weekblad-logo

week 40-2021

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anthony Kolder. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. U zult het met de gebouwen die u herkent, moeten doen.

De vragen zijn:

Waar is dit?
Vanuit welk gebouw maakte de fotograaf deze opname?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

In het verleden had men meer moeite met deze ingang van de Gedempte Begijnensloot bij het Spui. Maar van deze kant genomen blijkt het hoekpand Rozenboomsteeg 14 toch iets los te maken. Het is trouwens nog steeds een café.

Op het gevaar af dat we vervelend worden met steeds dezelfde verhalen..., de Rozenboomsteeg (en Taksteeg) ontstond door het bebouwen van de wallenkant van het Spui tot het Rokin aan toe. Ingevolge een afspraak met de begijnen van het Hof bleef die bebouwing vóór het Begijnhof achterwege. Daar hielden wij een leuk pleintje aan over. Vroeger kon je nog afspraken maken met de Gemeente die dan ook nog gerespecteerd werden.

Het verwijsbordje "Kapper" op de gevel van het linkse huis bracht enkele deelnemers op de kapsalon Figaro Pasquale, de zaak van de legendarische barbier Pasquale Capone. Maar dat is twintig meter verder de steeg in, op de hoek van de Begijnsteeg. Knipbeurt á ƒ100 maar dan kreeg je wel een 'klaasje' wijn erbij. En een juffrouw die je haar waste.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anthony Kolder, Aschwin Merks, Adrie de Koning, Arjen Lobach, Harry Snijder, Han Mannaert, Annabelle Parker, Bert Brouwenstijn, Fons Baede, Herman Schim van der Loeff, Anneke Huijser, Mike Man, Jos Mol, Peter Makkes, Dick van der Kroon, Hans van Efferen,

Fotoquiz: webmaster's keuze

 

 

De keuzefoto betreft deze week een locatie binnen de Singelgracht.

Dit ding is niet meer nodig, maar we gaan er iets leuks mee doen.

Waar is dit?
Wat is dit en wat wordt het?

Oplossingen graag via deze link

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam; de maker hoort u volgende week

Oplossing: Kees' keuze

 

Wij hebben het u weer moeilijk gemaakt met deze foto, of liever gezegd de beschrijving bij deze foto heeft ons op een verkeerde vraagstelling gebracht. Op deze foto van de Lauriergracht zou de Trompettersgang èn de Ziekentroostersgang staan maar de eerste tussen nrs. 12 en 28 kan niet op deze foto staan.
Helemaal rechts is een pakhuis op nr. 30 met links daarvan de Ziekentroostersgang met de inpandige nummers 32-48. Die waren ten tijde van deze foto al gesloopt en de ruimte in gebruik bij de steenkoolhandel Smith & Kervel, die inderdaad adverteert met het adres Lauriergracht 32-50. Het eerste huis link van de gang is inderdaad nr.50. Nummers 52-54 zullen ook nog gesloopt worden en een nieuwbouw voor het Leger des Heils worden (korps Amsterdam IV). Ook al is tussen deze huizen op de foto een gang te zien, op geen der buurtkaarten wordt die benoemd of zelfs maar aangegeven. Door de nieuwbouw van het Leger des Heils verdwijnt de tussenruimte sowieso. Ook 58-60 zullen nog afgebroken worden maar het huisje op nr. 56 staat er vandaag als enige van dit rijtje weer keurig gerestaureerd bij. Nummer 60 staat op de hoek van de Eerste Laurierdwarsstraat en dat had ons wakker moeten schudden.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Ria Scharn, Mike Man, Marike Muller, Jos Mol,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

 

 

Dit is weer een oudje. Toen kon je je nog een straat met kinderkopjes en klinkers veroorloven, zonder bang te hoeven zijn dat ze als munitie opgegraven werden.
Dat is ook meteen de enige hint die u van ons krijgt.

De vragen zijn:

Welke straat is dit?

Als vreemde eend in de bijt staat er een groot gepleisterd classicistisch gebouw op de foto.

Welk gebouw is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Van dat soort hefbruggen - daar hoorden die "zuilen" bij - hebben we er een paar in Amsterdam. 'Gehad' voor sommige want deze is inmiddels verdwenen. Deze lag over de Oostertoegang (#276) en zo heette de brug toen ook. Dat het alleen deze kon zijn wees het stukje perron van de CS uit. Bij de andere hefbruggen was dit nooit zo in beeld gekomen.
Deze brug kreeg na 70 jaar een nieuwe bestemming als Gevlebrug in de nieuwe wijk 'Houthaven'.

Foto: Collectie Jan Six van Hillegom
Onder: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Simon Claessen, Anthony Kolder, Mike Man, Anneke Huijser, Rob Philip. Han Mannaert, Herman Schim van der Loeff, Jos Mol, Adrie de Koning, Hans Goedhart, Ron Poelgeest, Ger Theuns,

Met de camera op pad...

Die man in het midden van deze foto, deze sensatie wilde hij nu wel eens meemaken. De vraag is:

Welke straat is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

 

 

Dit beeld ziet u als u in het Gebed zonder End staat en richting Kuiperssteeg kijkt. Heel toepasselijk zijn twee gevelstenen, die het ambacht van kuiper uitbeelden, hier in de gevel opgenomen. Ze zijn daar in 1659 door kuiper Sicx Jasperse Sicx aangebracht die hier, net als z'n vader, een kuiperij bedreef.

 

Foto: © Pieter Klein

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Mike Man, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Ria Scharn, Hans Olthof, Otto Meyer, Peter Makkes, Marike Muller,

Hulp gevraagd...


Ongelokaliseerd staat er bij deze foto. Of dit Amsterdam is? We zijn benieuwd. Ondanks het Duitse nummerbord (Leer, Nedersaksen/Oost-Friesland; zou hij/zij die bekeuring ooit betaald hebben?) moet dit wel Nederland zijn met die reclame voor Oranjeboom Bier. Gezien de makelij van de auto's kan dit begin 70-er jaren zijn maar dan nog een bestrating met kinderkopjes?
Waar is dit? Als u het weet, laat het ons ook weten via deze link

Hulp gevraagd... maar nog niet gekregen

 

Eric-Jan Noomen reageerde op de hulpvraag van vorige week. Hij vond enige gelijkenis met de oude Mozes en Aaronkerk in de Jodenbreestraat. Vooral de kruiswegstaties lijken sprekend op elkaar, ook de plaatsing. Bouwkundig waren er echter ook grote verschillen, zoals de lichtlijst onder het tongewelf. Bij nadere bestudering vonden we in dat gewelf iets dat op een tekst lijkt en misschien helpt u dat verder.

Heeft u een idee? Laat het ons weten via deze link

redactioneel

van Plaetse naar Dam -2

 

De volgende grote bouwactiviteit vond niet plaats op de Plaetse maar had er wel veel invloed op: de Beurs van Hendrick de Keyser. Die werd boven het Rokin gebouwd, een gewaagd idee dat ingegeven was door plaatsgebrek. Nu heeft De Keyser een aantal fraaie huizen neergezet maar hij was meer kunstenaar dan geschoold architect en bouwkundig werd de beurs een regelrechte ramp. Nu waren die hem niet 100% aan te rekenen, want hij is als stadssteenhouwer pas als ontwerper gaan gelden door een toeschrijving in latere eeuwen. In de akten wordt melding gemaakt van Cornelis Danckerts de Rij en Hendrick Staets als resp. stadsmetselaar en -timmerman. De naam van De Keyser is later in de kantlijn toegevoegd en dat hij daadwerkelijk betrokken was bij de bouw ontlenen we aan een uitbetaling voor zijn werk aan (met name) Zuiderkerk én beurs.
Met de invloed van de beurs op de Dam doelen wij op het onbruikbaar worden van de grote Damsluis. Gelukkig was de Nieuwe Haarlemmersluis alsnog uitgevoerd en ondervond het scheepvaartverkeer niet al te grote hinder hierdoor. Het hoe en waarom zult u elders (pp.21-24) moeten lezen.

 

Een ander gevolg van de bouw van de beurs is het afbreken van de Stadspaardenstal die tussen de woonhuizen stond. Door de afbraak kon de Beurssteeg ontstaan maar daarvoor moest er ook nog een huis afgebroken worden. Ook de huizen aan de westkant van die Beurssteeg werden afgebroken en daarvoor in de plaats kwam een omvangrijk blok van zeven huizen in de stijl van Hendrick de Keyser. Men vermoedt zelfs dat De Keyser dit blok mocht bouwen om een eenheid te vormen met zijn beurs. Dit blok is in 1867-'68 gedeeltelijk afgebroken voor de bouw van gebouw Rijnstroom van Hajenius, die uit de Warmoesstraat weggejaagd was voor verbreding van de Halsteeg tot Damstraat.
De Stadspaardenstal had natuurlijk een nieuwe plek nodig en dat werd het perceel aan de Nieuwezijds Voorburgwal tegenover de Nieuwe Kerk waar we een vorige aflevering al over spraken.

 

De eerste plannen om een nieuw stadhuis te bouwen, stammen uit 1639. Zoals het kaartje links uit 1643 laat zien, dacht men nog helemaal aan een oriëntatie langs de as Nieuwendijk-Kalverstraat, hoogstens een aantal meters terug zodat gebeurtenissen die veel volk naar het stadhuis lokten (executies!) niet de weg blokkeerden maar op een soort voorplein plaats vonden. In rood de bestaande bebouwing die zou blijven staan. De Nieuwe Kerk moest zijn kerkhof opgeven en er bleven zowaar nog ettelijke percelen bouwgrond over die verkocht konden worden.

 

Deze oriëntatie (dieper dan breed) bleef lang standhouden maar de afmetingen varieerden naar gelang de vulling van de schatkist varieerde. Tijdens de plannenmakerij besloot men alle bebouwing tussen Gasthuissteeg en Nieuwe Kerk te onteigenen. Het begon als een gebouw van 43 meter breed en 82 meter diep. Er bleef ruim plaats voor 8 meter brede straten links en rechts en nog voldoende percelen die naast het grote gebouw goed geld konden opbrengen. Van ontwerptekeningen weten we dat Philips Vingboons bezig was met het stadhuis (afbeelding links; 57 meter breed, 72 meter diep) maar het was het koppel Jacob van Campen en Pieter Post dat in 1647 de burgemeesters wisten te overtuigen het gebouw een kwart slag te draaien en de lange zijde naar de Dam te richten.

In juli 1648, twee maanden na de Vrede van Munster, presenteerden de burgemeesters de Raad een gebouw dat zó groot werd dat er geen verkoopbare ruimte meer overbleef en beide straten links en rechts op sommige punten nauwelijks breder waren dan de vroegere stegen. Het 'voorplein' werd nog groter doordat het gebouw tot de kade langs de Voorburgwal kwam te staan. In 1648 besloot de Raad met de bouw te beginnen, maar tijdens het heien werden nog wijzigingen in het ontwerp aangebracht waardoor het nog groter werd dan gepland. Van de roemruchte 13659 palen staan er flink wat in het luchtledige en dragen niets. Het gebouw dat er nu staat is 80 meter breed en 57 meter diep.

 

Het grote bouwblok tussen Plaetse, Gasthuissteeg, Nieuwe Kerk en Voorburgwal werd voor ongeveer een kwart ingenomen door stadhuis en het eind 15de eeuw ingelijfde Sint Elisabethsgasthuis. De rest was particulier woonhuis of bedrijfspand. De koop en onteigening van die rest liet de stad zich in totaal ƒ640.000 kosten. Een deel der panden werd vanaf 1648 afgebroken maar een brede strook huizen die aan de Plaetse stonden, bleven voorlopig gespaard omdat het nieuwe stadhuis vele meters naar achteren kwam te staan. Men liet rustig halve huizen of aanbouwtjes staan en verhuurde die tot de ruimte nodig was. Voor sommige van die huizen gebeurde dat pas in 1654, één jaar voor het ingebruik nemen van het eerste deel van het stadhuis. Daar was men in 1652 erg blij mee, want toen brandde het oude stadhuis af en voor zover de huizen ernaast niet ook afgebrand waren, kwamen daar de verjaagde ambtenaren te zitten.

Afbeelding: het bouwblok van achter gezien; voorgrond Nieuwezijds Voorburgwal, Nieuwe Kerk links, het torentje rechts hoort bij het vm. Gasthuis, nu dienstdoend als stadhuiskapel

 

De volgende bouwactiviteiten vonden plaats rond de Nieuwe Kerk. Nog voordat met het stadhuis begonnen werd, legde men in 1647 het fundament voor een grote toren. Daarvoor werd in 1658-'59 een deel van de Voorburgwal gedempt en de vaarweg over een lengte van ±66 meter overkluisd. De bouw van de toren stokte na de onderlaag en is nooit afgemaakt. Wel is die vanwege belemmering voor het verkeer in 1783 deels weer afgebroken.
Het aldus ontstane plein voor de kerk werd door de stadspaardenstal dankbaar als stalling gebruikt. Het was er een permanent gekrioel van sleden en paarden die gereed stonden om verhuurd te worden.
In 1655 werd het begraven in en rond de kerken verboden, ook voor de Nieuwe Kerk. Beide kerkhoven, dus ook het Ellendigenkerkhof, werden geslecht en tot straat omgevormd. In 1662 kreeg de kerk toestemming om de nissen in de buitenkant op te vullen met woningen en winkelkassen. In 1664 werd de consistorie met een verdieping verhoogd. De zuidgevel van de kerk stond na de sloop van de huizen die voor het stadhuis stonden opeens vrij aan de Plaetse of moeten we zeggen Dam. Ergens eind 17de eeuw kwam de naam Dam voor het samenraapsel van pleintjes in gebruik. De namen Vijgendam en Vissersdam verdwenen officieel pas in 1957.

 

In 1773 werden de burgemeesters ingelicht over de gebrekkige staat van het Huis onder 't Zeil. Zonder veel ophef werd begonnen aan een nogal ingrijpende verbouwing. Een kleine vijf meter buiten de voorgevel werd een nieuwe neergezet en de ruimte opgevuld met vloeren die niet correspondeerden met de rest van het gebouw. Wij lieten u vorige week een dwarsdoorsnede zien. Ook rond de zijgevels kwam nieuwbouw zodat na gereedkomen een ogenschijnlijk nieuw gebouw stond van 23x11,5 meter. Aan de achterkant werd geen aandacht besteed, waardoor men goed kon zien dat de nieuwbouw eigenlijk maar een coulisse was.

 

Het lijkt een weinig spectaculaire mededeling maar het had enig gevolg voor het aanzien van de waag. Rond 1775 kwam het bericht van ernstige technische gebreken en verzakkingen aan het waaggebouw op de Dam. Er werd een houten schuur opgericht om daar de wegingen te doen en de waag zelf kreeg een nieuw dak dak meters lager was dan het oude. Ook werd in 1777 het opnieuw opmetselen van de opgang aanbesteed. Het rommelde in het Stadsfabrieksambt; directeur Witte werd ontslagen wegens malversaties en de onderdirecteur in zijn plaats aangesteld. De wijzigingen zijn, naar aangenomen wordt, getekend door de nieuwe stadsarchitect Abraham van der Hart.

 

Zonde van het geld, denk je achteraf. Met de Bataafse Republiek kwamen de Fransen en de vrijheidsboom op de Dam. Frankrijk dicteerde in 1807 dat we een koninkrijk werden en koning zou Lodewijk Napoleon worden, de broer van de Franse dictator Napoleon. Die vorderde eerst het stadhuis om als paleis te dienen en in 1808 liet hij de regering in Den Haag aan het stadsbestuur vertellen dat die waag voor z'n neus verwijderd moest worden. Het Ministerie van Financiën 'kocht' de waag voor ƒ17.000 ter amovatie en liet de sloop (en opbrengst) aan de stad over. Eigenlijk wilde Lodewijk Napoleon dat hetzelfde met het Huis onder 't Zeil werd gedaan, maar na hem voorgespiegeld te hebben welke afbraak en marktrommel er achter vandaan zou komen, liet hij het erbij zitten. Daar stond ons trotse stadhuis, het Achtste Wereldwonder, inmiddels voorzien van een balkon om de koning door het volk te laten toejuichen. De plek waar de waag gestaan had, was bestraat met een afwijkende steensoort zodat iedereen nog jaren kon zien waar hij precies gestaan had.

 

Vijf jaar later namen de Fransen de benen en waren we weer vrij. Place Napoleon werd weer Dam. Het land en vooral Amsterdam hadden veel meer tijd nodig om op adem te komen. Behalve dat de schatkisten geplunderd waren en de bevolking straatarm was geworden doordat aanhoudend nieuwe belastingen waren ingevoerd, was een algemene lethargie over de bevolking neergedaald. Veel tijd kreeg men daar niet voor want het volgende gebouw dreigde in te storten: de oude beurs van De Keyser vroeg aandacht. Er werd besloten de beurs af te breken en een nieuwe neer te zetten. In 1836 opende voor het paleis op de Dam een houten hulpbeurs die er tot de opening van de nieuwe beurs in 1845 stond. Het was meer een omheining met daarbinnen afdakjes.

Op bovenstaande tekening is uiterst rechts een glimp van een nieuw gebouw te zien waarvoor drie huizen tussen Kalverstraat en Krom Elleboogsteeg werden afgebroken, o.a. herberg de Roode Leeuw en de Engelsche Dog. Ervoor in de plaats kwam in 1837-'38 een gebouw voor de Sociëteit De Vriendschap van de hand van de Engelse architect John Hitchcock die rond die tijd voor vijf jaren in Nederland werkzaam was. Dat een Engelsman hier bouwde was bijzonder maar er waren in die jaren slechts enkele architecten in Amsterdam werkzaam en dan meestal in dienst van de stad. Er was geen geld om te bouwen! Bovendien was Hitchcock een protegé van bankier Hope, een der commissarissen van de sociëteit. In 1864 zou het gebouw in handen van de Vereniging Zeemanshoop komen en met dat opschrift kennen we het gebouw 't beste.

We sluiten het overzicht van de ontwikkeling van het damplein af met de grootste ingreep: de bouw van een nieuwe beurs op een gedempt deel van het Damrak. Eeuwen had het zoute water tegen de kaden langs dat plein geklotst en hadden schepen aangemeerd. Daar kwam nu een eind aan. Ook de vismarkt moest verhuizen en daarvoor werd een plek ingericht op de Nieuwmarkt aan de Geldersekade. In 1841 volgde die verhuizing en in 1845 werd Zochers beurs geopend.

Bovenstaande kaart van de Dam en omgeving (1836) laat zien dat de vismarkt helemaal niet in de weg van de nieuwe beurs van Zocher stond. Veel meer vond men dit geen omgeving voor zo'n prestigieus gebouw als een handelsbeurs. Daarnaast laat het zien dat de beurs volledig boven het Damrak was geprojecteerd maar gezien de ervaring met de vorige zou dat water gedempt worden zodat de beurs een stevige ondergrond zou krijgen. Jammer voor Amsterdam, maar geen onbekend fenomeen: de ondergrond moet na zo'n demping eerst 'zetten' voordat je het vaste bodem mag noemen. Ook nu weer ging het mis toen men een dak over de open binnenplaats maakte waardoor het gewicht op het fundament toenam. De directeur van PW werd wegens de vervolgschade de laan uit gestuurd en de afbraak van de beurs werd kostbaar lesgeld. Dat nooit weer! De volgende beurs, die van Berlage, kwam... op gedempt Damrak en zakt en scheurt tot vandaag aan toe. Elke generatie denkt opnieuw dat ze de natuur nu wel onder controle heeft...

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: de Rijnstroom en Hajenius

Wie rookt er nog sigaren, vandaag de dag? Wist u dat sigaren helemaal nog niet zo lang bekend zijn? Het is een negentiende-eeuwse vinding om tabak te "verpakken" in dekbladen nadat het enkele eeuwen los genuttigd werd als pruim, snuif of in een pijp. De vinding kwam ook nog uit het buitenland maar de aanvoer van tabak uit Nederlands Indië maakte Nederland tot een centrum van sigarenmakers. In het derde kwart van de negentiende eeuw werkten er in Amsterdam zo'n 1400 sigarenmakers in 168 sigarenfabriekjes of thuis.
Eén der pioniers in Amsterdam was Pantaleon Gerhard Coenraad Hajenius. De naam moet een keer voluit want hoe buitenissig is die voornaam die hij van zijn grootvader erfde? Hajenius is de verlatiniseerde vorm van de Duitse naam Hajen waarvan een lid ging studeren en aldus zijn naam wijzigde. 'Onze' Hajenius was in Arnhem geboren en kwam op twintigjarige leeftijd via Doesburg naar Amsterdam om hier met sigarenmaken de kost te verdienen. Hoe lang het duurde voor hij in het voormalige hotel De Rijnstroom in de Warmoesstraat voor zichzelf begon, vertelt de geschiedenis niet. Maar dat hij daarmee succesvol was is genoeg belicht, dat hoeft niet nog een keer.
We zijn ook veel meer geïnteresseerd in het handige inspelen op Amsterdamse gebeurtenissen en daarmee vermogens verdienen. Hij zat steeds op het juiste moment op de juiste plaats hopeloos in de weg en moest met enorme bedragen en toezeggingen daar vandaan gehaald worden.
Hajenius werkte op het adres Warmoesstraat J76 aan het eind van die straat tegenover de Vijgendam. Als het perceel er nog zou zijn had het 't huisnummer 207 gehad maar het pand moest met de buurman op de hoek van de Halsteeg wijken voor de verbreding tot Damstraat. We schrijven 1868. Hoeveel Hajenius er bij de onderhandelingen over de onteigening uitsleepte is niet overgeleverd maar als we bekijken wat hij zich aansluitend op de Dam kon veroorloven moet dat niet onaanzienlijk zijn geweest.

Het jaar erop opende Hajenius een nieuw winkelpand op de Dam, op eerste stand zou je kunnen zeggen. Daarvoor had hij het zeventiende-eeuwse dubbelpand Dam 16 van bouwmeester Hendrick de Keyser gekocht en laten afbreken. Zijn architect was kerkenbouwer Herman van den Brink die slechts enkele particuliere woon- of winkelhuizen op zijn naam heeft staan. Het werd een soort Italiaans renaissancepaleis met (helaas) pleisterwerk in plaats van wit en groen marmer. Maar toch! De naam van het pand... opnieuw 'De Rijnstroom'.
Hajenius vond het op dat tijdstip nodig het stokje over te dragen aan Hendrik Willem Nijman die al sinds 1857 zijn vennoot was. Nijman hield de bekende kwaliteit en de naam Hajenius in ere en bouwde het imperium verder uit.
En daar waren opeens Johann Peek en Heinrich Cloppenburg met grootse plannen voor een mega-modemagazijn op de Dam. Van de Gemeente Amsterdam kregen ze alle steun voor hun plannen want die pasten geweldig in de hunne voor herinrichting van de Dam. Hajenius was in 1889 overleden en Nijman in 1892. Hendrik werd opgevolgd door zijn zoon Neander die het onderhandelen ook machtig was. Nu weten we wel een bedrag dat met de transactie gemoeid was en dat was ƒ800.000. Als u nu weet dat Zeemanshoop maar ƒ275.000 opbracht heeft u een idee hoe goed Neander het gedaan had.
Hij ging op zoek naar vervanging, maar dat moest wel een eersteklas-locatie zijn. Hij vond die op het Rokin waar drie panden naast elkaar (92-96) precies boden wat hij zocht. Het beroemde architectenbureau van de Gebroeders van Gendt kregen de opdracht daarop een statig pand neer te zetten. Nou, dat wilden ze wel. Het werd een heel voornaam pand en het echte vuurwerk zit binnen in het pand met een artdeco-inrichting en -decoratie.
De naam van het pand... De Rijnstroom, net als nog twee andere filialen in het land.
Dit alles is genoeg voor een toenemende status in monumentenland met als eindpuint sinds 2001 die van Rijksmonument #518452. Hajenius is niet meer zelfstandig maar in Deense handen.

Steendruk, bron Wikipedia
Bovenstaande afbeelding geeft een indruk waar het eerste pand van sigarenmagazijn De Rijnstroom van Hajenius in de Warmoesstraat stond. We kijken ernaar door de Vijgendam; het linkse huis (J75) staat er vandaag nog in herbouwde vorm als Dam 15, hoek Damstraat. In zijn originele vorm staat net om de hoek het pand J73 dat we kennen als café De Wildeman: Dam 11, hoek Pijlsteeg.

Onder een portret van Hajenius op hogere leeftijd en rechts het pand De Rijnstroom op Dam 16

Daaronder de oude panden Rokin 92-96 en de presentatietekening van de Gebr. van Gendt voor nieuwbouw.

YouTube: Geheimen van de Oude Kerk

Deze week honderd jaar geleden

Donderdag 6 oktober 1921 - De NV Hotel Atlanta liquideert. De NV heeft de twijfelachtige eer na vijf jaar en niets bereikte te hebben de handdoek in de ring te gooien voordat er echt onherstelbare financiële schade is aangebracht. Op 12 september werd de akte van oprichting in de Staatscouramt gepubliceerd. Het streven was een eerste klas internationaal hotel te verwezenlijken dat kon wedijveren met Ritz, Savoy, Adlon, enzovoort. Daarvoor denkt men ƒ3 miljoen voor nodig te hebben. Als plek kiest men voor de Stadhouderskade, hoek Vondelstraat en verdedigd de ligging buiten het centrum met de nabijheid van alle belangrijke musea, Concertgebouw, Stadsschouwburg en het nabijgelegen Vondelpark. Er zal accommodatie zijn voor meer dan 300 gasten. Het hotel zal zich over 70 meter aan de Stadhouderskade en 75 meter aan de Vondelstraat uitstrekken. Financiers denkt de NV te vinden onder scheepvaart- en spoorwegmaatschappijen. Er wordt een syndicaat van scheepvaartmaatschappijen opgericht dat een groot deel (er wordt gesproken over 90%) van de aandelen zal kopen en alle preferente aandelen opeist. Op 15 november 1916 meldt de NV dat voor een bedrag van ƒ2,9 miljoen is ingetekend en dat iedereen het bestelde aantal aandelen toegewezen krijgt. Iedereen is gewend meer te bestellen dan eigenlijk gewenst omdat in de regel overtekend wordt en maar een percentage van het bestelde krijgt. Zo niet dit keer en op de beurs wort het teveel toegewezen gekregen gedumpt wat de prijs met 10% doet kelderen. Ook het syndicaat moet alles opnemen en ontbindt zichzelf. De prijs daalt nog eens tot 73% van de nominale waarde.
Als architect kiest men voor A. Jacot (Hirsch, Maison de Vries) en als bouwbegin mikt men op voorjaar 1917. Jacot wordt met het ene na het andere afgekeurde ontwerp door de Schoonheidscommissie naar huis gestuurd en in 1917 stijgen de kosten voor bouwmaterialen zodanig dat de NV niet rouwig is om het uitstel.
De NV koopt in juli 1919 Stadhouderskade 1 en Overtoom 1 en nu worden de plannen bijgesteld naar een nog groter hotel. Het administratiekantoor van de GTA op nr.2 staat nog in de weg en men begint onderhandelingen met de Gemeente Amsterdam. Die wil best verhuizen tegen de juiste vergoeding. De NV koopt ook nog Overtoom 3 en wil dat verbouwen voor de GTA. Bovendien betalen ze nog ƒ350.000 voor het oude kantoor Stadhouderskade 2. Het Gemeentebestuur gaat akkoord. Er is nog ƒ1,3 miljoen in kas. In april 1921 klinkt voor 't eerst de waarschuwing dat dit hotelproject financieel niet haalbaar is, tenminste dat de exploitatie niet lonend kan zijn. De NV zet alles op alles om aanvullende leningen tot ƒ2 miljoen te krijgen. In september 1921 adviseert een speciaal benoemde commissie opnieuw dat men beter kan stoppen voordat de strop een aantal bedrijven met zich mee in een faillissement zal sleuren. Op 6 oktober wordt een besluit in die richting genomen. De deal met de Gemeente staat nog niet op papier en alleen de architect moet betaald worden. De verworven grond en gebouwen kunnen opnieuw te gelde gemaakt worden en de aandeelhouders komen er met een blauw oog van af.
De eerste die instapt is de AMVJ die de hoek met de Vondelstraat koopt. In 1927 komt ernaast Gebouw Atlanta gereed (heeft behalve de naam niets met de hotel-NV te maken) en op de hoek met de Overtoom komt na de oorlog verzekeraar Aurora.
U bent gewend dat dit soort items vergezeld gaat van een relevante afbeelding maar dat is moeilijk. Het Nieuwe Instituut bewaart het archief Jacot met zeven ontwerpen voor Hotel Atlanta, maar stelt ze niet digitaal ter beschikking. We hebben geen idee hoe Jacot het hotel vorm wilde geven. U moet het dus doen met een foto van het tijdelijke kantoor annex bouwbureau van de NV Hotel Atlanta op Stadhouderskade 18.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2020 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05
wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17
wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29
wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave