weekblad-logo

week 47-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. Haar vraag is eenvoudig:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Deze foto maakte een fotograaf van het ANP in 1955 toen in de kurkfabriek v/d Schotte en Zonen op Beursstraat 31 brand uitbrak. In de Beeldbank is wel een foto van deze brand maar er rust een embargo op. Klik hier om die te bekijken. In dezelfde reeks foto's van Beursstraat 31 zien we in 1961 een verbouwing van Beursstraat 31 voor het Financieel Dagblad. Op de tekening van Rieke hieronder staat het pand links van de toren aan een inmiddels voor Berlages beurs gedempt Damrak.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Anthony Kolder, Ria Scharn, Arjen Lobach, Mike Man, Robert Raat, Jos Mol, Aschwin Merks, Gerard Koppers, Adrie de Koning,

Fotoquiz: Fanta's keuze

De keuzefoto's betreffen locaties buiten de Singelgracht.

Fanta Voogd stuurde deze tekening als opgave voor de rubriek 'snelste'. Dat kon niet omdat het onderwerp zich buiten de Singelgracht bevindt, maar hij was prima geschikt om een keer als afwijkende keuze-vraag te dienen. Bij deze! Fanta sneed titel en ondertitel van de tekening (voor een platenhoes) maar er blijven genoeg hints over, lijkt ons. De vraag is:

Wie heeft deze tekening gemaakt?
Welk (inmiddels afgebroken) gebouw is op de tekening afgebeeld?

Oplossingen graag via deze link

Tek: Collectie Fanta Voogd

Oplossing: Eric's keuze

Hondeweer! Van deze Bullmastiff hoeft 't niet zo nodig, maar de baas wil het schijnbaar zo. En die regenjas is veel te krap!
Dit stel zat in 1951 in het Leidsebosje met op de achtergrond de Koepelkerk, het Henkel-huis (met Persil-reclame) en het AMVJ-gebouw aan de Stadhouderskade. Daar tussen de ingang van de Vondelstraat.
Rond WOII was de straatmuzikant Janus Wijnoord een fenomeen. Lees hieronder meer over hem.

Foto: Collectie Eric Zwijnenberg

Onze columnist Gysbreght zag deze foto en ging in de krochten van het internet op zoek naar de straatmuzikant met z'n viool en trouwe hond. Hij vond een aandoenlijk verhaal over Jan Wijnoord, ofwel Ome Jan, die jarenlang in de stad zijn muziek liet klinken. Ome Jan rouleerde net als de andere straatmuzikanten: maandag-, donderdag- en zaterdagmorgen waren voor hem en dan zat hij afwisselend op de Stationsbrug of in het Leidsebosje.

In 1939 werd zijn verhaal opgetekend in de GP, de Geïllustreerde Pers. Hij was toen 63 jaar oud en maakte zo'n ƒ30 per week, ook gedurende de crisisjaren. Altijd op zijn klapstoeltje, bij weer en wind, hitte of vorst. Hij was zoon van een hoerenmadam van het Oudekerksplein, die op z'n 16de het ouderlijk huis was ontvlucht en marinier geworden tot een operatie verkeerd uitpakte en hij de dienst moest verlaten. Op z'n 40ste belandde hij met tbc in een sanatorium waar hij viool leerde spelen. Hij mocht verder alleen licht werk doen en daarom besloot hij straatmuzikant te worden. Hij moest proefspelen voor een inspecteur van politie op het hoofdbureau en hij kreeg zijn vergunning.

Lees alles over Jan Wijnoord in dit blog.

 

Ook het Stadsarchief heeft materiaal over Johannes (Janus) Wijnoord (1887-1958). Zij weten te vertellen dat hij van 1926 tot zijn dood in 1958 straatmuzikant was. En ze bewaren deze foto van hem in het archief. Zij beweren dat hij geboren en getogen is in de Jordaan, dus wat er van het Oudekerksplein waar is...?

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Fred van Kooij, Arjen Lobach, Ron Huissen, Maaike de Graaf, Ria Scharn, Anthony Kolder, Robert Raat, Peter Pijst, Jan Six van Hillegom, Wim Huissen, Adrie de Koning, Otto Meyer, Hans van Noort, Marianne Koningh, Han Mannaert, Harry Snijder, Fanta Voogd, Henk Swart, Mike Man, Hans van Maanen, Jos Mol, Anneke Huijser, Fanta Voogd, Herman Schim van der Loeff, Gerard Koppers, Dirk Fuite, Ton Brosse, Age van der Veer,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Nu eens een keer geen geveltjes maar iets heel anders. De vragen zijn:

Welke water is dit?
Aan welke straat staan de huizen in de verte?

En voor de doordouwers, maar niet bepalend voor de goede beantwoording van deze opgave:

Wat was de bedoeling van de loodsen op palen in het water?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

Ook zonder de weggepoetste tekst 'Zeemanshoop' wisten veel deelnemers deze foto op de Dam te plaatsen, met een kijkje de Kalverstraat in. De prentbriefkaart werd uitgegeven ten tijde van de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Arjen Lobach, Jos Mol, Anthony Kolder, Robert Raat, Nils Wernars, Ria Scharn, Adrie de Koning, Harry Snijder, Otto Meyer, Anneke Huijser, Henk Swart, Han Mannaert, Mike Man,

Met de camera op pad...

Schepen, een kade en een hoge boogbrug. De vraag is:

Waar is dit?
Over welk water ligt de boogbrug?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Ooit gehoord van de Halsgevel-vijfling? Keizersgracht 684 is er één van (zie Caspar Philips' Grachtenboek hieronder). De vijf huizen werden ±1690 gebouwd door Schelte Popta en Hendrik Claes de Vries als geldbelegging c.q. speculatieobject. Per twee hebben/hadden ze een dubbele stoep, de laatste deelt die met 688. Er is ontzettend gesleuteld aan deze vijfling waardoor geen enkele meer gelijk is aan de ander. De lelijke dakopbouw staat op 684.
Zie voor meer details hieronder.
Rechts van de vijfling staat de vm. Nieuwe Waalse Kerk, nu kantoor.

Foto: Dirk Fuite

Afgezien van de dakopbouw - die een gevolg is van het maximaliseren van woonruimte - verloor in 1917 nr.684 zijn stoep en werd de vloer van de bel-etage verhoogd zodat het souterrain een volwaardige kantoorverdieping kon worden. Dirk Fuite stuurde een aantal foto's van dit pand omdat hij zich afvroeg sinds wanneer die opbouw er op staat en wie daar vergunning voor gegeven heeft. De oudste foto van het pand is er een van Andries Jager die gedateerd staat op tussen 1867 en 1875. Daarop is al een constructie te zien die op een vorm van opbouw wijst. Recenter (±1990) is de opbouw nog een keer 'herbouwd' wat geen aanleiding gaf tot ingrijpen van de gemeente Amsterdam.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Adrie de Koning, Robert Raat, Anneke Huijser, Jos Mol, Adrie de Koning, Mike Man,

Hulp gevraagd...

Ook dit keer weer een foto die nog niet gelokaliseerd is. Dit keer een kermis.

Waar is dit?

U kunt de foto weer klikken voor een grotere afbeelding in de Beeldbank. Scherper is die ook niet.

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

 

De rijke versiering met beeldhouwwerk deed menig belletje rinkelen. Misschien ook wel de zijkant van een veel groter gebouw rechts waarvan de gevel buiten beeld blijft. We kijken hier naar de panden Damrak 7-8-9 (ged.). Op 1-5 staat het Victoria Hotel, om het plaatje af te maken.
In nr.8 is vandaag het Hotel Neutraal gevestigd, ook een lichtreclame. Het gemeentelijk beleid laat aan grachten geen lichtreclames toe met uitzondering van een enkele die er al zat toen die regel ingesteld werd.

Dat er op de Kalkmarkt 7 een bijna identieke gevel staat, heeft enkelen verleid het verkeerde antwoord te geven. Inspectie van die situatie had hen kunnen laten zien dat de buurpanden echt niet kloppen.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Hulp kwam van Eric-Jan Noomen, Harald Advokaat, Martin Ex, Paul Graalman, Mike Man, Ton Brosse,

In memoriam Erwin Meijers

Op donderdag bereikte ons het bericht dat deelnemer Erwin Meijers op 18 november plotseling is overleden. Behalve dat Erwin een enthousiaste berichtgever was over alles wat met grachtenpanden te maken heeft en waar we regelmatig naar verwezen, was hij uw webmaster ook een grote steun bij technische problemen met computer en internet.
Erwin is veel te jong overleden, hij heeft nog helemaal niet van zijn pensionering kunnen genieten en zijn website heeft nog helemaal niet kunnen profiteren van de toegenomen vrije tijd.
De uitvaart vindt plaats op 25 november in Hilversum.

redactioneel

Annexatie van 1921: 100 jaar geleden

Waarom wilde Amsterdam een deel van Sloten annexeren? Dat vroegen zicht niet alleen de inwoners van Sloten zich af maar dat moesten ook de leden van de Tweede Kamer weten om een gefundeerd oordeel te vormen over de vraag of Sloten nu geannexeerd moest worden of zelfstandig blijven. Amsterdam bleek alleen geïnteresseerd in de delen waar zich Amsterdammers vestigden: Hoofddorpplein e.o. en Admiraal de Ruijterweg e.o. En de twee tollen op de Sloterweg moesten weg; de passagiers voor Schiphol moesten twee keer betalen om er vanuit Amsterdam te komen. Verder de landerijen aan het Noordzeekanaal om de haven te kunnen uitbreiden. De oude dorpskern van Sloten interesseerde hen minder. Maar dat kleinere Sloten wilde het Kabinet niet: te klein om zelfstandig te functioneren. Bovendien waren de veeteelt- en tuinbouwactiviteiten geheel op de grote stad gericht, dus was Sloten economisch grotendeels afhankelijk van Amsterdam. De Tweede Kamer moest zich daar maar over uitspreken en dat deed ze op 5 november 1920. Tegenstanders van algehele annexatie vond Sloten in de leden van christelijke partijen die het platteland wilden beschermen tegen het oprukkende socialistische gevaar. Een geheel onverwachte voorstander van annexatie was Willem de Buisonjé, nota bene wethouder van Sloten maar ook kamerlid voor de Economische Bond, een in 1917 door oud-minister Treub opgerichte liberale partij. Tot ontsteltenis van het thuisfront verklaarde De Buisonjé zich in de Kamer voorstander van totale annexatie. Hij sprak namens een niet onbelangrijke minderheid van de inwoners van Sloten die - mèt hem - aansluiting bij Amsterdam wensten.

Het betoog van De Buisonjé (foto) had niet bepaald de doorslag gegeven: de Kamer stemde vóór volledige annexatie met 42 stemmen voor en 25 tegen. Het pleit was met ruime meerderheid beslecht! De wethouder was gelijk ex-wethouder; zijn positie als “verrader van Sloten” was onhoudbaar en hij week - ook om nog heel andere redenen - uit naar Berlijn. Over de achtergronden van deze ambitieuze man, die helemaal niet zoveel met het dorp ophad maar er min of meer toevallig woonde, leest u in het december-nummer van Ons Amsterdam of u neemt 'n voorproefje in Het Parool.
De Buisonjé verdedigde zich thuis nog met de mededeling dat hij, voor het in de Tweede Kamer tot stemmen kwam, in raadszittingen en voordrachten al maanden had gepleit voor aansluiting bij Amsterdam en dat zijn houding geen geheim kon zijn. Bovendien had de minister van BiZa hem voor de stemming medegedeeld dat het amendement dat een gedeeltelijke annexatie voorzag (alleen de randgebieden grenzend aan Amsterdam), voor de regering onaannemelijk was. Toen er in de raadszitting op 19 november 1920 in Sloten gestemd moest worden over de houding van De Buisonjé in de Kamer had deze zich uit de vergadering verwijderd. Een laatste poging van Sloten om de annexatie te ontlopen was het voorstel om met Haarlemmerliede en Spaarnwoude samengevoegd te worden. Dit werd door de regering afgewimpeld.

De Gemeente Sloten, die zo’n twee eeuwen ouder was dan Amsterdam, omvatte wel iets meer dan het dorp Sloten zelf, nl. het voor Amsterdam niet onbelangrijke Sloterdijk, het agrarische Osdorp en gehuchten in zo’n tien polders die tot de gemeente behoorden. Die veel gehoorde Vrije Geer was een ambacht uit een ver verleden maar stond nog wel in het wapen van Sloten. De Vrije Geer staat voor een deel van de Slooterban dat Geerban genoemd werd. Klik de link om een 17de-eeuwse kaart (Hoogheemraadschap Rijnland) te bekijken en u weet meteen waarom de Vrije Geer in het wapen rechtsboven met een driehoek aangeduid werd. In stadsdeel Osdorp is vandaag een straat die Geerban heet.

Op 1 januari 1921 werd Sloten meegesleurd in ‘de vaart der volkeren’. Het paard voor de tram naar Amsterdam (die overigens pas sinds 1918 reed) werd vervangen door een automobiel. Amsterdam pakte het uitbreidingsplan van Sloten (1915) op en bouwde de buurt rond de Hoofdweg, het Hoofddorpplein en de Admiraal de Ruijterweg verder uit als Plan West. In tegenstelling tot de obstructie die Nieuwer-Amstel pleegde, had Sloten in haar plan al de door Amsterdam gewenste ophogingen voorzien en wat er aan de Kostverlorenvaart al gebouwd was, voldeed aan de eisen van Amsterdam en staat er nog steeds. De luchtfoto links laat het resultaat van Plan West zien rond de Aalsmeerweg e.o. ± 1930.

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

de Bataafse Republiek..., een Amsterdams 'feestje'?

Weet u de weg in de 18de-eeuwse geschiedenis van Amsterdam? De politieke geschiedenis? Tijdens onze burgemeesters-serie kwamen we daarvan al veel voorbeelden tegen in de vorm van de regentenkliek en de weerstand van de gegoede burgerij - die geen toegang tot die kliek kreeg - daartegen. Maar er was meer aan de hand; de burgerij was ook ontevreden door de economische malaise van dat moment en dat uitte zich zodra er weer een conflict aan de oppervlakte kwam, zoals bij het Pachtersoproer (afbeelding). Uit de situatie ontstonden 'partijen' en dat niet voor de eerste keer. De regenten weerden zich tegen de macht van de stadhouders en vonden dat ze best zonder konden. Er waren twee van die stadhouderloze tijdperken die steeds eindigden in een revolte van de bevolking, zo ook in 1747-'48. De regenten bedienden zich van de gebruikelijke machtsmiddelen zoals de schutterij. Uit de bevolking kwamen knokploegen tevoorschijn van jonge heethoofden die de leidende regenten op de huid zaten en daarna met enige regelmaat aan een schuttersgalg bungelden, wat voor nieuwe onvrede en opstand zorgde. Toch hadden deze opstanden steeds tot gevolg dat de zittende of de nieuw-aangestelde stadhouder ingreep en "de wet verzette". De regenten beten zogenaamd in het stof maar familieleden bezetten aansluitend de posities in het stadsbestuur. Er veranderde niet zo veel... tot de Doelistenbeweging vorm kreeg. Daar begon het Amsterdamse 'feestje'.

Successieoorlog
Twee partijen met tegengestelde belangen stonden tegenover elkaar. Aanleiding was de deelname van de Republiek aan de Oostenrijkse Successieoorlog. Door verdragen met strijdende partijen sukkelden wij met tegenzin in die oorlog aan de kant van Engeland tegen Frankrijk, Pruisen, Rusland en Oostenrijk. Gevolg was de inname van steeds meer steden in het zuiden van de Republiek en een herhaling van 1672 dreigde. Amsterdam wilde de band met Engeland opzeggen en de kant van Frankrijk kiezen. De Amsterdammers stoorden zich aan de greep naar de hegemonie van Engeland op de Noordzee en Het Kanaal, iets dat de handel ernstige schade toebracht. De Oranjepartij, die tijdens het Tweede Stadhouderloze Tijdperk (1702-1747) even buitenspel stond, zag zijn kans en ageerde hevig tegen de Amsterdamse burgemeesters en vroedschap. De ontevreden tweede laag van aanzienlijke burgers die eveneens buitenspel stonden zolang de regentenkliek de baantjes onder zich verdeelde, haakte bij de Oranjepartij aan om van de regenten af te komen. Inderdaad leidde de penibele situatie tot de terugkomst van een Oranje als stadhouder, na het kinderloos overlijden van Willem III werd dat zijn neef uit de Friese tak Willem Friso van Nassau-Dietz die aantrad als Willem IV. Deze verzette de wet in Amsterdam, ontsloeg het merendeel van burgemeesters, vroedschapsleden, schepenen en oud-raden en stelde nieuwe aan. Zoals gezegd..., er veranderde niet veel. Het stadsbestuur werd nog steeds door dezelfde families bediend en de onderlaag die had staan trappelen van ongeduld viste nog steeds achter het net.

Afbeelding: Engelse spotprent op de wens van de Republiek neutraal te blijven. De strijdende mogendheden rukken de koe naar verschillende richtingen terwijl de Hollander de koe nog snel melkt. Bron: Het Geheugen

Doelistenbeweging
De ontevredenheid over bestaande regentenbesturen, het functioneren van de Republiek met als los zand tot elkaar veroordeelde gewesten en het bestuur door de Staten-Generaal was geen Amsterdamse zaak maar wijd verbreid over de hele Republiek. De weerzin tegen regenten in stadsbesturen was een aangelegenheid in de grote steden. Groepen van ontevreden burgers verzamelden zich in belangengroepen, zo ook in Amsterdam. Daniël Raap leidde een gematigde stroming die contact had gelegd met de Oranjepartij en de stadhouderlijke kring rond de erfprins uit Friesland. Hendrik van Grimnig was aanvoerder van een radicale en militante stroming die 't liefst gewapenderhand de regenten wilde afzetten. Beide groeperingen zetten hun kaarten op de herbenoeming van een Oranje-stadhouder en beiden werden ze hevig teleurgesteld door het uitblijven van het gewenste resultaat. In augustus 1748 kwamen beide stromingen, maar elk afzonderlijk, in vergadering bijeen in de Kloveniersdoelen. Daar werden in een nieuwe vergadering een aantal gezamenlijke eisen opgesteld die aan de nieuwe burgemeesters overhandigd moesten worden. Die - op hun beurt - zeiden toe ze over te nemen maar lieten een paar dagen later weten dat de eisen in strijd waren met de geldende stedelijke rechten. Een week later ging Daniël Raap bij de burgemeesters op audiëntie om nogmaals aan te dringen op inwilliging. Opnieuw werd een akkoord gegeven maar Raap wist niet dat de burgemeesters inmiddels om ontbinding van het college hadden gevraagd. In september kwam Willem IV de wet verzetten. En zoals hierboven gezegd..., er veranderde niets. De toezegging was opnieuw niets waard. De Doelisten ontevreden en de burgerij ontevreden want er kwam nog een extra belasting bij.

Op de afbeelding de gezamenlijke vergadering van Doelisten in augustus 1748

Patriottenbeweging
De onvrede met de beroerde situatie in binnen- en buitenland beperkte zich niet tot Amsterdam of zelfs maar alleen de grote steden. In het hele land werd gemopperd op de instituties in de Republiek en ieder had zijn eigen oplossing. Zie dat maar eens dezelfde kant op te sturen!
Het ongenoegen spitste zich toe tot de afkeer van bestaande instellingen en de wens die te verbeteren. Iedereen die daarbij in de weg stond was de vijand en naarmate men gewelddadiger ingesteld was, werd er geweld gebruikt om de zin door te drijven. Er waren schermutselingen, opstandjes en rellen die allemaal terug te voeren waren op onmin over de bestaande instellingen en er werd hard opgetreden. Dat wil zeggen, zolang de schutterij loyaal was aan de bestuurders maar zodra de actie zich richtte tegen de eigen achterban was de loyaliteit over. De bestuurders moesten koorddansen om de rust te bewaren en toegeven als ze niets anders overbleef. Zo konden regionaal ontevredenen tot enige macht komen waar het incident bij Goejanverwellesluis een gevolg van was.
We kunnen rustig stellen dat het begin van de Franse Revolutie in 1789 de stemming ook in de Republiek liet omslaan. De aanhangers van hervorming noemden zichzelf opeens patriotten en de heersende bestuurders bonden wat in bij hun nogal brutale onderdrukking van de hervormers. Omdat die bestuurders door de Staten-Generaal benoemd of gedoogd waren, werd het Haagse bestuur automatisch tegenstander en opeens was de Oranje-partij als beschermer van dat bestuur eveneens tegenstander geworden. Hoe de zaken zich vreemd kunnen ontwikkelen. De Doelisten die de regenten weg wilde hebben zochten eerst steun bij de prins van Oranje en de patriotten - wat overwegend dezelfde mensen waren - keerden zich nu tegen de opvolger Willem V.
De leiders van de Franse Revolutie roken een kans om de Republiek van Engeland weg te trekken en steunden de Nederlandse patriotten. In 1793 verklaarden ze de Republiek de oorlog en trokken op naar het noorden. Twee jaar later werden de Fransen met vlag en wimpel als bevrijders binnengehaald, de kater kwam snel daarna. De nieuwe regering van de Bataafse Republiek kreeg de rekening voor de steun gepresenteerd. Die bestond uit zowel een geldelijke als een materiële vergoeding. Er werden Franse troepen ingekwartierd en we moesten de kosten daarvan zelf ophoesten. En het werd alleen maar erger toen de familie Bonaparte zich ermee ging bemoeien...

Vindt u het vreemd dat we een Amsterdams tintje ontwaren aan het omverwerpen van de Republiek der Verenigde Nederlanden en de vorming van de Bataafse Republiek? Niet overtuigd? Dan komen we volgende week terug met meer bewijzen, bijvoorbeeld hoe Amsterdam in z'n eentje de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) ontketende. Een oorlog die in tegenstelling tot de drie voorgaande een absolute catastrofe werd en het einde van de Republiek als wereldmacht inluidde.

Op de afbeelding het exercitiegenootschap De Vrijheid - Dordrecht 1783. De patriotten hebben zich bewapend. (Wikipedia)

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

YouTube: Amazing Amsterdam

Geen oude filmbeelden, tenminste niet oer-oud. Dit lijkt het meest op een promotiefilm voor Amerikaanse toeristen en is een aaneenschakeling van toeristische plaatjes..., maar inmiddels wel een halve eeuw oud. Leuk om nog eens te zien wat buitenlanders rond 1967 moest verleiden om naar Amsterdam af te reizen.

Klik de afbeelding om te bekijken

Column: Daan & Daan -26

om Gijsbreght, de ex-Plantagebewoner, vertelt. Over ‘zijn’ buurtje. Hij vertelt aan Opa Daan, Oma Matilde, Kleine Daan en Jelle het volgende: 'De Plantage' in Amsterdam was in de 19de eeuw de lustwaranda van Amsterdam. Aan het eind van de negentiende eeuw ontwikkelde deze wijk zich tot de eerste deftige woonwijk buiten de grachtengordel. Met name de diamantbewerkers, die door de diamantvondsten in Zuid-Afrika in goede doen raakten, verhuisden van de Jodenbuurt naar de mooie huizen die verrezen bij de Middenlaan, de Muidergracht, de Lepellaan en de Franse Laan. Zij kregen ook hun eigen bondsgebouw, ‘de Burcht’, gebouwd door Berlage. Hun bevlogen leiders waren Henri Polak en Jan van Zutphen. 'De Plantage' was een druk uitgaanscentrum, dat het 'Rembrandtplein' stevig beconcurreerde. In 'De Plantage Schouwburg' bijvoorbeeld was er het volkstoneel van Herman Bouber, dat met 'De Jantjes' ongekende successen beleefde. Daarnaast was er de 'Hollandsche Schouwburg', het ‘Rika Hopper Theater', de 'Parkzaal' waar de 'Nederlandse Opera' geboren werd, en nog talloze andere zalen voor bruiloften en partijen. De B-kant van de Universiteit bevindt zich aan weerszijden van de Roetersstraat. De natuurkundige Pieter Zeeman, die er een eigen laboratorium had, ontving samen met Lorentz in 1902 de Nobelprijs voor hun baanbrekende onderzoekingen op het gebied van de magnetische splitsing van spectraallijnen. In de oorlog raakte 'De Plantage' voor een groot deel ontvolkt door de razzia's op de joodse bevolking. De 'Hollandse Schouwburg' diende als verzamelpunt voor het transport naar de concentratiekampen en vernietigingskampen. De Plantage is in feite een chique wijk met een bloemrijke geschiedenis, met ‘Artis’, de ‘Hortus Botanicus’, de ‘Plantage Schouwburg’, de koetsjes over de Middenlaan waardoor men klaagde over het drukke verkeer. Daarnaast was er de trieste geschiedenis van de ‘Hollandsche Schouwburg’, het ‘Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis’, en de crèche waar joden tot op de laatste man, vrouw of kind werden weggevoerd. Je kan zeggen dat sinds de 2e Wereldoorlog de Plantage de Plantage niet meer is, het hart werd weggerukt, terwijl de rest van de Amsterdammers stond toe te kijken. Geen tram werd tegengehouden, geen actievoerders ketenden zich vast aan de treinen naar Westerbork. De ‘Hollandsche Schouwburg’ was ‘Hotel Terminus’ voor joden, linkse mensen, homo's en zigeuners. Nog wat weetjes: Rond 1877 krijgt de Universiteit van Amsterdam een eigen instituut voor de natuurkunde aan de Plantage Muidergracht. Vanaf 1897 begint de fysicus Pieter Zeeman hier zijn onderzoek te doen. In 1902 krijgt hij samen met Lorentz de Nobelprijs voor een aantal revolutionaire ontdekkingen op het gebied van de magnetische splitsing van de spectraallijnen, het z.g. ‘Zeemaneffect’. Een van zijn latere opvolgers in de fysica is professor Klinkenberg. Klinkenberg ontmoette Zeeman voor het eerst in 1938, en kijkt zeer tegen de geleerde op. Toen de laboratoria aan de Plantage Muidergracht niet meer genoeg ruimte boden, breidde de B-kant van de universiteit zich uit aan de overkant van de Roetersstraat op het zogenaamde ‘Roeterseiland’.

Men vindt daar lokalen met onbegrijpelijke formules op de collegeborden.
De diamantbewerkers zijn een apart soort arbeiders, ze dragen zwarte pakken, witte hemden en bolhoeden. Er zijn periodes dat er enorme winst wordt gemaakt in de diamant, maar er zijn ook crisisperiodes, vooral aan het begin van de jaren dertig. De diamantbewerkers zijn de eersten die een eigen vakvereniging organiseren. Drijvende kracht achter de oprichting van de ‘Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond’, de ‘ANDB’, is de diamantsnijder Henri Polak. Het succes van de Bond is enorm, tegenstellingen tussen joodse en niet-joodse arbeiders worden dank zij de inspanningen van de leiders Polak en Jan van Zutphen overwonnen. Ideaal van Polak is de verheffing van de arbeider, niet alleen in materieel maar ook in cultureel opzicht. Daarom wordt architect Berlage aangetrokken om een machtig bondsgebouw te ontwerpen dat verrijst aan de Fransche Laan en ‘de Burcht’ genoemd wordt. Henri Polak is naast vakbondsbestuurder van de ‘ANDB’ ook één van de twaalf oprichters van de ‘SDAP’. Tijdens een herdenking op 28 augustus 1939, blikt hij terug op de verworvenheden van vijf en veertig jaar socialistische arbeiderspartij. Het overgrote deel van de joodse bevolking van Amsterdam wordt in 1941 slachtoffer van de vervolgingen. Polak bezwijkt aan ziekte en gevangenschap. Als de Duitsers ons land bezet hebben, mogen joden uitsluitend nog voorstellingen en concerten geven in speciaal daarvoor aangewezen theaters. ‘De Hollandse Schouwburg’ aan de Plantage Middenlaan wordt zo'n theater. In oktober 1942 komt er een einde aan alle voorstellingen in de ‘Hollandse Schouwburg’. Vanaf 14 oktober is dit de plek waar alle tijdens razzia's opgehaalde joden worden samengebracht voor hun deportatie. Ze zitten dagen op de schouwburgstoelen in afwachting van hun transport naar Westerbork. Niet ver daarvandaan, aan de Nieuwe Keizersgracht, werkt Nettie Rosenfeld als 18-jarig meisje in het ‘Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis’. De ‘Hollandsche Schouwburg’ aan de Middenlaan is verbonden met de eerste verdieping van ‘Café Blasius ernaast, want daar bevindt zich de koffiekamer van het theater. De muren staan nog overeind evenals de verbinding naar de koffiekamer boven het steegje. De plek is nu een monument ter nagedachtenis aan de weggevoerde joodse bevolking. Nettie Rosenfeld werd ook wel eens opgeroepen om te werken in de crèche die zich pal tegenover de schouwburg bevindt. Daar worden de kindertjes van opgehaalde joden gebracht, in afwachting van het transport met hun ouders naar onbekende oorden. Een aantal is gered door samenwerking tussen verzorgsters en trambestuurders. Soms werden ze in de buurt over de schuttingen doorgegeven. Als je vanuit de eerste verdieping van café ‘Eik en Linde’ naar de overkant kijkt, zie je de plek waar vroeger het gebouw van de ‘Talmoed Thora’ stond, het gebouw waar de joodse godsdienst werd onderwezen en waar ook toen al kinderen van de joodse arbeiders werden ondergebracht. Er staat nu een kleurrijk moederhuis gebouwd door Aldo van Eyck, maar eigenlijk had het oude gebouw nooit afgebroken mogen worden.’

 

 

 

En dit is de nieuwe raadplaat van deze week. De vraag is:

Waar hang ik?

Laat het ons weten via deze link

Deze week honderd jaar geleden

Wat is er gaande bij dagblad De Telegraaf? Jaren geleden berichtten wij over de hoofdredacteur Schroeder van dat blad die om zijn journalistieke principes in hechtenis genomen werd. Hij had commentaar geleverd op de neutraliteitswens van de regering. Anno 1920 staat de krant vol met hatelijke commentaren en bedrijft de krant politiek zodra de kleur van een besproken figuur hen niet aanstaat. Het begon dus 100 jaar geleden al.

In 1902 werd De Telegraaf overgenomen door de 31-jarige Hak Holdert die geen zuil wilde bedienen maar onafhankelijke berichtgeving wilde verstrekken. Hij nam voor ƒ40.000 De Telegraaf én De Courant over en gooide het roer om. Een krant is iets om winst mee te maken, volgens hem, en dat lukt hem na een aantal jaren ook werkelijk. Hij gelooft heilig in korte berichten, geen ellenlange commentaren en hij gelooft boven alles in advertenties. Hij koopt elke concurrerende krant op die hij maar te pakken kan krijgen, zoals het Nieuw van den Dag, dat hij samenvoegt met De Courant. Zijn eerste opzienbarende actie: hij, als geleerd drukker, laat alle letters in de letterkasten schoonboenen zodat ze weer scherp afdrukken. De dichtlopende o's, e's en a's passen niet bij zijn dagblad.

Lees meer over Holdert bij De Telegraaf zelf (zonder mijn commentaar)

Anno 1920 komen we aan flink aantal commentaren tegen waarin "de regering" de maat wordt genomen, maar wat ons voor deze rubriek opviel was een giftig commentaar op Arie Keppler, directeur van de nieuwe Woningdienst: niet bepaald "the right man in the right place" volgens De Telegraaf. De krant had een communiqué gekregen van de woningvereniging Samenwerking die begin 1921 een tentoonstelling zal organiseren in het Stedelijk Museum met modelkamers met verantwoorde woninginrichting voor de kleine beurs. Ere-voorzitter van de vereniging is burgemeester Tellegen, voorzitter Floor Wibaut en de dagelijkse leiding is in handen van Arie Keppler. Dat SDAP-feestje steekt De Telegraaf schijnbaar, want met Keppler met name wordt de vloer aangeveegd. Keppler is een idealist maar woningbouw is handel en daar heeft een idealist niets te zoeken. Waar het van belang is om voldoende woningen te verschaffen neuzelt Keppler over de inrichting. Dat hij daarbij kunstnijveraars nodig heeft, kost alleen maar een hoop extra geld. Ook de soort woningen die Keppler wil realiseren kosten door al die fratsen van de Amsterdamse School handenvol extra geld die beter aan de kwantiteit besteed zou zijn.
Dat de interieurs na afloop verloot gaan worden kan de krant dan toch weer waarderen. Loten koopt u bij het Gemeentelijk Girokantoor.

In mei 1921 hopen wij op deze tentoonstelling nog terug te komen, want het commentaar bleef komen.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42
wk43 wk44 wk45 wk46 wk47 wk48 wk49 wk50 wk51 wk52 Oudjr  
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave