weekblad-logo

week 17-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. Ook zij maakt het u niet eenvoudig. Daarom ook deze week een hint van ons. De grote hoeveelheid muurankers duidt op een pakhuis dat de nodige kilo's moest kunnen dragen. De vraag is:

Welke steeg is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Met de hint erbij was dit iets eenvoudiger, gaven sommige deelnemers tenminste toe. Dit is een kijkje door de Vischsteeg richting Warmoesstraat. De fotograaf stond op de Middeldam aan de voet van de Beurs van Zocher, daar waar ooit de grote vismarkt was.

Het zichtbare huis in de Warmoesstraat heeft - met vele andere - plaatsgemaakt voor het Polmanshuis, het latere Krasnapolsky. Op de foto was er al een textiel- annex manufacturenwinkel in gevestigd, bekend onder de naam van het pand Het Vriesche Schaap. Yme Bijvoets verbouwde dat pand, niet lang voordat Krasnapolsky zich meldde, achter een nieuwe gevel. Dat had Adrie de Koning uitgedokterd.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Ria Scharn, Arjen Lobach, Mike Man, Adrie de Koning,

Fotoquiz: Ria's keuze

Deze keuzefoto betreft een locatie buiten de Singelgracht.

Zowaar een keer een eigentijdse foto, wat betekent dat dit gebouwtje er nog steeds staat.

Op welk adres is dit gebouwtje te vinden?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Street View

Oplossing: Ton's keuze

Ton maakte deze foto van het uurwerk in de toren van de Oud-Katholieke kerk in de Ruysdaelstraat 39, gewijd aan Petrus en Paulus.

Foto links: © Ton Brosse

Foto boven: Google

Goede oplossingen kwamen van Anthony Kolder, Ria Scharn, Maarten Helle, Peter Makkes, Mike Man, Jos Mol, Arjen Lobach,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Weer een foto voor de detectives, een foto om te 'duiden'. Ook al nemen we zo maar aan dat u niet elke week een keer dit gebouw binnenwandelt, kent u het misschien toch. Het staat er nog steeds en honderden keren heeft u dit op foto's en op TV langs zien komen.

Welk gebouw is dit?
Wat is hier gaande?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Bang dat de stad accijnzen zou mislopen timmerde men alle sluipwegen van smokkelaars dicht..., letterlijk! Aan het eind van de Westerdoksdijk, daar waar die aansloot op de vaste wal van de Droogbak, bouwde de stad over de volle breedte een Stedelijk Accijnshuis. Het Westerdok en het stenen hoofd waren aanlegplaatsen van zeeschepen op de grote vaart en een willige landingsplaats voor smokkelaars uit Waterland.
Dit deel van het Westerdok verdween met dijk en al onder het westelijke stationseiland. De sluizen bestaan nog.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Carol de Vries, Arjen Lobach, Kees Huyser, Anthony Kolder, Ria Scharn, Jan Six van Hillegom, Jos Mol, Adrie de Koning, Otto Meyer, Robert Raat, Hans Olthof, Han Mannaert, Harry Snijder, Mike Man, Ton Brosse,

Met de camera op pad...

Ga je als globetrotter een keer naar Amsterdam, stuur je toch een kaartje naar huis? Welke uitgever zou bedacht hebben dat aan deze prentbriefkaart met dit zooitje ongeregeld behoefte zou zijn? Voor ons een kans om u weer eens te plagen met een molen. De vraag is:

Waar is dit of welke molen is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Kostelijke foto van de Koekjesbrug in zijn eerste gedaante als voetbrug, aangelegd om het voetgangerspontje (roeiboot) te vervangen dat hier vroeger was. Om te voorkomen dat er toch zwaar wielverkeer over ging, plaatste men de oervorm van het 'Amsterdammertje', de bekende paaltjes die misbruik van de openbare weg moeten voorkomen. Op de 'enkele krul' komen we binnenkort nog terug.

Foto: pinterest

Goede oplossingen kwamen van Carol de Vries, Ria Scharn, Arjen Lobach, Harry Snijder, Ton Brosse, Mike Man, Jos Mol,

Hulp gevraagd...

U hoeft niet te uit te zoeken waar dit is, dat zeggen wij u nu. Dit zijn gebrandschilderde ramen van de Mozes en Aäronkerk en daar zit op dit moment blank glas in. Mike Man is benieuwd wat er met de glazen is gebeurd: opgeslagen voor latere terugplaatsing, versjacherd of kapot gesmeten in een container?

Weet u het? Laat het ons (en Mike) weten via deze link

 

Hulp gevraagd... en gekregen

Prompt antwoord van Anthony Kolder: deze steen is de frontonvulling van de halsgevel Haarlemmerdijk 9 die veilig gesteld werd bij de sloop van dat pand. Het werd in 2017 in de zijmuur van Zeedijk 12, zijde Sint Olofssteeg, ingemetseld als ware het een gevelsteen. De voorstelling is dus geen steenbakker maar een kaarsenmaker. Overigens is deze foto in spiegelbeeld, getuige de foto's van de VVAG hieronder (klik de foto voor hun site).

Goede oplossingen kwamen van Anthony Kolder, Hans Olthof, Onno Boers,

en dan nog even over...

...de hulpvraag van week 13, de ingang van een park. Er kwamen verschillende parken langs die snel bij af konden. De suggestie dat dit het Oosterpark zou kunnen zijn heeft op een aantal punten goede kansen: de tramrails van de paardentram, het terugwijkende plaveisel naar de ingang. Vergelijkt u dat eens met onderstaande foto's. Harry Snijder meent in de tekst het woord 'koninklijke' te ontcijferen, maar Frankendael (tuinbouwschool) is het zeker niet. Wel staat het koninklijk wapen boven de tekst. Leo van Geuns mikt toch op het Oosterpark door de lichtinval en omdat de fotograaf, Maarten Benschop, veel parken gefotografeerd heeft, waaronder het Oosterpark en hij maakte ook onderstaande foto. Hij werkte ook op de Middenweg t.h.v. Oud Roosenburgh, wat Mike Man weer een heel plausibele mogelijkheid vond. De enige foto van de ingang daarvan laat zien dat het niet waarschijnlijk is.

Op deze foto van de kant van de Linnaeusstraat is het Oosterpark links. Ogenschijnlijk is er een laag wit geschilderd hek rond het park (maar veel slanker dan op de quizfoto). Dit soort hekken was in het park overal te vinden maar rondom staat toch een ijzeren hek. Dat kan natuurlijk later gekomen zijn.

Het Oosterpark is in 1891 geopend. In 1903 werd de paardentram vervangen door de elektrische lijn 9. Binnen die paar jaar zou deze foto dus gemaakt moeten zijn.

 

Beide foto's: Stadsarchief Amsterdam

 

redactioneel

Nieuw: volledig herschreven...

Wij waren niet meer tevreden met één van de vroegste PDF's in de verzameling over de geschiedenis van Amsterdam. Het gaat om de vroegste geschiedenis van de stad: van 1200 tot 1500. Zoals gebruikelijk niet zozeer over de bewoners maar meer over de topografie van de stad, hoe een en ander ontstaan is. Daartussen toch ook nog wat over het leven in de stad. Wij werken toe naar het moment dat de schilder Cornelis Anthonisz de stad doortrekt met zijn tekenstift om schetsen te maken voor het schilderij dat hij in opdracht van het stadsbestuur moet maken, het schilderij dat op de omslag van de nieuwe PDF prijkt.

Klik de omslag om te lezen...

Pakhuis Oostenburg, 300 jaar bewogen geschiedenis -2

Fig. 6 Gebrandschilderd raam; het Nieuwe Magazijn omstreeks 1860 (Werkspoor Museum)

Werkspoor
Intussen was pionier Paul van Vlissingen (1797-1876) begonnen Nederland te moderniseren. Hij introduceerde de stoomvaart, bouwde moderne stoommachines en ijzeren schepen. In 1827 huurde hij het oude VOC Rookhuis aan de Oostenburgergracht, een feit dat wordt beschouwd als stichtingsdatum van de fabriek waaruit Werkspoor zou voortkomen, het bedrijf dat zo’n indrukwekkend stempel op de geschiedenis van Oostenburg zou drukken. In 1828 richtte hij samen met zijn compagnon A.E. Dudok van Heel de Commanditaire Sociëteit op die zich vanaf 1840 Koninklijk mocht noemen. In 1847 stichtten Van Vlissingen en Dudok van Heel een aparte dochter onderneming, samen met een Frans bedrijf, voor de bouw van machines voor de suikerproductie in de koloniën. Hij kocht hiervoor van de Marine voor fl. 75.000 het Victualie Magazijn, zowel het Spekhuis als het Salpeterhuis. In 1850 was het complex gereed en kon begonnen worden met de bouw van de suikermachines.
Het zal ook in die tijd zijn geweest dat het Nieuwe Magazijn grote bouwkundige veranderingen onderging. Beide verbindende delen van het gebouw werden verwijderd, zodat er twee gescheiden gebouwen overbleven met een open ruimte ertussen. Een gebrandschilderd raam (fig. 6) in het Werkspoor Museum geeft hiervan een mooi beeld. De oude vensters werden vervangen door gietijzeren ramen uit Engeland en de muren tussen de tegen elkaar aangebouwde, maar aparte, pakhuizen werden gesloopt en vervangen door balken en gietijzeren kolommen, aanpassingen die ook nu nog in het huidige gebouw goed zichtbaar zijn.

Fig. 7 Oudste foto van het Nieuwe Magazijn (1895); rechts het VOC Spekhuis (Werkspoor Museum)

In 1871 ging de Commanditaire Sociëteit over in de Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen, een bedrijf dat in 1891 werd geliquideerd en gereconstrueerd als de Nederlandse Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel, kortweg Werkspoor. Het Nieuwe Magazijn werd de Kleine Stelplaats van Werkspoor en onder die naam heeft het lang bekend gestaan.
De oudst bekende foto (fig. 7) dateert van omstreeks 1895 en toont het gebouw vanuit het noordoosten. Rechts op de foto is nog het oude Spekhuis van de VOC te zien, dat in 1913 plaats moest maken voor het nieuwe hoofdkantoor van Werkspoor.

Fig. 8 Bezoek van Koningin Wilhelmina aan Werkspoor (1904) (Werkspoor Museum)

Een foto uit 1904 (fig. 8) is gemaakt ter gelegenheid van het bezoek van Koningin Wilhelmina. Vooraan zien we Hare Majesteit en Joan Muysken, toenmalig directeur van Werkspoor. Opmerkelijk is de grote, door houten deuren afsluitbare poort waaruit het gezelschap naar buiten treedt, een poort die waarschijnlijk nodig was voor de functie van stelplaats, maar die later weer is verdwenen. Bijzonder is ook dat links op de achtergrond de lijnbaan van de VOC nog is te zien, een gebouw dat een jaar later in 1905 zou worden afgebroken.

FDO gebouw
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de Kleine Stelplaats een andere functie. In 1950 werd er het Laboratorium voor Fysisch Dynamisch Onderzoek (FDO) gevestigd, alsook de tekenkamer en een koffie kamer. Het middendeel werd weer aan beide zijden dichtgezet met glazen gevels. Er werden doorlopende vloeren in het middenstuk aangebracht en later kreeg ook een deel van de Stork-Werkspoor administratie er een plaats. Sindsdien stond het gebouw bekend als FDO-gebouw. Het gebouw herinnerde intussen zo weinig aan het oorspronkelijke Nieuwe Magazijn, dat Dr. Magda Révész-Alexander in 1954, in haar boek Die Alten Lagerhäuser Amsterdams, opmerkt: Heute steht er nicht mehr.
In de kelders van het FDO-gebouw werd gewerkt aan onderzoek en ontwikkeling van ultracentrifuges voor de verrijking van natuurlijk uranium. Hier werkte ook de Pakistaan dr. Abdul Qadir Kahn die later de technische geheimen van de ultracentrifuges stal, meenam naar Pakistan en daar wordt beschouwd als de vader van de Pakistaanse atoombom. Zeer waarschijnlijk is die kennis ook doorverkocht aan Iran, en wellicht, maar nooit bewezen, ook aan Noord-Korea.

Fig. 9 Het FDO-gebouw in 1950 (Werkspoor Museum)

Een woonfunctie
In de jaren ’90 besloot Stork-Werkspoor het gebouw af te stoten. Het werd in 1996 aan drie projectontwikkelaars verkocht en het kreeg een woonbestemming. Architectenbureau Reinder Nust kreeg de opdracht tot het maken van een ontwerp. De middendelen werden opnieuw dichtgezet met glazen gevels, nu in de vorm van een historisch verantwoord middenrisaliet (fig. 10). De oorspronkelijk open, maar intussen met vloeren gesloten, binnenruimte is weer geopend en met een glazen kap gedekt. De zolders zijn verwijderd en vervangen door dakappartementen. Het gebouw bestaat nu uit 64 koop- en, op de begane grond, 4 huurappartementen, alle in 1997 ondergebracht in de Vereniging van Eigenaren Pakhuis Oostenburg, de naam waaronder het gebouw sinds 1996 bekend is.

Fig. 10 Pakhuis Oostenburg in 2011 (foto Wim Hutter)

Wegens de complexe geschiedenis van het gebouw, de ook nu nog zichtbare verbouwingen, wijzigingen, aanpassingen en vernieuwingen, heeft het gebouw geen Gemeentelijke of Rijks monumentale status gekregen. Wel is het in zijn huidige staat een, in Amsterdamse termen, beeldbepalend, Orde 2, pand.
Nu het Pakhuis Oostenburg prachtig is hersteld en weer iets van zijn oude glorie toont, mogen we met Roelant van Leuven hopen en wensen dat dit treffelijk Pakhuis bekwaam is nog eeuwen te staan.

Lijstje van namen van het Nieuwe Magazijn

Nieuw Magazijn
Zware Pakhuis
Suikerhuis
Salpeterhuis
Victualie Magazijn
Kleine Stelplaats
FDO-gebouw

1720, oorspronkelijke naam
1723, Roelant van Leuven, ’s Waerelts Koopslot
18e, begin 19e eeuw
18e, begin 19e eeuw
1822-1847
1871-1950
1950-1997 Pakhuis Oostenburg sinds 1997

Bronnen
Amsterdam Museum
troffel: https://hart.amsterdam/nl/collectie/object/amcollect/30640
maquette Oostenburg: https://hart.amsterdam/nl/collectie/object/amcollect/25886
Bonke, Hans (2011), “Amsterdamse Pakhuizen 16de – 20e eeuw
Gaastra, Femme S. (2002), “De geschiedenis van de VOC
Kist, J.B. e.a., red. (1986), “Van VOC tot Werkspoor, Het Amsterdamse Industrieterrein Oostenburg”; aan dit boek heb ik dankbaar veel gegevens ontleend zonder directe verwijzing
Leuven, Roelant van (1723), “ ’s Waerelts Koopslot, of de Amsterdamse Beurs” te vinden via: https://books.google.nl/
Nationaal Archief: Archief Inventaris 1.04.02, inv. nr. 116 en 117
Révész-Alexander, dr. Magda (1954), “Die alten Lagerhäuser Amsterdams
TU Delft, Heritage & Architecture (2015), “De Werkspoorhallen op Oostenburg, Verleden, Heden en Toekomst
Werkspoor Museum, enkele foto’s zijn mij vriendelijk beschikbaar gesteld uit het archief van het Werkspoor Museum te Amsterdam

Briefpost door de eeuwen heen -3 (slot)

De nieuwe tak van communicatie, de telegrafie, was een ondergeschoven kindje dat boven de stadsdrukkerij in de Nes op zolder ondergebracht was. In Den Haag besliste men in 1851 dat die dienst samen met de posterijen in een groot nieuw kantoor in Amsterdam ondergebracht diende te worden. Er werd helemaal een wet voor ontworpen die de financiën moest verschaffen om dit mogelijk te maken. De politiek had nogal wat bedenkingen maar de wet kwam er. Men kocht nog een extra huis naast het bestaande kantoor en in mei 1854 werd alles ontruimd om af te breken. De posterij verhuisde tijdelijk naar het Sint Jorishofje in de Korte Spinhuissteeg. Voor de telegrafie werd naast de nieuwbouw een tijdelijk onderkomen neergezet (tekening).

Cornelis Outshoorn werd aangezocht om het nieuw post- en telegraafkantoor vorm te geven. Hij zette in 2½ jaar het nieuwe gebouw neer, het eerste dat als postkantoor ontworpen en gebouwd was. Op 16 november 1856 werd het postgedeelte ingewijd en op 20 december dat voor de telegrafie. Nog steeds was de Donkere Sluis gehandhaafd, maar dat zou slechts tot 1867 duren. In dat jaar werd de Nieuwezijds Achterburgwal gedempt, was de onderdoorgang nutteloos geworden en werd eveneens gedempt en volgestort. Binnen in de hal drong het daglicht door via een glazen koepel. De grote seinzaal was aan de achterzijde van het gebouw aan vanaf dat moment de Spuistraat.

Voor brieven golden nog steeds de drie tarieven voor interlokale post. Die waren 5, 10 of 15 cent en dat waren voorlopig ook de enige waarden voor postzegels. Ze werden in staalgravure gedrukt bij 's Rijks Munt in Utrecht. Tot 1864 waren postzegels ongetand, in dat jaar kwamen dezelfde waarden met vertanding. In 1871 werd het eenheidstarief voor heel Nederland ingevoerd. Toen werd het tevens verplicht om brieven te frankeren en wordt het strafporto ingevoerd. Grote bedrijven adverteerden landelijk om iedereen duidelijk te maken dat ongefrankeerde brieven vanaf dat moment geweigerd zouden worden.

Even tijd voor wat nevenactiviteiten van de posterijen. In 1881 kwamen de eerste telefoons in Amsterdam, geïntroduceerd door de particuliere Bell Compagny. Pas in 1897 nam de Staat de exploitatie over; de Post en Telegrafie (P&T) werd pas in 1929 officieel PTT. In 1875 sloot Nederland zich aan bij de Union Postale Universelle te Bern. In 1881 opent een nieuwe dienst Rijkspostspaarbank zijn deuren op de hoek van Stadhouderskade en Nic. Berchemstraat (foto).
In 1882 openden de posterijen hun eigen pakketdienst voor pakjes van 1 tot 5 kg. Gelijktijdig werd de briefporto onderverdeeld naar gewicht. Het laagste tarief gold alleen voor brieven tot 15g. In 1892 kwam een apart lager tarief voor lokale brieven en briefkaarten.

In 1884 werd voor de deur van het postkantoor de Nieuwezijds Voorburgwal gedempt. Toen in 1894 ook nog een begin gemaakt werd met de verbreding van de Huiszittensteeg tot Raadhuisstraat gingen een groot aantal panden tegen de vlakte. Daar ontstond het plan om opnieuw een nieuw, nu nog groter Hoofdpostkantoor te bouwen dat plaats kon bieden aan de vele over de stad verstrooide diensten. De telegrafie was n.l. alweer uit het kantoor verbannen naar een tijdelijke loods. Het Rijk kreeg de benodigde panden in handen door onteigening. Rijksbouwmeester Peters ontwierp een nieuw postkantoor. Honend werd het in de pers weggezet als 'Perenburg' naar de torenspitsjes die ze voor peervormig aanzagen. Deze tekenaar zag ook nog wel kans voor een stellingmolen.
Alle diensten werden in noodgebouwen (foto onder) ondergebracht en alles ging plat.

Het nieuwe hoofdpostkantoor werd tussen 1894 en 1899 gebouwd. Inclusief onteigeningen had het ronde ƒ1 miljoen gekost. Het werd in fasen vanaf 24 oktober 1898 geopend voor het publiek, voor post pas op 13 februari 1899.

In 1917 werd voor 't eerst melding gemaakt van een postzegelmarkt op zaterdagmiddag en wel op de Nieuwezijds op de hoek van de Gravenstraat. Dat vond de politie een lastige plek en dirigeerde de markt naar het Beursplein. In 1927 kreeg de markt weer een andere plek toegewezen, nu op een pleintje tegenover het Telegraafgebouw en daar zit ze nog steeds. Post en Nieuwezijds zijn immers onafscheidelijk?!
Daar dacht de PTT zelf iets anders over. In 1987 kondigde men zijn vertrek van de locatie aan en een jaar later kocht de Zweed Magnusson het gebouw voor ƒ7½ miljoen. Het gebouw was toen al een rijksmonument en stond daar in de top-100 als monument #5989. Afbreken was er dus niet bij.

Alle afbeeldingen bij dit item komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld. Onderstaand statiefoto komt van Wikipedia, de spotprent is van Anton Molkenboer.

Column: Daan & Daan -13

 

 

Onze goeie ouwe Wester...

moetie geel of moetie blauw?

 

oensdag. Daan ging zoals altijd naar Opa en Oma. Oma gaf iedereen een authentiek stuk Oma-Matilde-Taart en daarna ging Oma Matilde in de zijkamer naar André Rieu kijken. Daan vertelde aan Opa waar hij vorige week geweest was en dat hij zijn boekje in de Westertoren had laten liggen. Gelukkig had de beiaardier van de Westertoren - Boudewijn Zwart - het boekje gevonden en aan meester Roel meegegeven en die had het weer even langsgebracht. Daan liet de raadplaat zien aan Opa en die zag meteen dat het een van de gevelstenen aan de Olofssteeg was en liet in een oud fotoboek een zwartwitkiek uit 1960 zien waarop een van Opa’s collega’s de stenen aanbrengt.
‘Ja jochie, dat deed je Opa vroeger allemaal, beitelen, metselen en de hele bubs, ach nou ja, dat wist je al. Trouwens nu je het over de Wester hebt, wist je dat mijn Opa stadsschilder was en de keizerskroon om de zoveel jaar van een verse verflaag voorzag?’ ‘Keizerskroon? We hebben hier toch nooit een keizer gehad?’ ‘Nee, dat klopt, maar deze is aan ons geschonken door de keizer van Oostenrijk, Maximiliaan de Eerste, voor bewezen diensten. Wil je precies weten waarom Amsterdam die keizerskroon mocht voeren, wil je meer weten over de keizer die toen eigenlijk nog koning was, wil je alles weten over de kroon die, dan weer geel, dan weer blauw moest zijn, enzovoort, kijk dan even op:
http://www.mokums.nl/keizerskroon.html
‘Ga ik doen Opa!‘ ‘We zien die kroon trouwens ook nog eens in jouw raadplaat, Daan! Wat een toeval!’


‘We móeten, Opa!’ ‘Ja we gaan!’ En daar gingen Daan en Daan weer. Op naar nieuwe Mokumse beelden die beelden werden in hun dromen en die zich opsloegen als mooie plaatjes in hun bejaarde en juveniele hersenen, zoveel moois, en zoveel historisch, ‘dan is er geen plek meer voor iets lelijks’, zou Oma zeggen.
‘Doen we nog een gevelsteen voor de raadplaat?’ vroeg Daan toen ze gezamenlijk over het Waterlooplein banjerden. ‘Goed idee!’ zei Opa. ‘Wacht, ik weet een goeie, ik ben benieuwd of je hem vindt.’ ‘Hoe bedoelt U, Opa?’ ‘Blijf hier even, op dit terras, en neem een colaatje. Ik kom zo terug!’ Opa stiefelde weg en Daan bestelde een colaatje. Na vijf minuten was Opa weer terug en toonde op zijn smartphone een fraaie gevelsteen van een glazenmakerswinkel. ‘Bestudeer hem goed, Daan!’ Opa nam nog een pilsje en daarna liepen ze in de richting van een winkelstraat, vol met moderne winkels en eigentijdse puien. ‘Hoe kan daar nou zo’n oude gevelsteen hangen, Opa!?’
Maar na een kwartier lang rondlopen en rondspringen naast de geheimzinnig lachende Opa, vond Daan de bewuste tegel. Er hoorde zelfs nog een tweede tegel met een wijs gedicht bij. ‘Jij bent een slim manneke!’ zei Opa. ‘Nu eens kijken of Mike en Anneke en Jos en Otto en Kees, enzovoort, ook zo slim zijn!!’

Ze verorberden nog een bakje schepijs op het Waterlooplein en toen ging het weer richting Oma die een vers kopje thee voor ze maakte.


Oplossing raadplaat wk 15: De Keijsershoet met een zeepziederij, Olofssteeg 11, afkomstig: Lange Niezel 10

Op de foto's: het inzetten in 1960, oude zwart/wit foto's en daaronder vóór restauratie (li) en erna (re).

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Adrie de Koning, Fons Baede, Anneke Huijser, Jos Mol, Hans Olthof, Otto Meyer, Hans van Efferen, Mike Man, Ton Brosse, Anthony Kolder,

 

Dit is de nieuwe raadplaat, nóg een gevelsteen. Er staat op de bovenste rand van de steen een tekst. Die hebben we echt moeten blurren, want met die tekst holde u regelrecht naar het antwoord. U zult het dus met de afbeelding moeten doen. Weet u waar zich deze steen bevindt? Een kleine hint zit in de tekst verscholen.

Laat het ons weten via deze link

 

 

Poortjes van Amsterdam 1571-1782

Van oorsprong een inventarisatie door Minne Dijkstra en nu in afleveringen hier; waar nodig geactualiseerd.

1756 - Bethaniënklooster

Barndesteeg 6b

Historie
De ingang van een voormalige Oud-Katholieke kerk. De boven het oude gewelf gebouwde kerkruimte is in 1705 in gebruik genomen door de Oud-Katholieken, ook onder de naam "De Oyevaer". Die kerk bleef tot 1914 in gebruik.
Dit is de plaats van een deel het vroegere Bethaniënklooster waarvan slechts enkele resten over zijn. De hier gevonden funderingen en gewelven namelijk stammen uit de tijd van het Bethaniënklooster.
In de kloostertijd voor 1578 bevonden zich hier een ziekenzaal, een eetzaal en spinkamers. De kerkzaal behield een gesloten gevel aan de Barndesteeg op een deur met stoep na, maar kreeg aan de zuidzijde bij de Hoogkamergang vijf ramen met bogen. Later was de herberg 't Turfschip van Breda er in gevestigd. Na 1914 kwam er een timmerfabriek in de zaal, met houtopslag in de gewelven. Op 14 december 1989 werd een algehele renovatie door Stadsherstel van dit deel van het klooster afgesloten. Het gebouw is voor culturele doeleinden beschikbaar.

Toestand
Uitstekend

Eigenaar
Stichting Bethaniënklooster.

Huidige toestand
Ongewijzigd goed

1782 - Nieuwe Werkhuis (Leeuwenpoort)

Nieuwe Kerkstraat

Historie
De Leeuwenpoort uit 1782 vormde de vroegere ingang voor de vrouwen, die tot 1821 apart gehuisvest waren in het Nieuwe Werkhuis. Het poortje droeg beeldhouwwerk dat afkomstig was van het oude Spinhuis, een verzinnebeelding van Castigatio =Tuchtiging, maar verloor dit in 1911 toen in het oude Spinhuis het politiebureau werd ondergebracht en het beeldhouwwerk teruggeplaatst werd in de Spinhuissteeg. Tenslotte werd in 1954 het Leeuwenpoortje 50 meter naar links verplaatst naar de huidige plaats.
Het "Spin- en Nieuwe Werkhuis" werd gebouwd in 1779-1782 door Abraham van der Hart in Lodewijk XVI-stijl als armenhuis en huis voor bedelaars en tuchtelingen. Een werkhuis om het straatbeeld te ontdoen van de vele paupers.
In de timpaan van Ziesenis (afbeelding hieronder) de Stedemaagd met groepen armen en criminelen. Rechts van haar de deugden orde, naarstigheid en werkzaamheid. Ter linkerzijde de ondeugden luiheid, bedelarij, dronkenschap en liederlijkheid. In 1875 kreeg het de naam Armenhuis en in 1933 de naam Gemeentelijk Verzorgingshuis voor Ouden van Dagen. Na een complete verbouwing waarbij alleen de gevels zijn blijven staan is het ingericht als verpleeghuis, bestaande uit vier gelijkvormige delen ieder met een eigen verzorgend karakter. Het heet nu "Het Sarphatihuis", genoemd naar Samuel Sarphati.

Toestand
Slecht

Eigenaar
Waarschijnlijk Gemeente Amsterdam

Huidige toestand
Ongewijzigd slecht

 

Tekeningen: Stadsarchief Amsterdam

Deze week honderd jaar geleden

Zaterdag 24 april 1920 - Willem Mengelberg wordt in het Concertgebouw gehuldigd in verband met zijn zilveren jubileum. Voor de gelegenheid was de grote zaal omgetoverd in een bloementuin en langs de paden stonden ook nog bloemenmeisjes. De Koningin en de Koningin-Moeder laten zich vertegenwoordigen door Prins Hendrik. Mengelberg volgde in 1895 als 24-jarige Willem Kes op als dirigent en heeft er nu 25 jaar opzitten. Hij is op het toppunt van zijn roem. De huldiging wordt bijgewoond door ministers, de commissaris van de Koningin in Noord-Holland, de voorzitter van de Tweede Kamer, wethouders en gemeentesecretaris van Amsterdam en tientallen collega-musici.
Prins Hendrik houdt een toespraak waarin hij alle lof brengt aan de jubilaris, mede namens de Koningin. "Nederland is trots op Willem Mengelberg!" Daverend applaus.
Catharina van Rennes dirigeert orkest en koor tijdens de cantate "Ruim baan voor de jubilaris" van haar hand.
Mengelberg bedankt geroerd voor de vele redevoeringen en de obade maar wil de eerbewijzen niet als persoon accepteren doch alleen als musicus in dienst van de Schone Kunsten.
Mengelberg krijgt een gedenkboek aangeboden over zijn 25 jaar dirigentschap. Het bestaat uit 7 in Levantijns Marocco-leer gebonden delen dat dankzij vele giften samengesteld kon worden. Op elke band het monogram van de jubilaris, de harp van het Concertgebouw en de eerste drie maten van Mahlers Derde Symphonie.
Afgesloten werd het feest met Handels 'Halleluja'.
Foto: Mengelberg in 1920

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave