Ook deze hoek heeft u op een andere foto al eens gezien. We zijn op de Herengracht en kijken noordwaarts naar de Beulingstraat en daarachter de Beulingsloot met brug #27 daarover, de Beulingsluis. Om dit zo in beeld te krijgen posteerde de fotograaf zich aan de overkant van de Herengracht op de Vier Heemskinderensluis (#28) over de Leidsegracht.
De brugleuning in de voorgrond is meer een schrikhek om te voorkomen dat mensen met hum zatte kop van de Beulingstraat rechtuit de gracht inrijden.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Onder: Street View
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Kees Huyser, Simon Claessen, Kees Dalmeijer, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Jos Mol, Hans van Efferen, Mike Man, Marike Muller,
Fotoquiz 2: Wat? Waar?
Pakhuizen, en geen kleintjes ook. De vragen zijn:
1. Waar staan/stonden deze pakhuizen?
2. Boven het vrachtschip uit ziet u bebouwing. Aan welke straat/weg/kade staat die?
Natuurlijk is er een veel betere versie van deze foto in de Beeldbank. Wij kozen echter voor het vergeelde origineel van Jacob Olie dat meer te raden overliet. Het kan goed zijn dat u deze foto hier al eens eerder zag.
Olie stond op de Westerdoksdijk en keek over het Westerdok naar de Haarlemmer Houttuinen ter hoogte van de Korte Prinsengracht.
Wij laten graag een hedendaags beeld van onze historische foto's zien maar in dit geval is dat onmogelijk. Daarom hieronder een Google Maps-beeld.
Foto's: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Kees Huyser, Arjen Lobach, Simon Claessen, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Kees Dalmeijer, Mike Man, Hans van Efferen, Jos Mol, Marike Muller,
Fotoquiz 3: Waarom? Hoezo?
Weer een opstootje voor een deur en politie die een oogje in het zeil houdt. Dit keer geen zigeunerkoning, maar wat of wie dan wel? De vragen zijn:
1. Het huisnummer 31 krijgt u cadeau maar in welke straat, enz. zijn we hier?
Een bedrieglijke foto! Waar zijn we hier? Twee zaken in de verte konden u daarbij helpen: de nieuwe gevel van schuilkerk 't Torentje en dubbelpand De Dolfijn, waarmee we dus op het Singel zijn. De brug links is die naar de Warmoesgracht, die recht tegenover de Korte Huiszittensteeg ligt. Nu u de locatie kent weet u ook dat de brug die verdekt achter het walhuisje ligt de Torensluis (#9) is.
De pijl geeft het standpunt van de fotograaf aan en de cijfers de vier gestelde vragen: gracht, brug1, brug2 en steeg. Opgelost!
Ook hiervan is nauwelijks nog een huidig beeld te geven omdat u midden op de Raadhuisstraat u leven zou staan riskeren. Van de huizenrij rechts is niets meer over. Hoe het de schuilkerk 't Torentje verging leest u in de PDF over Schuilkerken, p.42-44. De Dolfijn staat er nog: Singel 140-142.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Ria Scharn, Anthony Kolder, Kees Dalmeijer, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Mike Man, Jos Mol,
Fotoquiz 4: Zoektocht
Tja..., wat wil die webmaster nou hiermee? De foto ziet er tamelijk recent uit. In welke kerk werden onlangs graven geruimd of wat was hier anders aan de hand? De vragen zijn:
Afb: Stadsarchief Amsterdam, maker hoort u volgende week
Oplossing: Zoektocht van vorige week
Velen van u verdwaalden op het Buitengasthuis-terrein. Het is echter het Binnengasthuis-terrein, waar dringend een nieuw gebouw voor vrouwen nodig was, het zgn. Vrouwenverband. Voor de mannen was het voormalige soldatenhuis in 1845 al aangepakt. Voor het Vrouwenverband werden in 1868 de laatste restanten van het klooster der Nieuwe Nonnen gesloopt. Er staan in de Beeldbank een viertal foto's van wat er gesloopt werd. Klik hier om te bekijken. Aan de Grimburgwal verdwenen tegelijk met deze resten ook het Oudezijds Herenlogement en de pakhuizen Sint Pieter en Het Wapen van Amsterdam.
In 1870 had die bouw kunnen beginnen maar door treuzelen (of geldgebrek?) begon die pas in 1873 met het gevolg dat het in 1877 pas betrokken kon worden. Een herkenbaar Amsterdams tempo...
Afb: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Marike Muller, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Ria Scharn, Jos Mol, Mike Man,
REDACTIONEEL
in de herhaling: Tolhuis- en Valkenwegpont
Dit item gaat over de oudste oeververbindingen naar Noord.
Op deze tekening van Christiaan Andriessen uit 1806 zien we het Buiksloterveer met in de verte het Tolhuis. De steiger van dit veer was aan de Nieuwe Stadsherberg, die via een lange loopbrug vanaf de Haringpakkerij te bereiken was.
De tekening suggereert dat er geroeid werd naar de overkant maar er werd ook gezeild.
De situatie werd op z'n kop gezet door de aanleg van de stationseilanden en de De Ruijterkade. Daarvoor week de Nieuwe Stadsherberg in 1872 en kwam het vertrekpunt van het veer aan de De Ruijterkade.
Een reeks van liberaal getinte colleges in Amsterdam voorkwam dat de oeververbinding met Noord door de Gemeente geëxploiteerd werd. De eerste particulier die de verbinding vanaf de De Ruijterkade met een kettingpont organiseerde was de Haven Stoombootdienst. Die kreeg de laatste steiger op het middelste stationseiland, vlakbij de westelijke doorvaart. Die steigers waren eigenlijk voor de beurtvaart gebouwd, maar vanaf dag één deelden ze die plaats met de beide ponten: de Tolhuispont en later de Valkenwegpont.
In 1897 was het eindelijk zover dat de Gemeente de exploitatie van de Tolhuispont naar zich toetrok. Voorlopig bleef het bij de kettingpont die de Gemeente van de Haven Stoombootdienst had overgenomen. De Gemeente kreeg meer interesse in een goede oeververbinding omdat er steeds meer industrie naar Noord gelokt werd. Het personeel moest voorlopig uit de stad blijven komen en dus de pont gebruiken.
In 1910 kwam er een tweede oeververbinding bij naar de Valkenweg, die vanaf de Oostelijke Handelskade vertrok. Toen de badinrichting van Obelt in 1914 naar Noord verhuisde kon de plek ingenomen worden voor een pontsteiger vlakbij de oostelijke doorvaart voor de Valkenwegpont.
Op bovenstaande foto is een pont van de tweede generatie te zien, die meer capaciteit had en zonder ketting op eigen kracht voer. Nadeel was dat de passagiers aan weer en wind waren blootgesteld.
In 1912 besloot de Raad de ponten gratis te maken. Daar was veel weerstand tegen omdat er misbruik gevreesd werd. Inderdaad had het personeel zijn handen vol om de pleziervaarders van de pont te weren. Het Tolhuis was er blij mee. Een bezoek aan de Tolhuistuin met zijn muziektent werden in de weekeinden een gewilde vrijetijdsbesteding.
Jaar voor jaar werden de ponten groter en de frequentie hoger. Daarvoor moest het aantal ponten groter worden. Het jaar 1900 had inmiddels pont 5 opgeleverd. Dit vaartuig vond een taak op het IJveer. In de jaren 1910 en 1911 verschenen op het IJveer de nieuwe ponten, genummerd 2, 3, 4 en 6, in 1913 aangevuld met pont 7 en in 1922 met de ponten 8 en 9. Hier de Valkenwegpont met meer beschutting voor de passagiers. Voor voetgangers was er zelfs een tweede dek boven het fietsendek. Dat stond in de spits helemaal vol.
Deze generatie ponten zal de gemiddelde quizdeelnemer nog wel kennen. De pont werd nog steeds door een stoommachine aangedreven. In het laatste oorlogsjaar vormden een aantal ponten een schipbrug. Door gebrek aan kolen kon er niet meer gevaren worden.
In de 50-er jaren deed de dieselpont zijn intrede. Hier liggen een stoompont en een nieuwe dieselpont gebroederlijk naast elkaar.
Na de openstelling van de IJtunnel zijn de ponten steeds kleiner geworden. Hoe dat er uitziet kunt u elke dag op het IJ waarnemen.
De afbeeldingen in dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief, tenzij anders aangegeven
Achter de voordeur... (van de NHM) -1
In 1824 werd op initiatief van koning Willem I de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) opgericht. Die maatschappij kreeg het alleenrecht op de import en verkoop van alle producten die onder auspiciën van de Nederlandse overheid in Ned. Indië werden verbouwd. In 1831 werd het eerste hoofdkantoor in Amsterdam geopend met twee bijkantoren in Rotterdam en Den Haag. Waar voordien kantoor gehouden werd, is ons niet bekend. De keus viel op een groot pand dat in 1813 als Frans eigendom door de Staat genaast werd. Het was Herengracht 40, een woonhuis dat bekend stond en staat als de Residence Lebrun, naar de laatste bewoner van het huis tot 1813. Het pand werd in 1790 gebouwd door architect Jacob Otten Husly (Felix Meritis) in opdracht van Mr. Tjaerd Anthony van Iddekinge. Die verkocht het pand in 1808 aan de Franse overheid.
Het is in de grachtengordel het eerste pand dat tot kantoor werd omgebouwd.
De NHM zou hier tot 1858 het hoofdkantoor houden, waarna het verhuisde naar de Herengracht 466. Laten we nu kijken welke onderdelen van de interieurversiering stand hebben gehouden...
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Het interieur is in Louis XVI-stijl, geheel conform de mode van eind 18de eeuw. Dat representeert de buitenkant ook al, met de natuurstenen lijstgevel met triglief en consoles. De oorspronkelijke stoep legde het af tegen een simpele ingang op souterrain-niveau. De Franse ramen (per helft naar binnen opendraaiend) met halfronde bovenlichten waren in 1790 een unicum.
Het overvloedige stucwerk is in Louis XVI-stijl met guirlandes tegen de plafonds geplakt. De rozetten in banen passen helemaal in deze stijl.
De linkervoorkamer is in 1996 gereconstrueerd. Een eeuw eerder werden de wandbeschilderingen - ook van de zaal achter - aan het Stedelijk Museum geschonken, waarna ze in het Amsterdam Museum terecht kwamen. Daarna is een deel weer teruggekomen toen het kantoorpand weer geschikt gemaakt werd voor bewoning in appartementen. Sommige schilderingen zijn in appartementen terecht gekomen, maar die in de zaal
zijn makkelijker toegankelijk. De vijf doeken van de zaal zijn nooit teruggekomen. Ze worden toegeschreven aan Jurriaan Andriessen.
In 2010-'11 maakte Peter Korver voor de entree van het appartementengebouw vijf nieuwe schilderingen, geïnspireerd op exotische vogels. De schilderingen zijn als het ware een doorkijkje naar een er achter staande volière met als achtergrond een 18de-eeuwse bouwtekening. Hiermee wilden de bewoners de wat saaie lange gang achter de voordeur opvrolijken. U zult al dit moois niet snel zelf kunnen aanschouwen, tenzij u door een der bewoners uitgenodigd wordt.
Van de interieurfoto's is het niet zeker wie welke gemaakt heeft. Wij leenden de foto's van de sites amsterdamse grachtenhuizen en amsterdam monumentenstad, die beiden dezelfde foto's gebruiken en waar slechts bij enkelen vermeld stond dat zij ze weer leenden van BMA.
Volgende keer de verhuizing naar Herengracht 466
YouTube: Amsterdam’s Old Town
Nu we toch bij de promotiefilmpjes terecht zijn gekomen, hier een Engelstalige met een heel wat steekhoudende commentaar.
Deze week honderd jaar geleden
Maandag 11 juni 1923 - Speciaal voor de geannexeerde gebieden aan de rand van de gemeente Amsterdam wordt op de hoofdbrandwacht Nieuwe Achtergracht een "baby-motorbrandspuit" gestationeerd. Het gaat om een Indian2-motorrijwiel met zijspan. Die zijspan is voorzien van een draagbare motorspuit (no.25) van het merk/type Magirus 2/6, met een vermogen van 500 ltr/minuut.
Foto: Vereenigde Fotobureaux / Nationaal Archief
Woensdag 13 juni 1923 - Met de hakken over de sloot! Met 12 tegen 11 stemmen neemt de Centrale Commissie - die daartoe landelijk onderhandelde - de 48-urige werkweek voor Gemeentewerklieden aan. B&W zeggen teleurgesteld te zijn door de stemming die zij bovendien onrechtmatig vinden, omdat stemgerechtigde tegenstemmers één stem minder toegewezen kregen dan hen gezien het ledental toestond. De typografen waren in 1920 voorgegaan en hadden er via een staking een 45-urige werkweek met een vrije zaterdagmiddag uitgesleept. In beide gevallen was het maximum aantal uren per werkdag tot 8 teruggebracht.
In 1923 wordt er gesloopt in de buurt van het Groot Hemelrijk. Bovenstaand de resultaten van sloop in de Zwarte Bijlsteeg. Eindelijk komt er een straaltje licht in deze gribus. De resterende bewoners hebben daar geen zier aan, ze moeten allemaal het veld ruimen voor de Arbeiderspers. Foto: Jan Willemsen / Flickr
In de Gemeenteraad klinken bezorgde geluiden omtrent de wildgroei aan particuliere autobusdiensten die na de annexatie de nieuwe buitengebieden willen bedienen. B&W zegt er alles aan te doen om de voordelen voorlopig te behouden en gelijktijdig de overlast en ongewenste concurrentie te voorkomen. Voor een eindhalte binnen de gemeentegrens is altijd een vergunning nodig. Aan de eindpunten van tramverbindingen wil men steeds één busdienst die de verbinding met buitenwijken onderhoudt. Op suggesties uit de Raad dat de GTA deze diensten zou moeten leveren zegt B&W dat een lijn onder de vleugels van de GTA altijd zichzelf financieel zal moeten bedruipen.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2023. De keuze 2014 t/m 2022 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.