weekblad-logo

week 13-2021

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Ria Scharn. De nieuwe opgave komt dan ook van haar.

De vragen zijn:

Waar is dit?
Hoe heet de zijstraat links?

Ria heeft een bonusvraag voor u (speelt geen rol voor juiste beantwoording) maar dan moet u al de foto in de Beeldbank vinden:

Ter gelegenheid waarvan staan die mensen daar?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Ja, als u de school met de vlaggenstok had herkend als de Melanchtonschool was u er sneller uitgekomen. Die speelde namelijk een rol in 2019, week 5. De Melanchtonschool stond op Rapenburg 51. Op deze foto is al het een en ander gesloopt maar groenteboer Jansen en melkboer Van Berge doen nog hun best.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

En dan onze hint naar de gevelsteen. Die is na de sloop van Rapenburg 63 (1961 volgens Arjen) in een gemeentelijk depot verdwenen en in 1982 naar het Amsterdam Museum verhuisd waar hij eveneens in depot verblijft. Klik hier voor meer gegevens over de steen.

Met dank aan Arjen Lobach voor het vinden van de verblijfplaats van de steen.

Foto: Amsterdam Museum

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Kees Huyser, Anneke Huijser, Peter Waagen, Robert Raat, Jaap Koning, Nils Wernars, Mike Man, Jos Mol, Arjen Lobach, Hans van Efferen, Aschwin Merks, Kees Valentijn,

Fotoquiz: Kees' keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht.

Een tekening deze week; niet ieders favoriete soort maar wij vonden het wel een leuke. De vraag is:

Bij welke brug stond dit huisje? (inderdaad, stond)

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Gerard's keuze

Hier heeft men op gezweten! De clou was de schoorsteen, zo dicht bij het water. Die hoorde bij het Wilhelminaziekenhuis en dus is dit het Jacob van Lennepkanaal. Het gebouw op de hoek was een brandweerkazerne (G -1896) naar een model waar meer kazernes naar gebouwd zijn. U hoefde alleen te ontdekken dat er zo één op de hoek met de Nicolaas Beetsstraat heeft gestaan. Of misschien vond u de prentbriefkaart in de Beeldbank. In de rimpeling in het water stonden alle antwoorden...

Deze kazerne werd - na de annexatie van de strook Nieuwer-Amstel langs de Kostverlorenvaart - op het terrein van het Wilhelminagasthuis gebouwd voor de nieuwe buurten in West. In 1980 werd deze kazerne vervangen door kazerne P(ieter) in de Poeldijkstraat (Nieuw-West).

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Kees Huyser, Ria Scharn, Otto Meyer, Fons Baede, Arjen Lobach, Robert Raat, Bob Bommellaan, Mike Man, Harry Snijder, Jos Mol, Adrie de Koning, Marike Muller, Hans van Efferen, Kees Valentijn,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

 

Dit zijn de echt historische foto's. Je moet je uiterste best doen om hiervan iets terug te vinden.
Ja..., toch wel, het huis met het timpaan staat er nog.

De vragen zijn:

Welk water is dit?
Welke brug is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Met onderstaande tekening van J.M.A.Rieke - met een situatie die in 1855 geplaatst dient te worden - was u er eenvoudiger uitgekomen. Op foto en tekening het bolwerk Westerblokhuis in betere dagen. In de voorgrond van de foto de toekomstige Stadhouderskade en daarachter de Singelgracht. De molen is De Leeuw naar de gevelsteen boven de deur met versje en het jaartal 1735. De molen werd ook wel de Hooge Steenen Molen genoemd. De molen is tamelijk vroeg gesloopt (1868) omdat Sarphati de tuin Flora (met buitenplaats Dalrust) kocht en om wilde toveren in een luxe woonwijk (Sarphatikade e.o.). De werklui op de foto hebben reeds een begin gemaakt.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Wij moeten hier iets kwijt over deze molen. Wijd verbreid is het misverstand over de naam van deze molen. Te vaak, ook in verder betrouwbare sites, wordt deze molen in deze bouwtrant "De Groen" genoemd. De Groen heeft hier inderdaad ooit gestaan maar dat was de standerdmolen die verhuisde van zijn plaats aan de Amstel, waar hij door de uitleg van 1662 niet kon blijven staan. Bij de uitleg verhuisde die molen naar bolwerk Westerblokhuis waar hij tot 1735 stond (zie ets links). Toen werd De Groen vervangen door stellingmolen De Leeuw, wat blijkt uit de gevelsteen met dat jaartal. Het voorkomen van deze inderdaad extreem hoge molen (>35m) bezorgde hem de bijnaam Hooge Steenen Molen.

Goede oplossingen kwamen van Anthony Kolder, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Kees Valentijn, Kees Huyser, Jos Mol, Ria Scharn, Peter Waagen, Otto Meyer, Robert Raat, Adrie de Koning, Harry Snijder, Nils Wernars, Mike Man, Hans Olthof, Hans van Efferen, Hans Olthof,

Met de camera op pad...

Altijd sfeervol, die nachtopnames, maar een ramp voor u als puzzelaar. U zult het van de jaartallen moeten hebben.

De vraag is:

Welk water ziet u in de voorgrond?
Wie/wat viert hier zijn jubileum?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

Oog voor detail... dat had de fotograaf, maar u zat met de gebakken peren! Destilleer hier maar eens het gebouw van Peek & Cloppenburg uit.
Madame Tussaud? Het zij u vergeven, ook goed. De Street View hieronder maakt het allemaal duidelijk.

Foto: © Pieter Klein

 

Goede oplossingen kwamen van Anthony Kolder, Arjen Lobach, Kees Valentijn, Harald Advokaat, Otto Meyer, Ria Scharn, Hans Goedhart, Harry Snijder, Nils Wernars, Mike Man, Gerard Koppers, Jos Mol, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Aschwin Merks,

YouTube: Amsterdamse brandweer

 

We hadden het hierboven (rubriek Keuze) over de brandweer. Er is in 1974 een serie van drie films over het korps gemaakt met veel technische informatie. Dat is ongetwijfeld achterhaald maar leuk om te zien. Als u de link klikt krijgt u deel I voorgeschoteld en in de rechterkolom in YouTube links naar deel II en III en andere brandweerfilms.

Klik hier of de afbeelding om de film te kijken

en dan nog even over...

...lantaarns in snijramen. Wij sloten het item vorige week af met een lantaarn met bijzondere vorm, een niet-geometrische vorm. Dirk Fuite vond deze lantaarn nog op het adres Prins Hendrikkade 144 (hotel Library) en wilde die nog even met ons delen. Hij meent dat het lijkt dat hier een bestaande lantaarn in nieuw siersmeedwerk is toegepast. Het hotel wil er zeker van zijn dat er 's avonds genoeg licht is; ter weerszijden hangen ook nog twee gevellantaarns.

redactioneel

Ruiten, vensters, kozijnen...

Vlakglas vervaardigen is moeilijk en het duurde eeuwen voor er in de vensters glas toegepast werd waar door je naar buiten kon kijken... zonder dat het een lachspiegeleffect veroorzaakte. Zelfs in de kostbare stadspaleizen in de grachtengordel waren ruiten er niet vrij van. Glas was dan ook meer bedoeld om daglicht binnen te laten dan om door naar buiten te kijken. Oneffenheden, luchtbellen, dikteverschillen en niet te vergeten de altijd aanwezige zweem van paars die met de jaren sterker werd. Omdat het monumentale grachtenhuizen waren waar dit paarse glas bewaard bleef en niet vervangen werd door grotere vensters of vensters met minder roeden, werd paars glas op enig moment chique. We maken ons sterk dat u het vandaag op deze wijze ingekleurd kunt kopen.
De kleur ontstond destijds door toevoeging van mangaan aan de glasmassa om het helderder te krijgen. Door de jarenlange inwerking van ultraviolet in het daglicht verkleurde het glas... met dit effect.
Glas in de Middeleeuwen begon het leven als ronde schijf door het blazen van een bol en die dan plat te 'slingeren'. Zie gevelsteen Glasenmakers winkel.

Foto: Wllm Kalb - Herengracht 611

Behalve dat men nog geen echt vlak glas kon maken, was het ook moeilijk om grote oppervlakken glas te gieten. Dat is de simpele reden dat over de eeuwen het aantal roeden in vensters steeds minder kon worden tot het geen punt meer is om zelfs metersgrote etalageruiten zonder verdeling te vervaardigen. De Middeleeuwse kruiskozijnen hadden ruitjes van 1½ tot 2 decimeter en ze zaten in metalen (loden) strippen geklemd of direct in het stenen kozijn ingezet. Het glas werd in die dagen rondgeslingerd om vlak te worden en het uiteinde van de blaaspijp maakte een verdikking in het midden die de indruk gaf van een flessenbodem. Dat werd nogal eens als decoratief element uitgebuit. Het glas kon ook achteraf gekleurd of gedecoreerd worden door het inbranden van kleurstoffen en dan spreken we van gebrandschilderde ramen. Kruiskozijnen hadden onderaan altijd luiken waar oorspronkelijk zelfs geen glas achter zat maar tralies.
Foto: RCE

Zodra men het onder de knie kreeg glas op een ondergrond uit te gieten kon het oppervlak ook groter worden. De volgende stap was de dikte te bepalen door het glas onder een wals door te halen. Lees iets meer over de vervaardiging van vlakglas bij Wikipedia.

In plaats van glas werd ook gebruik gemaakt van (varkens-)blaas, albast of gespleten hoorn.

Foto: het gieten van glas / toverleven.be

Boven: bladzijde uit een prijscourant uit ±1620 met diverse soorten kozijnen die besteld konden worden. De grote pui midden rechts met twee deuren en 4 ramen (ruim 7 meter breed bij 4 meter hoog) kostte ƒ20 en voor ƒ4 meer werd die op de bouw door de leverancier gesteld.
Bron: Huizen in Nederland, R. Meischke e.a. 1995

De ontwikkeling van het kozijn loopt achter de technische mogelijkheid aan om vlakglas in grotere oppervlakken te vervaardigen. In Amsterdam was het al snel gebruik het glas in hout te vatten, wat het Hollandse venster een eigen weg deed bewandelen, anders dan in de oostelijke en zuidelijke provincies. Het stellen van kozijnen voordat er gemetseld wordt is nog steeds een unicum in Europa. Probeert u eens een vertaling voor ons woord kozijn te zoeken; de Fransen denken dan dat u het over uw neef heeft en de Duitsers denken dan aan een schietgat. Wij vatten zo'n beetje alles aan het huis in kozijnen: ramen, deuren, gevelplaten, isolatie, enz. Lang nog hadden stenen huizen in Amsterdam een totaal houten voor- en achtergevel met diverse kozijnen (zie afbeelding hierboven).
Tja, dan de uitzondering... zoals uit een schilderij van de bouw van het stadhuis op de Dam blijkt. De kenner ziet onmiddellijk dat hier het tegendeel blijkt. De toekomstige vensters zijn gaten in de muren die laten ingevuld worden. Tot 1935 was in de Wisselkamer nog een origineel kozijn met glas uit de bouwtijd aanwezig.

Schilderij Lingelbach links: Amsterdam Museum
Schema onder: Wikipedia

Begin 18de eeuw verscheen het schuifraam in het Amsterdamse stadsbeeld, al of niet met contragewichten om niet het gewicht van het venster alleen te moeten tillen. Dat is een Engelse vinding uit het derde kwart van de 17de eeuw en werd toen alleen bij grote heren- en landhuizen toegepast. De vinding is overgewaaid naar de Republiek door de innige banden van de Oranje-stadhouders met het Engelse koningshuis (stadhouders Willem II en Willem III trouwden beiden een Start-dochter).
Het schuifraam betekende voor Nederland een revolutie. Het glasoppervlak kon zo vergroot worden. Dat revolutionaire viel ook de steeds talrijker wordende bezoekers aan de stad op. Die vielen sowieso de schellen van de ogen, vanwege de ongekende schoonheid van de nieuwe stadsdelen.
Op het schilderij links het loterijkantoor in de Kalverstraat met in bijna alle vensters schuiframen.

Schilderij: Isaac Ouwater - 1779 / Rijksmuseum

Voor de uitvoering zonder contragewicht was nog wel enige kracht nodig, maar die mèt gewichten kon een kind bedienen. Hoe groter het raam, hoe zwaarder het gewicht. Dat ging zelfs van ijzer over in lood als dat nodig was. Het raam schoof in een sponning, zodanig dat er twee helften voor elkaar langs schoven. De sponning was zodanig geconstrueerd dat het raam tochtvrij was en ook enigermate inbraakbestendig.
Foto: RCE

De Fransen gokten tegelijkertijd op het draairaam en natuurlijk drongen die ook wel door in Holland. Bijvoorbeeld in het Maagdenhuis en in de Fransche Schouwburg, de huidige Kleine Komedie in Amsterdam. De draairamen op de 1e verdieping waren zelfs tot de vloer en kregen een hekje.
Het draairaam, dat naar buiten draaide was minder geschikt voor ons natte klimaat maar die naar binnen draaiden beperkten de mogelijkheden van de kamer.
Andersom gebeurde ook. De Fransen zijn ooit overstag gegaan en hebben het schuifraam omarmd. Daar werd zo'n raam een fenêtre de guillotine genoemd.
Besparing op de bouwkosten of een gebroken koord hebben ook geleid tot het schuifraam dat met mankracht opgetild moest worden en met een pen in een rij gaten in het kozijn kon worden geblokkeerd.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

Het kleuterschooltje in Het Schip

Tijdens de Eerste Wereldoorlog, op het moment dat de hele bouw in Amsterdam stil lag door gebrek aan geld en bouwmaterialen, kreeg woningbouwvereniging Eigen Haard alsnog groen licht voor de invulling van een driehoekig stuk bouwgrond in de Spaarndammerbuurt, omzoomd door Oostzaanstraat, Hembrugstraat, Zaanstraat en Spaarndammerplantsoen. Eén klein probleempje... er stond al een schooltje met het front aan de Oostzaanstraat. Nog een probleempje... Arie Keppler was zó onder de indruk van de werken van architect Michel de Klerk dat Eigen Haard de opdracht kreeg de invulling van het bouwvolume door De Klerk te laten ontwerpen. In Kepplers memoires in 1923 refereert hij daar nog eens uitgebreid aan, toen hij kon terugkijken op een zeer geslaagd eindresultaat en alle commentaar verstomd was. Het schooltje was de Openbare Voorbereidende School Letter S, later school nr.19 genoemd. Een kleuterschool dus. Die was gebouwd door Publieke Werken, wanneer is duister maar ze stond er al toen De Klerk in 1917 ging tekenen. Op de foto hiernaast is De Klerks bebouwing rondom de school al gereed (1920) maar de school nog niet aangepast aan het ontwerp.

In de zomer van 1917 begon het ontwerpen en tekenen, maar haast hoefde niet gemaakt te worden omdat er toch niet gebouwd kon worden. In de zomer van 1919 kreeg Eigen Haard het fiat van alle instanties en kon de bouw beginnen. Eind 1920 was het gebouw af en in februari 1921 volgde de oplevering. Het is duidelijk dat het schooltje een doorn in het oog van De Klerk was, een gebouwtje dat duidelijk nog met één been in de 19de eeuw stond, tegen uitgerekend het meest vooruitstrevende bouwwerk van begin 20ste eeuw. Ongevraagd begon De Klerk al in 1917 te tekenen aan een aanpassing van het schooltje, eerst nog met een schuin dak op de tweede bouwlaag maar allengs met gewaagdere oplossingen.

In de jaren na oplevering van het huizenblok - dat al snel de bijnaam "Het Schip" kreeg - werd steeds duidelijker dat de school een dissonant vormde. Van heinde en ver, zelfs uit het buitenland, kwamen bouwkundigen kijken naar de creatie van De Klerk en de Gemeente Amsterdam stond voor paal door het storende bouwsel in het midden. Michel de Klerk mocht de oplossing niet meer meemaken door zijn vroege overlijden in 1923. Maar de schetsen en uitgewerkte tekeningen lagen klaar in 1924 kreeg PW de opdracht de voorgestelde aanpassingen uit te voeren. In 1925 was de bouw gereed en toen stond er een extra verdieping op de school en was de ingangspartij helemaal opnieuw uitgevoerd.

Zwart-wit foto's: Stadsarchief Amsterdam, bouwtekeningen: NAI, de laatste beide foto's komen van Wikipedia, fotograaf arjendb. Beeldhouwwerk: Hildo Krop

Column: Daan & Daan -32: Markante Plantagehuizen

ij Opa Daan en Oma Matilde thuis vertelde Oom Gijsbreght verder over het huis waar hij en zijn gezin in de jaren zeventig woonden aan de Plantage Muidergracht 157 met uitzicht over de gracht, de Muiderpoort, het Tropenmuseum en natuurlijk het fraaie huizenblok aan het Alexanderplein hoek Sarphatistraat. Hij had een paar fotoboeken meegenomen om aan Opa, Oma, Daan en Jelle te tonen.

Oom Gijsbreght: ‘ Ik ben geboren in de Spaarndammerbuurt vlakbij ‘Het Schip’. Op mijn tiende gingen mijn ouders hun geluk beproeven in de Westelijke Tuinsteden (Slotermeer). In 1971 wilden mijn liefste Johanna (mijn verkering) en ik trouwen en zetten we een leuke advertentie voor een woning in de krant, in dichtvorm, een Gijsbreght van Aemstel waardig. Er kwamen toentertijd weinig respons op dit soort advertenties, maar de lezers werden nu getriggerd door ons aparte gedichtje dat opviel tussen al die duffe regeltjes van de meeste adverteerders.
In de Gerard Doustraat konden we een huisje betrekken dat achter een winkel lag en op onze trouwkaart stond dat toen al vermeld. Maar er was wat gedoe over de toegang tot de winkel e.d. die de eigenaar wilde behouden. Johanna kwam toen opnieuw met de Plantage Muidergracht op de proppen en ik hield het een beetje af. Maar,…we zijn uiteindelijk tóch gaan kijken en waren meteen verliefd op deze aparte woning uit de tachtiger jaren van de negentiende eeuw! Taartplafonds, grote keuken en een binnenplaatsje, twee zeer grote kamers ensuite gescheiden door authentieke schuifdeuren met glas erin, aan de voorkant boogramen met glas-in-lood die uitkeken op de Sarphatistraat, Muiderpoort en Tropenmuseum zoals gezegd, een klein hoekkamertje met aanrechtje dat in principe achter Muidergracht 159 was gelegen, aan het eind van de keuken was een trap naar een extra slaapkamertje, en in de hal was een grote wc annex badruimte.

De muur in de hal vlakbij de badcel was er duidelijk later in gemetseld. Toen de woning werd betrokken door de eerste bewoners kon je daardoorheen naar de bedrijfsruimte. Eigenlijk woonden we nu in de directeurswoning van o.a. de directeur van Venz Suikerwerken, maar dan in het sousterraingedeelte. De eigenlijke huiskamer van de Venzjes was een verdieping hoger gelegen. De keuken was niet voor niets zo groot, er moest waarschijnlijk daar beneden voor een aardig aantal mensen gekookt worden. De nooduitgang van het bedrijfsgebouw van 155 kwam uit op ons binnenplaatsje. We huurden de woning van de familie die op de eerste verdieping woonde, onderhuur dus. Nadeel van de woning was dat er veel opgeknapt moest worden en dat er geen gas aanwezig was zodat we het perceel moesten verwarmen met een oliekachel. De olie stond in grote vaten op de binnenplaats, zodat we daar vaak - samen met de verhuurder - stonden te wachten tot onze tank gevuld was en als de olieman kwam, moesten er dikke slangen door de gangen om de voorraad aan te vullen.’
‘ En Artis om de hoek,’ zei Kleine Daan. ‘Zeker,…het was één groot feest daar op de Muidergracht en omgeving. Water om te varen, Artis om elke dag even uit te waaien samen met onze twee kinderen die daar geboren zijn, feesten organiseren in de Koningszaal, Tropenmuseum bezoeken en wandelen in het Oosterpark, winkelen in de Dapperbuurt met zijn Dappermarkt en gevels fotograferen van de fraaie Plantagehuizen; tja… Artis om de hoek… we hoorden op zomerse dagen de slingerapen krijsen en de leeuwen brullen en af en toe zaten er wat felgekleurde ontsnapte ara’s in de Italiaanse populieren die aan het water stonden,… één groot feest was het!‘
‘Ik krijg al weer zin om naar Artis te gaan,’ riep Jelle. Oma had nog een raadplaat. Ze kregen een kopie mee deze keer. ‘Thuis oplossen,’ zei Oma, ‘wie het eerste is, krijgt een stuk taart!’

Oplossing vorige raadplaat

"Ik ben 't Amsterdammertje en ik woon in de Egelantiersstraat 5."

Goede oplossingen kreeg ik van
Kees Huyser,  Anthony Kolder en Hans Olthof

Nieuwe raadplaat

 

De vragen zijn:

Waar bevindt zich dit pand?
Welke familienaam stond er op het middenbord?
Waar handelde deze familie in?

Als je het weet, laat het ons ook weten via deze link

Deze week honderd jaar geleden

 

Donderdag 31 maart 1921 - Herdenking van het 50-jarig bestaan van het genootschap 'Liefdadigheid naar Vermogen'. Dit genootschap kwam eerder in de rubriek 100 jaar voorbij, namelijk in week 3 van 2014 bij de feestelijke opening van hun nieuwe kantoor Raamgracht, hoek Kloveniersburgwal. Het werd opgericht in 1817 door Louis Blankenberg (foto) die een systeem van controles en huisbezoeken van behoeftigen instelde. Lees meer over het genootschap in de Canon Sociaal Werk.

Zaterdag 2 april 1921 - In Amsterdam wordt biljartspeler Aron (Arie) Bos gehuldigd nadat hij in Parijs wereldkampioen ankerkader 45/2 is geworden door de Fransman Faroux te verslaan (beide op foto, Bos met sigarettenpijpje). Hij scoorde een eindmoyenne van 13,58. Hij haalde een serie van 100 caramboles in 6 min. en 35 sec.

Wikipedia meldt over zijn verdere loopbaan:
In 1923 vestigde Bos zich in de Verenigde Staten, met de bedoeling een professionele loopbaan in het driebanden te starten. Deze kwam echter niet goed van de grond. Hij trouwde in Philadelphia met de Amerikaanse biljartkampioene Catherine Haywood. Bos keerde terug naar Nederland, waar hij vanwege zijn uitstapje naar de betaalde sport aanvankelijk niet werd toegelaten tot officiële wedstrijden. In 1938 was hij nationaal kampioen ankerkader 71/2 en in 1938 en 1939 kampioen in het driebanden. Op het Europees kampioenschap werd hij in 1939 tweede, achter Alfred Lagache. Kort daarna vestigde hij zich definitief in de VS (NYC), waar hij in 1962 overleed.

Foto: Spaarnestad

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2020 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05
wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave