weekblad-logo

week 48-2021

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Kees Huyser. De nieuwe opgave komt dan ook van hem.

De naam van het café is verduisterd, evenals de straatnaamborden. De lengte van het straatnaambord is de hint van vandaag. De vraag is:

Welke kruising van straten is dit?

Oplossingen via deze link

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

De oplettende deelnemer herkende in de kolom helemaal links een deel van een viaduct, misschien wel een treinviaduct. Zij of hij kwam dan al snel op de Haarlemmer Houttuinen en dan nog even zoeken welke straat dit was: de Buiten Oranjestraat. Velen herkenden wel iets op de foto: slijterij Roemer bijvoorbeeld, die begin 20-er jaren moest verdwijnen voor werk aan het spoor. Jacob van Eck maakte deze foto in 1920 om het tafereel nog even voor ons vast te leggen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Ria Scharn, Otto Meyer, Jos Mol, Anthony Kolder, Maaike de Graaf, Mike Man, Arjen Lobach, Harry Snijder, Marike Muller, Hans van Efferen, Han Mannaert, Wim Huissen,

Fotoquiz: Ton's keuze

 

 

 

 

 

 

De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht.

 

Ton kwam in de binnenstad deze situatie tegen, een buitenwaartse trap naar de verdieping maar dan overdekt. Hij heeft de naam van de uitbater aan de gevel geblindeerd.

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

 

Foto: © Ton Brosse

Oplossing: Jan's keuze

 

Dit was een vroegere versie van de Kamperbrug (#285), toen nog een ophaalbrug vanwege de vele beurtvaarders die hun steiger in het Open Havenfront hadden. Vandaag is deze brug vast en zó breed geworden dat menigeen hem niet meer als zodanig herkent. We moesten de Schreierstoren afknippen om er geen weggevertje van te maken. Iedereen die een ander gebouw 'miste', zoals de Sint Nicolaaskerk, taalkundig had u gelijk dus waarom zouden wij daar moeilijk over doen?

Foto: collectie familie Six

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Rob Philip, Anthony Kolder, Dirk Fuite, Marike Muller, Adrie de Koning, Mike Man, Aschwin Merks, Jos Mol, Hans Goedhart, Harry Snijder, Hans van Efferen, Ton Brosse, Wim Huissen, Gerard Beerman,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Een foto van de sloop van een bolwerk en aan u de opgave vast te stellen welk bolwerk en wat de reeds bestaande bebouwing buiten de Singelgracht voorstelt.

De vraag is:

Welk bolwerk wordt hier gesloopt of welke straat ligt hier nu?
Welk gebouw stond (rechts op de foto met torentje) al buiten de Singelgracht?

Wij zien twee molens, het lijken wel paltrokmolens (hint). Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Carol nam de foto vanaf de Oudezijds Achterburgwal t.h.v. nr. 208 en keek tegen de achtergevel van Oudezijds Voorburgwal 241. Het geheel is in één keer gebouwd in 1892-'93 door architect Jan van Looy voor een tabaksmakelaar. Rond Frascati, waar toen de tabaksveilingen werden gehouden streken veel makelaars en handelaren neer..

In 1893 kwam hier het kantoor van de tabaksmakelaars Schaap & Van Veen. Naar ontwerp van architect Van Looy waren de panden aan Voor- en Achterburgwal samengevoegd. Aan de kant van de Achterburgwal kwam een deel met één bouwlaag en een dak dat veel licht door liet. Daarin werd een monsterzaal ingericht voor het bekijken van tabaksbladeren.

De gevelsteen aan de Voorburgwal dateert uit de zeventiende eeuw en toont een dromedaris.
Voor volledige info, bouwtekeningen en foto's zie hier.

De huisnummering is nog een beetje verwarrend. Op de officiële stadsplattegrond het de zijde van Carols foto nr.208 op de Achterburgwal en wordt het nummer 241 op de Voorburgwal overgeslagen. Een huis mag schijnbaar geen twee adressen hebben.

Foto: © Carol de Vries

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anthony Kolder, Ria Scharn, Hans Olthof, Marike Muller, Aschwin Merks, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen, Ton Brosse,

Met de camera op pad...

Weer eens een oudje. Alhoewel..., er lijkt niets veranderd aan het stadsbeeld sinds deze foto werd gemaakt.

De vraag is:

Wat zijn de namen of nummers van beide bruggen in de voorgrond?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

Er waren diverse leden van de familie De Ridder die in riet, bamboe en rot(t)an werkten. Vaders begon op de Zeedijk als mandenvlechter, twee broers op de Amstel deden in meubelen van dat materiaal en een derde in de Hartenstraat bestaat vandaag nog. Die laatste was het dwaalspoor waar we al voor waarschuwden. De twee broers lieten op het Koningsplein 15, hoek Herengracht dit enorme pand bouwen, met winkel en vijf woonlagen. Willem Welsing en Jan van Looy strijden om de eer dit pand ontworpen te hebben; niemand weet het fijne ervan maar Welsing deed de aanbesteding.

Foto: © Pieter Klein

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harald Advokaat, Maaike de Graaf, Kees Huyser, Katje Kronenberg, Ria Scharn, Hans van Maanen, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Marike Muller, Otto Meyer, Jos Mol, Annabelle Parker, Hans Olthof, Harry Snijder, Adrie de Koning, Han Mannaert, Ton Brosse, José Goud, Mike Man, Ron Huissen, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd...

 

 

 

 

Wederom een foto die op een onbekende locatie genomen werd. Wij kunnen niet garanderen dat dit in Amsterdam is. Hij is in 1954 gemaakt.

Klik hier of op de foto voor de maximale resolutie in de Beeldbank.

 

Als u het weet, laat het ons ook weten via deze link.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

redactioneel

De oude beurs

Het is niet lang geleden dat we over de beurs van Hendrick de Keyser spraken en beweerden dat met een open lucht-gebeuren was met galerijen waaronder bij slecht weer verder gehandeld kon worden. Elke handelaar had zijn eigen pilaar waar zijn naam op bevestigd werd. Dit schilderij van Emanuel de Witt illustreert een en ander geweldig. Boven de galerij waren ruimten die per stuk verhuurd werden, kassen genaamd, wat de voorloper van een winkel was. Dat werd een sof omdat de beurs 's avonds gesloten werd en al snel na de opening ook ontoegankelijk voor passanten was. De stad verhuurde toen maar aan bijv. de Schermschool.
Schilderij: Boymans van Beuningen - Rotterdam

 

Alle bouwkundige narigheid rond de beurs werd veroorzaakt door de noodzaak scheepvaartverkeer mogelijk te laten zijn. De route Rokin-Damrak kon eenvoudigweg nog niet gemist worden. Op de tekening hierboven (Rokin rechts, Damrak links) ziet u het ingewikkelde stelsel die spuien en toegang tot de grote Damsluis mogelijk maakte. Daar ging het mis. Overkluizingen moesten fraaie ellipsvormige bogen i.p.v. ronde zijn, die beduidend sterker waren geweest. Het gevolg was het voortdurend wijken van de wanden van de onderdoorgangen waardoor het bouwwerk er boven scheurde en verzakte.

Door aanleg van de Nieuwe Haarlemmersluis was het niet meer nodig de scheepvaart via de Damsluis door te laten. Bovendien was de veiligheid in het geding gekomen door de verijdelde aanslag, het buskruitverraad van 1622. Het gevolg was dat alle doorvaart verboden en onmogelijk gemaakt werd. Niet dat dit de bouwkundige problemen van de beurs oploste. De enorme toren hielp met zijn gewicht ook niet bepaald. Die werd afgebroken en vervangen door een kleintje. Met kunst-en-vliegwerk werd het gebouw steeds weer opgelapt maar eigenlijk was afbraak de enige remedie. Dat gebeurde dan ook, maar toen was het al 1836. De overkluizing leverde na het verwijderen van het bouwwerk een pleintje op dat dankbaar in gebruik genomen werd door een ander soort handelaren. Dat laat Gerrit Lamberts op de tekening hieronder zien...

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Schuilkerken in Amsterdam - 7

De order der Jezuïeten was binnen de Rooms-Katholieke Kerk een buitenbeentje... en dat hebben ze geweten! Deze Parijse orde was een typisch verschijnsel van de Renaissance die afrekende met de slaafse geloofsbeleving der Middeleeuwen en de gelovigen aanzette tot studie van het Evangelie en van de wetenschap. Ze schopten nog meer heilige huisjes omver, zoals de Mariaverering. Jezus was het middelpunt van het Evangelie en niemand anders. Dat alles was vloeken in de kerk, en niet alleen figuurlijk. De Jezuïeten zijn dan ook door de eeuwen heen bijna net zo fanatiek bestreden door Rome als de Protestanten. Deze regels als inleiding tot de paar kerken in Amsterdam die gesticht werden door Jezuïeten, de Societas Jesu of Gemeenschap van Jezus.

 

De Zaaier - Keizersgracht 22.
In 1592 trokken twee Jezuïeten-paters, afkomstig uit de Lage Landen, van Parijs naar de Republiek om deel te nemen aan de Hollandse Zending, Cornelis Duijst en Willem de Leeuw. Zij legden de basis voor de Jezuïetenkerken in Amsterdam en de rest van Nederland. De stichter van De Zaaier echter was Henricus van Alckemade die een voormalig pakhuis aan de Keizersgracht om liet bouwen tot kerk. Op 18 mei 1663 werd de kerk, gewijd aan Sint Ignatius van Loyola, geopend.

 

Het zolderkerkje was piepklein en werd bereikt door een trap van 32 treden te beklimmen. Het werd van begin af als De Saijer aangeduid, mogelijk doordat ze aan de Saaijersgang stond maar zeker weten dat de gang niet naar de kerk zo genoemd is, doen we niet. Door de ligging in het noorden van de grachtengordel werd het meteen een parochiekerk en met de Jordaan in de buurt ook al snel veel te klein. Van Alckemade was niet snel uit 't veld geslagen en huurde een naburige mouterij die hij eveneens liet ombouwen. Deze mouterij stond aan de Brouwersgracht of had daar een uitgang en stond gewoon aan de Keizersgracht. Ook al weer geen zekerheid. De capaciteit was opeens enorm; er werd door tijdgenoten beweerd dat er wel 2000 mensen plaats konden vinden. Van Alckemade koos per gelegenheid de locatie, de kleine kerk voor huwelijken en begrafenissen, de grote voor de zondagse dienst.
Die tweedeling had zo zijn voordelen toen de Calvinisten de kerk in de gaten kregen en in 1669 bij het stadsbestuur om een verbod vroegen. Dat werd als gebruikelijk genegeerd of halfslachtig doorgevoerd maar dat de kerk dat jaar toch sloot kwam uit de 'moederkerk' in de figuur van vicaris Van Neercassel van het bisdom Utrecht. In de inleiding vertelden we al van de positie van de Jezuïeten in de RK-kerk.

Afb: Rijksmuseum

 

Het kleine kerkje werd gesloten maar in de mouterij ging het gewoon verder. Van Neercassel werd opgevolgd door Petrus Codde, die mogelijk nog fanatieker op Jezuïeten en Augustijnen joeg. Codde was zelfs in de RK-kerk berucht door zijn jacht op elke priester of pater die niet in de pas liep. Zo erg dat hij vanuit Rome tot de orde geroepen moest worden en tenslotte in 1702 werd ontslagen. Hij zette zijn veldtocht gewoon via andere kanalen voort en om de rust te herstellen onder de RK-inwoners verordonneerde de Staten van Holland in 1708 de sluiting van alle Jezuïetenkerken in de provincie. De paus in Rome gaf de genadeklap door in 1773 de hele orde op te heffen. Zowel De Zaaier als de hierna te behandelen Krijtberg bleven nagenoeg de hele 18de eeuw gesloten maar zie het wonder... de gelovigen bleven bediend worden... door ex-Jezuïeten. In 1814 werd de Sociëteit van Jezus weer hersteld en dat was ook het sein om aan een nieuw gebouw te denken. Er werden belendende panden gekocht en in 1837 kon een nieuwe Zaaier geopend worden (prentbriefkaart links en interieurfoto's hieronder).
Eigenlijk is het verhaal over de schuilkerk hiermee afgerond; dit was een volwaardige kerk. Ze heeft tot 1929 dienst gedaan en toen werd aan de Rozengracht alweer een nieuwe Zaaier geopend.
Het gebouw aan de Keizersgracht werd verkocht aan Levert die er opslag van maakte. De toren, balustrade en timpaan werden gesloopt; het was weer pakhuis.

Lutherse kerken -2

 

De Oude Lutherse Kerk aan het Spui was te klein geworden voor de inmiddels uitgegroeide Lutherse Gemeente. In 1656 al werden plannen gesmeed om een tweede kerk te bouwen. De top-architect Adriaen Dortsman werd in 1667 uitgenodigd een ontwerp te maken. Dat ontwerp werd goedgekeurd, ook door de overheid, zodat de bouw ervan aan het Singel in 1668 kon beginnen: de Nieuwe Lutherse Kerk. Uiteindelijk zou het tot 1685 duren eer de bouw en inrichting geheel waren afgerond, maar gewijd werd de kerk al in 1671.
Omdat de Lutheranen van de gereformeerde bestuurders van Amsterdam geen toren op de kerk mochten bouwen, was Dortsman op het idee gekomen om de kerkruimte als een grote brede toren met koepel erop uit te voeren, waardoor het gebouw al snel de naam ‘Ronde Lutherse Kerk’ kreeg (of in de volksmond 'dikzak'). Ze was hierdoor als magistraal kerkgebouw des te opvallender geworden.
Met deze vorm speelde Dortsman al langer, getuige zijn schets in het Album Pandora, het 'vriendenboek' van Jan Six (tekening onder; 1666)

 

Tijdens de bouw werd pakhuis De Kroon op de Brouwersgracht als hulpkerk gebruikt.

 

De vorm is puur classicistisch naar voorbeelden uit de Romeinse oudheid.
In 1690 stelde Harmen Bussenschut ƒ6000 ter beschikking als beginkapitaal om eindelijk eens een orgel aan te schaffen. Hij had als timmerman al meegewerkt aan de bouw van de kerk. Na acht jaar zeuren hoe het er nu voorstond met het orgel werd hij benoemd tot kerkmeester zodat hij zelf kon proberen het ontbrekende kapitaal bij elkaar te bedelen. Een jaar na zijn dood in 1714 werd eindelijk een aantal orgelbouwers benaderd en kwam er toch nog een orgel (tekening links). Dat ging bij de brand in 1822 weer verloren.

 

Door twee heftige branden in 1822 en 1993 is de kerk aan verbouwingen onderhevig geweest, zodat het oorspronkelijke bouwwerk niet meer bestaat. De koperplaten van de koepel waren, gloeiend heet door de brand, van het dak gespat en her en der in de omgeving terechtgekomen. De stralen van de 48 brandspuiten konden het dak niet bereiken en de kerk brandde geheel uit. De houten constructie van de koepel - meer dan de helft van de 150 m3 grenenhout is destijds vervangen door Oregon pine uit de VS en het heeft maar een haartje gescheeld of er waren gietijzeren spanten geplaatst.
Stadsarchitect Jan de Greef herbouwde de kerk die in 1826 opnieuw gewijd kon worden. Een Bätz-orgel volgde in 1830.

In 1935 stopten de diensten in de Ronde Lutherse en werd de ruimte verhuurd. De kosten van onderhoud rezen de pan uit. Die verhuur nam met een showroom voor tenten en campingartikelen wel heel bizarre vormen aan. In 1937 werd in Nieuw-Zuid een nieuwe Lutherse kerk gebouwd maar de Ronde Lutherse bleef eigendom van de Lutherse gemeente.
In 1974-'75 werd de kerk gerestaureerd en geschikt gemaakt als congres- en cultuurcentrum voor het Sonesta Hotel. Bij die gelegenheid werd de koepel opnieuw gedekt met in totaal 12.000 kg koperplaat, zodat de groene koperoxyde-kleur tijdelijk verdwenen was.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: Laanweg

Vandaag uw aandacht voor een bijzonder maar verloren gegaan stukje Amsterdam/Noord. Een strook grond langs een landweg die al bebouwd was voordat Amsterdam er zich mee bemoeide. Aan beide zijden bomen zodat de bewoners het over hun "laan" hadden wat bijna automatisch tot de naam Laanweg leidde toen straten kregen.
Ooit was deze Laanweg de enige verbinding van de stad, via de Tolhuispont, met dorpen als Landsmeer en Den Ilp. Ingehaald door een kanaal door Noord/Holland en uitbreidingsdrift van Amsterdam raakte de Laanweg hopeloos ingeklemd. De kanaaldijk waar de Buiksloterweg op kwam en de zandmassa´s die Amsterdam stortte om huizen en bedrijven te kunnen bouwen, maakten dat de Laanweg een kuil in het landschap werd, een mini-poldertje dat een gemaal nodig had om te zorgen dat de mensen droge voeten hielden. Door het ophogen begon de Laanweg met een helling naar beneden, de Kluft. Links een weiland waar het gemaaltje stond en waar volkstuintjes waren. Aan de rand stonden de hutjes van de palingleurders uit Volendam, een hoofdstuk apart. Op werkdagen waren de hutjes bezet door Volendammers die op platte karren door de stad trokken om hun paling aan de man te brengen. In het weekend trokken ze dan even naar moeder-de-vrouw om op maandag weer terug te keren. Tussentijds werden ze bevoorraad vanuit Volendam. Aan de Laanweg woonde alles door elkaar en allemaal wilden ze vlak bij die grote stad maar in vredesnaam niet er ín wonen. Onder aan de kluft rechts was de gipsfabriek van Bennewitz, al tijden geleden gestopt met de productie, waarschijnlijk geen vergunning meer gekregen van Amsterdam en rond 1920 afgebroken.
In de twintigste eeuw waren er steeds meer huizen vervangen en bijgebouwd. Er stonden regelrechte villa's tussen van ondernemers die op hun achtererf een loods of fabriekje hadden neergezet.
Louis Mohrmann, een aannemer, bouwde achter zijn villa l'Esperance - alle grote huizen hadden een naam - een grote door stoommachines aangedreven timmerfabriek die hem en zijn familie alle uitzicht ontnam.

Hij bouwde voornamelijk in Amsterdam, zoals Vroom&Dreesmann en Cinema De Munt. Mohrmann wekte zijn eigen stroom op en verzorgde ook voor de rest van de Laanweg de stroom. Hij had toch al zijn stoommachines draaien, kon dat er ook nog wel bij.
Hier en daar was ook een winkeltje maar er was geen pijl op te trekken of je alle dagelijkse boodschappen ook hier kon krijgen. Eens was er geen kruidenier meer maar wel twee slagers. En een fietsenwinkel was ook niet bepaald een eerste levensbehoefte. Slager Mul had een bruggetje over de tochtsloot gelegd, richting eerste bebouwing aan de Meidoornweg. Zijn hoop was dat er van daar wat klanten zouden komen om hun vlees te kopen. Hij heeft 't niet gered.
Bijna alle ondernemers die aan de Laanweg neerstreken kwamen van ver uit Nederland; Mohrmann uit Workum, Rotgans uit Texel, de rijwielhandelaar uit Sint Pancras.
Opeens stonden er rijtjes etagewoningen langs de noordkant van de Laanweg. Echt met portieken naar de bovenwoningen. In het laatste huis op nummer 61 woonde de schrijver Grönloh - Nescio - nog een blauwe maandag. De familie had toen al vier dochters.
En dan het houten kerkje, gewijd aan de heilige Rita en de voorloper van de latere stenen Ritakerk waar in 1943 een bom door het dak viel en elf mensen om het leven kwamen. Achter de kerk is later nog een schooltje gebouwd en op het sluiscomplex was een klein schooltje waar ook kinderen van de Laanweg heen gingen. Maar er kwam ook een grote lagere school voor de hele Florabuurt. Wel aan de Laanweg.
De weg kreeg het in 1919 zwaar te verduren door zwaar vervoer naar de internationale tentoonstelling ELTA. Vooral het vrachtvervoer er naar toe zorgde voor veel schade aan de klinkerstraat. Onder de wielen zakten de stenen centimeters de bodem in of knapten. En dan het volk dat op de been was en zo nodig ook even moest kijken naar deze "voorhistorische" woongemeenschap. Duizenden mensen trokken over de Laanweg en vergaapten zich aan toestanden die in de stad al uitgestorven waren.
Na de oorlog was het voorbij voor de Laanweg. Amsterdam wilde die bebouwing kwijt en in 1963 is alles afgebroken. Er is nu nog wel iets dat Laanweg heet... als aandenken...

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

YouTube: Verloren gegane gebouwen

Deze week honderd jaar geleden

 

 

Maandag 28 november 1921 - De winter slaat in alle hevigheid toe. Er wordt volop geschaatst in de stad maar voorlopig alleen op vijvers e.d. Ook het IJsclubterrein is open. Grachten en kanalen, die recent nog ijsvrij gemaakt zijn, blijken levensgevaarlijk zoals twee kinderen aan de Ranonkelkade merken. Ze zakken door het ijs een eentje verdrinkt. De winter zal nog de eerste maanden van 1922 streng zijn.

 

Het Stadsarchief heeft de jaarcijfers over 1921 verzameld in een Statistisch Jaarboek. Op een aparte pagina worden de achtergronden van de belangrijkste gebeurtenissen op een rijtje gezet.

Klik hier om te bekijken (link op de pagina openen)

Vergeten... NDM 100 jaar geleden

In 1920 vestigde zich de NDM bij de NSM in Amsterdam-Noord. In juli 1921 begonnen de werkzaamheden aan dok III (foto hierboven; SAA). Onderstaande luchtopname (foto NDSM Herleeft) is van het jaar erop met reeds vergevorderde bouw van de betonnen dokken. De dokken II en het iets kleinere III werden ongeveer volgens hetzelfde principe gebouwd, d.w.z. de dokwanden waren onderheid en daartussenin de dokbodems gestort. Onder de relatief dunne vloeren was een drainagesysteem gebouwd voor het wegpompen van het grondwater.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2020 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05
wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17
wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29
wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41
wk42 wk43 wk44 wk45 wk46 wk47 wk48 Oudjr wk49 wk50 wk51 wk52
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave