weekblad-logo

week 22-2021

Fotoquiz snelste

 

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Arjen Lobach. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Dit is weer zo'n opgave die je op streek helpt door goed te kijken wat er allemaal te zien is. Wij vinden nu niet bepaald dat deze opgave makkelijker is dan die van vorige week. Van dit soort halsgevels vindt u er minstens duizend en van dit soort straatjes tientallen.
Misschien heeft u hier iets aan?
Genoeg hints...

De vraag is:

Wat is het adres van het middelste huis?

Arjen maakte de foto zelf met Google Maps.

Oplossingen via deze link

Foto: Google Street View

Oplossing vorige week

 

De magere oogst aan goede inzendingen was te voorspellen. Dit keer hing het af van de juiste zoektermen bij het zoeken in de Beeldbank. Krot*, dichtgetimmerd*, afbraak*, enzovoort hielpen niet deze keer. U diende de varianten van 'onbewoonbaar' te proberen om deze te vinden.
Nogmaals ons advies: zet de wildcard 'sterretje' in zodat meer vormen tegelijk gevonden worden, zoiets als onbewoonba*. Dan vangt u enkelvoud en meervoud en samenstellingen in één zoekterm.
Wanneer u dan in de ruim 200 foto's de weg kwijtraakt, kunt u het voor de hand liggende *straat toevoegen of in dit geval misschien *gang.

Hoe dan ook, u zou uiteindelijk op de Slagtersgang in de Eerste Batavierdwarsstraat tussen nrs. 7 en 9 moeten uitkomen.

Regelmatig geven wij inzenders ter overweging dat dit soort moeilijke opgaven niet plezierig zijn voor de andere deelnemers. Laten we ons dan ook een beetje inhouden...

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Marike Muller, Harry Snijder, Aschwin Merks, Ria Scharn, Kees Valentijn,

Fotoquiz: Marike's keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie buiten de Singelgracht.

Nog zo'n wijk uit de glorietijd van de groots aangepakte volkswoningbouw in Amsterdam. Bijna alles op deze foto staat er vandaag nog steeds, intussen keurig gerenoveerd.

De vraag is:

Welk straat/weg is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Paul's keuze

Dit is de kop van een omvangrijk blok huizen dat als een schil om het Zaanhof-Spaarndammerbuurt heen ligt. Het talud waar we op wezen is dat van de Spaarndammerdijk en deze gevelwand beslaat de nummers 240-299 (huidige nummering). De zijstraat die op de foto op de dijk uitkomt is de Oostzaanstraat maar daar werd niet naar gevraagd.
In het redactionele deel van deze pagina gaan we iets nader in op dit blok volkswoningbouw uit de periode 1915-1925. De staart van dit complex ('t Schip) kwam aan bod in de pdf over Michel de Klerk.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Jan van Veen, Harald Advokaat, Olaf Horn, Anthony Kolder, Otto Meyer, Ria Scharn, Frank Mulkens, Wim Huissen, Ton Hupkens, Ger Theuns, Han Mannaert, Mike Man, Kees Valentijn, Marike Muller, Jos Mol, Anneke Huijser, Hans Olthof, Adrie de Koning, Robert Raat, Aschwin Merks, Dirk Fuite,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

 

Dit alles is gesloopt en zelfs de wallekant zult u niet meer in deze vorm terugvinden, maar er is nog steeds water.

De vragen zijn:

Wat was het adres van het middelste pand?
Welke instelling huisde hier?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

U kijkt over het deel Lijnbaansgracht tussen Brouwersgracht en Palmstraat naar de touwslagerij van Holst & Kooy. Deze lijnbaan stond tussen de gracht en de Schans. Tekenaar J.M.A. Rieke legde hetzelfde bedrijf twee maal vast maar dan gezien van de Schans (zie hieronder). De datering van de tekening (1891) kan niet kloppen omdat de baan in 1881 ontruimd en afgebroken werd voor de eerste bebouwing aan de Marnixstraat (OZ).

Foto: Stadsarchief Amsterdam
Tek: KOG/SAA

Paul Graalman spitte nog even dieper naar de achtergronden van het bedrijf:

"Volgens een adresboek van 1848 is het kantoor gevestigd op de Schans bij de Willemspoort. Op een kaart van 1870 is de 'Lijnbaan Fortuin' ingetekend. Er staat een apart gebouw aan de noordkant getekend, terwijl op de foto een woning aan de lijnbaan lijkt vast te zitten. Was dit een dienstwoning of toch het kantoor? 
In de pdf 'Palmstraat19eeuw' wordt de touwslagerij ook genoemd.
Het bedrijf werd in 1880 overgenomen door touwfabriek Van der Lee in Oudewater, een stadje met een grote touwindustrie. Van der Lee bestond al in 1545. De fabricage werd dan ook verplaatst naar Oudewater! (Bron: een tijdschriftartikel uit 1980 over vijf eeuwen touwfabricage in Oudewater.)
Overigens is Holst familie van de grote dichter. Diens stamvader werd mede-eigenaar van de touwslagerij."

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Arjen Lobach, Anthony Kolder, Ria Scharn, Adrie de Koning, Han Mannaert, Mike Man, Anneke Huijser, Jos Mol, Kees Valentijn, Paul Graalman, Robert Raat, Marike Muller, Aschwin Merks,

Met de camera op pad...

 

Ook hiernaar zult u tevergeefs zoeken; alles iets meer dan 100 jaar geleden gesloopt. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

De hint richting het reliëf op de gevel wees natuurlijk naar de elanden erop. De veronderstelling dat dit wel eens de Elandsstraat of -gracht kon zijn, lag voor de hand.
Het is Elandsstraat 125, waar oma van Leeuwen van 1917 tot 1925 haar 'water en vuur winkeltje' had.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anneke Huijser, Annabelle Parker, Ria Scharn, Minne Dijkstra, Anthony Kolder, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Jos Mol, Mike Man, Han Mannaert, Kees Valentijn, Marike Muller, Hans Olthof, Hans Goedhart, Robert Raat, Aschwin Merks,

en dan nog even over...

...de rolschaatsertjes op de Steenvoetsluis. Deelnemer H. Braaksma flitste het even door het hoofd: "zou ik dat met m'n broetje Jan kunnen zijn?" Getuige de foto hieronder schaatste hij regelmatig op de Nieuwe Uilenburgerstraat. Maar daarna bekeek hij ook de rest op de foto en zag boksschool Olympia (voorgrond rechts) al alleen staan; de rest was al of zou nog gesloopt worden i.v.m. de aanleg van de toerit voor de IJ-tunnel en de uitleg van de Jodenbreestraat tot 4-baans weg. Maar Braaksma liep toen al tegen de dertig, dus hij was het niet die op de quizfoto stond.

Foto links: Stadsarchief A'dam
Foto li.onder: Joodsamsterdam.nl
Foto re.onder: privé verzameling

YouTube: Havenwerken

Prachtige beelden van de haven van Amsterdam anno 1917. Met uitgebreide beelden van de werkzaamheden in de haven. Met indrukwekkende beelden van het Merwedekanaal, het IJ, de Petroleumhaven, de Houthaven, oude en nieuwe pakhuizen (waaronder Pakhuis Zondag), de zolderschuit, thee, specerijen en heel veel boten, schepen en hijskranen.

Klik hier of de afbeelding links om te bekijken.

redactioneel

De smalste huizen van Amsterdam -4

Singel 7, 166, 192-194 en 310-312

We zullen nu vier huizen aan het Singel bespreken te weten de Nrs. 7, 166, 192-194 en 310-312. Het Singel werd omstreeks 1428 rondom het oude centrum aangelegd als natuurlijke afweer tegen indringers en liep van het IJ tot de Boerenwetering. Rond 1450 volgde het resterende deel tot de Amstel. Vanaf 1481 werd de aarden wal vervangen door een stenen muur om de stad. In de 17e-eeuw noemde men het Singel ook wel de Koningsgracht als eerbewijs aan koning Hendrik IV van Frankrijk. Het Koningsplein herinnert nog aan Hendrik IV. 
 Er is wel eens verwarring tussen het Singel en de Singelgracht. Het Singel is de binnenste grote gracht, terwijl de Singelgracht de buitenste gracht is die langs de Nassaukade, de Stadhouderskade en de Mauritskade stroomt, dus om de zeventiende eeuwse stadsuitbreiding heen.

Foto: Mokums;
Singel 7, huis onder schilddak met gepleisterde gevel onder rechte lijst

Singel 7
De eerste vraag die we ons moeten stellen is, wat er nu eigenlijk het smalste huis van Amsterdam is en of er misschien nóg smallere panden zijn. En is de voorkant van een huis altijd even breed als de achterkant? Neem nou het pandje Singel 7. Als je de literatuur leest wordt algemeen geaccepteerd dat dit het smalste huisje is, namelijk 1,0 meter breed. Maar het huis is een stuk breder aan  achterkant, ongeveer 5,0 meter. Neem je daarentegen Kloveniersburgwal 22, dan is dát huisje een perfecte rechthoek van 2,2x5,0 meter. Welk huis is nu het kleinste, u mag het zeggen!
Het kleinste huisje ter wereld zou te vinden zijn in Warschau, Polen en is in 2012 gebouwd door de architect Jakub Szczesny. Het zou 1,2 meter breed zijn terwijl in een andere publicatie 92 centimeter staat, zodat het niet geheel duidelijk is wie er gelijk heeft!

Singel 166
Dit huis is gelegen tussen de Oude Leliestraat en de Bergstraat vlakbij de Torensluis (brug nr. 9). Deze stenen brug is rond 1961 gerestaureerd en mag zich de grootste brug van Amsterdam noemen. De Torensluis is een van Theo Bakker’s ‘liefdes’ omdat hij 10 jaar ernaast gewerkt heeft op No. 176. De voorgevel van Nr. 166, die schuin tegenover de Torensluis staat, is slechts 1,80 meter breed en heeft bovenin een zogenaamde lijstgevel. Het huis loopt aan de achterkant uit tot 5 meter en is maar liefst 19 meter diep.
  In de Telegraaf van 1 augustus 1928 stond het volgende bericht: gedurende de drie eeuwen heeft vooral het smalle geveltje veranderingen ondergaan. Het is in verschillende handen geweest: in het midden der 17e eeuw bij de Gereformeerde Gemeente, waarschijnlijk gelegateerd. Omstreeks 1834-1844 was het eigendom van A. Overmars van de Koninklijke Nederlandse Loterij. De mineraalwaterfabriek en bierbottelarij van Heinrich Deneke sr. zat daar vervolgens sinds 1873. De familie Deneke kwam oorspronkelijk uit Schlotzenburg in Duitsland en door te huwen met een Nederlandse is Heinrich in Amsterdam terecht gekomen, waar hij begon met zijn nering op Singel 166. Hier heeft zich later de slijterij ‘Den Ouden Pijpenlae’ gevestigd. De keldervloer van het pand bestaat uit scherven van jeneverkruiken! De firma B.A. Ripping van de Keizersgracht 18 hield er een depot van de Wijnkoperij maar tegenwoordig is dit huis een gewoon woonhuis. Op nummer 162 rechts zaten de Regenkleding Industrie Amsterdam (RIA) en de electro-techniek groothandel Claessen en Co.

Singel 192-194
Dit pand ligt tussen de Oude Leliestraat en de Drie Koningenstraat. Het draagt een gevelsteen met een wapen van een krom schoenmakersmes en een gekroonde priem. Het bijschrift is: ‘T HUYS VA HET HOVDE SCOVMAKERS EN SCVLAPPERS GILDT 1663’. 
Dit 'Oude Schoenmakers- en Schoenlappersgilde' had leden die schoenen herstelden. Het ‘Huidenkopers-, Looiers- en Schoenmakersgilde' had leden die nieuwe schoenen maakten. In 1633 had het ‘Oude Schoenmakers- en Schoenlappersgilde’ in de daarachter gelegen steeg, de 'Hametersgang, een huis aangekocht dat in 1663 als gildehuis in gebruik werd genomen. Tot 1713 heeft het gilde zijn bijeenkomsten in dit pand gehouden. In dat jaar werd het pand door het gilde verkocht en werd een ruimte in de Waag op de Nieuwmarkt betrokken. In 1643 werden door de leidinggevenden vier zilveren begrafenisschilden besteld bij de beroemde zilversmid Jacobus Grill. De vier schilden hebben een indrukwekkende kwabornament en dragen een gekroond stadswapen dat vastgehouden wordt door twee leeuwen. Elementen die op de schalen voorkomen zoals de priem en het mes komen overeen met de voorstelling op de gevelsteen. 
  In 1871 werd de gang afgesloten en het voormalige gildehuis gesloopt. De gevelsteen werd ingemetseld in het poortje dat sindsdien de gang afsluit. Het reliëf werd gevat in een hardstenen omlijsting met op de onderrand de tekst: ‘GEDENK STEEN UIT DEN HAM-ETERS-GANG, GESLOOPT EN VAN DEN OPENBARE WEG AFGESLOTEN. SEPTEMBER 1871.

Foto: VVAG

Singel 310-312
Dit kleine pakhuis ligt tussen de nrs. 310 en 312 die gevestigd zijn tussen de Gasthuismolensteeg en de Romeinsarmsteeg. Het maakt onderdeel uit van het woonhuis op Nr. 312 die dit pakhuis ook daadwerkelijk gebruikte. Het pakhuis had het Nr. 312P, heeft drie kamers waarvan twee slaapvertrekken, het is slechts 106 m2 groot en de woning is gebouwd vóór 1906. De prijs ervan is recent de pan uit gerezen, recent is het geschat op € 900.000-€ 1 miljoen! Meer gegevens betreffende het smalle huisje zijn er niet te vinden.

 

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank, de Gevelstenen van Amsterdam en Mokums

Saenstate

De keuzefoto van vorige week gaf aanleiding om wat dieper op het complex volkswoningbouw in te gaan. Het gaat dus om het complex dat ingesloten ligt tussen Zaanstraat, Oostzaanstraat en Spaandammerdijk. Waar de eerstgenoemde straten samenkomen bij het Spaandammerplantsoen ligt het driehoekige complex 't Schip van architect Michel de Klerk voor woningbouwvereniging Eigen Haard. Veel minder bekend is de rest van het complex waar een rand woningen rond een plantsoen staat: het Zaanhof (grote foto hieronder). Dat is in 1916 ontworpen door architect Herman Walenkamp voor wbv Het Westen en gebouwd in 1918-'19.
Om dit Zaanhof ligt opnieuw een rand woningen, dit keer in hogere bouw met minimaal 1 verdieping extra. Dit blok ligt aan de eerder omschreven straten. Dat is door twee verschillende architectenbureaus ingevuld voor twee woningbouwverenigingen.

Dit blok huizen rondom de bebouwing van het Zaanhof werd door meerdere architecten verwezenlijkt. Aan de Spaarndammerdijk, Zaanstraat en Hembrugstraat bouwden Tjeerd Kuipers en Arnold Ingwersen voor wbv. Patrimonium een blok huizen dat afweek door de ligging aan een voormalige zeedijk met het bijbehorende hoogteverschil van dien. Het ontwerp voor het aandeel van Kuipers en Ingwersen werd in de oorlogsjaren 1915-’16 getekend, de bouw volgde in 1918-‘19.
De stoere gevel met poortgebouw aan de Spaarndammerdijk geeft, via de poort met trap naar beneden, toegang tot het Zaanhof op polderniveau. De Oostzaanstraat daalt eveneens van dijkniveau naar polderniveau af over de lengte van de zijgevel van het blok. Boven de poort is nog een appartement met loggia en een klokkentorentje. Het hele voorkomen als een stadsburcht die toegang tot de stad geeft, heeft geleid tot de huidige benaming voor dit blok: Saenstate. Alle blokken zijn inmiddels gerenoveerd en meestal heringedeeld. Het hele complex inclusief het Zaanhof is tot rijksmonument verheven.

Foto: ©Verheij fotografie - Foto daarboven: Wikipedia

Aan het complex werkte ook Willem Greve Jr. mee, voor wbv. HIJSM voor hun spoorwegpersoneel. Hij nam twee blokken aan de Oostzaanstraat voor z'n rekening. Oppervlakkig gezien komen de blokken van beide verenigingen in stijl aardig overeen maar van bovenaf gezien valt onmiddellijk het verschil in daken op (zie vogelvlucht bij rubriek "de keuze van". Op bovenstaande foto ziet u het grootste blok in iets donkerder baksteen. In een lichtere steen is weer de bouw voor Patrimonium.

Naar het Zaanhof zijn vier toegangen vrijgelaten, waarvan in op de Spaarndammerdijk in de bebouwing is opgenomen (foto bovenaan). In de Hembrugstraat is het Patrimonium-blok onderbroken als toegang met een eigen poortgebouw van Het Westen.
In de Oostzaanstraat is een straatje tussen beide blokken van de HIJSM en er tegenover in de Zaanstraat is in het Patrimoniumblok een poort in de bebouwing opgenomen.

Op diverse plekken in het complex zijn gevelstenen met teksten en tegeltableaus te zien.

Foto: 020apps.nl

Théâtre Vaudeville Français

Als u over de bloemenmarkt loopt kijkt u zelden naar de huizenrij, meestal naar de bloemenstallen. Als u al kijkt, om niet tegen de overige passanten op te botsen. Dan ontgaat u het ongewone huis op nummer 512 allicht. Toch is het de moeite waard hier iets meer over te weten.

De grote schouwburgen, theaters en salons in Amsterdam waren allemaal in enkele straten van de stad te vinden: Nes, Amstelstraat en de Plantage. De Stadsschouwburg lag wat excentrisch aan het Leidseplein maar trok een eigen publiek. Verstrooid over de stad existeerden enkele theaters en salons die aan dezelfde ruif plukten als die welke de eerder genoemde theaters ter beschikking stond. Dat waren Salon Grader op de Weteringschans, Diligentia in de Kalverstraat en dit nogal kleine Théâtre Vaudeville Français op het Singel. Waar de Salons des Variétés steeds meer Duitse gezelschappen brachten, hield dit laatste theater het bij de Franse taal.
Chique Amsterdammers bevolkten de drie schouwburgen, het 'gewone' volk had meer plezier in de salons en kleine theaters. Dat was dan nog altijd de middenstand, want werkvolk kon zich de toegangsprijs van ƒ0,75 niet al te vaak veroorloven, ook niet als we weten dat dit inclusief 1 drankje was.
De gelegenheden waren 6 dagen per week open; zondag was verboden maar werd door sommige zalen ontdoken door die dag alleen toegang te verlenen aan leden van een vaste sociëteit die de gelegenheid zogenaamd voor zondagen huurde. Bezoekers konden echter aan de kassa hun lidmaatschap kopen á ƒ10 en hadden dan elke zondag gratis toegang.

Vaudeville was een begrip uit het Frans dat het genre vermaak aanduidde, ongeveer gelijk aan het variété. Het bestond uit een mix van zang, dans, goochelen, zakkenrollen, toneel, sketches en pantomime. Zelden zat er een rode draad in het geheel. Het Franse repertoire was omvangrijk met zeker 4000 korte toneelstukken; ze hoefden alleen vertaald te worden. Buitenlandse gezelschappen bedienden zich uitgebreid van pantomime om het gespeelde op het toneel te illustreren.

Anders dan in de schouwburgen, waar kunst gecreëerd werd, was het in vaudeville en variété gebrachte van een niveau waar de toeschouwer zich in herkende. Democratisch vertier dus, burgerlijk vermaak.
In Amsterdam kwam het genre tot bloei zodra de naweeën van de Franse overheersing weggeëbd waren, vanaf het 2e kwart van de 19e eeuw tot het einde van die eeuw toen de bioscoop het soort langzaam verdrong.

 

Dat einde van de 19de eeuw haalde het Théâtre Vaudeville Français niet. Mede door de geringe hoeveelheid bezoekers die in het zaaltje pasten, maar ook door de moordende concurrentie van de grotere salons die steeds professioneler vertier boden, legde dit theatertje al in 1865 het loodje. Architect Isaac Gosschalk kreeg opdracht het pand om te bouwen tot een kantoorpand (zie architectentekening links; SAA). Op de tekening is wel nog de oude gevel te zien waar architect G.B. Salm in 1880 de atelierwoning boven op zette. Oorspronkelijk was die voor fotograaf M. Büttinghausen bedoeld, maar hij werd opgevolgd door vooral schilders. Tegenwoordig huist daar The Playing Circle, een vergaderlocatie die de oude bestemming vaudeville-theater weer opgerakeld heeft. (tek: SAA)

Column: Boomschorshuisje

ls u hier in de buurt woonde of net als ik op school ging, zou het Boomschorshuisje u bekend kunnen voorkomen. Het stond - ja, helaas: stond - op de Amstelveenseweg nummer 104, in de Dubbele Buurt.
Het pandje was in 1845 in bezit gekomen van leden van de familie Oostweegel, die van oorsprong rietdekkers waren maar zich in de negentiende eeuw bekwaamden in rustiekwerken. Dat vraagt enige uitleg, vermoed ik. Juist in die 19de eeuw waren rustieke tuindecoraties in de mode gekomen, onder andere follies, attrappen die iets anders leken dan ze waren. Oostweegel breidde dat uit tot prielen, schuurtjes, bruggetjes, banken en ander meubilair dat er uitzagen alsof het van natuurlijke materialen uit het bos samengesteld waren. Dat werd opnieuw uitgebreid met het zogenaamde cement-rustiek waarvan rotspartijen, grotten en huisjes van gemaakt werden, ook weer alsof het natuurlijk was. Als 'masterpiece' had zoon Oostweegel de gevel van zijn kantoor, annex woning voorzien van een laag cement waarin een tegen de gevel groeiende boom of struik uitgebeeld was. Wanneer u denkt dat de gevel met boomschors of kurk bekleed was, is u dat niet kwalijk te nemen want zo zag het er ook wel een beetje uit. De randen van de gevel en de kozijnen waren ook bewerkt alsof er kurk omheen geplaatst is. Een bewoonster van het pand, die er zelfs geboren is, deelde mee dat voor dit cementwerk Belgen uitgenodigd waren omdat er geen Hollander mee uit de voeten kon. Origineel waren behalve dit cementwerk ook levende planten in bloembakken (rode geraniums en blauwe lobelia) aan de gevel gehangen. Tegen de gevel op groeide nog een clematis. Er was ook nog plaats voor een reclamebord met H.A.E.Oostweegel - Rietdekker. Ook binnen was het gedecoreerd, maar dan met geschilde berkenstammetjes.

   
De toonbank was met halve stammetjes afgewerkt en de houten vloer was met wit zand bestrooid. Het meubilair was eveneens rustiek en door haar grootvader zelf gemaakt. Het stond model voor wat de firma aan rustieks kon leveren. De wanden waren net als de gevel bewerkt; het was net alsof je in een grot was. Uit een tekening van 1913 en een foto van 1926 zien we dat het huisje ook gebruikt werd als verkooppunt voor verse melk, terwijl er nog steeds reclame gemaakt werd voor rustiekwerk. In 1939 is het huisje door een weduwe Oostweegel verkocht aan een sigarenwinkelier. Die sloopte binnen alles weg maar liet de gevel onaangeroerd, zij het vrij van groen en bloemen.

Eind twintigste eeuw werd duidelijk dat het huisje moest verdwijnen voor eigentijdse nieuwbouw, het appartementengebouw Parkhaven. Intussen begon de Stichting voor Follies, Tuinsieraden en Vermaaksarchitectuur zich voor het Boomschorshuisje te interesseren. Pogingen van enthousiastelingen in de actiegroep "Lang leve het boomhuisje" om het huisje tot monument verklaard te krijgen, mislukten maar het stadsdeel ging er wel toe over de voorgevel van het huis in zijn geheel te verwijderen en op te slaan. De sloop van de rest van het huisje volgde in 1997.
Een recente poging om die voorgevel te herplaatsen in de wijk rond het Jacob Marisplein werd door buurtbewoners getorpedeerd.
Er zijn nog opgravingen verricht op de plek waar de nieuwbouw ging komen. Daarbij werd een terp blootgelegd die aantoonde dat ook buiten de Veendijk, dus buiten de ontginning, mensen woonden.
Dit laatste tastbare bewijs van eeuwenlange nijverheid in dit deel van Nieuwer-Amstel en met name in de Dubbele Buurt wacht nog op een kans om z'n gezicht weer te laten zien...

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld. Het briefhoofd en de exacte gegevens komen van de Vereniging Historisch Amstelveen.

Deze week honderd jaar geleden

Dinsdag 31 mei 1921 - Cornelis de Gelder ziet af van zijn benoeming tot Gemeenteraadslid. Dat zou wel eens te maken kunnen hebben met zijn overbrenging naar het Huis van Bewaring gisteren. Anderzijds beweren boze tongen dat een aantal raadsleden hem een bedrag van ƒ2000 in contanten heeft geboden wanneer hij zijn raadszetel niet zou innemen. Wie er ook gelijk heeft..., zijn zetel blijft leeg. Bertus Zuurbier moet het alleen opknappen.
De Gelder geeft dan zogenaamd niets om geld, tijdens zijn onderduik in Rotterdam (hij kon in Amsterdam sinds de verkiezing geen stap meer zetten zonder een tros niksnutten om zich heen) had hij zich geleend om door Tuschinski gefilmd te worden tegen een vorstelijk honorarium en had aangegeven nog een tijdje in Rotterdam te blijven. Een poging om als cabaretier (stand-upcomedian) een optreden te geven in die stad strandde op dreigementen van de politie aldaar. De theatereigenaar werd te kennen gegeven dat hij zijn vergunning een tijd kwijt zou zijn als er door het optreden van De Gelder ongeregeldheden zouden ontstaan. Bovendien wilden andere artiesten niet met hem in dezelfde voorstelling staan en zeker geen kleedkamer met hem delen.

Zo eindigden alle carrières van De Gelder op een en hetzelfde punt: op 1 juni 1921. De Gelder zou nog tien jaar leven.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Zaterdag 4 juni 1921 - De internationale effectenbeurzen hebben besloten in de zomermaanden van juni tot september op zaterdag de handel stil te leggen en een vrije dag te nemen. De Vereniging voor de Effectenhandel heeft de regering geadviseerd eveneens daartoe over te gaan omdat het geen zin heeft te handelen zonder de koersontwikkeling in het buitenland te kennen. De regering heeft besloten, na advies van een speciale commissie, daar geen gehoor aan te geven en heeft de vereniging gelast op de zaterdagen gewoon open te zijn. Dat schiet de leden in het verkeerde keelgat; men is aanwezig maar weigert zaken te doen. De jongere beursbedienden worden baldadig en steken meegenomen vuurwerk af, gooien serpentines en blazen op toeters. Na een tijdje staat de hal vol kruitdamp en trekken de beurshandelaren zich terug. De jongeren maken er een bende van en het is een wonder dat niemand gewond raakt door het vuurwerk en de donderbussen. Op de gaanderijen blijken opeens veel bezoekers aanwezig te zijn die volop genieten van de stampij en meedoen aan het gejoel. Nog voor sluitingstijd legt het bestuur van de beurs zogenaamd de handel stil en adviseert iedereen naar huis te gaan. De jongeren voetballen nog wat met de troep op de beursvloer. Het gebeuren haalt alle kranten en de volgende zaterdag is de beurs afgeladen vol. Deze keer maken de jongere beursbedienden het de werkwilligen onmogelijk om te werken door ze desnoods fysiek te belagen. Ook die dag is er geen handel mogelijk. Bij de minister wordt aangedrongen om het besluit te herroepen en de zaterdagen voorlopig geen beurs te houden. Die wil daar niets van horen en weigert elk gesprek zolang er ongeregeldheden zullen zijn.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2020 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05
wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17
wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave