weekblad-logo

week 38-2021

Fotoquiz snelste

 

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Jos Mol. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Hij denkt zelf dat dit een moeilijke opgave is. Bewijst u maar het tegendeel...

De vragen zijn:

Waar is dit?
Welke brug is dit? (naam of nummer)

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

 

Daar konden we nog zo veel van de voorgrond wegknippen, dit is een vertrouwd beeld voor onze deelnemers. De fotograaf stond op het Singel ter hoogte van de Torensluis en kiekte aan de overkant de even nummers 174-182 en de ingang van de Oude Leliestraat.

Foto: © Karel Meijers

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Kees Huyser, Ria Scharn, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Mike Man, Otto Meyer, Willem Blok, Jan van Veen, Harald Advokaat, Fons Baede, Dick van der Kroon, Ger Lange, Minne Dijkstra, Fanta Voogd, Maaike de Graaf, Han Mannaert, Arjen Lobach, Wim Huissen, Hans Goedhart, Tiny van Weerdenburg, Rob Philip. Jan Six van Hillegom, Aschwin Merks, Carl Mollee, Adrie de Koning, Ron Huissen, Harry Snijder, Hans van Efferen,

Fotoquiz: Jos' keuze

De keuzefoto betreft deze week een locatie buiten de Singelgracht.

Nog iets nieuwer stadsgebied, nog verder van de Singelgracht. Waren we niet onlangs al eens in deze buurt?

Welk water is dit?
Op welke straat/weg/laan staat de fotograaf?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Pieter's keuze

 

Dit is dan wel de 19de-eeuwse gordel, het is pas sinds 1896 Amsterdams grondgebied. Dat neemt niet weg dat er stevig doorgebouwd was in de voorgaande decennia, toen het nog Nieuwer-Amstel was. We staan in de Bellamybuurt, met name zelfs op het Bellamyplein op de hoek van de Elisabeth Wolffstraat.
Normaal zou u hier niet zo vaak komen, ware het niet dat de voormalige tramremise Tollensstraat omgebouwd is tot een centrum van cultuur en ontspanning dat ver over de buurtgrenzen publiek trekt: de Hallen. En daarvoor hoef je niet naar Parijs... we hebben onze eigen Hallen.

Foto links: © Pieter Klein

Foto onder: Street View

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Mike Man, Aschwin Merks, Jos Mol, Harald Advokaat, Ron Huissen, Arjen Lobach,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Het onderwerp kan zich zowel binnen als buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Jan Six van Hillegom vond een paar kiekjes in het familiealbum die met de juiste uitsnede best een quizfoto kunnen voorstellen. Zoals deze. De vragen zijn:

Waar is dit?
Welke gebouwen staan in de achtergrond?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Collectie Jan Six van Hillegom

Oplossing vorige week

 

De slimmeriken ontdekten aan de typische beschadigingen aan het negatief dat dit wel eens een Jacob Olie kon zijn. Daarmee was men er nog niet; er komen dan nog steeds meer dan 3000 verschillende foto's in aanmerking. De periode waarin de meeste foto's met dergelijke "barsten" in de negatieflaag voorkomen, maakte Olie op de Westelijke Eilanden. Hij moest spoorslags na het belichten naar de donkere kamer rennen om te ontwikkelen, voordat het latente beeld zou zijn verdwenen. Vandaar de grote hoeveelheid foto's van Zandhoek en Bokkinghangen. Omdat hij familie in deze Grote Bickersstraat had wonen, komen ook veel foto's daarvan voor. Op de foto staat de suikerfabriek Java van de Amsterdamsche Stoom Suikerraffinaderij.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Op bovenstaande steendruk van het Open Havenfront met brug naar de Nieuwe Stadsherberg staat de suikerfabriek op de horizon. Op de foto rechts de brug over de Eilandsgracht met daarachter het Bickersplein en het begin van de Grote Bickersstraat. Alle afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Arjen Lobach, Mike Man, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Otto Meyer, Ria Scharn, Jos Mol, Marike Muller, Aschwin Merks, Adrie de Koning, Harry Snijder, Leo van der Meer, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

De vraag is simpel:

Waar is dit?
Welke zijstraat komt rechts uit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Apart kijkje op dit oude hoekje van onze stad, nietwaar? U bent gewend dat we de foto's wat opknappen om meer te laten zien van wat er op verbleekte foto's staat maar in dit geval zou het een spoiler geweest zijn. Vandaar deze week een recentere afdruk van de plaat. Boven het dak van de huizen in de verte, die op de andere oever van de Amstel staan, piepen de beide torens van de Mozes en Aäronkerk aan het Waterlooplein. Behalve dat verraden de schoorstenen in combinatie met de gevels van de fabrieken dat dit de diamantslijperijen aan de Zwanenburgerstraat zijn. Als klap op de vuurpijl het heel herkenbare oude gebouw van het Diaconie weeshuis.
Vandaag heet de kade in de voorgrond eveneens Amstel maar destijds was het (officieel) de Doodskiste(n)makersgracht (ook alleen Kistemakersgracht komt voor) en voorbij de Halvemaansbrug was de Erwtenmarkt. Dat waren geen aanduidingen voor markthandel maar serieuze toponiemen die ook op de stadsplattegrond stonden (zie kaart hieronder).
Deze Halvemaansbrug (#221) was de houten voorloper van de twee stenen versies die in 1904 en 1927 volgden, waarvan de laatste versie in 1939 een wijziging onderging en wat versieringen door Piet Kramer kreeg.
Begrijpt u waarom de kades aan de overkant hun oude namen 'sGravelandseveer en Staalkade mochten behouden en de Kistemakersgracht en Erwtenmarkt van naam veranderden? Niet chique genoeg?

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Peter Bastin, Ria Scharn, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Otto Meyer, Jos Mol, Mike Man, Marike Muller, Aschwin Merks, Adrie de Koning, Han Mannaert, Harry Snijder, Harald Advokaat, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd...


Bij deze foto uit 1979 staat in de Beeldbank dat het de Nieuwe Nieuwstraat betreft. Dat lijkt ons eigenlijk niet mogelijk omdat die straat eind 16de eeuw nieuw gerooid is over het grondstuk van het Sint Geertuidenklooster en kaarsrecht is. De knik die op de foto duidelijk waarneembaar is, lijkt op die van de andere - maar dan Middeleeuwse - stegen tussen Nieuwendijk en Nieuwezijds Voorburgwal, maar welke?
Heeft u een idee? Laat het ons weten via deze link.

Wat ons opviel: achter de hoop aarde mogelijk een voorgevel van een huis, wat betekenen kan dat er een zijsteeg of gang is geweest. Links de lage tuitgevel waarvan het middelste venster lager is dan de zijramen. Daarnaast een pand dat een meter terug staat en alleen de begane grond tot de steeg reikt. De zijmuur van het linkse perceel (rijwielstalling) kan op hetzelfde duiden of het is eveneens een zijsteeg/gang. Het is duidelijk dat we - als de opgegeven locatie ongeveer klopt - in de richting van de Nieuwendijk kijken.

Zo'n smalle steeg, nog smaller geworden door bouw- of grondwerkzaamheden en dan toch ijzerenheinig voor je eigen deur willen parkeren!

Foto: Stadsarchief Amsterdam - u kunt de foto klikken voor de hoogste resolutie in de Beeldbank.

Hulp gevraagd... en gekregen

Veel respons op deze foto. Het blijkt dat Bernard Eilers langs dezelfde gracht diverse foto's gemaakt heeft waar steeds keurig bijstaat dat het de Raamgracht is. Het meest rechtse huis is Raamgracht 12. De voorste brug rechts ligt over de Groenburgwal en die in de verte in de Zwanenburgwal.
De maker van de foto is niet Bernard Eilers maar Jan Zeegers. De foto is een recente afdruk van een ouder negatief of glasplaat waarvan de randen ernstig aangetast waren. Die hadden we voor u afgesneden.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Doeltreffende hulp kwam van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Eric-Jan Noomen, Otto Meyer, Ria Scharn, Mike Man, Harry Snijder, Aschwin Merks, Jos Mol, Adrie de Koning, Hans van Efferen,

Zo maar...

Foto's als deze kom je niet zo vaak tegen. Het gaat om de bouw van een raderboot op een Amsterdamse werf: Datum: 25 September 1866 op de werf van de Koninklijke Fabriek van Stoom- en Andere Werktuigen op Oostenburg. Dat was de fabriek van Paul van Vlissingen en Abraham Dudok van Heel. Paul van Vlissingen wist niets van scheepsbouw en besteedde dan ook zijn opdrachten voor nieuwbouw aanvankelijk uit aan commerciële werven. Eerst aan Van Swieten in Rotterdam die nog nooit stoomschepen had gebouwd. De eerste stapelloop aldaar van een stoomraderboot volgde in 1926. Die samenwerking verliep niet geweldig, zodat naar een mogelijkheid gezocht werd zelf te bouwen. Sinds 1844 lieten zij de bouw over aan Jan Coenraad Ceuvel (zie column van Han week 8 van dit jaar), die Van Vlissingen van Ceuvels eigen werf aan de Nieuwe Vaart wegkocht. Daarvoor moest de reparatiewerf op Oostenburg verhuizen naar Ceuvels werf aan de Nieuwe Vaart en omgebouwd worden tot nieuwbouwwerf. Op de foto hierboven, waaruit bij de column een detail getoond werd, staan v.l.n.r. Ceuvel, Van Vlissingen en Dudok van Heel (pijl) bij de bouw op de eigen werf op Oostenburg. In 1849 richtte Van Vlissingen een rederij op die geregelde diensten op Londen ging onderhouden met zelfgebouwde schepen. Het is een wonder dat er in 1866 nog een nieuwe raderboot (Zr.Ms.Borneo) van stapel liep want Paul was al langer uitgekeken op de kwetsbare raderen in hun plompe kasten en dacht al vanaf 1849 aan schroefboten. Zijn nieuwe NV in dat jaar heette dan ook Stoom Schroef Schooner Reederij.
Overigens werd de Borneo voor de Koninklijke Marine gebouwd en in 1886 afgekeurd en verkocht.

redactioneel

Marktgedruis

Eigenlijk vinden wij het wel gezellig, die drukte van markten. Op vakantie mogen we graag over buitenlandse markten schuifelen om te zien wat ze daar zoal verkopen. Hoe verder van huis, hoe exotischer meestal. Onze Cuyp is ook niet voor niets zo populair.
De Dam - of liever 'die Plaetse' - was in de Middeleeuwen de uitgelezen plek om markt te houden maar er kwam een moment dat dit zó allesoverheersend werd dat er voor iets anders geen plek meer was. Bijvoorbeeld als de burgemeesteren iets te vieren hadden of belangrijke gasten wilden ontvangen. Tijd om in te grijpen...

 

Er zijn weinig gegevens te vinden over het exacte moment waarop een markt voor bepaalde waren moest verhuizen maar dat het zo was weten we wel. De veemarkt werd al vroeg verbannen uit het begin van de Kalverstraat en steeds verder naar het eind ervan terug gedrongen. Eigenlijk in hetzelfde tempo als de stad naar het zuiden uitbreidde; medio 15de eeuw naar kort voor de Regulierspoort (op kaarten heet dat deel van de Kalverstraat Ossemarkt), na de Tweede Uitleg vinden we ze in de Reguliersbreestraat en iets later buiten de 2e Regulierspoort, fysiek buiten de stad. Melk verdwijnt naar de Nieuwezijds Voorburgwal waar later de Pijpenmarkt is. De meeste handel met waren die over water vanuit het achterland worden aangevoerd, verdwijnt naar het Rokin en dat steeds verder van het centrum weg. Hoe belastender het spul is dat verkocht wordt, des te verder ze van het centrum ze verbannen wordt. Hennep op 't laatst naar buiten de Doelensluis, bouwmateriaal als kalk naar de Oudeschans (Kalkmarkt) of zand (Realeneiland/Zandhoek) en turf en brandhout naar de Turfmarkt, Noordermarkt, Deventer Houtmarkt en Haarlemmer Houttuinen, net van waar de turf aangevoerd werd: Zuid-Hollandse veenplassen of Friesland/Drente. De jaarlijkse vloot Friese turfschepen naar Amsterdam (tekening hierboven) was spreekwoordelijk.

Het stadsbestuur had moeite om ingesleten gewoonten van de bevolking af te nemen. Elke bijzondere gebeurtenis was echter aanleiding om via nieuwe keuren zaken als het ongebreidelde gebruik van de openbare ruimte verder aan banden te leggen. De grote stadsbranden bijvoorbeeld waren aanleiding voor nieuwe regels, waarvan die betreffende de nieuwbouw van brandbestendige huizen de meest logische waren. Na de brand van 1421 kocht of onteigende de stad diverse erven achter het stadhuis om de Vogelsteeg (de voormalige Stickerstege) uit te bouwen tot een gecontroleerde markt met toegangen van drie zijden: de Dam (Plaetse), de Nieuwezijds Voorburgwal en de Nieuwe Kerk (Mozes en Aäronstrat). Hier kwam de eerste vleesbank in de stad. Sommige aankopen werden gebruikt om het stadhuis uit te breiden en ook de toren is uit die tijd. De brand van 1452 werd gebruikt om dit proces af te ronden en bepaalde producten zoals boter en kaas van de Dam te verdrijven en te dwingen in de Vogelsteeg een plek te huren.
Huur- en pachtcontracten bevatten vaak de clausule dat het ontbonden werd door vernietiging van het object door een brand. De stad gebruikte deze clausules enthousiast door op dat moment huur of pacht op te kopen, geholpen door het feit dat de vorige gebruiker door de brand tegen zijn faillissement aan zat.

U kunt de afbeelding klikken voor de maximale resolutie in de Beeldbank om de teksten te kunnen lezen.

 

Het startsein om de Dam definitief schoon te vegen was het plan een nieuw stadhuis te bouwen. Bij het bouwbegin in 1648 dienden alle marktactiviteiten te verdwijnen, ook die in de Vogelsteeg. De eerste overdekte vleeshal die daar was ingericht zou nu steeds in diverse vleeshallen elders in de stad plaatsvinden. Dit onder streng toezicht van de stedelijke overheid, net als de visverkoop overigens. Vlees was helemaal niet zo'n vanzelfsprekend volksvoedsel, veel minder dan vis, waarvan de handel op de Middeldam tot 1841 stand hield. Daar waren na een aantal uitbreidingen 52 visbanken te vinden, het toenmalige alternatief voor een marktstal. Wat niet van de Dam te verbannen was, was de rommel rond de waag, maar de ruimte er omheen werd wel vergroot door aankoop van belendende huizen die daarna afgebroken werden. De grootste ingreep rond de waag was de sloop van een compleet blokje huizen tussen Dam en de Jan Rijserssteeg ten noorden ervan. Volgens de kaart van Cornelis Anthonisz zou het om vijf huizen gaan maar er bestaat twijfel over dat getal. In 1550 waren de formaliteiten afgewikkeld en het jaar erop werden de huizen gesloopt. Handige eigenaren van huizen aan de noordzijde van de steeg die opeens aan de Plaetse bleken te staan wilden hun zijgevel tot voorgevel ombouwen maar verder dan een raam en één enkele deur ging de toestemming niet. Alles moest ook verplicht naar binnen openslaan. De gewonnen ruimte werd gereserveerd voor marktkooplieden van buiten de stad. In 1562 werd de oude waag, het laatste huis op de Nieuwendijk OZ, gesloopt en in 1563-'65 een nieuwe gebouwd die nu dus vrij van de huizen stond. Dat is de waag die Lodewijk Napoleon liet afbreken.

 

De bebouwing op de dam in de Amstel was altijd voorrecht van de landsheer geweest tot Amsterdam dat recht kocht. Om de ongewenste bebouwing en bedrijvigheid uit te bannen werd enkele malen misbruik gemaakt van de noodzaak die bebouwing te slopen als er 'broodnodige' reparaties aan de beide sluizen uitgevoerd moesten worden. Om de sluis vrij te leggen moest de volledige overkluizing inclusief de huizen die er op stonden verwijderd worden. De stad maakte daarna uit óf er iets en wát er voor terug kwam en aan wie de huur van een huis gegund werd. Te koop was er nooit iets boven de sluizen.
In 1506 bijvoorbeeld bleef één huis achterwege om de paardenstal, de latere Beurssteeg te verbreden en één huis om ruimte te bieden aan het parkeren van vrachtkarren en sleden zodat die niet allemaal rond de waag in de weg bleven staan. Verdere onteigeningen waren meestal bedoeld om de vismarkt uit te breiden. De Vissteeg bijvoorbeeld werd enkele keren 'korter' door afbraak van de eerste huizen die aan de markt grensden.
Wanneer u nu denkt dat de stad maar lukraak eigendommen van de burgers onteigenen kon, heeft u het mis. De vroedschap controleerde, net als nu de Gemeenteraad, de vier burgemeesters en de hele ambtelijke kliek daar omheen.

Gevaarlijk spul als teer en pek kregen zelfs aan de uiterste rand van de stad een plek ingericht waar men het brandbare goedje veilig kon bewerken en verhandelen. Aanvankelijk buiten de Nieuwe Brug op het Kamperhoofd (Oude Teertuinen) maar direct na de Derde Uitleg werd dat de Nieuwe Teertuinen (foto). U ziet deze handel en ook die in bouwmaterialen misschien niet als consumentenmarkt maar in die eeuwen werd daar geen verschil in gemaakt. Elke markt was toegankelijk voor iedereen. Ieders geld was welkom en als iemand een hele koe wilde kopen kreeg hij die.

Volgende week het vervolg: de Dam is nu schoongeveegd, wat nu?

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Voor alle deelnemers die vorige week de link misten om hun oplossing aan Gijsbreght door te geven is hier nog een herkansing. Als u het weet, meldt het ons dan via deze link

Extra vraag: Waarom zwemmen er vissen in de vissenboom van ’t Mannetje?

Column: Overtoom, zoete melk met brokken

De dam in de vaarweg van Amsterdam naar Leiden, op de grens van Kostverlorenvaart en Schinkel, mag dan een nagel aan Amsterdams doodskist geweest zijn, het zorgde wel voor een levendig punt in de streek. Zo levendig dat Sloten en Nieuwer-Amstel verlekkerd met buurtschappen opdrongen naar dat punt om een graantje mee te pakken. Als u wilt weten hoe en waarom die dam hier gekomen is, leest u dit stuk.
De trekschuiten werden niet overgehaald omdat het met 24 stuivers te duur was. Voor het overhalen van grotere schuiten waren twee ploegen van 12 mannen nodig die ook betaald moesten worden. Het beroep van "trekker" was zwaar werk en de verdiensten ook nog onvoldoende om van te leven. Ze moesten in de buurt wonen of werken en zelf opletten of ze nodig waren. Nauwelijks een half dozijn grote schepen werden per dag overgehaald, voor de rest alleen kleine schuiten. Dit punt werd het eindpunt vanuit de stad richting Rijnland. De beambte die de leiding over de overtoom had, de capiteyn, was ingezworen.
Achter de overtoom vertrokken zeilkagen naar Leiden, Den Haag en Aalsmeer. Passagiers voor Haarlem maakten vanaf 1632 eerder gebruik van de nieuw gegraven trekvaart met uurdiensten. De passagiers werden aangevoerd vanuit diverse plekken in de stad, zoals het Leidse Veer aan het Singel bij de Munt. De wachttijd tot de volgende kaag naar de eindbestemming vertrok, werd gedood in een van de vele herbergen die hier ontstonden. Sommige daarvan kregen als vanzelf de functie van veerhuis maar deden ook prima zaken als pleisterplaats voor dagjesmensen. Vooral op zondag stroomde de stad leeg en "de overtoom" was een gewild uitje. Het Hof van Holland had een bijgebouw aan de overkant van de Amstelveenseweg en aan de Schinkel dat als veerhuis diende: het Leydse Wapen of Leydse Veerhuys. Voorbij de overtoom nog de herberg Plaats Royaal, ook een opstapplaats voor zeilschuiten.
Aan de overkant, de Slotense zijde, was de herberg De Bonte Os die ook als Aalsmeers Veerhuis diende. Deze herberg wordt op dit punt als oudste aangemerkt. Vandaar vertrokken nog wèl trekschuiten want langs de Nieuwe Meer was een jaagpad tot de Haarlemmermeer aan toe. Richting Leiden moest gezeild worden maar in de Schinkel werd soms geboomd want er mocht tot Huis te Vraegh niet gezeild worden.

Het is al vaker gezegd, op zondagen was de stad benauwend door de druk die de dominees uitoefenden op de burgerij om die zondagen toch vooral twee keer naar de kerk te komen waar je dan twee á drie uur zat. Het zondagse uitje is toen geboren, de stad liep leeg. Een beetje herberg had op zijn erf een theetuin en een speeltuin. Het Hof van Holland was door een gang ook van achteren te benaderen.
Ook zonder per schuit te reizen kwam een Amsterdammer makkelijk te voet naar de overtoom om zijn vertier te halen. Onderweg werd hij gelokt door reclameborden die de passant naar binnen probeerde te lokken. Op een bord langs de weg stond bijvoorbeeld:

In 't Melkhuis op de Overtoom
Verkoopt men soetemelk en room
En pan-aals, die heel lekker sijn
Daar bij goet bier, toeback en wijn

De bediening in zulke etablissementen was vaak ook trekker aan de overtoom. Het was vaak niet duidelijk welke van de baantjes de bijverdienste was.
Behalve de eerder genoemde herbergen die tevens veerhuis waren, stonden bij de overtoom in de buurt nog een aantal andere herbergen. Herberg De Valk dat tevens Rechthuis was, het Wapen van Haarlem, het Amsterdamse Wapen, De Pauw, De (drie) Kemphaan(tjes), De Drie Roskammen, De Hollandse Tuin en De Bracke Grond. Tegenover de Plaats Royaal verscheen aan de Slotense kant de Nieuwe Plaats Royaal.
Naast De Bonte Os was de niet onbelangrijke bierbeschooierij, tevens zetel van de bierdragers waar niet toevallig veel trekkers onder te vinden waren. In dat pand huisde de impostmeester die zorg moest dragen voor de afdracht van de accijnzen op bier en wijn. De overtoom was een brandhaard van smokkelaars die deze accijnzen probeerden te ontduiken (sluiken) en de herbergiers rondom deden dapper mee. Er was een klein legertje verklikkers nodig om af en toe een smokkelaar te kunnen beboeten.
De belangrijkste kern van huizen, winkels en herbergen was de Dubbele Buurt in Nieuwer-Amstel en aan de overkant begon de Sloterstraatweg, de belangrijkste toegangsweg naar Sloten. Ver van Amsterdam was de overtoom echter geheel en al in handen van de stad, de aanstelling van personeel, de bediening en de accijnzen.


 

De overtoom tussen Kostverlorenvaart (links) en Schinkel (rechts) gezien uit westelijke richting.
Op de achtergrond in 't midden: de herberg Hof van Holland aan het eind van de Overtoom bij het begin van de Amstelveenseweg die tussen beide etablissementen doorliep. Rechts vooraan het Leidse Veerhuis, daarvoor de overtoom.

Links een 18de-eeuwse prent door Abraham Rademaker, net als de prent aan het begin van de column. Hieronder de vroeg 17de-eeuwse van S. Frisius en daaronder een uit 1650 door een onbekende.

 

Het is wonderlijk dat een overhaal van de Slotervaart naar de Kostverlorenvaart de beschikking had over een dubbel tredrad, waarmee zware schuiten met gemak overgehaalde werden, terwijl de overtoom het bij veel zwaardere schepen als volgeladen zeilkagen het met mankracht moest doen. Het was een strafmaatregel, opgelegd door Rijnland, voor het eigenmachtig optreden van Amsterdam.
De afbeelding links bekijkt het kruispunt van de stad uit met de Overtoomsevaart rechtsonder. Onder een blik over de Kostverlorenvaart naar het westen met de overhaal op de voorgrond.

De afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

YouTube: nogmaals Het Schip

Deze week honderd jaar geleden

Donderdag 22 september 1921 - Amsterdam besluit tot opheffing van de gasfabriek Oost, de voormalige Watergraafsmeerse gasfabriek aan de Noorder Ringdijk, na de annexatie Ooster Ringdijk. De gaslevering was al in januari door Amsterdam overgenomen en de fabriek stilgelegd. Gasmeester Van Franeker mag met zijn gezin voorlopig in de dienstwoning blijven wonen en doet dat tot 1925. Ondertussen begon hij in 1923 een winkel in de Cornelis Drebbelstraat. Fabriek en woning werden pas in 1930 gesloopt.
Ook wordt vandaag een verlaging van de gasprijs aangekondigd: van 18 naar 15 cent/m3

 

Donderdag 22 september 1921 - Bij de oplossing 'Schippersgracht', de quizfoto van 14 dagen terug, memoreerden wij tramlijn 18 die over de Schippersgracht en Prins Hendrikkade naar het CS reed. Vandaag, 22/09/1921 wordt lijn 18 verlengd tot Sloterdijk. In hetzelfde besluit wordt ook lijn 16 verlengd tot het CS en lijn 13 naar het Bellamyplein. Dat laatste wordt een jaar later gecorrigeerd en dan eindigt de rit op het Frederik Hendrikplantsoen. Beide eindpunten zijn provisorisch; de bedoeling is dat de 13 verder naar de rand van de stadsuitbreiding van 1921 gaat rijden, maar eerst moet men in gesprek met de EMS die op het beoogde traject hun smalspoor hebben liggen. De oplossing wordt gevonden door een extra rails te leggen en beide trams over hetzelfde traject te laten rijden tot de 'kikker' op de Admiraal de Ruijterweg afbuigt en de 13 doorrijdt naar het Mercatorplein. Het wordt eind 1927 voor dat zover is. De Haarlemse tram heeft dan op het traject Kostverlorenvaart-Krommerdt zijn vrije trambaan moeten opgeven (zie foto's hieronder).

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2020 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05
wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17
wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29
wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave