weekblad-logo

week 29-2023

Fotoquiz 1: Plaatje

In die tijd poseerde je nog echt voor een fotograaf, ook sjieke heren. De vragen bij deze foto zijn:

1. Waar is dit?
2. Wat is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
Natuurlijk zat ook in deze foto de hint naar de oplossing. Onder het baldakijn staat een beeldje... dacht u misschien. Maar in werkelijkheid is het een groot beeld dat er tientallen meters achter staat. Het stelt Thorbecke voor en staat op het Thorbeckeplein nabij de Herengracht. Het bouwsel in de voorgrond werd daar neergezet t.g.v. de 70ste verjaardag van koning Willem III in 1887, niet bepaald de grootste vriend van Thorbecke. Die had hem immers alle zeggenschap over het koninkrijk ontnomen!?

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Over de uitbundige versieringen in de stad bij hoogtepunten in het koninklijk huis schreef Paul Graalman een PDF. Daarbij ging het weliswaar over het 25-jarig regeringsjubileum, maar de toestanden in de stad waren daar alleen maar nog grootser.

Klik de omslag om nog eens te lezen.

Goede oplossingen kwamen van Marike Muller, Arjen Lobach, Ria Scharn, Adrie de Koning, Mike Man, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Jos Mol, Han Mannaert, Harry Snijder, Peter Waagen, Hans van Efferen,

Fotoquiz 2: Wat? Waar?

 
Meestal wordt deze openbaar toegankelijke binnenplaats vanuit dat poortje gefotografeerd. Nu eens andersom. De vraag is:

1. Welke binnenplaats is dat dan wel?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 
Luchtfoto's staan garant voor verwarring, telkens weer. Er zijn nog maar een paar grote bochten in de Singelgracht zoals op deze foto. Dat hielp bij het vinden van de locatie bolwerk Schinkel. Daar begon in 1841 de bouw van de eerste cellulaire gevangenis in het land, met een hoge muur rondom het complex aan de waterkant. Toen een kleine halve eeuw laten overal elders de Singelgracht 'genormaliseerd' werd, d.i. strak getrokken, kon dat ter plaatse van de nieuwe gevangenis niet meer. Als u de quizfoto vergelijkt met de panoramafoto hieronder herkent u veel van het complex. Bij '1' stond op de foto de kerk van de Vrije Gemeente, die iedereen nu Paradiso noemt. Met '2' is het Hirschgebouw aangegeven. Op de foto van 1894 hieronder is er nog niet. Steken we over naar de Stadhouderskade waar bij '3' de Tesselschadestraat op uitkomt. Dat gebouw links, waar nu Byzantium staat, herbergde vanaf 1882 een weeshuis van de Diaconie, na 1920 een ziekenhuis en vanaf 1939 het hoofdkantoor van de GEB. Sorry voor het misverstand als u dacht dat de Stadhouderskade bedoeld was. Dan hadden wij de '3' wel erg ongelukkig geplaatst, nietwaar?

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Compleet goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Ria Scharn, Adrie de Koning, Mike Man, Marike Muller, Jos Mol, Peter Waagen, Harry Snijder, Philip Schmit,

Fotoquiz 3: Waarom? Hoezo?

 
De jaarsteen in het rechtse pand vertelt dat het huis in 1890 gebouwd is. Doe er uw voordeel mee. In die 133 jaren is er aan dat pand niets veranderd. Ook het linkerpand staat er grotendeels nog ongewijzigd bij. Alleen de balkonnetjes hebben het moeten ontgelden. Ook de top is iets gewijzigd; dat bakstenen ornament - die piek op de kerstboom - werd waarschijnlijk op zeker moment te wiebelig en moest eraf. De vraag is:

1. Wat zijn de huisadressen van deze beide panden?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

 
Reeds eerder lieten we foto's zien van het zeer kortstondig experiment met de trolley als stroomafnemer van de eerste elektrische tram in Amsterdam. Dit is er nóg zo een en dat betekent dat de foto in 1900 gemaakt moet zijn. De tram reed in dat jaar van de Marnixstraat bij het Leidseplein naar de Marnixstraat bij de Brouwersgracht. Na werkzaamheden aan de brug over de Brouwersgracht (de Bullebak) reed de tram vanaf 4 september 1900 door naar de Planciusstraat bij de Zoutkeetsgracht. En daar is deze foto genomen; op de achtergrond de pakhuizen van De Dageraad die in 1903 zo jammerlijk afbrandden. Het zou nog tot 1907 duren eer het kringspoor via de Houtmankade in gebruik kwam. Voor die tijd verhuisde de wagenbestuurder naar de stuurstand aan het andere eind van de tram en reed de tram achteruit terug.

Wij werden opvallend vaak op de vingers getikt dat pas in 1903 lijnnummers werden ingevoerd, maar niemand miste de vraag die hierover ging.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Marike Muller, Han Mannaert, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen,

Fotoquiz 4: Zoektocht

Dit is een rare foto! Of eigenlijk zijn het twee foto's die aan elkaar geplakt zijn. Niet zomaar, er is een heel groot gebouw tussen weggelaten. Als u goed kijkt ziet u de las door een vat lopen. Aan u de taak om de adressen van deze panden te vinden en welk gebouw er nog tussen staat... nog steeds.

1. Wat is het adres van het linkerpand en als wat is het gebouwd?
2. Wat is het adres van het rechterpand en als wat is het gebouwd?
3. Welk groot pand is er tussen beide gebouwen weggelaten?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Zoektocht van vorige week

 
Dit is het Ignatiushuis in de Beulingstraat nr.11. Het werd gebouwd door de Sint Vincentiusvereniging die zich bezighield met de opvang van arme kinderen en ze voorbereidde op hun Eerste Communie. Vandaar de tekst op de gevel Liefdewerk "de Katechismus". In de loop der tijd kwam bij de godsdienstlessen ook tijd en plaats voor ontspanning, als de kinderen maar niet op straat rondhingen. Het geheel stond en staat onder toezicht van de parochie De Krijtberg. Hun werk is te vergelijken met de activiteiten van Ons Huis, maar dan zonder de godsdienstige insteek.

Foto: © Pieter Klein

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Mike Man, Anthony Kolder, Ria Scharn, Jos Mol, Marike Muller, Peter Waagen,

REDACTIONEEL

Column: Natura Amstellodamum

Ik was erg van de natuur. Als jochie al. Ik was meestal voor de deur te vinden bij de woning van mijn ouders in de westelijke tuinsteden, maar vaak liep of fietste ik even door en kwam dan bij de treinovergang bij de Admiraal de Ruyterweg en daar stak ik over naar de opgespoten landen om van de natuur in de Sloterdijkpolder te genieten. Mijn buurjongen ging wel mee. Hij was ook van de natuur en we waren beiden duivenmelkers. We hebben nog eens pogingen gedaan wilde eendenpulletjes te vangen, en raceten over de schollen en warempel, we hadden er eentje! Nooit doen, zou ik zeggen. Misschien lukt het met een loopeend of een gans, maar wilde pullen hebben echt hun moeder nodig, dus het beestje vond het maar niks zonder de zorg van zijn eendenmoedertje, dat liep dus fout af, hoezeer we Dukkie ook streelden en van water en kroos voorzagen. Een paar keer was ik alleen aldaar en zag ik ineens een zwerm vogels landen. Het leken danseressen gekleed in prachtig zwartwit verenkleed en dunne lange omhoog gebogen snavels….kluten! Wat een stomme naam! Ze hadden ze ballerinavogels moeten noemen, of…Avosetta! Ik genoot een paar avonden van hun gedans en gebalts en geroep en gezoek naar insectjes e.d. Ik liep op een zonnige doch winderige dag langs de Amsterdamse Sloterplas. Daar wilde ik zwemmen. Er werd reeds heerlijk gezwommen en gezonnebaad. Er waren leuke woeste golfjes, die het zwemmen iets bemoeilijkten, maar toch ook weer het prethormoon aanwakkerden. Vlak over het water scheerden snelle vogels, die insectjes oppikten die de golven aan hen schonken. Eén keer ging het fout, één van de vogels, een gierzwaluw, tikte een golf aan en stortte neer. Ik wilde erheen, maar een stoere bink was me voor. Hij crawlde met snelle slag naar de onfortuinlijke drenkeling en pakte hem in zijn hand en zwom met twee benen en één hand terug.

De arme vogel werd op zijn badhanddoek neergelegd en er heel even in gerold, en zo kon ik deze vliegkunstenaar van zeer dichtbij bekijken. Ik was meteen verliefd op deze machtigmooie vogel. Na een paar minuten kroop de vogel overeind en vloog plots in één ruk weg. Later kwam ik te wonen in een groot huis aan de Plantage Muidergracht. Op ons binnenplaatsje dat was ingeklemd tussen de gracht en de Plantage Middenlaan, stonden wij wel te luisteren naar hoge geluiden van rondcirkelende vogels. In het voorjaar kwamen ze weer terug van hun winterverblijf in Afrika, en dan… werd het hier lente. Een mooi gezicht en een vertrouwd gehoor…, én… ze woonden hier echt. Ze woonden bij ons onder onze dakpannen, maar ook in andere buurten waren de gierzwaluwen vaste bewoners, die graag op hun vaste grachtenhuisplekje terugkwamen. Je hoort wel eens: ‘Amsterdam, zo’n vieze stad, vol troep en benzine en vervuilende bezoekers, dat is toch niks voor flora en fauna…, die vluchten allemaal naar de weilanden, waar de boer weer over hun nesten rijdt, wat een gedoe…’ Maar… niks is minder waar…, de natuur is van elastiek en herstelt zich snel en zó goed zelfs, dat bijvoorbeeld de heren en dames vos vaste bezoekers zijn en de gierzwaluwen, ach ja de gierzwaluwen zich al eeuwen heerlijk thuisvoelen in de Amsterdamse huizen in de Kinkerstraat, dat er in Mokum zéér zeldzame plantjes staan te bloeien en er weer een prima visbestand is in de Amsterdamse heldere grachtenwateren. Lees en kijk maar hieronder.

 
P.S.: Als een gierzwaluw op de grond ligt, heeft dit meestal een reden, want deze vogels komen niet van nature de grond opzoeken. Het is dan ook belangrijk om de vogel zo voorzichtig mogelijk te benaderen.  Wat mag je zeker niet doen? De gestrande gierzwaluw gewoon oppakken en de lucht ingooien. Helaas hoort de gierzwaluwenwerkgroep dit fabeltje regelmatig terugkomen. Wat mag je wél doen? Je kan proberen de gestrande gierzwaluw op je vlakke hand zo hoog mogelijk in de lucht te houden en zien of deze van die positie wegvliegt. Als de vogel nog aan het suffen is, van bijvoorbeeld een klap tegen een raam, zal het beestje nog niet wegvliegen (en heeft de lucht ingooien alleen het gevolg dat je het beestje meer kwetst). Je laat het dan het best rusten in een donkere doos, ergens uit de zon, géén eten geven (deze diertjes vereisen speciale voeding!!) en best ook geen water. Als het enkele uren later nog steeds niet wegvliegt vanop je open hand, breng het dan zo snel mogelijk naar een opvangcentrum.

Foto: Natuurpunt

Nog meer over de gierzwaluw. Linksboven zoals hij in z'n element is (Het Parool) en rechts een speciale gierzwaluw-nestkast. Linksonder een zwaluwvriendelijke dakpan maar als dit allemaal ontbreekt behelpt de gierzwaluw zich met een standaard pannendak (FaceBook: gierzwaluwwerkgroepamsterdam).

We blijven nog even doorgaan over de zwaluw. Nog een pannendak dat uitstekend is voor een nest. Rechts een top van een oud huis: spekkie naar hun bekkie. En kijk eens linksonder naar dat mooi en alert beessie met dat fraaie koppie.

Maar er leven meer vogels in de stad. Neem het IJburgse Strandeiland: linksboven nestgangen (655 stuks!) van de Oeverzwaluw (riparia riparia) en de Gele Kwikstaart (motacilla flava) en dan de sierlijke Kluut (Recurvirostra Avosetta). Hieronder een jagende Visarend (pandion haliaetus) eveneens bij het IJburgse Strandeiland. Daaronder nog een foto van de zeldzame overdagjagende Velduil (asio flammeus). Foto's: amsterdam.nl - Kluut: Wikipedia

 
Boven de Mokumse Vos (vulpes vulpes amstellodamensis) Niet te geloven? Check BNNVARA, Hart van Nederland en indebuurt.nl (2x) - foto: Martha de Jong-Lantink

Links: De hoge gele Teunisbloemen (Oenothera lamarckiana) vormen een van de opvallendste bloeiers in de idylles langs de grachten - Foto: Kars Veling

Onder: van louter diertjes vergeten we bijna de bijzondere planten in Amsterdam. Rechts bestuderen de ecologen Ton Denters en Quint Bogards de zeer zeldzame Zandwolfsmelk (Euphorbia seguieriana) op het Stenen Hoofd - Foto Jean-Pierre Jans

 
Zalm in de Prinsengracht !!
De zalm leeft in de zee, maar plant zich liever voort in zoet water. Daarom trekken ze er regelmatig op uit in de Nederlandse rivieren. Het IJ is een belangrijk onderdeel van die trekroute. En als ze zin hebben in een iets groter rondje, komen ze uit in de wederom schone Amsterdamse grachten. Hetzelfde geldt trouwens voor de zeeforel. En… de zéér zeldzame rivierdonderpad (foto links) Waar zit ie? Juist,… in Mokum!
(Zie ook YouTube.film hieronder)

Trams hebben lijnnummers, bussen lijnletters

 
Vorige week zagen we in de quiz een tram die in 1903 het lijnnummer 10 kreeg. U weet misschien ook nog dat bussen vroeger een lijnletter hadden. Dat laatste was niet altijd zo geweest en zou ook niet altijd zo blijven. De allereerste autobus van de GTA was buslijn 14 die van 7 april tot 25 juni 1908 reed tussen Van Hallstraat en Dam via Westerstraat en Blauwburgwal (foto links). Op de foto een FIAT-chassis waar Beynes in 1907 een oude paardentram-opbouw op geplaatst had. Dat deden ze 1905-'08 bij zes andere chassis ook. De slechts korte tijd dat de lijn reed, werd veroorzaakt door technische mankementen en niet door een onrendabele dienst. Probleem was wel dat tramkaartjes niet geldig waren op deze bus omdat de exploitatie uitbesteed werd aan buitenstaanders.
Daarna bleef het qua autobussen stil tot de annexaties van 1921.

 
Neusbussen (de neus met motor steekt voor de carrosserie uit, die eerst nog op een vrachtwagenchassis staat en later pas op speciaal ontwikkelde autobuschassis)
Amsterdam voelde zich verplicht de nieuwe buitengebieden vervoer te bieden naar het stadscentrum, ook al werd dit door diverse particuliere maatschappijtjes al verzorgd. Om deze diensten te kunnen opzetten werden er autobussen aangeschaft. Bijvoorbeeld 11 stuks van Büssing (foto). Daarnaast enkele modellen van Geesink met chassis van Magirus of Latil. Alle probeersels zijn vanaf 1926 vervangen door bussen van de populaire merken Brockway en Magirus met een variëteit aan opbouwen door Nederlandse of buitenlandse firma's. Ze hebben bijna allemaal tot de Tweede Wereldoorlog gediend en zijn in 1940 verkocht of door de Duitsers gevorderd. De bussen werden in 1945 soms tot in Parijs teruggevonden.

Foto: Wikipedia

 
Op 19 oktober 1922 ging buslijn A van start op de route Kruislaan (Middenweg) naar het Leidsebosje. Op de foto - in de klem tussen zijn concurrent de Gooise Moordenaar en een particuliere auto - rijdt een van de elf bussen van Büssing/Lange&Gützeit uit Duitsland. De bussen werden geleverd met massieve banden wat zoveel schade en ongemak veroorzaakte dat in de twee jaren erna die allemaal vervangen werden door luchtbanden. Door grote drukte op lijn A kwamen meer bussen in gebruik en de meest bijzondere is wel het "doorgezaagde Weesmeisje", een drietal gelede 3-assige bussen van Latil/Geesink in 1924.
Lijn A was bedoeld voor de oudbouw in de Watergraafsmeer en kreeg in 1925 gezelschap van lijn D naar Onderlangs (Betondorp; zie lijn D hieronder) en in 1926 van lijn K vanaf de Stadhouderskade, 3 maanden later vanaf het Leidsebosje naar de Archimedesweg bij de Hoogeweg.

 
Op 20 november 1924 ging buslijn B rijden vanaf het Beursplein naar het Mosplein in Noord, waarbij de bus met de pont het IJ overstak via de Tolhuispont. Op 3 april 1925 werd de lijn verlengd tot de Mercuriusweg in Tuindorp Oostzaan. In 1931 werd de lijn ingekort met als vertrekpunt het Stationsplein en in 1932 met het vertrekpunt Buiksloterweg (Tolhuispont).
De dienst startte met 9 Latil/Pennock bussen. De Franse Latil-chassis werden gekozen omdat die zo hoog op de poten stonden dat ze zich niet klem konden rijden op de pontklep bij extreem laag- of hoogwater. In 1926 kwam een serie bussen van Brockway/Alan in dienst (zie foto Beeldbank) waarvan een aantal in Noord gestationeerd werd.

Foto: traminfo.nl

 
Op 15 oktober 1924 reed buslijn C zijn eerste rit. Die ging van het Beursplein naar de Meeuwenweg via de Valkenwegpont. De dienst werd opgezet met 9 Ariès/Pennock bussen die net als de hierboven genoemde Latil-chassis hoog op de poten stonden, wat nodig was vanwege de pontklep bij hoog- en laagwater. De bussen werden geleverd met massieve banden die het jaar erop al vervangen werden door luchtbanden.

De bussen op Franse chassis van de lijnen B en C was geen lang leven beschoren. Met fors verlies werd de laatste in 1929 buiten de stad verkocht. De diensten werden in de regel overgenomen door wagens op Brockway- of Magirus-chassis.

Foto: coll. Tim Castricum / traminfo.nl

 
Op 15 juni 1925 ging buslijn D rijden, eveneens naar Onderlangs (Betondorp) in de Watergraafsmeer maar nu vanaf de Prof. Tulpstraat. Een jaar later werd de beginhalte verplaatst naar de Weesperzijde. Het verloop van de route van de D is nogal avontuurlijk; daarvoor bekijkt u het overzicht op traminfo.nl.
De dienst startte met Magirus/Allan bussen met wagennummers 35 t/m 42; op de foto een Magirus/Geesink-bus die in 1926 in dienst kwam.

Foto: GTA / traminfo.nl

Op 16 september 1926 kwam buslijn E in bedrijf, met een route van Cornelis Troostplein naar Station Muiderpoort via Station Weesperpoort. Deze lijn bediende de Nieuwe Pijp, de Oosterparkbuurt en de Dapperbuurt. De dienst werd opgestart met Magirus/Geesink-bussen (zie foto lijn D hierboven) waarvan in 1926 10 stuks geleverd waren en dienst gingen doen op de lijnen E, F en H. Lijn E is diverse keren verlengd, ingekort of verlegd. Voor meer informatie leest u verder op traminfo.nl.

 
In de 1930-er jaren werden alle buslijnen ingekort tot een punt aan de rand van de stad waar men kon overstappen op een tram. Dit omdat autobussen onhandig manoeuvreerden in het steeds drukker wordende verkeer in de stad. Een voorbeeld ziet u op de foto waar buslijn A in de Middenweg op tramlijn 9 aansluit. De bus is er een uit de serie van 32 stuks Kromhout/Verheul die tussen 1937 en 1941 geleverd werden. Lijn 9 werd in juli 1940 verlengd tot de Kruislaan, mogelijk geworden door de verhoging van het Oosterspoor.
De bussen naar Noord, die van het CS vertrokken en tot nu met de pont het IJ overstaken, bleven voortaan in Noord en de passagiers konden de inmiddels gratis pontveren en kringlijn 22 - later K - rond het CS nemen.

Volgende keer de nieuwere buslijnen F t/m T waarvan enkele wel heel kortstondig dienst deden of vaak verlegd werden, soms in heel andere buurten.

De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

YouTube: Amsterdam in 1940

Deze week honderd jaar geleden

 
Maandag 16 juli 1923 - Na een lang ziekbed overleed vandaag Joseph van Lier, de jongste der gebroeders Isouard, Lion en Joseph van Lier, zonen van Abraham van Lier die de Hoogduitse Schouwburg in de Amstelstraat 21 overnam en daar het Grand Théatre des Variétés van maakte. De jongste broer, Joseph van Lier, was na de sluiting van het theater in 1913 regisseur bij de Haarlemse Filmfabriek Hollandia geworden en speelde ook komische rollen in enkele films. Welke van de drie broers Joseph is, weten we niet met zekerheid maar we tippen op de man die rechts staat.

Lees meer over vader en zoons Van Lier in de PDF van week 20 in 2015.

 

Joseph van Lier werd 69 jaar. De begrafenis (krantenfoto) zou op 19 juli plaatsvinden op Zorgvlied.

Krantenfoto: De Telegraaf

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2023. De keuze 2014 t/m 2022 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 wk01 wk02 wk03
wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15
wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27
wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39
 

U kunt elke zaterdagmorgen vanaf 09:00 uur een nieuwe aflevering van deze weekkrant ophalen via deze link