen, wat ze overigens voor hun eigen producten graag verdedigden als "eclectisch".

Afb: Stadsarchief Amsterdam

De broers zagen zich in 1884 genoodzaakt een peperdure tweede hypotheek af te sluiten om het hoofd boven water te houden. Toen de winkeliers begonnen te muiten over het uitblijven van de voorgespiegelde klandizie was het hek van de dam. In 1886 werd de exploitatiemaatschappij Passage Central geliquideerd en in de veiling op 5 september werd slecht een kwart van het geïnvesteerde bedrag opgehaald.
De nieuwe eigenaars lieten architect A.L.van Gendt het gebouw grondig verbouwen, waarbij de prachtige passage het loodje legde. De ingang naar de passage was ook niet meer nodig en dus werd de voorgevel aan de kade gewijzigd naar zijn huidige vorm, met de ingang aan de kade i.p.v. in de passage. Van de winkels bleven alleen de twee ter weerszijden van de ingang aan de Nieuwendijk gehandhaafd. Het hotel bleef dezelfde naam houden. Het werd uitgebreid met een café en samen met de al bestaande bierkelder bestond het gebouw nu uit louter horeca.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Ook deze onderneming zou niet overleven. Het Victoria Hotel even verderop aan de Prins Hendrikkade lukte 't wel door een veel plezieriger omgeving. In 1890 gooiden ook de nieuwe eigenaren de handdoek in de ring en werd het gebouw opnieuw geveild. En nog was men er niet van overtuigd dat een hotel op deze plek geen bestaansrecht had. Het hotel kreeg nu de naam Hotel de l'Europe.
In 1896 ontdekte men eindelijk dat het over een andere boeg gegooid moest worden en werd het gebouw tot kantoorpand verbouwd. De "handel" zou het wèl lukken, zo hoopte men. Om de god van de handel te bezweren werd in 1896 de exploitatiemaatschappij naar hem vernoemd: Mercurius. Zijn zinken beeld stond al jaren en jaren op het gebouw, nu eindelijk mocht ook het gebouw eronder zo heten.

De naam De l'Europe ging over naar het zojuist flink verbouwde Hotel Rondeel van dezelfde eigenaars. Dit wordt soms als een verhuizing versleten, maar Hotel Rondeel bestond al sinds 1635.

Wat veel deelnemers nog aanstipten was de rol die de gruttersfamilie Heijn in dit gebouw speelde. Na het experiment van het zwarte schaap Ronald-Jan Heijn met zijn Oibibio (1992-'99) volgde Appie in 2009 met een supermarkt op de benedenverdieping (zie Street View van de zijde Nieuwendijk hiernaast).

Wanneer u alles nog eens gedetailleerd wilt nalezen, kan dat via een uitgebreid artikel van Bert Vreeken in Ons Amsterdam, jaargang 37, pp.16-21.
Voor het naspel vanaf 1886 ben ik weer eens geweldig geholpen door Maaike de Graaf die op Delpher tientallen oude kranten doorspitte.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Jos Mol, Ria Scharn, Rob Philip, Ger Theuns, Hans Olthof, Maarten Helle, Robert Raat, Maaike de Graaf, Harry Snijder, Han Mannaert, Harald Advokaat, Dick van der Kroon, Adrie de Koning, Mike Man, Nils Wernars, Bert Brouwenstijn, Kees Valentijn, Otto Meyer, Dirk Fuite, Ton Brosse, Peter Pijst, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Zou deze foto uit een luchtballon gemaakt zijn? Waar zou dit zijn?

Welk water ziet u in de voorgrond?
Van waaruit maakte de fotograaf deze opname?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

Niet zo moeilijk met de Kraamkliniek van het Binnengasthuis (rechts) nog net in beeld. Hier is het Rokin nog helemaal "nat". Na demping in de 30-er jaren verviel de Langebrug en daar staat nu het ruiterbeeld van Wilhelmina. Aan haar voeten is de aanlegsteiger voor de rondvaartboten van Rederij Kooij.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adrie de Koning, Katja Kronenberg, Anneke Huijser, Ria Scharn, Jos Mol, Rob Philip, Nils Wernars, Maarten Helle, Minne Dijkstra, Hans Olthof, Maaike de Graaf, Robert Raat, Fanta Voogd, Harry Snijder, Philip Schmite, Hans Goedhart, Hermen Schim van der Loeff, Nico Prinse, Han Mannaert, Jan Six van Hillegom, Mike Man, Harald Advokaat, Bert Brouwenstijn, Dick van der Kroon, Otto Meyer, Frans Mulkens, Dirk Fuite, Peter Pijst, Ton Brosse, Hans van Efferen,

en dan nog even over...

...Hotel Zeeburg. Anje Belmon houdt niet van vaagheden en stuurde bij haar hulp-mail na de oproep in week 4 deze plattegrond uit een kaart van 1911 genomen. Daarop staat het hotel aangegeven plus de wielerbaan. Geen Makassarplein in de buurt te bekennen! Het hotel is blauw omcirkeld en onder de rode streep ligt het Makassarplein.

Eye Film: Amsterdam in de film

Eye Film heeft een compilatie gemaakt van een vijftal films over Amsterdam. Te beginnen met een promotiefilm voor de Amerikaanse markt, twee films over bezoekjes van de koninklijke familie aan diverse evenementen en 'In en om de haven' in twee delen. Alles in de periode 1914-1927, tijdsduur 53minuten. In het welkomstscherm staat de lengte van elk deel en u kunt altijd de voortgangsbalk een stuk opschuiven.

Klik hier om te kijken en klik dan op "Afspelen"

Ondertussen in Amsterdam

Ondertussen in Amsterdam is een reeks columns van Eric ten Hulsen (foto rechts). In het bijzonder trof ons de aflevering van 21 augustus 2018. Eric loopt aan de hand van Jacobus van Eck (foto links) door diens Amsterdam en hij vertelt Eric onderweg vele bijzonderheden van 'zijn' stad. Dat dit een totaal verschillende is van 'ons' Amsterdam laat zich raden. Als u nieuwsgierig bent naar meer van zijn columns kunt u zich op dezelfde pagina abonneren.

Klik hier om te lezen

redactioneel

Recalcitrant kerkbestuur 

Wij bespraken onlangs enkele onwillige molenaars maar er waren meer partijen die zich niet alles van de stad lieten welgevallen. Het begraven in en buiten de kerken - voor zover binnen de bebouwde kom gelegen – per 1 januari 1866 verboden. Dit was al een maatregel geweest onder het Franse bewind maar na 1813 werd daar niet op gehandhaafd. Tot nu! Nu werd het een kwestie van “wat is binnen de bebouwde kom?” De Nederduits Hervormde Gemeente was van mening dat de schans buiten de bebouwde kom lag en wenste niet te stoppen met begraven op de Westerbegraafplaats op bolwerk Rijkeroord en het Noorderkerkhof op bolwerk Haarlem. Het Noorderkerkhof was oorspronkelijk dat bij de Noorderkerk maar omdat het vol was week men in 1655 uit naar bolwerk Haarlem. De Westerbegraafplaats was oorspronkelijk bij de Westerkerk maar week in datzelfde jaar 1655 uit naar bolwerk Rijkeroord. Het kerkhof bij de Westerkerk was nog niet helemaal vol en tegen betaling van ƒ12 extra kon men ook na 1655 alsnog bij de kerk begraven worden.

Foto: Raampoort met daarnaast voormalig bolwerk Rijkeroord met Westerbegraafplaats

Omdat B&W voet bij stuk hield zocht het kerkbestuur arbitrage bij Provinciale Staten en kreeg gelijk. PS stelde dat beide kerkhoven 35 á 40 meter verwijderd lagen van de eerste aan elkaar gebouwde huizen en derhalve niet in de bebouwde kom lagen. Amsterdam liet het er niet bij zitten en spande een procedure aan omdat het niet langer begraven op deze kerkhoven in de zin van de wet was en dat het niet hygiënisch was. B&W richtte zich direct tot de Koning en kreeg via die weg 12 december 1866 de beslissing van de Kroon, dat de uitspraak van Gedeputeerde Staten in strijd was met de Wet op de begraven van lijken en dat het derhalve verboden was nog langer te begraven op de Schans. Het kerkbestuur had geen keus meer en gaf beide terreinen op 24 november 1875 aan de stad terug, inclusief de graven die er nog waren. De stad had eveneens geen keus dan de graven met rust te laten tot het minimum aantal jaren verstreken was, zoals eveneens in die eerder aangehaalde wet geregeld was. Vooral het bolwerk Haarlem (foto links; waarop het Eerste Marnixplantsoen nu is) dankt daar tot vandaag zijn oorspronkelijke bastionvorm aan omdat het niet opgenomen kon worden in de normalisering van de Singelgracht. Voor de beplanting en kleine opstallen op beide kerkhoven vergoedde de stad ƒ903,15.

Foto: Voormalig bolwerk Haarlem met voormalig Noorderkerkhof

Vooruitlopend op de voorgenomen sluiting van de kerkhoven op de Schans nam de Raad al in 1843 het besluit een nieuw kerkhof buiten de stad aan te leggen. Gekozen werd voor een terrein aan de Spaarndammerdijk, net buiten de Willemspoort. Voor de aankoop van de grond keurde de Raad een krediet van bijna ƒ65.000 goed. De grond was echter nog verhuurd en pas in 1860 kon de begraafplaats geopend worden. Het grondstuk reikte tot aan de stadsvestgracht die tussen 1869 en 1875 vergraven werd tot Westerkanaal. In 1894 werd deze begraafplaats weer gesloten omdat de stad haar 'ingehaald' had. In dat jaar opende aan de Hemweg 122 een nieuwe Westerbegraafplaats.

Tekening: Ingangspartij Nieuwe Westerbegraafplaats aan de Spaarndammerdijk (=Hoogendijk)

Nogal verwarrend is het deze beide laatste begraafplaatsen met "Nieuwe" werden aangeduid, omdat die op bolwerk Rijkeroord ook al Westerbegraafplaats heette. Hieronder een plattegrond van de begraafplaats aan de Spaarndammerdijk (later Spaarndammerstraat). Hier was het waar het graf van Potgieter van de keuzefoto van vorige week te vinden was. Als u onderstaande plattegrond klikt kunt u in de Beeldbank inzoomen om de teksten te lezen.

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Hendrik Taverne, matig tekenaar, wel bijzonder

Hendrik Taverne was een matig kunstenaar die de collectie topografische tekeningen van Amsterdam heeft verrijkt met een aantal ongewone gezichten die niemand anders heeft vastgelegd. Dat had gegronde redenen. Taverne (1737-1807) werd in Haarlem geboren en omdat hij aardig kon tekenen, ging hij in de leer bij behangselschilder Jan Augustini aldaar. Daar kopieerde men (onderdelen van) werken van grote meesters om attractieve behangsels te krijgen. Dat is de basis voor de vele historiserende tekeningen van Taverne en dat geeft ons inzicht in bepaalde delen van de stad die niemand eerder vastgelegd had, simpelweg omdat ze niet meer bestonden. Als we de matige aanleg voor het tekenen op de koop nemen blijken er aan aantal tekeningen van de stad te zijn die unieke kijkjes geven op situaties die best zo geweest zouden kunnen zijn. Met de nodige slagen om de arm zijn we zo een aantal bijzondere tekeningen rijker.

Taverne (zelfportret links) werkte dus in het behangselatelier van Augustini, waar hij hoofdzakelijk landschappen leerde schilderen. In zijn vrije tijd trok hij erop uit om rondom Haarlem naar de natuur te leren tekenen. Hij werkte in O.I.-inkt  en penseel maar ook met aquarelverf. Eenmaal uitgeleerd bij Augustini startte Taverne een eigen atelier en trok verder Noord-Holland in om topografisch werk te maken. Waar hij het meest aan verdiende, waren kopieën naar andere kunstenaars zoals Cornelis Pronk (zelfportret rechts; om maar even het verschil in kundigheid te illustreren), Frederik de Moucheron en David de Haen. Wij, in Amsterdam, moeten het dus van de vrije uurtjes hebben die hij in onze stad doorbracht. In de Beeldbank van het Stadsarchief bevinden zich 50 tekeningen van hem, uit verschillende verzamelingen w.o. het KOG en enkele particuliere atlassen.
Ondanks dat zijn beste tekeningen steeds die naar de natuur zijn, gaat onze aandacht nu even uit naar de historiserende.

’t Heijpoortje, stond voor de tegenwoordige Heijsteeg op de oostzijde van de Cingel, en was eerst Ao.1482 een wagtoren, onder den naem van de Toren Agter Melis Molen bekend, en wierd naderhand in een poortje veranderd, dog is met de Uijtlegging van Ao.1593 weggeraakt.
Dit is meteen een unicum. Waar Taverne de wetenschap vandaan haalde is duister omdat zo’n poortje niet gedocumenteerd is en velen zelfs twijfelen aan het bestaan. Dit poortje is temeer onwaarschijnlijk omdat 100 meter verderop ook al een poort was, nl. die op de Heiligeweg. De brug daarvóór werd overigens opgenomen omdat het een smokkelroute werd voor de vele ondernemers aan de Heiligeweg buiten de stadsmuur.

De Raampoort, van buiten, met ’t wagttoorentje, & de Oude Kerk voor aan, & tot ’t eijnde der stad Ao.1300.
Een poortje naar de lakenramen buiten de stad, en dan niet de ramen achter de Kloveniersburgwal (Staalstraat, Zandstraat) zoals zichtbaar op de kaart van Cornelis Anthonisz. Door de milieuvervuilende handelingen aan het geweven laken (verven, spoelen) werd dat al spoedig naar buiten de stad gedirigeerd. Van de tekst onder de tekening klopt niet veel, alhoewel wij niet veel weten van de lakenramen buiten de stad in de eerste eeuwen. Die kunnen ook buiten de Oudezijds Voorburgwal al gestaan hebben; dat was in 1300 per slot de rand van de stad. Zijn weergave van een wachttoren tart elke beschrijving die ons overgeleverd is en dit is zeker geen gevechtstoren zoals toen gebruikelijk was. Tussen de houten palissaden-wering stonden ook toen al stenen torens. Dat de Oude Kerk in 1300 een eenvoudig kapelletje is geweest, is inderdaad waarschijnlijk maar dat de lakenramen op het smalle stuk tussen Sint Anthonieszeedijk en de toenmalige stadsgracht gestaan hebben, is dat niet. De zeedijk was in 1300 al een der drukste uitvalswegen van de stad en daar stond ook een banmolen.

Gezigt van de hoek der Schrijerstoren op de Oude Kolksluijs Ao.1525, dog tegenwoordig en een brug en schutsluijs veranderd, & nog onder de naam van de Oude Kolksluijs bekend, is in ’t begin der 14de Eeuw aangelegd.
Van geen enkel topografisch tekenaar is een afbeelding bekend van beide overbouwde sluiskolken tussen IJ en Oudezijds en Nieuwezijds burgwallen. Wel van Taverne, zoals uit deze tekening van de Oudezijds Kolk blijkt. Hij pretendeert de situatie van 1525 weer te geven wat overeenkomt met wat Cornelis Anthonisz op zijn kaart afbeeldt. Het lijkt erop dat Taverne deze weergave kende want de constructie van het huis komt aardig overeen, afgezien van de verspiederkasten aan de gevel. De breedte van de kolk vergeven wij Taverne maar. Dat er maar aan één zijde een kade langs was heeft hij weer goed weergegeven.

De Bentwijkerpoort, van buiten te zien (met de Roode brug en groote Capel of H. Steede) deeze Poort heeft gestaan, tusschen de Tak & Roosenboomsteegen, in de Kalverstraat, toen Bentwijk genaamd Ao.1400.
Van zijn weergave van de Bentwijckerpoort is het jaartal 1400 aanvechtbaar omdat de stadsuitbreiding tot het Spui pas rond 1425 plaatsvond (aansluitend op de grote stadsbrand van 1421). Ook de situatie rond de monding van de Boerenwetering (het spui) zag er zeker niet zó uit. Omwalling tot halverwege de Amstel is niet waarschijnlijk. Taverne glijdt ook uit met de mededeling dat de Roode Brug afgebeeld is. Ter plaatse was namelijk de Lange Brug.

De H. Kruijstoren gestigt Ao.1482, stond aan het IJe, in de Zogenaamde Haringpakkerij, is diezelve toren van onderen blijven staan, & Ao.1606, veranderd zo die nu is, & sederd de Haringpakkerstoren genaa[md] de naam van Kruijstooren heeft de zelve na alle gedagten gekregen van of na het Kruijsgilde, welke haar bijeenkomsten in deeze toren hadden, ook diende dezelve tot een gevangenis voor zulke die om de Godsdienst in hegtenis geraakte, van welke veele van deeze toren in ’t IJe gesmeten en verdronken wie[r]den, van waar de Martelaarsgragt hier na bij leggende, haar naam gekregen heeft, de toren had die tijd maar een schuijn dak en geen spits, Ao.1605, wierd geresolveerd dezelve te verhogen, &met een sware klo[?]slag te voorzien, heeft na de verandering der Regeering de naam van haringpakkerstoren gekregen, wegens de haringneringe sedert die tijd tot nu toe aldaar geha[d].
Een heel verhaal onder de tekening. De Heilige Kruistoren, de basis voor de latere Haringpakkerstoren en onderdeel van de stenen omwalling van 1482. Na de stadsuitbreiding werd die niet afgebroken maar in 1606 van een spits voorzien naar ontwerp van Hendrick de Keyser. Het wildwestverhaal over de executies van ketters is nu ook weer niet zo uitzonderlijk, wetende hoe in de Middeleeuwen met een mensenleven omgesprongen werd.

De Kraan in het IJe, met een hoek van de Lastadie, en op de stadt te zien, Ao.1544. Deeze was de oudste, en de groote kraan, al voor Ao.1498, gemaakt door Wolfert in de Fuik, wonende in de Warmerstraat, die ze Ao.1538 aan de Regenten van St.Pieters Gasthuis, in de huys Armen voor 300 Philips Guldens verkogt, en is Ao.1643 vernieuwd Ao.1537. Wierd ook een kraan aan de Montalbaanstoren opgeregt, maar als die Toren veranderd wierd, plaatste men de kraan op de Stroomarkt, en wierd de kleijne kraan geneomd, dog heeft niet lang daar gestaan, maar is Ao.1660 verplaatst aan ’t eijnde van ’t Bickers Eijland, bij de brug na ’t Reaalen Eijland.
Ook hier wordt duidelijk dat Taverne de kaart van Cornelis Anthonisz wel degelijk kende. Zijn weergave van de stadskraan in het IJ leunt volledig op dat beeld. De naam van de constructeur Wolfert Fuyck is er een uit een familie van ondernemers die inderdaad hun werkterrein hadden in de Lastage en de Oude Waal.

’t Bagijnhof in de Kalverstraat ter zijde het Spuij Ao.1540. Het kerkje bezitten tegenwoordig de Engelsche Gereformeerde sedert 1607.
Het de tekst is niets mis maar dit zou een beeld over de Begijnensloot moeten zijn op de zijingang aldaar. Hieronder het beeld zoals het echt was (1814).

Rondeel voor de Nieuwenbrug in het IJe Ao.1540, of rode blokhuis was van rode steen opgehaald & met geschut voorzien.
En ook hier weer is Taverne de enige tekenaar die zich waagt aan het rondeel in het IJ en weer vaart hij helemaal dicht op de kaart van Cornelis Anthonisz. Alleen zou achter dit geheel een profiel van de stad zichtbaar moeten zijn en dit lijkt meer op de Waterlandse kant. Zo is het alsof de kanonnen op de stad gericht staan. De kaart van 1544 laat het rondeel van de IJ-zijde zien en dan zijn de kanonnen logisch opgesteld.

Leprosenhuijs buiten de Bintwijkerpoort, tusschen ’t Spuij & Heijligeweg, in de tegenwoordige Kalverstraat, dat alles buiten de stad lag Ao.1400.
Een zeldzame weergave van het Sint Jorishof zoals dat rond 1400 buiten de stad lag. Taverne bekijkt het complex hier vanaf de Kalverstraat met de kapel aan de noordzijde van het grondstuk. Die kapel werd later verbouwd voor het Kistenmakersgilde.
Toen dit gedeelte binnen de stad getrokken werd (±1450) werden de besmettelijke zieken naar het St.Nicolaasgasthuis overgebracht en werd dat het Leprosenhuis. Het St.Jorishof werd voor proveniers bestemd en dat was het nog steeds toen het hof in 1579 naar het vm. Paulusbroederklooster verhuisde.

Genoeg gezeurd over de niet geheel betrouwbare tekeningen van Hendrik Taverne Hieronder nog een paar naar de natuur getekende landschappen. Links herberg Het Vosje op de Zeeburgerdijk en rechts de Kalfjeslaan vanaf de Amstelveenseweg te zien.
Bekijk meer (en beter) werk van Taverne in de collectie van het Rijksmuseum.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

Column: fort Seeburgh

ijdens de Tachtigjarige Oorlog vond het stadsbestuur van Amsterdam dat tegen aanvallen over het water vanuit het oosten een vooruitgeschoven fort moest komen. Het zou een buitendijks gebouwde redoute worden met zwaar geschut dat tot de Waterlandse zeedijk moest reiken. De bouw vorderde langzaam en tegen de tijd dat het gereed was in 1649, was de Vrede van Munster al een jaar oud. De redoute kreeg de naam Seeburgh en stond aan het eind van de Sint Anthoniesdijk, daar waar die met een scherpe knik op de Diemerzeedijk aansluit. Zo bestreek het de monding van het IJ. De paapse naam voor de dijk met dat hatelijke “sint” werd vervangen door Seeburgherdijk, naar de nieuwe versterking. Deze redoute had in vredestijd weinig zin, de ver-dragende kanonnen werden niet eens meer geplaatst.

Als bron van inkomsten kregen de regenten van het Oudezijds Huiszittenhuis het in gebruik om het als herberg uit te baten. Daar leende zich het vestingachtige gebouw niet toe en in overleg met de stad sloopten de regenten het in 1669 en vervingen het door een als herberg meer geschikt gebouw. In hoeverre de constructie het fort werd gebruikt weten we niet maar ongetwijfeld maakte men gebruik van de fundamenten. Naar zeggen werd dit nieuwe gebouw pas in 1675 geopend maar zekerheid hebben we niet. Het was een goeie gooi want dit punt werd een veel bezochte plek voor de stedelingen op die saaie zondagen. Men bekeek de langsvarende schepen en genoot van het profiel van de dorpen aan de Waterlandse Zeedijk. De redoute is door meerdere kunstenaars vastgelegd maar wat daarna kwam niet zozeer.

Op de afbeelding hierboven verschillende weergaven van Huis Seeburgh; links op een tekening uit 1668, rechts op een tekening van H.G. ten Cate uit 1828. Hieronder een ets eveneens uit 1668 met Durgerdam in de verte. Ik heb geleerd dat dit gebouw niets van doen heeft met herberg Zeeburg vlakbij.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 9 februari 1921- De kelners van café-restaurant Trianon (Leidseplein 31) staken. Probleem is de slapte in de branche en een aantal ontslagen daardoor. Directeur Bakker stelt echter onbehoorlijke getuigschriften op ("beëindiging van de dienstbetrekking" zonder enige uitleg) waarmee de ontslagenen het niet eens zijn. Op 4 januari Treden de ontslagenen in contact met eigenaar Ferwerda & Tieman die stelt het oneens te zijn met het handelen van directeur Bakker. De laatste heeft de opdracht gekregen geen ontslagen meer te geven.
Op 10 februari stelt Bakker dat alle stakende kelners zich als ontslagen mogen beschouwen. Dat lazen ze in een aangetekende brief van de eigenaar. De volgende dag verklaart Ferwerda & Tieman dat het etablissement gesloten zal worden als de staking voortduurt. Dat duurt nog even en zolang blijven stakende kelners voor de deur posten en klanten bewerken om niet naar binnen te gaan. Bij de stakers voegen zich vrouwelijke collega's uit de keuken. De politie is ter plaatse om ongeregeldheden te voorkomen. De Bond van Hotelpersoneel bemoeit zich nu met de zaak en dreigt Horecaf, de Bond voor horeca-instellingen, dat de staking uitgebreid zal worden naar meerdere grote etablissementen. Op 14 februari gaat Trianon dicht.
Op 28 februari grijpt Hirsch&Cie, die de ruimte aan Ferwerda verhuurt, op het conflict in en meldt dat zij een nieuwe huurder hebben gevonden - de heer Meerman, directeur van restaurant La Réserve - en dat Trianon binnenkort weer opengaat.

Dit is al de tweede keer dat Trianon negatief in de belangstelling komt. In 1912, kort na de opening, ontstaat een rel rond het slecht behandelen en zelfs koeioneren van Joodse cafébezoekers. Wij schreven daar uitgebreid over in de PDF over Hirsch & Cie pp.35-37.

Donderdag 10 februari 1921 - In Bellevue wordt een vergadering georganiseerd door het Comité ter verbetering van den toestand van het Damplein. Aanleiding is het besluit van B&W om het terrein voorgoed onbebouwd te laten. Er zijn talloze pogingen ondernomen om op het plein een groot hotel of een groot warenhuis te zetten maar steeds sneuvelde die pogingen op de financiering. Nu had de Raad er genoeg van en laat het plein onbebouwd. Van de vier sprekers op de vergadering concludeert prof. Sluijterman dat die oplossing eerder bedacht had kunnen worden. Goed voor 'licht en lucht' en voor het verkeer. De laatste spreker houdt een pleidooi voor het snel verwijderen van die hatelijke schutting en het dempen van de modderpoel daarbinnen. Helaas, het gaat 1925 worden en de vroegste foto van het Damplantsoen, dat hieruit voortkomt, dateert van 1926. In Amsterdam moet je nooit haast hebben...

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05
wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave