Deze en volgende week ietwat karige afleveringen van deze weekkrant in verband met een korte vakantie van uw webmaster.
week 20-2023
Fotoquiz 1: Plaatje
Interessant geveltje, hier in het midden. Begint als een klokgevel, net als de buurman, maar eindigt dan als ojiefgevel. Hier bent u al ontelbare keren langs gekomen. Maar ja..., wie kijkt er nu omhoog? Hier de vragen:
1. Welke straat is dit?
2. Welke zijstraat komt (op de foto rechts) hierop uit?
Dit is het café met "de lekkerste appeltaart in Amsterdam". Uit goed ingelichte bronnen weten wij dat die taarten (honderden!) door een Jordanese huisvrouw worden gebakken maar dat ze nu dolgraag met pensioen wil. Hoe moet dat nu verder met café Winkel op de Noordermarkt 43, hoek Westerstraat? Neemt zij het geheime recept mee of gaat ze een jonge snotneus opleiden om ze net zo lekker te bakken als zij al die jaren heeft gedaan?
Oh, ja, de uitbater is Axel Boom die overigens meerdere horeca-gelegenheden runt. Hieronder enkele afbeeldingen van het pand met steeds andere ambachtslieden die er hun bedrijfje hadden.
Alle afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Jos Mol, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Ria Scharn, Anthony Kolder, Marike Muller, Otto Meyer, Peter Waagen, Mike Man, Han Mannaert, Ton Hupkens, Minne Dijkstra, Harald Advokaat, Hans van Efferen, Wim Huissen,
Fotoquiz 2: Wat? Waar?
Nou..., erg scherp is de foto niet. Maar we hebben het al meerdere keren over dit punt gehad, dus u komt er wel uit. De vragen zijn:
1. Waar is dit?
2. Op de achtergrond komt een straat op dit pleintje uit. Welke?
Bekijk hier de foto die we niet konden tonen. Het is met een plattegrond van Amsterdam nog best lastig om te bepalen door welke straat de Zuiderkerk zó in beeld komt. Er gaat pas een lichtje branden als je je realiseert dat de huizen in de verte aan de Zwanenburgwal staan en dan wordt meteen duidelijk dat dit de Paardenstraat moet zijn.
Afb: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Ria Scharn, Anthony Kolder, Marike Muller, Otto Meyer, Emmanuel Zegeling, Peter Waagen, Jos Mol, Mike Man, Harry Snijder, Hans van Efferen,
Fotoquiz 3: Waarom? Hoezo?
Er stond een tekst op de overkapping, voordat de webmaster er met de kwast overheen ging. De vragen zijn:
Een stukje geschiedenis van Proost&Brandt (bron: XYZ van Amsterdam):
"De juiste datum, waarop Hendrik Brandt - oorspronkelijk uit Duitsland afkomstig - zich te Amsterdam heeft gevestigd, is niet bekend. Maar wel staat vast dat zijn huwelijk op 1 april 1742 heeft plaatsgevonden, waarmee hij voorgoed Amsterdams burger werd. Op 10 april volgde de poorterseed. In deze eed staat vermeld: beroep "boekverkoper". Drie jaar later trad hij toe tot de Amsterdamsche Bijbel Compagnie.
Omdat hij zelf kinderloos was, volgde zijn neef, Johannes Brandt, hem op. Nog nét voor zijn dood in 1823 vond ook het huwelijk plaats van Immetje Brandt, dochter van Hendrik Brandt II (1776-1852), met de jonge, energieke boekhandelaar Pieter Proost uit Leeuwarden. Hiermee was de verbinding tussen beide namen een feit geworden."
Pieter Proost werd de drijvende kracht achter de papierhandel en Brandt richtte zich op het inbinden en verkopen van boeken met het accent op bijbels.
De winkel van de foto links zit op Rusland 23, een winkel die geheel gewijd was aan bijbelverkoop.
Afb: Stadsarchief Amsterdam
.
Links het Wapen van Amsterdam (Rusland 26), een herberg die de heren Proost en Brandt vanaf 1870
tot bedrijfsruimtes, kantoren en opslagruimte diende. In 1932 verdween aan de overkant de voormalige schuilkerk De Star (Rusland 7) naar de rand van de stad en nam Proost de kerkruimte in als opslagruimte. Het was toen dat de bijbelwinkel ernaast van de quizfoto (Rusland 23) verbouwd werd. In 1950 werden de beide firma's onder een naam Proost&Brandt samengevoegd. In 1987 verdwenen alle onderdelen van de firma naar een nieuwbouw in Diemen.
Schilderij: Jan Spaan / RKD
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Kees Huyser, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Otto Meyer, Jos Mol, Marike Muller, Mike Man, Minne Dijkstra, Hans van Efferen, Peter Waagen, Harry Snijder,
Fotoquiz 4: Zoektocht
De locatie zal geen probleem zijn. Dat is dan ook niet de vraag. Het gaat ons om de sluis in de voorgrond. Die heeft maar bitter weinig gefunctioneerd en heeft eigenlijk nooit een naam gekregen, in elk geval is die niet dringend overgeleverd. We kennen vier betitelingen voor deze sluis en we hoeven er maar twee van te horen. Dat leidt tot de volgende vraag:
Welke namen kent u voor deze sluis? Minstens twee!
Op de foto staan een aantal huizen op de Oudezijds Voorburgwal tussen Oudezijds Armsteeg en Heintje Hoeksteeg. Rechts van de gang is het Slodt van Egmond met de gevelsteen die we onlangs moesten raden. De gang naar drie inpandige huisjes is de Suikerbakkersteeg, die op de buurtkaart van 1850 nog Zaksteeg genoemd werd. Op de kaarten van de Lomanatlas wordt de steeg niet meer benoemd. Op de buurtkaart van 1853 hieronder staat de steeg aangegeven met een rode pijl.
Afb: Stadsarchief Amsterdam
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Ria Scharn, Anthony Kolder, Otto Meyer, Adrie de Koning, Jos Mol, Mike Man, Hans van Efferen, Marike Muller, Peter Waagen, Harry Snijder,
Hulp gevraagd... en gekregen
Met behulp van telefoonboeken en woningkaarten was het antwoord snel gevonden. De Geheelonthouders Vereniging Excelsior kon door donaties het pand Utrechtsedwarsstraat 131 kopen en de benedenverdieping in gebruik nemen als verenigingslokaal. Op de foto links het pand in afbraak. Deze informatie is doorgegeven aan het Amsterdam Museum.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Hulp kwam van Arjen Lobach, Maarten Helle, Adrie de Koning,
REDACTIONEEL
Amsterdamsche Droogdok Maatschappij 1877-1985 -1
Met de hakken over de sloot vierde de ADM in 1977 het 100-jarig bestaan. In 1978 fuseerde men gedwongen met de NDSM, of het bedrijf had moeten sluiten. Men maakte een doorstart als ADM/NSM, maar ook die combinatie was niet meer levensvatbaar; in 1985 werd het faillissement uitgesproken.
Dit alles was tekenend voor de scheepsbouwactiviteiten in Amsterdam.
Op de foto uit 1982 een demonstratie in Den Haag van personeel van de ADM om het bedrijf open te houden
Hoe was het zover gekomen?
De ADM werd opgericht omdat de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN) over eigen dok- en reparatiecapaciteit wilde beschikken. Het idee werd in 1874 tijdens een vergadering op tafel gebracht toen al duidelijk werd dat door de aanleg van het Noordzeekanaal de scheepvaart zou toenemen en ook dat de schepen groter zouden worden. Er waren op dat moment drie kleine drijvende dokken in Amsterdam - één in het Westerdok en twee in het Oosterdok (Dijksgracht) - die helemaal gericht waren op zeil- en marineschepen. Het idee werd door de directie opgepakt en in handen gegeven van de bestuursleden G.A. Baron Tindal en A.A. Bienfait. Die haalden bankier A.C. Wertheim erbij om mee te denken over de financiering. In 1877 werd de NV Amsterdamsche Droogdok Maatschappij opgericht.
Tot toekomstig directeur werd eerst Bienfait aangewezen maar na diens overlijden in 1879 werd dat Willem Fenenga van de SMN. Een plek was ook al voorzien, waar het stadsbestuur natuurlijk nog wel aan moest meewerken. Het werd een stuk grond in de Buiten Vogelwijkslanden met een water stuk water, direct ten oosten van de Willem III-sluis van het Noord-Hollandskanaal. In 1878 werd in het Duitse Dortmund het eerste droogdok besteld met een hefvermogen van 4000 ton, dat op 25 april 1879 als Koninginnedok ofwel Dok 2 (foto links) in gebruik genomen kon worden. Waarom dit eerste dok van de maatschappij dok 2 wordt genoemd vraagt om uitleg...
In 1878 vestigde de scheepswerf Gebr. C. & J. von Lindern uit Alblasserdam een dependance benoorden het IJ. Ook zij wilden hun werf ten oosten van de Willemssluis bouwen, maar Amsterdam berichtte hen in 1877 (een half jaar ná de aanvraag!) dat die grond niet meer ter beschikking was (namelijk aan de ADM toegezegd). Het werd dus ten westen van het petroleumentrepot. In eigen beheer bouwden zij een dok van 3000 ton van hout op stalen spanten. De bedrijfsopzet zat niet goed in elkaar en de firma verkeerde in 1884 al in moeilijkheden. Eind van dat jaar nam de ADM het bedrijf over, inclusief het dok dat zijn bestaan bij de ADM als KoningsdokDok1 voortzette. De ingebruikname werd door Koningin Emma verricht in aanwezigheid van haar echtgenoot Willem III. Het rangnummer kwam voort uit het feit dat het Koningsdok een jaar eerder in bedrijf was. Links het bewuste dok van Von Lindern met een Belgische bark erin. Dit dok bestond uit twee delen en de losse delen konden elk zelfstandig als klein dok dienen. De foto is van Pieter Oosterhuis en is in bezit van de erven Von Lindern.
De beginjaren van de ADM waren moeilijk, maar wat de SMN al gehoopt had, de jonge ADM kreeg ook opdrachten van andere
scheepvaartondernemingen zoals de HAL, de KNSM en zelfs van de Rotterdamse rederij Ruys. Er werd niet alleen gedokt want een hoog percentage van de schepen lag alleen maar voor de wal om gerepareerd te worden. Gedokt werd alleen maar als er onder de waterlijn iets te repareren viel. In 1893 alleen al werden meer dan 300 schepen afgehandeld.
In 1896 werd in IJmuiden de nieuwe Middensluis in gebruik genomen wat onmiddellijk betekende dat grotere schepen
doorgesluisd werden. In 1897 bestelde de ADM bij de NSM een groter dok het een hefvermogen van 7500 ton. Dat werd in 1899 in gebruik genomen als het Wilhelminadok Dok3. In 1909 kon het Koningsdok overgebracht worden naar de eigen werf in de Volewijkslanden. Daartoe werd de ruimte naast het petroleumentrepot geruild tegen aangrenzende grond naast de eigen werf.
In 1911 werd alweer een nieuw en groter dok in gebruik genomen, dat i.v.m. de geboorte van prinses Juliana diens naam kreeg: het Julianadok Dok IV. Opnieuw was dit werk uitbesteed aan de NSM. Op de foto links is het in aanbouw op de werf aan de Conradstraat. Het was opgezet als een dok met een hefvermogen van 12.000 ton, maar in het volgende jaar 1912 werd het al verlengd en had toen een hefvermogen van 16.000 ton. Dit dok zou overigens vlak voor WOII in 1938 verkocht worden. Daarvoor in de plaats kwam een gigantische scheepsbouwloods op de wal, vanwege vergaande plannen om zelf nieuwe schepen te bouwen.
De Eerste Wereldoorlog had een deuk kunnen slaan in de voorspoedige groei maar door de Nederlandse neutraliteit kwam er toch nog redelijk wat werk binnen. Bovendien kreeg de ADM regeringsopdrachten voor onderdelen van wapentuig. Willem Fenenga (1848-1930; foto links) had zich ontpopt als drijvende kracht achter de groei van de ADM. Aan het eind van WOI was hij 70 jaar en nog steeds actief. Bij het 50-jarig bestaan van de ADM in 1927 begon hij pas taken over te dragen aan anderen, maar hij bleef directeur tot zijn dood in 1930. Het duurde een heel jaar voor er een nieuwe directeur benoemd werd. Dat was A.M. Versluys, die meteen met z'n neus in de boter viel, gezien de perikelen door de wereldwijde crisis. Er werden meer klussen aangetrokken en ook die meer op scheepsbouw dan reparatie leken. Er werden schepen verlengd, d.w.z. doormidden gezaagd en een middendeel extra ertussen gezet. Er werd gewerkt voor de visserijschepen van de IJmuidense vloot. Dat neemt niet weg dat het personeelsbestand van ±1300 in 1923 zakte naar 230 man in 1931. Vanaf 1936 ging het weer bergop en in 1936 waren er weer 500 man aan het werk, niet in het minst omdat er een buitenlandse (Griekse) reder in Amsterdam liet repareren. Daar waren ze hier zó blij mee dat de man tot ereburger van Amsterdam werd benoemd. Overmoedig geworden door het teruggekeerde succes ontwikkelde de ADM plannen om serieus nieuwe schepen te gaan bouwen. Het begon met lichters, een sleepboot en zelfs een baggermolen. De oorlog gooide opnieuw roet in het eten; er werd een 'verwalter' door de Duitsers aangesteld en in 1944 werden directie en personeel naar huis gestuurd.
In Na de oorlog was er direct weer bedrijvigheid op de werf. Stoomschepen werden omgebouwd naar olie gestookte motoren en er was veel werk aan wat er in de oorlog in allerijl aan Liberty- en Victoria-schepen in de vaart was gebracht.
De nieuwe directeur Versluys had iets met de walvisvaart en hij wilde een eigen rol voor de ADM daarin. Er gaan zelfs geruchten dat hij een maatschappij wilde oprichten die ter walvisvaart zou gaan. Die maatschappij kwam er maar Versluys' naam was er niet meer aan verbonden. In 1946 had die maatschappij een Zweedse tanker gekocht die door de ADM omgebouwd werd tot walvis-moederschip: de Willem Barentsz. Alle machines en apparatuur aan boord werden in eigen beheer gemaakt. Dat was zo succesvol gebeurd dat ook buitenlandse schepen hier gemoderniseerd werden.
Volgende week de naoorlogse jaren
Alle afbeeldingen in dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.
YouTube: de Dam door de eeuwen heen - ONH
Deze week honderd jaar geleden
Woensdag 16 mei 1923 - Amsterdam heeft zoveel verdiend met de verkoop van bouwrijp gemaakte gronden dat ze het in 1921 ontvangen rijksvoorschot (i.v.m. de grote annexatie) vervroegd aflost. Een buurt die o.a. op die grond gebouwd werd is de nieuwe Indische buurt. Op de foto de Celebesstraat waarop diverse straten uitkomen.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Donderdag 17 mei 1923 - De Gemeente Amsterdam koopt aan het Noord-Hollandskanaal en Buikslotermeerdijk grond om daar een nieuwe begraafplaats in te richten: de Noorderbegraafplaats. Het gaat nog enkele jaren duren voordat daar begraven kan worden.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Oude afleveringen
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2023. De keuze 2014 t/m 2022 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.