weekblad-logo

week 50-2021

Fotoquiz snelste

 

 

 

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Kees Huyser. De nieuwe opgave komt dan ook van hem.

De vraag is:

Waar is dit?

Let u ook nog op de gevelsteen?

Oplossingen via deze link

 

 

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

De Lijnbaansgracht was ooit maar aan één kant bebouwd en daarom zelfs bij de huisnummering van 1876 doorgenummerd, d.w.z. 1,2,3,4, enzovoort. Tot ze toch een kade aanlegden waar ook huizen kwamen. Je kunt dan als overheid twee dingen doen: iets moeilijks met a,b,c of nummeren vanaf het hoogste nummer aan de andere kant (Damrak) of een nieuwe naam bedenken zoals hier de Westerkade tussen Westerstraat en Bloemgracht. Deze Westerkade kwam in 1876 tegelijk met het Hamers- en Brouwershofje aan de Marnixstraat. Dat was zo ondiep dat er nog wel een paar huizen achter pasten. Dat hofje kent u wellicht nog van een quizvraag een paar maanden terug. Die versie van het Hamershofje lag toen nog aan de Herengracht 371-395 en verhuisde in 1877 naar de Marnixstraat. Even puntjes op de "i": de brug op de foto is niet de Bullebakssluis (#160 in de Marnixstraat) maar brug #118 in de Bloemgracht over de Lijnbaansgracht.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Ria Scharn, Marike Muller, Herman Schim van der Loeff, Anthony Kolder, Harald Advokaat, Anneke Huijser, Willem Blok, Fons Baede, Otto Meyer, Arjen Lobach, Fanta Voogd, Dirk Fuite, Han Mannaert, Mike Man, Ton Brosse, Harry Snijder, Dennis Dwinger, Aschwin Merks, Lidy Vendrik, Jan Snijders, Hans Olthof, Thomas Gravemaker, Hans van Efferen, Jos Mol, Jan Burgers,

Fotoquiz: Anneke's keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht.

Anneke vond deze foto toen ze op zoek was naar iets heel anders... dat bolwerk van twee weken terug. Best een interessant plaatje voor de quiz, dacht ze. Een heleboel te zien en te vragen. Daar gaat we:

Welke molen zien we?
Op welk bolwerk stond hij?
Welke kerk zien we?
Welke school of instituut zien we?

Dat is een ingewikkelde vraag, die laatste, en dat vraagt om uitleg. Op de foto staat een school afgebeeld die later andere bestemmingen kreeg. Eén van die laatste bestemmingen bedoelen we, of de naam/nummer van de school natuurlijk.

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Jos' keuze

 

 

Hiermee maakte Jos het de deelnemers niet al te lastig. Met een omschrijving van wat we hier zien - hijsbalk waar een leeuwenkop over geschoven is - presenteerde Google het antwoord: Prins Hendrikkade 122.

 

Foto: collectie Jos Mol

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Ria Scharn, Anthony Kolder, Arjen Lobach, Fons Baede, Marike Muller, Anneke Huijser, Otto Meyer, Mike Man, Han Mannaert, Aschwin Merks, Peter Waagen, Ton Brosse, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners toch wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Wat zou hier aan de hand zijn? En is dat niet een achtbaan in de achtergrond? Is dat permanent of tijdelijk?
We hebben een uitstapje gemaakt; dit is niet bepaald binnen de Singelgracht.

De vragen zijn:

Waar is dit?
Ter gelegenheid waarvan was dit opgebouwd?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

 

Ach..., wat een kanjers zijn jullie toch. In plaats van mopperen over een wel heel moeilijke opgave hebben jullie je in de literatuur gestort en de namen van deze beide bruggen opgespoord. Een welgemeend "petje-af" onzerzijds.
Frappant is het grote aantal namen dat gevonden werd; wij wisten uit Von Zesen dat dit de Rotterdammerbrug (voor) en de Smousenbrug (achter) genoemd werden maar er doken ook namen als Sint Anthoniesbrug en Vlooienburgerbrug of Vlooienbrug voor de Rotterdammerbrug en Kraanebrug en Smousjesbrug of Schmausjesbrug voor de Smousenbrug. Vanwege de bepaald negatieve connotatie van het woord "smous" noemden de buurtbewoners deze brug de Sint Teunis. De brug werd ook Jodenbrug genoemd, een naam die overgenomen was van de Jodenbrug over de Muidergracht tussen beide synagogen, toen dat deel van de gracht gedempt werd en Jonas Daniël Meyerplein werd. Op een buurtkaart uit 1853 hebben de drie bruggen met de hand ingeschreven nummers: Rotterdammerbrug #231, de Smousenbrug #232 en de Jodenbrug #234. Dan de literatuur die er bij gesleept werd om aan een antwoord te komen: behalve bij Von Zesen werd gezocht en gevonden bij Bredius, Domselaaer, Brugmans en Ter Gouw.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

De verklaringen die voor het woord "smous" bedacht zijn, schieten alle kanten op. Grote gemene deler blijft de negatieve betekenis ervan. Aanvankelijk zou het begrip op Asjkenazim slaan die door het land zwierven op zoek naar iets om van te leven, net als zigeuners dezelfde slechte naam hadden ontwikkeld. Er worden diverse talen opgevoerd waar woorden met ongeveer dezelfde klank voorkomen, zoals het Duits (Mausche=joodse koopman) en zelfs het Hebreeuws (schemau; iets totaal anders). De veronderstelling dat het een Bargoens begrip is voor een niet te vertrouwen persoon lijkt ons avontuurlijk, vooral als een politieagent net zo genoemd werd.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Otto Meyer, Han Mannaert, Jan Six van Hillegom, Ton Brosse, Lidy Vendrik, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Mike Man, Ria Scharn, Jos Mol,

Met de camera op pad...

Uit die tijd een kleurenfoto? Kan haast niet! Ingekleurd misschien? Dan is het knap gedaan.

De vraag is:

Welke water is dit?

Deze week zullen we streng moeten zijn. Wij willen precies weten waar deze foto gemaakt werd en aan de hand van de achtergrond moet u dat nauwkeurig kunnen vaststellen. Er is maar één naam mogelijk. Bedenk dat er zelden of nooit foto's van Amsterdam gemaakt zijn vóór 1850. Dat klinkt misschien cryptisch maar het is een hint.

Laat het ons weten via deze link

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

 

 

 

Gaston Braun, een der vroegste fotopioniers die stadsgezichten fotografeerde, stond op een schip in de Brouwersgracht en kiekte in de richting van het Singel. Hij kreeg de Pastoorsbrug (#55) in de Keizersgracht in beeld die net de Melkmeisjesbrug (#16) afdekte die u op het goede spoor had kunnen zetten. Wat wel bleef staan was de Ronde Lutherse Kerk en dat gaf voldoende indicatie waar we hier staan. Het dubbelpakhuis met de afgeknotte top in de huizenrij links is de Keizerskroon op nr.104.

Opvallend - maar op andere oude foto's ook te zien - is hoe ondiep de grachten aan de oevers waren. Zelfs zolderschuiten konden niet direct aan de wal komen.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Ria Scharn, Arjen Lobach, Herman Schim van der Loeff, Harald Advokaat, Kees Huyser, Jos Mol, Fanta Voogd, Otto Meyer, Harry Snijder, Anthony Kolder, Han Mannaert, Marike Muller, Aschwin Merks, Jan Snijders, Hans Olthof, Jan Six van Hillegom, Ton Brosse, Adrie de Koning, Hans Goedhart, Hans van Efferen, Mike Man,

Hulp gevraagd...

 

 

U zou deze foto even moeten bekijken in de Beeldbank (klik op de foto). In een geweldige resolutie staat dit beeld scheef, bleek en onscherp en zonder de locatie te vermelden tussen alle geweldige foto's misplaatst te wezen. U kunt dan net lezen dat in het meest rechtse onderstuk een expeditiebedrijf/bodedienst zit en met enige fantasie is er een (laag) huisnummer te ontdekken. We hopen dat de gang u een beetje kan helpen.

Als u dan tenminste die locatie even voor ze opzoekt...

Laat het ons weten via deze link.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

 

 

Een zelfde foto, gemaakt op hetzelfde moment maar iets meer ingezoomd zonder die meneer rechts, staat al in de Beeldbank. Daar staat wel netjes bij dat het hier om de Tobias M.C. Asserstraat in Nieuw-West gaat. U moest de foto dan wel even vinden natuurlijk.

Wij gaven dit gemis natuurlijk weer door aan het Stadsarchief.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Verlossende antwoorden kwamen van Arjen Lobach, Eric-Jan Noomen, Aschwin Merks, Paul Graalman,

en dan nog even over...

 

...onze winterse Oudejaarsquiz. Het siert de deelnemers natuurlijk dat men alle foto's juist wil plaatsen maar hierbij nog eens de verzekering dat elf goede oplossingen al voldoende is om mee te dingen naar de prijs. Wij hebben besloten om bij de bekendmaking wie het abonnement gewonnen heeft het aantal goede oplossingen niet bekend te maken. Wel zullen we een overzicht maken van het aantal goede oplossingen per categorie van 11 t/m 20. We hopen niet dat u de moed nu helemaal in de schoenen zakt: er zijn al 4 deelnemers die alles goed hebben. Het is dus te doen.
U heeft nog de tijd tot de 20ste december a.s. Die avond gaan we loten.

Even over de schijnbaar moeilijkste foto 8. Het is echt in Amsterdam maar wel buiten de Singelgracht. Wat op een enorme watervlakte lijkt, is een samenkomst van twee grachten die op een bijzondere manier op elkaar aansluiten. In dit perspectief lijkt dat inderdaad enorm. Houdt u zich vast aan de afwijkende bouwwerken rechts op de foto.

Om onderweg wat inspiratie op te doen hebben wij nevenstaand boekje gevonden met winterse wetenswaardigheden over het schaatsen in Amsterdam.

Klik hier of de omslag om te lezen.

redactioneel

Lodewijk, de eerste koning van Holland

 

Louis Napoleon Bonaparte (1778-1846), eigenlijk Luigi Napoleone Buonaparte - hij was Corsicaan tenslotte - was het jongere broertje van keizer Napoleon I. Hij werd in 1806 door zijn broer tot koning van Holland gebombardeerd. Broerlief had nog meer bedisseld, zoals echtgenote Hortense de Beauharnais terwijl hij stapelverleifd op een ander was. Hortense was echter de stiefdochter die Josephine mee in het huwelijk gebracht had en moest met een mooie status onder de pannen gebracht worden. Hortense vond Nederland verschrikkelijk en vluchtte zo snel ze kon terug naar Parijs. In 1810, toen het paar uit elkaar ging, zou Lodewijk tevreden vaststellen dat in die acht jaren hij haar maar vier maanden in totaal had moeten verdragen. Zij zette nog wel drie kinderen op de wereld maar geen hond durfde te verzekeren dat ze allemaal van Lodewijk waren. Lodewijk zelf als laatste!
Hij probeerde van de klus het beste te maken, ook al had hij er niet om gevraagd. Door de streken van zijn broer werd die klus met de dag moeilijker en de hofkring die hem gunstig gezind was, steeds kleiner. De eenvoudige burger had het meeste last van de neergang, eerst van de Republiek maar onder het koninkrijk was het vele malen erger. Het geld verdween uit het land en de sterkste zonen werden als kanonnenvoer ingezet. En de 'lamme koning', het 'Konijn van Olland' kreeg de schuld.

Schilderij: Charles Howard Hodges 1809; bron: Wikipedia

 

Lodewijk regeerde aanvankelijk vanuit Den Haag en verkaste het jaar erop naar Utrecht in enkele omgebouwde woningen aan de Drift. Zijn broer decreteerde vanuit Parijs dat Amsterdam als hoofdstad van het Koninkrijk Holland de aangewezen plek was om te wonen en te regeren. Dat vonden burgemeester en wethouders ook en stuurden een delegatie naar Utrecht om de koning over te halen. Die bestond uit burgemeester Van de Poll, wethouders Van Brienen en Willink en raadsleden Iddekinge, Rendorp en nog een Van de Poll. "Sire, als afgevaardigden van uwe goede en trouwe hoofdstad..." paaiden ze hem met het Achtste Wereldwonder als cadeautje om toch vooral naar Amsterdam te komen. Lodewijk, met de wens c.q. bevel van zijn broer in het achterhoofd, wilde wel komen maar alleen als er zo spoedig mogelijk een echt paleis gebouwd zou worden zodat Amsterdam zijn stadhuis terug kon krijgen. Maar, natuurlijk, Sire, doen we toch?! Sorry voor wat u vroeger over de man geleerd hebt..., Lodewijk was niet uit op het inpikken van het stadhuis. Het is hem opgedrongen.

Prent: intocht Lodewijk Napoleon in Amsterdam op 20 april 1808

 

Adjunct-directeur der Stadswerken Ziesenis - echtgenoot van de beroemde toneelspeelster - kreeg de opdracht het stadhuis leeg te ruimen en de nodige verbouwingen voor te nemen. Er werd een heus, zei het primitief, CV-systeem aangelegd. Er werden meubels besteld bij de beste meubelmaker van Holland Carel Breytspraak maar het merendeel in Parijs bij Jacob Desmalter. In 1809 kwam het balkon aan het paleis gereed, klaar om de koning door zijn volk toe te laten juichen. De burgerij rijmelde echter: "Het achtste wonder gaat naar den donder. Het wordt de woning van onzen lammen koning".

Foto: het meubilair van Lodewijk wordt nog steeds gebruikt in het paleis

 

Door twee nationale rampen profileerde Lodewijk zich als toegedaan staatshoofd. In 1807 ontplofte een met buskruit geladen schip in het Rapenburg te Leiden. Lodewijk liet zich naar de plek des onheils brengen, stapte uit en klom op de puinhopen om mee te zoeken naar mogelijke overlevenden, ondanks zijn aandoening aan arm en been waar hij weinig macht over had. Hij gelastte zijn garde hetzelfde te doen; bij de Leidenaren kon hij niet meer stuk! De tweede ramp was de winterse overstroming van de Betuwe in 1809, waar de koning opnieuw direct verscheen en de hulpverlening organiseerde.
De hier verdiende bijnaam "Koning der Ongelukkigen" was nu eens niet negatief bedoeld.


Ingekleurde gravure door Carel Lodewijk Hansen - 1807; bron: Wikipedia

 

En dan nog dat dictaat dat al die wangedrochten op de Dam die zijn uitzicht ontnamen, verwijderd moesten worden. De Waag moest meteen in 1808 weg en ook het Generaalshuis stak hem de ogen uit... heet het. Dat is gedeeltelijk waar maar hem werd onmiddellijk door zijn raadgevers w.o. burgemeester Van de Poll ingefluisterd dat de waag afbreken hem een hoop commentaar en sacherijn van de bevolking zou opleveren. Haastig trok Lodewijk zijn decreet weer in, tot Minister van Binnenlandse zaken Isaac Gogel ingreep en stelde dat bevolking niets in te brengen had en die waag weg moest als de koning daarom vroeg. Lodewijk zag er op toe dat Amsterdam een riante schadevergoeding van ƒ17.000 kreeg voor het gemis. Aan het Generaalshuis begon hij niet eens meer na de waarschuwing dat hij dan uitzicht had over het rommeltje van de vismarkt. Pas veel later, in de 19de eeuw, zou men - na nog wat zaken gesloopt te hebben - ontdekken dat het opgeruimde damplein best geschikt was als evenementenplein. Op het vermaledijde balkon werd Churchill in 1945 toegejuicht en elke nieuwe vorst of vorstin bejubeld. Op de plek van het gesloopte Generaalshuis staat nu het Nationaal Monument elk jaar in het middelpunt van de herdenking aan de oorlogsslachtoffers.
We zijn zowaar bezig geweest een lans te breken voor de eerste koning van ons land. Hij had het helemaal niet zo slecht voor met zijn onderdanen. Hij deed het zo goed dat hij de plannen van zijn broer in de weg ging zitten en in 1810 afgezet werd. Het koninkrijk Holland werd ingelijfd bij Frankrijk en toen ging het pas echt mis.

Tekening: Afbraak waaggebouw door Gerrit Lamberts - 1808; bron: RKD

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Schuilkerken in Amsterdam - 9

 

De Lely / Geloof, Hoop en Liefde
Deze schuilkerk had een nogal zware erfenis op de schouders. Nadat in 1578 de Nieuwe Kerk afgenomen was, trok de gemeente zich terug in het Huis De Lely op de Nieuwezijds Voorburgwal tussen Spui en Roskamsteeg: de Boommarkt dus. Net als de Nieuwe Kerk was deze aan Sint Catherina én Maria gewijd. De opvolger van deze kerk, de in 1818 gewijde nieuwbouwkerk aan het Singel, op de plek van het v.m. Voetboogdoelen, was opnieuw gewijd aan Sint Catherina.

De diensten in De Lely begonnen in of iets voor 1623. De grote gangmaker hierbij was pastoor Jacob Oli maar hij mocht het genoegen niet smaken ook pastoor van de schuilkerk te worden. De gemeente was talrijk, stammende van een grote kerk als de Nieuwe Kerk. Al snel bleek ze te klein, maar het klimaat was nog niet geschikt voor een grote verbouwing. Dat zou tot 1726 duren eer er toestemming van het stadsbestuur kwam. Om het financieel mogelijk te maken sprong de familie Cromhout in de bres, die naast de kerk woonde.

 

De uitgebouwde kerk was veel ruimer dan de oude en omvatte twee huizen. Men vond het ook tijd voor een andere naam voor de kerk. De toenmalige pastoor liet een gevelsteen beitelen met de symbolen van geloof, hoop en liefde en dat werd de naam van de kerk. Wagenaar geeft een beschrijving van kerk en interieur: een altaarstuk door C. van Savoy uit 1656 en twee anderen door Roozendaal uit 1674. Maar ook hier ging het knellen. "Bekrompen" was de term die begin 19de eeuw werd gebruikt door pastoor Van der Lugt, een man met ambitie. Op de tekening van Keun hiernaast zien we ook een orgel. Na verhuizing van de kerk is hier later restaurant Dorrius gekomen.

 

Door het ontstaan van de Bataafse Republiek in 1795 kregen de Katholieken veel meer vrijheid. In 1806 kwam Gerardus van der Lugt als pastoor in dienst. Hij werd de grote initiator achter de nieuwbouw aan het Singel. Dat was geen schuilkerk meer te noemen en valt dus buiten dit bestek. Maar u kent de Sint Catharina vast nog wel.

 

De Posthoorn
De voorgeschiedenis van de Posthoorn is onduidelijk. Er wordt gesproken over een schuilkerk op verschillende locaties als Haarlemmer Houttuinen maar vaker over het huis 't Friesche Wapen in het eerste blok tussen Brouwersstraat en Eenhoornsluis in wat nu de Haarlemmerstraat heet. We spreken dan over het jaar 1620. Verder is hierover niets bekend. Wel dat het daar te klein was en men naar uitbreiding zocht. Die vond men in 1687 achter het huis dat nu Prinsengracht 7 is, waar een voormalige paardenstal tot kerk omgebouwd mocht worden die echter niet vanaf de Prinsengracht toegankelijk mocht zijn. De oplossing vond men om dat door de toegang via de (nog steeds bestaande) Ludemakersgang aan de Brouwersgracht te laten plaatsvinden. Prinsengracht 7 was voorheen het huis geweest vanwaar een postkoetsdienst op Haarlem georganiseerd werd. Boven de deur was een posthoorn afgebeeld als internationaal symbool voor postkoetsdiensten. Die posthoorn werd de bijnaam van de kerk, die gewijd was aan Sint Augustinus. Ze was groot; er konden 800 gelovigen in de kerk een plaats vinden.

 

De kerk werd bediend door Augustijner paters en die maakten zich begin 18de eeuw ontzettend druk over de opkomst van het Jansenisme (Oud-Katholieken). Ze werden dan ook extra geplaagd door een Oud-Katholieke kerk recht tegenover hun ingang aan de Brouwersgracht, zoals we vorige week konden zien. Probleem voor de Augustijnen was het feit dat het stadsbestuur de Jansenisten liever ondersteunden dan ze in de weg te zitten, omdat dit een stroming was die zich tegen de moederkerk in Rome had gekeerd. Binnen de RK-gemeente in Amsterdam waren ze natuurlijk wèl populair. Zodra echter de fanatieke pater Baard overleed, greep de overheid in en belette dat er opnieuw een Augustijn in De Posthoorn kwam te staan. Door toedoen van het stadsbestuur kwam er de wereldlijke pastoor Willem Cavellier, waarmee de Augustijnen buiten spel gezet waren. Ze hebben ook nooit kans gezien De Posthoorn weer in handen te krijgen.
Op de tekening piept de kerk boven de huizenrij Prinsengracht 5-15 uit.

 

Ondanks dat er 800 bezoekers een plaats konden vinden, werd de kerk begin 19de eeuw toch te klein, vooral na het wegvallen van enkele schuilkerken in de buurt. In 1853 kocht men tussen Haarlemmerstraat en -Houttuinen enkele erven kopen en kreeg Pierre Cuijpers de opdracht hier een nieuwe kerk te bouwen. Dat was de eerste kerkopdracht voor Cuijpers in Amsterdam en het ging bepaald niet vlekkeloos. Cuijpers verrekende zich in de afmetingen en de bouw lag lang stil door problemen met omringende bebouwing. Alleen door welwillendheid van buren kon er een pastorie aan de Houttuinen komen. Een huis aan de Haarlemmerstraat moest voorlopig blijven staan en men kon met moeite bedingen dat er door het huis een gang kwam naar de kerk erachter. Pas in 1861 werd de eerste steen gelegd en de inwijding volgde in 1863. De paus was er persoonlijk voor nodig om de wijding aan de Allerheiligste Onbevlekt Ontvangen Maagd Maria goed te keuren. In de volksmond bleef het De Posthoorn. Het duurde bijna een kwart eeuw (1887) voor de kerk afgebouwd werd. Het resultaat was een smalle pijpenlade die wel erg hoog was om plaats te bieden aan een dubbelde galerij. Daardoor konden wel 1600 gelovigen tegelijk de diensten bijwonen. Dit was verre van een schuilkerk en ondanks dat er veel over De Posthoorn in de Haarlemmerstraat te vertellen is, laten we het hierbij.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: NACO huisje terug?

Achter het Centraal Station herinnert bijna niets meer aan de tijd dat hier vanaf de jaren 80 van de 19e eeuw dagelijks 39 beurtvaartdiensten met passagiers en lading vertrekken. Vijftien steigers steken rond de eeuwwisseling enkele tientallen meters vanaf de De Ruijterkade het IJ in. Het is er bedrijvig. Onder de passagiers zijn ook hoge gasten zoals Churchill die na de oorlog aan de land kwam op de steiger, waar ons NACO-huisje op stond. Beurtschepen zijn tot in de jaren vijftig van de 20e eeuw een vitaal onderdeel van het openbaar vervoer door heel Nederland. Veel gemeenten sluiten zogeheten beurtovereenkomsten: afspraken over scheepsverbindingen met andere plaatsen. Langs de kade staan op grote borden de namen van de rederijen en hun belangrijkste bestemmingen. Ook adverteren de maatschappijen hun vertrektijden en prijzen in de kranten. Vervoersbiljetten voor enkele reizen zijn verkrijgbaar bij de conducteurs op de boten terwijl dagretours en couponboekjes uitsluitend gekocht kunnen worden bij de diverse kantoortjes op de aanlegsteigers. En zo gaat het ook in ons pandje. Het is dan van Reederij Koppe, een Nederlandse rederij die tussen 1909 en 1972 voornamelijk actief is in de binnenvaart.
In 1919 wordt het Scheepvaartkantoor van Koppe gebouwd op steiger 5, naar ontwerp van G.F. La Croix. J.G. Koppe’s scheepsagentuur N.V. wordt in 1909 opgericht door Jan Koppe; op dat moment een ervaren reder met belangen in meerdere rederijen met later veel dochterondernemingen.


De rederijen doen het goed: er is genoeg te vervoeren. Maar tijdens en na de Tweede Wereldoorlog krijgen ze het moeilijk. Van de vloot van Koppe worden in de oorlog maar liefst 30 schepen naar Duitsland gebracht.
Maar eigenlijk zet de teruggang al in de jaren twintig in. Laatdunkend beginnen velen de bootdiensten boerenboten te noemen. Het vervoer per autobus, vrachtauto en tram groeit explosief. Gemeenten stoppen met beurtovereenkomsten.
Aan de De Ruijterkade wordt het in de jaren zestig stiller en stiller. Koppe is intussen een dochteronderneming van de Nederlandse Spoorwegen geworden. Na 1963 wordt nog een paar jaar uitsluitend gevaren voor toeristen tot de Noordhollandsche Auto Car Onderneming (NACO) de dienst overneemt. Voor de NS is Reederij Koppe inmiddels niet meer interessant en in 1972 wordt het bedrijf ontmanteld. De laatste gebruiker van het huisje is tot 2004 de scheepvaartafdeling van de NACO.

Het huisje staat nu klaar om, als het goed gaat, eind 2021 terug te keren naar Amsterdam. Het komt weer op een eigen steiger te staan bij de nieuwe pontfuik van het IJveer. Wanneer we zeker weten dat de planning wordt gehaald, zullen we de knoop doorhakken over de nieuwe huurder. In Amsterdam wordt het monument verder gerestaureerd; het krijgt bijvoorbeeld de originele dakbedekking terug.

YouTube: Verdwenen bioscopen -2

Deze week honderd jaar geleden

 

Woensdag 14 december 1921 - In de Raad wordt de gevaarlijke toestand op het Stationsplein behandeld. Die is langzaam ontstaan sinds de Gemeente in 1900 de exploitatie van het tramnet overnam en de elektrificatie voornam. Op het stationsplein komen nu 13 lijnen samen, allemaal via Damrak en Stationsbrug. Het is de bedoeling dat dit aantal lijnen gesplitst wordt via drie bruggen om ook de ruimte voor de oostelijke vleugel van het CS in gebruik te nemen. De GTA vraagt via de pers begrip van de bevolking omdat in de komende periode rails verlegd moet worden.
De lezers zullen ongetwijfeld weten dat er later, ondanks dit, een regelaar in een 'duiventil' nodig was om de trambewegingen te coördineren.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2020 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05
wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17
wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29
wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41
wk42 wk43 wk44 wk45 wk46 wk47 wk48 Oudjr wk49 wk50 wk51 wk52
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave