weekblad-logo

week 27-2023

Fotoquiz 1: Plaatje

Iedereen met een smartphone heeft ook een camera en gebruikt die ook regelmatig. Zo ook deze deelnemer waarvan u de naam pas volgende week hoort. U zou eens weten waar die woont. Hij/zij zag iets ongewoons in de gracht in zijn achtertuin maar pakte tevens een leuk onderwerp voor deze quiz mee. De vraag bij deze foto is:

1. Wat is de naam of het adres van het grote gebouw iets boven het midden van deze foto?

Oplossingen graag via deze link

Foto: hoort u volgende week

Oplossing vorige week

 
Voor de mopperaars, dat dit toch wel té eenvoudig was, zo steekt de quiz sinds enkele maanden in elkaar. Per opgave in oplopende moeilijkheid: 'plaatje' makkelijk tot 'zoektocht' het moeilijkst.

In het koninkrijk der sloppen, de Jordaan, was dit een der riantste gangen. Die was echter zó dicht bebouwd met inpandige huizen dat het alsnog een overvolle gribus was. Tussen Palmstraat en Goudsbloemgracht of later Willemsstraat kronkelde de Wijdegang of Wijde Gang. In oktober 1919 ging de moker in het eerste huis en kort daarna was de Wijdegang verleden tijd.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Anneke Huijser, Kees Huyser, Peter Waagen, Otto Meyer, Marike Muller, Mike Man, Jos Mol, Adrie de Koning, Anthony Kolder,

Fotoquiz 2: Wat? Waar?

Wij hadden het bijschrift nodig om vast te stellen wat hier gebeurd was. Het lijkt een grote fabriek waar op dat moment weinig van over was. De volgende vragen komen op:

1. Welke fabriek staat hier?
2. Wij zien een waterloop voorlangs. Welke?
3. De fabriek stond ook aan een straat. Welke?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
De bruggetrekker of kar-ga-door maakte deze opgave niet al te moeilijk. Daarom werd er naar bruggen gevraagd. De bruggetrekker staat hier op de brug #38 over de Keizersgracht, vroeger Oetgenssluis genoemd. De fietser links rijdt net naamloze brug #39 over de Reguliersgracht af. Over de Reguliersgracht zien we in de verte brug #31 (Tante Saarbrug in de Herengracht). Tante Saar (Sara Bacharach (Londen 1887 - 1982 Amsterdam) verkocht meer dan 60 jaar bloemen op het Rembrandtplein en werd tot ere-burger van Amsterdam benoemd.

Foto: Stadsarcief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Kees Huyser, Adrie de Koning, Peter Waagen, Otto Meyer, Marike Muller, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen, Anthony Kolder, Harry Snijder,

Fotoquiz 3: Waarom? Hoezo?

Een groot gebouw in feesttooi. De vragen zijn:

1. Wat is het adres van dit gebouw?
2. Wat was de functie ten tijde van fotograferen?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

 
Gelukkig voor u staan er nog maar weinig van dit soort brede huizen in Hollandse Renaissance-stijl. Na alle voor de hand liggende voorbeelden vergeleken te hebben kwam u dan al of niet uit bij Keizersgracht 141. Het huis is rond 1620 gebouwd door de brouwersfamilie Hasselaar, waarschijnlijk Nicolaas. De familie dreef een brouwerij De Dubbele Arend die in 1610 van de Hasselaerssteeg naar de Droogbak verhuisde.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 
In 1917 komt het pand in eigendom van een handelsonderneming die de niet gebruikte verdieping(en) verhuurt aan de Zuid-Afrikaanse Stichting het Moederland. Die stichting krijgt het pand in 1923 in volledige eigendom en geeft het huis de naam Van Riebeeckhuis.
In 1927 wordt hier het secretariaat van de Nederlands Zuid-Afrikaanse Vereniging (NZAV) gevestigd (en niet reeds in 1923 zoals Wikipedia meldt). De stichting en de vereniging hadden een bepaald "witte" structuur. In de zaal achter in het huis was een jachtkamer met trofeeën en wapens. Hier werd een Kruger-herdenking georganiseerd, folklore-groepen uit Zuid-Afrika naar Amsterdam gehaald om voorstellingen te geven en nog in 1951 het Van Riebeeckjaar gevierd. Ook wordt in dit pand de grootste bibliotheek buiten het moederland betreffende Zuid-Afrika ingericht. De naam wijzigt andermaal, dit keer in Zuid-Afrikahuis, wanneer precies is niet bekend. In 1984 richtten anti-apartheidsfanatici grote schade aan in het pand en boeken werden in de gracht gesmeten. De Anti-Apartheids Beweging Nederland (AABN) distantieerde zich hiervan.

Tek: Amsterdam Monumentenstad

 
De huidige aanzien is niet het 17de-eeuwse. Links een afbeelding van het pand in het Grachtenboek van Caspar Philips van 1768. Daarna werd de gevel vervangen door een klokgevel (linksboven) en pas in 1878 werd de renaissance-gevel weer gereconstrueerd door bewoner en architect Henricus Fabius (rechtsboven). Met dien verstande dat die behoorlijk afweek van het origineel, met name door toevoeging van tierlantijntjes. De vorm lijkt geïnspireerd op een in de eeuw daarvoor door Philip Vingboons gepubliceerd ontwerp van een huis van hem op het Rokin. Niettemin werd het pand toch een rijksmonument (#2258) wat bijzonder genoemd mag worden, gezien de strenge normen voor historische panden waaraan veel gesleuteld is.

Tek: Caspar Philips / Amsterdamse Grachtenhuizen

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Kees Huyser, Adrie de Koning, Ria Scharn, Otto Meyer, Jos Mol, Mike Man, Kees Dalmeijer, Marike Muller, Hans van Efferen, Arjen Lobach,

Fotoquiz 4: Zoektocht

U zult deze foto zelf moeten duiden; alleen dan is te achterhalen wat hier aan de hand is. Een typische ploeg werkmensen met een opzichter in net pak met bolhoed.

1. Waaraan zijn ze hier bezig?
2. Waar bevindt zich dat object?
3. Welke brug ziet u in de verte?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Zoektocht van vorige week

 
De clou in deze tekening (van Hendrik Keun) is de opstelling van bruggen op de tekening (twee i.p.v. drie op een kruising met een hoofdgracht) en een schijnbaar kort straatje met vlak daarachter een toren. Als u alle dwarsgracht afgelopen bent kwam u vanzelf ook langs de Leliegracht, tussen Prinsen- en Herengracht. Het korte straatje blijkt dan de Oude Leliestraat te zijn, die uitkomt op het Singel met ervoor de Torensluis. "Toren" in de naam; toen Keun hier zat te tekenen (1770) was de Jan Roodenpoortstoren nog niet gesloopt (1829-'30) en naar dié toren werd dus gevraagd.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Arjen Lobach, Kees Huyser, Otto Meyer, Marike Muller, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Nieuw: Nieuwsbrief Wendingen / Het Schip

 
Wendingen heeft een nieuwtje, namelijk een maandelijkse nieuwsbrief. Speciaal voor u als u verslingerd bent aan de Amsterdamse School.

Klik hier om te lezen en klik hier om aan te melden.

Jaarboek 2022

 
Wij wilden niet als voorgaande jaren pas aan het eind van dit jaar met het jaarboek van vorig jaar komen. Daarom is het er nu al en opnieuw met de ons inziens beste artikelen van 2022. Met als nieuwtje dat er ook een bijdrage van Adrie de Koning in staat over de Stads-Bank van Lening. Als tweede nieuwtje de volgens onze vaste columnist Gijsbreght beste column van dat jaar over patroonheilige Sint Olof. Verder veel aandacht voor lager en hoger onderwijs in Amsterdam.
We laten steeds meer de teksten in de weekaflevering los om er een nieuw verhaal van te componeren, met ook nog meer of andere afbeeldingen.

Klik de omslag om te lezen.

REDACTIONEEL

Column: Bouwstijlen: Art Nouveau-schoonheidjes -1

'Ambroise, Broos of Flip voor zijn vrienden en voor de intimi: ‘Ambi de Plaatjesman’, zat op een barkruk in Café Kale aan de Weteringschans. Ik nam plaats op de barkruk naast hem en we raakten in gesprek over allerlei Amsterdamse onderwerpen, van bruine oerkroegen tot ouwe steegjes en karakteristieke panden. Halverwege kwam zijn lievelings-onderwerp op tafel…, pláátjes…, met name art-nouveauplaatjes c.q. jugendstilplaatjes. ‘Dus daarom noemen ze jou “Ambi de Plaatjesman“, stelde ik. ‘Klopt’, antwoordde Ambi. ‘Ik was als jochie al gek op schoonheid in de bouw, met name toen de mooie periode weer aantrad, de periode dat de kunstenaars afrekenden met de nieuwe lelijkheid. Ik tekende op de middelbare school tijdens de lessen mijn hele agenda altijd vol met mooie mensen en hoofden, met van die lange haren die meterslang rondkronkelden. Ik kon er geen genoeg van krijgen. Het leuke was dat ik door mijn wegdromen nogal eens de klas werd uitgestuurd en buiten het klaslokaal raakte ik vermoeid van het staan en ging dan op de onderste treden van de trap zitten en…, genoot dan van de mooie jugendstiltrap en -wanden en in de verte de

mooie kleurige jugendstil-bovenlichten en -zijlichten van de voordeur. Ik nam dat allemaal in me op. De rector kwam wel eens langs en vroeg dan: ’Zit je hier nu weer Ambrozius? Het lijkt wel of je het erom doet?’ ‘Ik glimlachte maar wat terug, maar op een keer vertelde ik de rector, de Heer H. van Ieperen (wij zeiden altijd ie-péren!) dat ik op de gang en de trap zo genoot van de jugendstilachtige omgeving. De rector was een keer in een goede bui, en toen liep ie met mij zijn kamer rond en daarna de hele school om bij elke voorstelling een verhaal op te dissen over de betekenis van de betreffende prent, tegeltableau of raam. Ik sloeg dat allemaal op en in de pauzes heb ik een keer wat prenten nagetekend en in een zelfgemaakt boekje geplakt. Op de verjaardag van de rector heb ik er een cadeaupapiertje en een strik omgedaan en hem het boekje geschonken, met een bedankje voor de fijne strafuurtjes c.q. spontane doch leerzame rondleidingen. Ik zorgde ervoor dat ik er niet meer uitgestuurd werd. En dat was ook niet meer nodig. Ik tekende gewoon voor en na schooltijd en in de pauzes verder. Ik was de enige leerling die daar toestemming voor had. De kinderen gingen me toen ‘Ambi de Plaatjesman’ noemen.’

 
”Art nouveau is nogal een kwestie van definities. In Amsterdam, dat van oudsher geldt als een stad waar je de uitingen ervan met een vergrootglas moet zoeken, blijk je wel degelijk vernieuwende architectuur die tot de stroming wordt gerekend te kunnen vinden. Volgens auteur Max Put werd er ten onrechte van uitgegaan dat de stad te nuchter, te Nederlands zou zijn. “Dit zou dan blijken uit de gebouwen van Berlage, wiens sobere, functionalistische stijl de Amsterdamse architectuur in het eerste decennium van de 20ste eeuw domineerde. Berlage zette zich af tegen de krullen en zweepslaglijnen van de art nouveau, die laatdunkend ‘slaoliestijl’ genoemd werd, naar een affiche van Jan Toorop uit 1894 voor de ‘Nederlandsche Oliefabriek in Delft’ (zie afbeelding hieronder).Tegelijk wordt volgens schrijver Max Put, Berlages Beurs in buitenlandse literatuur over de stroming wel dégelijk vaak genoemd als voorbeeld van de Nederlandse variant van art nouveau. Hij wil het beeld rechtzetten dat er hier nauwelijks van dergelijke architectuur te vinden zou zijn. Het is anders. Architectonisch is art nouveau in Amsterdam relatief strak. In het centrum vind je veel gebouwen van architecten als Gerrit van Arkel, Eduard Cuypers, en Jan Verheul. Een andere concentratie biedt de Concertgebouwbuurt, die rond 1900 werd aangelegd. Talloze panden aan de Jan Luijkenstraat en de Van Eeghenstraat hebben uitbundige art-nouveaudetails: tegelwerk, balkonhekken, glas in lood, houtsnijwerk, beeldhouwwerk en gekleurde en geglazuurde bakstenen.”

Bron: Het Parool

 
Art Nouveau kenmerken

Art Nouveau is niet de enige naam voor deze bouwstijl. Art Nouveau wordt vooral gebruikt in België en Frankrijk. In Duitsland spreekt men van Jugendstil. In de grote centra zoals Brussel ontstaat de stijl even na 1890. Hij kent een korte bloeiperiode, die bij het begin van de Eerste Wereldoorlog reeds afgelopen is.
Deze bouwstijl maakte deel uit van de algemene afschuw in Europa voor lelijkheid in architectuur, meubelstijlen en beeldende kunst. De kunstenaars zetten zich af tegen de lelijke massaproductie en het onpersoonlijke ervan. Kunst moest weer mooi zijn!

De belangrijkste inspiratiebron van deze kunststroming is de dieren- en plantenwereld. Stijl gekenmerkt door het gebruik van giet- en smeedijzer, glas, asymmetrie en een vloeiend lijnenspel. 

Er is nog een derde benaming in gebruik voor deze stijl, die een direct gevolg is van bovenstaand affiche dat Jan Toorop voor de Nederlandsche Olie Fabriek maakte. De naam? Slaoliestijl. Daarnaast het woon-/winkelpand dat Gerrit van Arkel in 1898 voor luxebakkerij D.C. Stähle bouwde, Spuistraat 274, hoek Raamsteeg. Het interieur van het bakkerswinkeltje is nagenoeg volledig bewaard gebleven. De tegeltableaus hieronder laten het zaaien en oogsten van het graan, het kneden van het deeg, het plaatsen in de oven en het blazen van de hoorn - als signaal dat het brood gereed was - zien (Panoramafoto: Olga Harmsen / About Art Nouveau).

Hieronder twee voorbeelden van Art Nouveau gevelversiering; links Café Art Nouveau op Spui 15, hoek Voetboogstraat en rechts de Seafoodbar op hetzelfde adres. Beide etablissementen zijn gehuisvest in Gebouw Helios, dat Gerrit van Arkel voor fotograaf M. Buttinghausen bouwde. De versieringen zijn gemaakt door de beeldhouwers Van den Bossche en Crevels. Het deel met de winkel kwam in 1896 gereed en in 1900 volgde een uitbreiding met nr.13. In 1909 werd de benedenverdieping verbouwd tot lunchroom Maison Ledeboer die eindigde als Formosa dat in 1969 sloot. Het maakte plaats voor de eerste vestiging van Madam Tussaud in Amsterdam.

Linksboven het portiek en deur van het pand Jan Luykenstraat 64 (Foto: Twitter @nouveaudeco) en in het midden de tochtdeur achter dezelfde deur in de vestibule (Foto: RCE). Rechts daarvan een blik vanuit de hal door tochtdeur naar de buitendeur (Foto: Het Parool). Het huis werd voor Jan Willem Nienhuis (zoon van de oprichter Deli Maatschappij) in 1902 ontworpen en gebouwd door art nouveau-architect L. Kok jr.

Hieronder trap en tegeltableaus in Van Baerlestraat 27. Dit is het voormalig hoofdkantoor van de Rijkspostspaarbank (Foto: RCE). Dit RPS-kantoor werd 1899-1902 ontworpen en gebouwd door rijksbouwmeester Daniël Knuttel. Na de spaarbank kwam hier het Sweelinck-conservatorium tot 2008 en daarna werd dit een hotel, dat wel alle tegeltableaus liet restaureren.

Op Haarlemmerdijk 39 vinden we het woon-/winkelpand van Neeltje Roeraade, in 1896 gebouwd door architect François Caron. Toen Neeltje later met banketbakker Anthony Dake trouwde zette haar zoon de winkel op nr.39 voort.

Bijna-buurman Anthony Dake, getrouwd met Neeltje Roeraade van nr.39, liet in 1900 op nr.43 ook een woon-/winkelpand bouwen voor zijn banketbakkerij. De opdracht ging opnieuw naar architect François Caron, inclusief de bouw van een pakhuis op een achterliggend perceel in de Vinkenstraat (Foto: Wikipedia). Op de rechterfoto de onlangs gereconstrueerde ingangspartij met de 'eerste steen' (Foto: © Aaldrik Zaaiman).

De afbeeldingen in dit artikel komen van het internet en voor zover bekend met vermelding van de maker of de herkomst

Jan Roodenpoort en -toren

 
Er zijn een paar poorten in de Middeleeuwse omwalling van Amsterdam waarover onvoldoende bekend is om er een betrouwbaar beeld van te krijgen. Bijna de ergste is de Jan Roodenpoort aan de westzijde van die omwalling. Dat onbekende komt door de ligging, niet aan een uitvalsweg maar alleen ter ontsluiting van een tuinbouwgebied dat voor de stad van betekenis was om de stad te voorzien van verse groente. Behalve tuinbouw was er ook wat vervuilende of brandgevaalrijke industrie die uit de stad geweerd werd, zoals pottenbakkerijen. Bij deze activiteiten hoorde ook personeel dat 's morgens naar het werk moest en daarvoor waren enkele poortjes in de omwalling gemaakt.

 
Van deze poortjes was de Jan Roodenpoort weer de belangrijkste. Alleen... geen mens weet hoe die er uitzag! Alle historiserende tekeningen grijpen terug op de vogelvluchtkaart van Cornelis Anthonisz. uit 1544 (boven). Die kaart geeft aan dat de toren een ronde muurtoren was zoals er meer in de omwalling zijn geweest, de zgn. bolwerken en anders dan de kleinere halfronde muurtorens. Alhoewel het op de kaart lijkt dat de poort in de toren opgenomen was, was dat even ten zuiden van de toren via een poortje in de muur met de brug ervoor. De naam zou ontspruiten aan de lijnbaan die ene Jan de Roode hier ter plaatse in het buitengebied had.
In 1584, door de Tweede Uitleg van de stad, kwam de Jan Roodenpoort binnen de stad te staan. Na het afbreken van de muur bleef de toren staan. Toen enkele van deze voormalige waltorens een spits en uurwerken kregen kwam als laatste ook de Jan Roodenpoort in 1616 aan de beurt. De toren kreeg eerste een nieuwe, nu vierkante schil rond de oude toren om de spits te kunnen dragen. Dit viel samen met de afbraak van de spits van de oude stadhuistoren op de Dam. Uurwerken die de bewoners de tijd wezen, waren destijds van belang en dat zou de reden voor de spits op de oude waltoren zijn geweest. In 1617 werd het werk afgerond. Doordat de toren half buiten de muur in het Singel was gebouwd, kwam hij in 1652 óp de nieuw gebouwde Torensluis te staan, of liever: de brug werd om de toren heen gelegd. Uit onderstaande foto blijkt dat de toren op een waar mastenwoud van palen stond en dat de brug lager gefundeerd is. De foto kon tijdens de restauratieperiode 1961-'62 gemaakt worden. De gravure links maakte Cornelis Danckerts naar het ontwerp van Hendrick de Keyser.

 
En dan de verhalen over de gevangenen 'onder de toren'. Door de opmetingstekening van Abraham van der Hart (hieronder) weten we meer daarover. Er was vanuit de torenvoet een deur naar het droge gewulft aan de oostkant van de Torensluis (bij Torensteeg). Ook in de periode 1617-1652, voordat de Torensluis gebouwd was, werden tijdelijk gevangenen in de voet van de toren opgeborgen maar de echte voorzieningen met cellen kwamen in de brug (zie tekening hieronder; met lichtblauw zijn de natte gewulften aangegeven). Klik de tekening voor die in de Beeldbank om de teksten te lezen.

Foto: Frank van Vuuren

 
Eenmaal binnen de stad en verlost van de defensieve taak bleef de Jan Roodenpoortstoren staan en vervulde plaatsvervangende taken in dienst van de stad. We schrijven medio 17e eeuw en Amsterdam komt op het hoogtepunt van zijn almacht op het wereldtoneel. Er worden plannen gesmeed om een daarbij passend nieuw stadhuis te bouwen en... de brug voor de toren te verbreden. Niet zomaar een brug, maar de breedste van de stad, van meer dan 40 meter. Het belang ontgaat ons vandaag misschien, maar een dergelijk groot project naast het nieuwe stadhuis zegt iets over het belang. In 1651 werden lijsten opgesteld voor de aantallen Bentheimer natuursteen die aangeschaft moesten worden voor beide projecten, tegelijk en door elkaar heen. Dezelfde steensoort!
De vorm en plaats van de toren bepaalden het verkeer over de brug. Onderstaande tekening laat een gezapig beeld zien maar niet lang na de bouw van de brug werd een verkeersregel uitgevaardigd die éénrichtingsverkeer op de brug regelde; vanuit de Torensteeg en de Oude Leliestraat ging het verkeer langs slechts één zijde van de toren, elk langs de voor hun linkerkant ervan.

Hierboven een fragment van de kaart van Balthasar Florisz die vanaf 1647 steeds naar de nieuwste stand werd bijgewerkt; in deze versie met het nieuwe stadhuis (naar de bouwtekeningen, want nog lang niet gereed) en de Torensluis
Hieronder een gravure van Willem Writs van de Torensluis vanuit de Oude Leliestraat gezien (1772; Rijksmuseum)

Het Gemeentebestuur had geen geld over voor het oplossen van het achterstallig onderhoud aan de toren en besloot die dan maar af te breken. Dat bleek achteraf een dermate gemis dat er regelmatig stemmen opgingen om de toren dan maar te herbouwen. Anders dan bij de Haringpakkerstoren zou dit hier geen probleem zijn, maar gebeuren zal het waarschijnlijk nooit.
T.g.v. de restauratie van de Torensluis publiceerde Ons Amsterdam enkele omvangrijke artikelen over toren en brug. De belangrijkste in jg.13 (1961) pp.130-135 door M. Jansen en pp.290-308 door ir. R. Meischke.

De afbeeldingen in dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief, tenzij anders aangegeven

YouTube: de Torensluis vandaag...

Deze week honderd jaar geleden

 
Zondag 1 juli 1923 - In de toen nog niet bebouwde tuin achter het Concertgebouw wordt door Protestanten herdacht dat 400 jaar geleden de eerste martelaren op de brandstapel hun leven lieten. Het gebeurde op de Grote Markt van Brussel op 1 juli 1523. De Augustijner monniken Hendrik Vos en Jan van Esschen waren de eersten die het weinig benijdenswaardig lot ondergingen om wegens ketterij en hun Lutherse opvattingen levend verbrand te worden. Het betekende het begin van een meedogenloze vervolging van ketters, ongelovigen en protestanten in de Zuidelijke Nederlanden. Die vervolgingen sloegen ook over naar de Noordelijke Nederlanden. Het klooster der Minderbroeders werd de spil van de ketterjacht in Amsterdam. Dat bekochten ze in 1578 (Alteratie) met eeuwige verbanning en afbraak van hun klooster tot op de grond.
Lees meer...

 
Zondag 1 juli 1923 - De telefooncentrale Noord van de Gemeente Telefoon treed in werking. De centrale is voorlopig maar half-automatisch, d.w.z. dat er nog wel een telefoniste nodig is om de gesprekspartner te bereiken maar dat ze niet meer diens nummer hoeft te draaien. Deze dames zitten overigens nog in de Spuistraat.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 
Zaterdag 7 juli 1923 - Met een vooruitziende blik (van zo'n 100 jaar) opent de GTA een autobusdienst op Weesp. De Weesper importeur van bedrijfsvoertuigen Geesink & Zn levert zelf acht bussen van het type van de foto links. In 1929 zouden nog elf Magirus-chassis volgen die de GTA elders liet opbouwen.

Foto: Conam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2023. De keuze 2014 t/m 2022 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 wk01 wk02 wk03
wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15
wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27
 

U kunt elke zaterdagmorgen vanaf 09:00 uur een nieuwe aflevering van deze weekkrant ophalen via deze link

wk13