weekblad-logo

week 33-2021

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Jos Mol. De nieuwe opgave komt dan ook van hem.

De vraag is:

Welke steeg is dit?

Voor de doordouwers nog een vraag van Jos: de naam van de steeg is een verbastering van de naam van één der hoekpanden op de foto (of een voorloper; komt voor in een koopakte uit 1644):

Welke naam had dat pand?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Leuk, dat terrasje in deze smalle straat. De naam van de boetiek (Backstage) hebben we weg moeten halen want die zit er nog steeds. We staan de Utrechtsedwarsstraat en kijken richting Utrechtsestraat.

Herman Schim van der Loeff schrijft over dit terrasje en het bijbehorende café:
"De Twins (Utrechtsedwarsstraat 67) was een soort café dat gedreven werd door de tweelingbroers Greg en Gary (Christmas Twins) die erboven woonden; ze kenden iedereen uit de buurt en spraken voorbijgangers vaak aan met een opbeurende en positieve opmerking. Ze zorgden voor een echte buurtsfeer waar ik nog met genoegen aan terugdenk."

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Anneke Huijser, Anthony Kolder, , Hans van Efferen, Marike Muller, Kees Huyser, Ria Scharn, Hein Bruning, Robert Raat, Nils Wernars, Lidy Vendrik, Mike Man, Han Mannaert, Herman Schim van der Loeff, Hans Olthof, Harry Snijder, Ron Huissen, Aschwin Merks,

Fotoquiz: Paul's keuze

 

 

 

De keuzefoto betreft deze week een locatie buiten de Singelgracht.

 

Een foto van een geannexeerd gebied waar de huizen al in aanbouw waren. Ze staan er allemaal nog, alleen het dak van het rijtje links is veranderd. De toren is afgebroken.

Welke straat is dit?
Wat was de functie van de toren?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Marike's keuze

Voor degenen die klakkeloos de beschrijving bij de foto van Jacob Olie overnamen..., de vraag waar deze trein op dit spoor naar toe ging is daarmee niet beantwoord. De eerste vraag naar het huis op de achtergrond wèl: Sarphatistraat. De Sarphatistraat is helemaal omgenummerd dus huisnummers werden niet gevraagd. De Street View hieronder geeft een indruk waar het pand nog steeds staat. Dit was geen los- en laadplaats zoals het bijschrift wil doen geloven, maar een rangeer-/passeerstrook voordat de trein zich over een smal tracé langs de Pl.Muidergracht perste. De eindbestemming, komende van het Weesperpoortstation, werd een keer verlengd: eerst ging het naar het eind van het Entrepotdok, waaraan de lijn zijn naam ontleende. Toen de plannen voor een Nieuw Entrepotdok ontwikkeld waren, werd de lijn verlengd naar de Nieuwe Vaart (zuidzijde) omdat deze vaart de haven voor zeegaande vrachtschepen was geworden. Toen het Rhijnspoor (NRS) opgeslokt werd door het Staatsspoor en dat SS nauwe samenwerking met de HIJSM aanging werd de Doklijn opgedoekt en werden beide bestemmingen vanaf het Oosterspoor afgetakt wat tot 1972 functioneerde.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

 

 

Deze prentbriefkaart geeft nog beter de passage van de Doklijn langs de Muiderpoort weer. Voor voetgangers was er een loopbrug over het spoor gebouwd, wat op zich ook al duidt op rangeren en/of lang stilstaande treinen. Links op de achtergrond de huizen aan het Alexanderplein.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Adrie de Koning, Ria Scharn, Jos Mol, Anneke Huijser, Marike Muller, Arjen Lobach, Anthony Kolder, Robert Raat, Nils Wernars, Otto Meyer, Mike Man, Jos Mol, Han Mannaert, Hans Olthof, Harry Snijder, Aschwin Merks, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

 

 

 

Dat zou je in deze buurt niet verwachten, zo'n statige ingang met zo'n enorme gevelsteen er boven met verklarende tekst over wat zich hier achter verborg.

De vragen zijn:

Welke straat is dit?
Waar leidt/leidde de ingang naar toe?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Dit is de (Electriciteits-)Centrale Oost, de eerste die de Gemeente Amsterdam in 1903 voor eigen rekening opende. Daarvoor waren het steeds particulieren die voor elektriciteit hadden gezorgd.
De fotograaf stond hier langs het nieuwe spoor van de Doklijn die nu van het Oosterspoor aftakte. Hij keek over het Entrepotdok naar de centrale die zijn adres op de Hoogte Kadijk had. Zie voor de situatie vooral de luchtfoto hieronder.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Diverse deelnemers memoreerden de verbouwing tot appartementen van deze voormalige kolenopslag annex stookruimte. Aquartis is de naam.

Deze hal was eerder onderwerp in de quiz: zie week16-2016 voor de oplossing toen.
Ze komt ook nog voor op een luchtfoto(onder) van het complex in een andere aflevering, toen over het laboratorium (pijl) van de centrale.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, S. Claessen, Kees Huyser, Marike Muller, Ria Scharn, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Adrie de Koning, Jan van der Hoeve, Robert Raat, Stefan Lemaire, Otto Meyer, Jos Mol, Mike Man, Han Mannaert, Herman Schim van der Loeff, Hans Olthof, Harry Snijder, Aschwin Merks, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Weer een recente foto, deze keer van Pieter Klein die bij het wandelen altijd de camera in de aanslag heeft.

De vraag is:

Waar is dit? (naam van het gebouw of adres)

Laat het ons weten via deze link

Foto: © Pieter Klein

Foto van vorige week

  1. De vraagstelling was zodanig geconstrueerd dat het mogelijk was dat u op het verkeerde paard ging wedden. Dat dit de Oudebrugsteeg is hadden veel deelnemers wel door. Maar die steeg bestaat uit drie tamelijk verschillende delen:
    1. tussen Warmoesstraat en Beursstraat
  2. 2. tussen Beursstraat en Damrak
  3. 3. tussen Damrak en Nieuwendijk
  4. De bewuste mevrouw wandelt het laatste traject dat dus op de Nieuwendijk eindigt.
    U hoefde alleen het vroegste gebouw van de Kamer van Koophandel (Bureau Handelsinlichtingen) te herkennen (De Cost Gaet Voor De Baet Uyt) om te weten in welk deel de fotograaf stond.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Ria Scharn, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Nils Wernars, Mike Man, Han Mannaert, Herman Schim van der Loeff, Hans Olthof, Harry Snijder, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd...

 

 

Wij lieten eerder foto's van fotograaf Angelbeek zien zonder enige aanduiding van de locatie. Hier is er weer een. De tekst op het dichtgetimmerde raam van dit onbewoonbaar verklaarde pand vermeldt dat de achterkamers en de keuken nog prima te bewonen en te huur zijn.
Welke straat dit ook is, wij weten vast dat het pand nummer 142 in die straat is. Dat is bijna een hint want zo veel lange straten zijn er nou ook weer niet.

Klik de foto voor de maximale resolutie in de Beeldbank.

Weet u waar dit is? Laat het ons weten via deze link.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

Bruikbare hulp kwam van Peter Waagen die over dezelfde Kleine Vleeshal een brief in de Beeldbank ontdekte. De brief is in een ander handschrift maar stelt dat het amoveren van de hal al in 1782 begon door het uitgraven van een kelder naast de hal. We weten nog steeds niet wanneer de afbraak afgerond werd.

Inmiddels is er contact geweest met het Stadsarchief die dit documentje graag in de collectie opneemt. Wij zijn blij met het initiatief van Pierre van der Pol om deze 'notitie' op de juiste plek te laten belanden.

We gaan weer wandelen

Het door corona in de kiem gesmoorde wandel-initiatief wordt weer opgepakt. Een deelnemer aan de wekelijkse quiz heeft aangeboden een wandeling met u te maken in de Nieuwe Pijp waarbij het accent op de Amsterdamse School zal liggen. U hebt al kennis kunnen maken met dit stadsdeel door de quizfoto's van Ton Brosse en kunt dat nu allemaal nog eens bekijken. We wandelen op woensdag 25 augustus a.s. onder leiding van Aaldrik Zaaiman die deze wandeling zelf samenstelde. We mikken op een duur van 2 á 2½ uur, verzamelen om 13:00 uur bij (in) café Bloemers, Hemonystraat 70, hoek Ceintuurbaan en eindigen in de Lek-/Gaaspstraat (voor als u met de auto dacht te komen).

Omdat we graag vooraf weten hoeveel mensen meewandelen, vragen wij u ons dat te melden via deze link of een mailtje te sturen aan webmaster@theobakker.net. Vertel ons ook vooraf of u prijs stelt op audio-ondersteuning door de gids, waarvoor €3,- pp gevraagd wordt voor de eenmalig te gebruiken oorsetjes. Verder zijn er geen kosten dan uw versnapering in café Bloemers en eventueel onderweg tijdens een pauze. De webmaster zal meelopen om weer eens nieuwe deelnemers persoonlijk te ontmoeten.

Als u zich al aangemeld heeft, hoeft u dit niet nog eens te doen.

YouTube: Rondvlucht over terrein van de ELTA 1919

Wim Huissen ontdekte deze animatiefilm op YouTube. Het betreft een imaginaire rondvlucht boven het ELTA-terrein tijdens de tentoonstelling van 1919.

Klik de afbeelding om te zien.

Bekijk hier het verslag van Eye-film van die tentoonstelling

Bekijk hier een kort filmpje van het opstijgen van Anthony Fokker tijdens dezelfde tentoonstelling

 

 

Wim Huissen heeft ook nog voor ons een uitgebreid document samengesteld over organisatie, opbouw en verloop van de ELTA. Heeft u het al eens gelezen?

Klik de omslag om in te zien.

en dan nog even over...

...de fotoreeks van het Centraal Station en het Noord-Zuid-Hollandse Koffiehuis. Han Mannaert haakte in op de problemen met de perronoverkapping. Wij vertelden dat de eerste kap verzakte en dat er opnieuw geheid moest worden. Han stuurde een aantal krantenknipsels en foto's en wat extra wetenswaardigs.
De spanten werden gemaakt op werf 't Kromhout, toen onder leiding van W. Goedkoop Dz. en de opbouw werd aangenomen door diezelfde werf in samenwerking met aannemer M. Deutekom. Het heien was al eind 1881 gereed maar toen ontstonden de problemen. De belasting door de kapconstructie deed kolommen in de noord-westhoek verzakken. Die moesten opnieuw onderheid worden. Een tweede krantenknipsel is gedateerd 7 september 1888 - bijna zeven jaar later dus - en dat bericht over de minister van Waterstaat die begeleid door directeur Michaelis en Ir. J. Leyds van Staats Spoor de afbouw in ogenschouw komt nemen. Nog steeds is 't Kromhout werkzaam aan het stationsgebouw (afwerken overkapping) maar nu onder leiding van aannemer M. Deutekom.
Door het afbranden in 1879 van het houten hulpstation op het Oostelijk Stationseiland hebben al die jaren tientallen treinen per dag onder de stellingen door gereden zonder dat er ooit een ongeluk gebeurde.
Het verzakken van de overkapping werd veroorzaakt doordat er geheid werd tot een niet-betrouwbare zandlaag, eenzelfde probleem waarmee de aannemer van de Westerdoksdijk en -sluis geconfronteerd werd en eveneens voor jaren vertraging zorgde.
Omdat overheden nou eenmaal hardleers zijn, kreeg men het voor elkaar om bij de bouw van het Havengebouw (gebouwd als het nieuwe Scheepvaarthuis in 1958-'60) weer in de problemen te komen bij het funderen. De zandlaag tussen CS en Westerdok lag even diep en was net zo labiel.

...deze foto uit de reeks over het Centraal Station en het Koffiehuis. Han Mannaert zag een oude bekende voorbij varen..., de Henriëtte, een scheepje uit 1907 van de werf 't Kromhout van Daniël Goedkoop. Han weet dat dit scheepje vandaag nog steeds rondvaarten met gasten maakt over de Amsterdamse wateren, maar met een nieuwe naam "Lieve". Het is niet bekend of er nog steeds dezelfde Kromhout ruwolie-motor in staat. Naar een krantenbericht te oordelen was dit in 1934 een directieboot van Ketjen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto onder: Amsterdam.info

 

...deze opgave van twee weken geleden. In de oplossing schreven wij dat de straat uitkwam op de Haarlemmer Houttuinen maar zij liep tussen HHouttuinen en Westerdoksstraat en in die laatste richting keek de fotograaf.
Tussen de oplossingen waren enkele suggesties en vragen over de huidige situatie. De panden van de foto zijn afgebroken en de ruimte is opnieuw ingericht met o.a. nieuwbouw. De straat heet nu Boomklokstraat en de straat langs de spoordijk heet nu Nieuwe Westerdokstraat (met één "s").

De fotograaf stond overigens met de rug tegen het administratiegebouw van de HIJSM (Droogbak).

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

redactioneel

Weesmeisjes en het Maagdenhuis -1

Na het begin van de Opstand (1568) werd de situatie voor Hollanders, die hun katholieke geloof niet wilden opgeven, nijpend, behalve voor die in Amsterdam. Logisch dat die stad een toevluchtsoord werd voor katholieken die in het gedrang kwamen. Dat zette de voorzieningen voor hulpbehoevenden onder druk, bijvoorbeeld bij het weeshuis in de Kalverstraat. In 1570 werd een tweede weeshuis alleen voor meisjes opgericht dat voorlopig in een huurpand aan de Oudezijds Voorburgwal van start ging. De instelling werd afwisselend aangeduid als het Meisjeshuis of als het Maagdenhuis. Initiatiefnemers waren een aantal begijnen van het Begijnhof met een aantal gelijkgestemden daar omheen. Zij bekommerden zich om het plaatsen van meisjes waarvoor in het bestaande weeshuis geen plaats was. Financiers werden gevonden in enkele rijke families zoals Fopsz en Spieghel. Van het stadsbestuur was nauwelijks medewerking te verwachten; het was een moeilijke tijd voor iedereen. In 1578 kwam de ommekeer: door de Alteratie werden kerkelijke instellingen, anders dan gereformeerde, verboden. Omdat niet-gereformeerden geen aanspraak konden maken op de door de stad georganiseerde instellingen voor behoeftigen werden die gedoogd zolang ze maar geen aanspraak maakten op hulp van de stad.

In de eerste 50 jaar van het Maagdenhuis zwierf de instelling van het ene naar het andere huurhuis. In 1579 werd een deel van het Margrietenklooster in gebruik genomen maar daar in 1584 door de stad weer uitgezet. Het weeshuis vertrok naar een nieuwe plek, een woonhuis van geldschieter Fopsz aan de Dam (Huis Sneek). In 1585 betrokken de wezen het pand 't Vergulde Rondas aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Op de kaart hierboven ziet u ze aangegeven. In 1628 lieten de regenten eindelijk een eigen huis bouwen aan het Spui. Op twee percelen werd een eenvoudig dubbelhuis gebouwd. Op de afbeelding links zijn dat de twee linker huizen; het rechtse is een latere verwerving en daar volgden er nog vele op. Dit was het eerste zelfstandige huis in eigendom van een katholieke instelling na de Alteratie. Als dekmantel werd voor het uiterlijk gekozen voor de combinatie woon-/pakhuis. De bouwkosten bedroegen ƒ12.117, de eerste steen werd gelegd door regent Pieter Pietersz. Can.

Op de afbeelding hieronder (uit de Fouquet-atlas) ziet u drie maagden hun eigen straatje schoonvegen.

De vrouw die deze beginjaren als binnenmoeder optrad en die het Maagdenhuis excellent leidde tot het een volwassen weeshuis werd, was Hendrickje Jansdr. Copier (portret links).
Dat kan niet gezegd worden van de zusters Fopsz (of: Foppensz) die als regentes optraden en een nogal eigenzinnig bestuur vormden, zozeer dat de meest militante (Aeltje) in 1585 gedwongen werd zich terug te trekken uit de leiding. Zeer tegen de zin van de geldschietende vader Fopsz. Han en Hendrik Spieghel, de belangrijkste geldschieters, drukte echter door.
Sinds 1590 beschikte het Maagdenhuis over een bidruimte maar in het nieuwe huis aan het Spui werd dat een serieus kerkje. Eerst nog in een ruimte op zolder maar later in een nieuwgebouwde vleugel. Als biechtvader en leraar voor de inwonenden, werd een priester gezocht. Betalen kon men hem niet dus werd hem de kerkruimte ter beschikking gesteld voor ander gebruik dan voor de wezen. Hij organiseerde diensten voor volwassenen van buiten het huis. Toen er later schuilkerken in de buurt kwamen (o.a. Krijtberg) werd dat nog een kwestie omdat de priesters daarvan inkomsten meenden mis te lopen.

In 1694 kreeg de priester van het Maagdenhuis de beschikking over een aangrenzende woning maar 'in de kost' was hij nooit.
Dat gedoe met kerk en priester lijkt niet in het belang van het weeshuis maar daar dachten de regenten anders over. Zo kwamen mensen van buiten in het weeshuis en konden zien hoe goed de wezen werden verzorgd. Allicht bracht dat nieuwe ondersteuning en legaten. Er scholen ook nadelen in de constructie; een dominante priester onder invloed van de bisschoppelijke cleresie verbrak tweede kwart van de 18de eeuw de band met het weeshuis en gebuikte de kerk naar eigen goeddunken. Ook dat werd uiteindelijk opgelost.

In de huurhuizen was nog geen regentenkamer; de administratie werd door de regenten thuis gedaan. In de nieuwbouw van 1628 kwam één regentenkamer en in de nieuwbouw van 1783-'87 kwamen twee regentenkamers.
Voor de wezen waren er, behalve twee slaapzalen, een eetzaal, een ziekenzaal, een lesruimte en een werklokaal. Waar in andere huizen jongens vanaf een bepaalde leeftijd buiten het huis tewerkgesteld werden, verrichtten de meisjes van het Maagdenhuis arbeid in het huis zelf, waar dus extra ruimte voor nodig was. Ook in het huishouden werden ze royaal ingezet maar voor zwaar huishoudelijk werk zoals wassen werden werksters van buiten het huis aangetrokken.

Schilderij door Therese Schwarze, Vijf wezen van het Maagdenhuis.
Museum Boijmans Van Beuningen; foto Wikipedia

Er verbleven een toenemend aantal meisjes in het tehuis, een aantal dat rond 1650 de 200 naderde en in 1700 ver overschreed.
Meisjes onder de vier jaar werden ondergebracht bij particuliere pleegmoeders. Dat was niet anders dan in andere tehuizen. De regentessen hielden wel toezicht op de verzorging. Om deel te kunnen nemen aan het leven in het weeshuis moesten de kinderen minstens zindelijk zijn. Ze begonnen in de speelschool.
Er waren ook meisjes aan het huis toevertrouwd die te oud waren om in het huis te verblijven. Dat waren meisjes boven de 15 jaar - de zgn. buitenkinderen - en die werden buitenshuis bij vertrouwde pleegouders ondergebracht met een toelage van het Maagdenhuis.
Dan waren er nog de lichamelijk of geestelijk gehandicapte kinderen die hun hele leven in het tehuis bleven en zo mogelijk in de huishouding werden ingezet. Waar in de regel weinig aandacht voor is, zijn de vele mensen van buiten het huis die werk vonden door voor het huis te werken. Ambachtslieden bijvoorbeeld die, behalve het tehuis zelf, het uitgebreide huizenbezit onderhielden en daar vaak een dagtaak aan hadden.

 

Op de afbeelding boven een bovendeurstuk uit de eerste regentenkamer, een ontwerptekening door Jacob de Wit, voor een grisaille voorstellende een aantal weesmeisjes dat een schild ophoudt met de O.T. bijbelscene Ruth en Boaz (leviraatshuwelijk). In de nieuwbouw van 1783-'87 toegepast als schoorsteenstuk in de regentessenkamer (foto).

Geldmiddelen vergaarde het weeshuis op vele manieren, gelijk aan andere weeshuizen en armeninstellingen. Een knecht was aangesteld om met regelmaat huur- en pachtsommen te innen van bezittingen die door schenkingen en legaten verworven waren. Hij haalde ook de inhoud van collectebussen op die door de hele stad verspreid stonden in herbergen, winkels en bij particulieren. Twee maal per jaar hield het Maagdenhuis deur aan deur een collecte. We nemen aan dat men precies wist waar wel en waar niet aan te kloppen. Een andere bron waren de legaten die halfwezen uit gebroken gezinnen meebrachten als ze in het Maagdenhuis ondergebracht werden.
Voorzover de inkomsten niet nodig waren voor het onderhoud van de wezen, kocht het bestuur aan het Spui elk pand dat zij kon bemachtigen. Toen de schutterij en doelen achter de onderkomens aan het Singel niet meer nodig had werden in 1649 de Hand- en Voetboogstraat gerooid. Het bestuur sprak de wens uit het hele blok aan het Spui tussen deze beide nieuwe straten in bezit te krijgen tot een diepte waarbinnen een groot nieuw Maagdenhuis gebouwd kon worden. Op de uitgiftekaart hierboven ziet u dat daar al rekening mee gehouden was. In 1782 werd bekend dat het Maagdenhuis als enig erfgenaam in het testament stond van de schatrijke vastgoedmagnaat Hendrik Jacob van Naarden. In 1785 kwam die erfenis daadwerkelijk vrij en intussen zetten de regenten de architect Abraham van der Hart aan het ontwerpen van een nieuw Maagdenhuis.

Daarover volgende week verder. Wordt vervolgd.

Cornelis Danckerts de Rij maakte in 1652 bovenstaande uitgiftekaart voor de nieuw gerooide straten in het gebied waar de doelen waren. Hij (en het stadsbestuur) hield al rekening met de aspiraties van het Maagdenhuisbestuur. In rood de panden van het Maagdenhuis rond 1650. De losstaande vleugel achter het huis was mogelijk een bijgebouw van een der huizen die in 1628 voor de nieuwbouw van het Maagdenhuis gesloopt werden. Het was blijven staan, werd eerst keuken van het tehuis en in 1694 verbouwd tot woning voor de priester. Het buurpand aan het Spui links van het Maagdenhuis sneuvelde voor de aanleg van de Voetboogstraat.

Afb: de Voetboog- en Handboogdoelens ±1538

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: Bad & Bier -vervolg

et hele spul was weer thuis, Peter en Caatje in Brugge, Trijntje ging naar haar huis in Amsterdam en even later aan de koffie met haar man Harm die op een booreiland werkte en nu weer anderhalve week on shore was en Gijsbreght gaf het cadeautje uit Brugge aan zijn Gonnie die het daarop weer aan Gijsbreght gaf i.v.m. hun gouden bruiloft. Gijsbreght knorde van genoegen en gaf Gonnie een dikke kus, want zo’n prachtig boek vol gevelstenen van en informatie over de illustere Amsterdamse sierstenenbeitelaar ’t Mannetje, dát was spekkie naar zijn bekkie! 
Het was een gezellige midweek in Brugge en ze waren nog steeds niet uitgepraat over baden, badderen en brouwen in de hoofdstad zodat besloten werd de eerstkomende middagen via skypesessies en livestreams nog even door te ratelen over hun geliefde onderwerp.
‘Jullie woonden toch op de Plantage Muidergracht?‘ vroeg Trijntje aan Gijsbreght. ‘Ja, hoezo?’ ‘Jullie huizenblok was toch onderdeel van het driehoekje Plantage Middenlaan, Plantage Muidergracht, Plantage Badlaan?’ ‘Klopt!’ ‘Nou, Badlaan, Bádlaan, waarom Bádlaan? Zal toch ook iets met een bad of zo gehad hebben?’ ‘Huiswerk! We zoeken het op!’ En iedereen ging zoeken op sites en beeldbanken en archieven. Caatje had na een half uur al wat te melden.
Caatje: ’Vanuit het centrum gezien is het achterste deel van de Plantage het driehoekje waar Gijs woonde, en het lijkt heel wat, die statige naam,
B a d l a a n!

Maar het is gewoon een saai straatje.’ ‘Ja, er was weinig te beleven,’ antwoordde Gijsbreght, ‘op de hoek met de Muidergracht zat in de jaren zeventig een stoelenmatter en een paar metertjes van de hoek zat het kruidenierswinkeltje van de familie Oostrom, daar heb ik wel mijn boodschappies gedaan, maar hij ging dood en de verse plakjes ham waren ineens niet zo vers meer, ja zo gaat dat!’
Caatje: ‘De naam Badlaan komt voort uit het feit dat hier een badhuis was gesitueerd. Vanaf 1795 kwam het badhuis in zwang, meestal ging het om geneeskrachtige baden en alleen de betere stand kon een bad betalen. Op Plantage Badlaan achttien was het secretariaat van de ‘Vereniging Joodsche Zee - en Boskolonie’ (Jozeboko) gevestigd dat kinderhuizen exploiteerde in Den Dolder en Wijk aan Zee. In 1923 bouwde men deze huizen als vakantieoord voor Joodse kinderen uit arme gezinnen. Men kon er zo’n honderdvijftig herbergen en er waren er wel zes aanrechten in het gebouw in verband met de Joodse spijswetten. Het huis in Wijk aan Zee is momenteel in het bezit van de familie Hamers (Dunes MultiMedia, Outstanding Events en MYLM).’
Trijntje:’Luister, ik ben allerlei zaken aan het opzoeken over badhuizen, en, wat vind ik? Een foto van een badhuis in Boedapest, een badhuis waar Harm en ik op huwelijksreis naar toegingen, het grootste badhuis van heel Europa!!’

Oplossing raadplaat week 31

City Cells is te vinden in de onderdoorgang tussen Hoekenrode en winkelcentrum de Amsterdamse Poort

 

Goed geraden door:
Kees Huyser, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Otto Meyer, Marike Muller,
Aaldrik Zaaiman, Adrie de Koning, Mike Man, Jos Mol, Robert Raat en  Aschwin Merks.

Amsterdam Zuidoost is een plek waar mensen afkomstig uit de hele wereld wonen en werken. Deze interculturele identiteit was aanleiding voor kunstenaar Karin van Dam zich te laten inspireren door de verzameling zaden en planten uit de 17e en 18e eeuw in de Hortus Botanicus. Deze verzameling is ontstaan als resultaat van de handel van Amsterdam met de Verenigde Oost-Indische Compagnie en West-Indische Compagnie. Zaden, planten en vruchten hebben onder een microscoop een specifieke vorm: een zogeheten dodecaëder. De dodecaëder is een geometrisch figuur met twaalf vijfhoekige vlakken, twintig hoekpunten en dertig ribben en komt op allerlei manieren terug in de natuur. Het roept ook associaties op met het honingraatmotief van de oude Bijlmerflats. Daarom verkoos Van Dam de dodecaëder als basisvorm voor ‘City Cells. Het kunstwerk komt als het ware te zweven onder de onderdoorgang tussen Hoekenrode en winkelcentrum de Amsterdamse Poort en vormt zo een dynamische verbinding tussen beide. Bijzonder is dat het kunstwerk ’s avonds met behulp van licht van onderaf en binnenuit de omgeving accentueert.

 

Nieuwe raadplaat voor week 33

 
Waar zit ik?
Met welke geleerde heb ik wat?

Als u denkt het antwoord te weten, meld het ons via deze link

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 15 augustus 1921 - In de nacht van zondag op maandag ontploft in de broodfabriek Ceres aan de Nieuwe Prinsengracht een gasketel. De ontploffing vernielt niet alleen grote delen van de fabriek maar ook veel ruiten in de omgeving. De directe omgeving ziet er uit als na een revolutie. In de Weesperstraat sneuvelen veel winkelruiten van etalages die ijlings dichtgetimmerd worden. De politie coördineert het weghakken van gebroken ruiten zodat er niet onnodig gewonden vallen. Omdat de fabriek midden in een woonwijk ligt is de schade enorm. Ernstiger is de dood van de nachtportier Kuiper die aan het eind van de dag rond 21:00 uur onder het puin gevonden wordt.
Binnen de fabriek valt de schade verhoudingsgewijs mee. Alleen de 40 meter hoge schoorsteen stort neer en neemt op zijn weg naar beneden een en ander mee. Gelukkig stond de schoorsteen geheel ingebouwd op het fabrieksterrein zodat er geen brokstukken op straat vielen. Toch is iedereen blij dat dit 's nacht gebeurde en niet tijdens werktijd.

Dagbladfoto De Telegraaf

Zaterdag 20 augustus 1921 - Het slachtoffer van de ontploffing in de broodfabriek van Ceres, nachtportier Johan Kuiper (48), wordt begraven onder grote belangstelling van buurtbewoners, fabriekscollega's, directie en depothouders. De kist is afgeladen met kransen en bloemstukken.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2020 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05
wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17
wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29
wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave