weekblad-logo

week 25-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Maarten Gaillard. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. De vraag is:

Welke kruising van straten is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Tja, dat uithangbord..., daar stond de oplossing van deze foto op dus dat moest even in een nietszeggend kleurtje gesausd worden. Dit is de Koestraat en daar zat in 1957 Chinees restaurant Yang Kong op nr.30 en dat staat allemaal op dat uithangbord.
De foto werd toen gemaakt door C.P.Schaap voor Bureau Monumentenzorg.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Maarten Gaillard, Jos Mol, Ria Scharn, Arjen Lobach, Mike Man, Robert Raat, Hans van Efferen,

Fotoquiz: Carol's keuze

Deze keuzefoto betreft een locatie buiten de Singelgracht.

Carol fietst ook wel eens. Op ons verzoek bezigt hij zijn camera zo vaak als hij een goed onderwerp voor de quiz tegenkomt. Een goed onderwerp is een situatie die niet een open deur is maar een iets minder bekend object.
Om dit beeld te zien moet u niet met de auto zijn maar lopend of net als Carol met de fiets.

De vragen zijn:

Waar is dit?
Welk gebouw is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Carol de Vries

Oplossing: Adrie's keuze

Het huis Oosterpark 82/82a werd in 1884 door Ed. Cuypers gebouwd voor de beeldhouwer Edouard Roskam. Die had een aantal opdrachten van Pierre Cuypers gekregen voor werken aan het nieuwe Centraal Station, o.a. de kariatiden van de Koninklijke loge en de friezen boven de hoofdingang (zie hieronder). Roskam heeft nooit zijn intrek genomen in het huis.
Het is een bijzonder pand; de begane grond en eerste verdieping nummeren 82A en de tweede verdieping en de mansarde 82. Het extra hoge beeldhouwersatelier werd voorzien van een vloer waardoor een extra verdieping ontstond. Naar zeggen is dit door Willem Witsen gedaan. Die huurde in 1891 een atelier op de 2e verdieping waar ook dichter J.C.Bloem woonde. Beneden woonden/werkten o.a. Isaac Israels. Het verblijf van Breitner in dit huis kunnen we als 'inwonen' betitelen; hij was zeker tot de eeuwwisseling permanent in geldnood en kon een huur als deze niet betalen. Witsen kwam er pas in 1906 wonen. Toch is zijn naam aan het pand blijven kleven en dat zou wel eens iets te maken kunnen hebben met het feit dat de Witsens geldschieters waren voor artiesten.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Er is nog veel meer over dit pand te vertellen en dat doen we hieronder in het redactionele deel onder het kopje Oosterparkbuurt -4.

Foto: 020apps.nl

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Maarten Helle, Fons Baede, Jos Mol, Anthony Kolder, Kees Huyser, Harry Snijder, Otto Meyer, Anneke Huijser, Mike Man, Henk Swart, Maaike de Graaf, Ria Scharn, Hans Swart, Mieke Hebink, Hans Goedhart, Robert Raat, Hans van Efferen, Ton Brosse, Hans Olthof,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Dit is al een tijdje geleden, dat men zo braaf in de rij stond. De vragen bij deze foto zijn:

Waar is dit?
Waarom of waarvoor staat men in de rij?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Door de constructie heen zou u het Westeinde kunnen herkennen, met veel fantasie, toegegeven. De constructie werd hier eind 1963 opgebouwd en afgedekt tot een hal zodat de bouw aan de Nederlandsche Bank op het Frederiksplein in de winter doorgang kon vinden.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Adrie de Koning, Ria Scharn, Jos Mol, Mike Man,

Met de camera op pad...

De vernauwing in de gracht zou u verder moeten kunnen helpen. De vraag is:

Waar is dit?
Welke straat komt aan de overkant uit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Voor wie niet bekend is met dit deel van Amsterdam hielp het firmaopschrift `Snelbuffet Quick` een heel eind. De fotograaf staat op de Martelaarsgracht en kijkt richting begin (Korte) Nieuwendijk. Dat korte is er ooit afgehaald, maar voor iemand die vertrouwd is met dit stadsdeel blijft het tussen Martelaarsgracht en Nieuwe Haarlemmersluis (Singel) de 'Korte' Nieuwendijk. Dat neemt niet weg dat de huisnummering altijd bij de sluis met 2 begon en het hoekhuis van de foto nr.50 is. Aan de overkant gaat de nummering gewoon met 52 verder.
Om even te laten zien wat de Martelaarsgracht oorspronkelijk was onderstaand een foto van Pieter Oosterhuis van vóór de demping in 1884. De Martelaarsgracht werd op dijkhoogte gebracht zodat u vanaf de Nieuwezijds Voorburgwal ten eeuwigen dagen een stuk zult moeten klimmen.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Rob Philip, Katja Kronenberg, Fons Baede, Gerard Koppers, Jos Mol, Kees Huyser, Anthony Kolder, Anneke Huijser, Harry Snijder, Cor van Duinen, Otto Meyer, Mike Man, Erwin Meijers, Anneke Kröner, Nico Prinse, Wim Huissen, Maaike de Graaf, Ria Scharn, Adrie de Koning, Harald Advokaat, Hans Goedhart, Maarten Helle, Robert Raat, Hans van Efferen, Ton Brosse,

Hulp gevraagd...

Hier is weer een foto uit de Beeldbank waarbij de beschrijving geheel ontbreekt. Dit is zeker in Amsterdam.

Nog even aandacht voor de gevelsteen met waarschijnlijk een cartouche in het tweede huis links van de sigarenwinkel en het (neo-) renaissancegebouw met trapgevel helemaal links.

Als u weet waar dit is, laat het ons dan weten via deze link

 

Hulp gevraagd... en gekregen

De hulpvraag betrof een repro van een deel van een foto in de Beeldbank met de juiste beschrijving. Deze foto was nota bene een tijdje geleden quizfoto. Het ging toen en het gaat nu nog steeds om de Binnenkant en wel het deel dat voor de uitbreiding van het Scheepvaarthuis in 1926 werd afgebroken, d.w.z. het tweede huis van links (nr.12) staat er vandaag nog steeds en de drie rechts daarvan zijn recentelijk opnieuw opgebouwd.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Eric-Jan Noomen, Onno Boers, Mike Man, Ria Scharn, Jos Mol, Adrie de Koning, Harald Advokaat, Paul Graalman,

redactioneel

Gesol met het Museumplein -1

Terwijl de rest van het uitbreidingsplan van Van Niftrik in 1866 van tafel geveegd werd als 'te kostbaar' vond het trapezium tussen Vondelpark en Boerenwetering wèl genade in de ogen van de raadsleden. Het moest een prachtwijk worden met stadsvilla's en een nationaal museum. Van Niftrik verwerkte dat alles in zijn plan en keek daarbij alvast over de stadsgrens heen (die u als streep-stippellijn ziet aangegeven). Nu nog uitvoeren...!

Een probleem voor het stadsbestuur was het gegeven dat zij zich afhankelijk maakte van particulier initiatief. De gemeente faciliteerde, de particulier financierde. Waar men geen rekening mee hield was de Waskaarsenfabriek (in de punt rechtsonder) die - afhankelijk van de windrichting - stinkende rook over deze prachtwijk zou uitstorten en ze waren niet van zins daar mee te stoppen. Intussen ging Nieuwer-Amstel rustig door met het uitleggen van buurten voor rijke Amsterdammers die de hoge lasten van de stad wilden ontwijken. Het Willemspark was nou precies wat men in Amsterdam wilde, maar het werd gerealiseerd in Nieuwer-Amstel. Amsterdam deed er alles aan om de omgeving te annexeren maar die van Nieuwer-Amstel wisten dat tot 1896 tegen te houden. En zolang bleef het kwakkelen met de beoogde prachtwijk.
Het bouwterrein tot aan de gemeentegrens werd voorlopig gebruikt voor tentoonstellingen, sportaccommodaties en evenementen.

In 1875 presenteerde Jan Kalff zijn plan voor dezelfde stadsuitbreiding. Kalf was inmiddels directeur van PW geworden en Van Niftrik werkte sinds 1873 onder verantwoordelijkheid van Kalff aan de uitwerking van een sterk vereenvoudigde uitleg. In het gewijzigde plan was al een veel ruimere plaats ingeruimd voor een rijksmuseum dat het bestaande museum in het Trippenhuis moest vervangen. In 1876 werd Pierre Cuypers als architect daarvan aangesteld. Cuypers geldt als degene die de centrale opstelling van het museum in het verlengde van de Spiegelgracht heeft bedacht maar op deze plankaart van een jaar eerder staat een en ander al aangegeven. Het trapezium van Van Niftrik is al bijna een driehoek geworden. Nieuwer-Amstel was begonnen om parallel aan het Vondelpark de P.C.Hooftstraat te beginnen en Amsterdam was niet te goed of nam het verlengde van die straat in de eigen plannen op. Het is ook hier dat voor 't eerst de gracht rondom de museumwijk in beeld komt. De losse villa's hebben plaats gemaakt voor bouwblokken.

Cuypers is wèl de initiator van de doorgaande boulevard van 45 meter breed dwars door zijn museum. Hij wilde zich ook verder met de buurt achter zijn kunstkathedraal bezig houden. De boulevard moest met bomen beplant worden en alle huizen eraan moesten een voortuin krijgen. De twee blokken direct achter het museum dienden vrij te blijven voor luxueuze huizen waarvan de grondprijs een groot deel van de verdere inrichting zou financieren. Cuypers bemoeide zich niet met de geplande gracht die daadwerkelijk gegraven werd. Voorlopig heetten ze Paulus Potterkade en Hobbemakade.

De Raad betwijfelde of de opbrengst van de bouwgronden genoeg op zou brengen om de kosten van aanleg te dekken en vroeg PW om Cuypers' plan te bekijken en eventueel aan te passen, lees: hier en daar een extra straat aan te leggen zodat meer grond verkocht kon worden. PW boog zich er over en bracht een plan uit, de Raad keurde het op 26 september 1877 goed maar meer dan de ongewijzigd gelaten gracht rond het museumterrein werd er niets van uitgevoerd. Overigens is de gracht nooit doorgegraven en aangesloten op de Boerenwetering, vanwege het verschillende peil.
Tijdens de opbouw van de Wereldtentoonstelling in 1883 bewees de gracht zijn diensten maar de paviljoens moesten er wel over heen gebouwd worden. Lastig! Dempen! Dat gebeurde dan tenslotte in 1891-'92.
In 1893 kreeg de inmiddels gedempte gracht twee nieuwe namen: de Jan Luijkenstraat werd doorgetrokken tot de Stadhouderskade en de Hobbemakade werd Honthorststraat. De Ruijsdaelkade (westzijde) werd in 1898 omgedoopt tot Hobbemakade.

Nog voordat het Rijksmuseum geopend werd, schreef de Gemeente Amsterdam in 1882 een prijsvraag uit voor de bouw van een concertzaal op het Museumterrein. Winnaar werd A.L. van Gendt, maar gebouwd werd er nooit. Wel zien we een concertzaal steeds in latere bebouwingsplannen terugkomen. De particulieren die besloten een concertgebouw neer te zetten kozen voor een veel goedkoper grondstuk in Nieuwer-Amstel, vlak bij de gemeentegrens met Amsterdam. Het Concertgebouw werd op 11 april 1888 geopend. Daar waar de Amsterdamse variant gepland was, aan de andere kant van de Houbrakenstraat (sinds 1890 Van Baerlestraat) kwam in 1902 het clubgebouw van de IJsclub.

In wanhoop bedacht de ene na de andere 'deskundige' een bebouwingsplan, soms ook van buiten Amsterdam zoals Ir. Gugel in 1891. Raadsleden lieten bevriende (zelfbenoemde) stedenbouwkundigen plannen maken. Met de opening van het concertgebouw verdwijnt de concertzaal uit de plannen en duikt voor 't eerst een groot onbebouwd evenementenplein op. Nog steeds is het de Waskaarsenfabriek die de uitvoering van de plannen in de weg zit. Er werd gebouwd aan de westkant van het museumterrein, in de Jan Luijkenstraat en Paulus Potterstraat, maar zelden in de buurt van de fabriek. Er verschijnt wielrijschool Velox en een tijdelijk circustheater. Eindelijk in 1896 wordt het noordelijke deel van Nieuwer-Amstel geannexeerd. De druk op de Waskaarsenfabriek wordt nu opgevoerd.

Volgende week het akkoord tussen de Gemeente Amsterdam en de directie van de Waskaarsenfabriek en de afbraak daarvan in 1906... en een hele stroom nieuwe plannen.

Alle afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Oosterparkbuurt -4 - Witsenhuis

Eerst even Willem Witsen zelf. Hij werd geboren in 1860 en groeide de eerste jaren op in een huis aan de Prinsengracht (nr.530). Hij was de zoon van ijzerhandelaar Jonas Witsen, toen al man in bonus. Hij boerde zó goed dat de familie in 1867 het hoekhuis Westeinde-Nicolaas Witsenkade betrok. Niet voor niets die plek: Witsen was directe afstammeling van Nicolaas Witsen (1641-1717). Willem kreeg zijn opleiding aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten aan de Stadhouderskade. Hij kreeg contact met de groep der 'Tachtigers' die kind aan huis waren op het Westeinde. In 1881 verruilde Jonas Witsen het steeds drukker wordende Westeinde voor het buiten Ewijckshoeve (Lage Vuursche) en een vaste kern kunstvrienden van Willem volgde probleemloos. Een tweede ontmoetingsplek voor de kunstvrienden was het huis Oosterpark 82 waar Isaac Israels, George Breitner, Jan Veth ateliers hadden en literatoren als Lodewijk van Deyssel, Herman Gorter, Albert Verwey, Hein Boeken en J.C.Bloem werkten of veel kwamen. Witsen voegde wel in maar had ook eigen ateliers of deelde die met andere kunstenaars, zoals op de Oudeschans samen met Breitner. Ook had hij kamers in Londen. In 1890 leerde hij Betsy van Vloten kennen en het paar trad in het huwelijk en kreeg drie zonen. Witsen werkte toen in Haarlem.

Foto: Willem Witsen; 020apps.nl

Eind 1892 werd dat huwelijk weer ontbonden en Witsen leerde in 1895 Augusta Maria Schorr (Marie), de ex van zijn neef kennen die na haar scheiding woonruimte betrok in het pand Oosterpark 82. Witsen volgde haar in 1906 en trouwde met haar in 1907. Hij bleef echter veel buiten Amsterdam werken en ook zwierf het echtpaar langdurig door heel Europa. In 1911 kwam Witsen weer naar Amsterdam, gebruikte het atelier van Breitner en had tot 1914 een drijvend atelier van waaruit hij veel bekende werken maakte (zie afb). Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef het echtpaar langdurig in de VS. In 1921 kwamen zij terug naar Amsterdam waar Willem op 23 juli 1923 in het OLVG overleed ten gevolge van bronchitis.

Over de eigendomsverhoudingen voor het pand Oosterpark 82 bestaat weinig zekerheid. Voordat Witsen het in 1906 betrok, woonden en werkten er al kunstenaars, componisten, dichters en schrijvers, waaronder Witsen zelf (1891-'93). In 1940 liet de weduwe Witsen-Schorr in een testament vastleggen dat huis en inboedel naar de Staat gingen, wat er op wijst dat het intussen eigendom geworden was. Het werd in 1943 ondergebracht bij de Rijksdienst v/h Cultureel Erfgoed. De tekeningen, grafisch werk en foto's gingen naar het Rijksprentenkabinet. De correspondentie (1200 brieven) ging naar de KB in Den Haag.

Marie Schorr kon na Witsens dood het pand kopen, geholpen door een ruime erfenis. Al tijdens hun huwelijk was Witsen tot enige welstand gekomen door een erfenis na de dood van zijn vader in 1901. Jonas Jan Witsen had overigens vijf kinderen, waarvan Willem de jongste was. Het hele interieur van het huidige Witsenhuis kocht Willem stukje bij beetje bij o.a. kunsthandel Van Wisselingh. Marie zorgde ervoor dat alles bewaard bleef zodat het in 1943 naar de Staat kon. Op schilderijen van Witsen zijn dan ook diverse voorwerpen afgebeeld die in het huis terug te vinden zijn.
In het pand waren drie appartementen en natuurlijk de verdieping van de Witsens zelf op de eerste verdieping. De vloer daarvoor had Witsen zelf laten aanbrengen in het extra hoge beeldhouwersatelier, bedoeld voor Edouard Roskam die er echter nooit zijn intrek zou nemen.

Kunstwerken: RCE

Interieurfoto's: Wikipedia

Foto links: Sergé Technau/RKD

Stadsrietlanden -1 Baggerbergplaats

Een wat onderbelicht gebied in Amsterdam, dat door de eeuwen heen spectaculair van vorm veranderde, is de Stadsrietlanden met het aansluitende Zieke Water. Het was allemaal buitendijks land dat onbruikbaar werd door de stormvloeden van de 10de tot de 12de eeuw. Door de vloed liep het land regelmatig onder water..., zout water. Als nieuwe zeewering werd in de 12de eeuw de Sint Anthoniesdijk opgeworpen. Het Zieke Water werd een baggerbergplaats waar van de 16de tot de 18de eeuw de baggerspecie uit de stad en uit het IJ werd opgeslagen. Eerst achter een palenrij, later achter een zomerkade zoals op de kaart van Pieter Mol uit 1770 is te zien. Als je dat maar lang volhoudt wordt het vanzelf bruikbaar land.
Om een idee te krijgen hoe dat gebied er vandaag uitziet denkt u in plaats van het bovenste kaartje aan dat links: de Cruquiusweg, de Zeeburgerkade, het Nieuwe Entrepotdok en de woonwijken Veemarkt/Abattoir, Borneoeiland en Sporenburg.

Zompig buitendijks land hoeft niet onbruikbaar te zijn. Het leverde elk jaar riet voor diverse doeleinden en in het Zieke Water werd met succes gevist. Het Pietersgasthuis en het Buitengasthuis (Pesthuis) kregen het recht dit te verpachten, bij wijze van inkomsten. Met de Vierde Uitleg werden de Stadsrietlanden daarnaast in gebruik genomen door drie houtzaagmolens. Dat waren stoere balkenzagers, bovenkruiende stellingmolens gelegen aan een nieuw gegraven balkhaven. In 1660 opende De Hoop de rij, in 1662 volgde De Liefde en in 1664 tenslotte Het Fortuin. Veel later - in 1785 - zouden er nog twee paltrokmolens volgen aan een eigen nieuw gegraven balkhaven: het Vreelandsche Wapen en het Baambrugsche Wapen. Deze vijf houtzaagmolens moesten in 1878 verdwijnen voor de aanleg van een veemarkt met daarnaast een abattoir. Maar nu lopen we te hard.

Schilderij: houtzaagmolens in de Stadsrietlanden ± 1870 door Johannes Hendrik Veldhuijzen

In 1649 werd begonnen met het graven van de Nieuwe Vaart langs de Oostelijke Eilanden tot de geplande nieuwe omwalling. In 1675 kreeg de stad octrooi op het verlengde van die vaart tot de Zuiderzee. Het werd geen scheepvaartkanaal, tenminste niet naar de Zuiderzee want er was alleen een spuisluis aan het eind. Door het graven van het kanaal hoopte Amsterdam de eb- en vloedwerking aan de zuidkant van het IJ te herstellen... wat hopeloos mislukte.

Op de afbeelding links de Oosterbeer, de vaart (die heel wat minder breed is dan die binnen de stad) en de drie molens van hier boven.

Volgende week het Funen, de bolwerken en de vuilwatermolens.

De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: Daan & Daan -16

wee weken geleden was ik zomaar enthousiast over een modern kunstenaar. Nu ja, ook ik maak op mijn oude dag een culturele groei door, zullen we maar zeggen. De kunstenaar waar ook de raadplaat over ging, is André Volten. Als je informatie over deze artiest zoekt, zie je dat er complete fietstochten door Amsterdam bestaan die onderweg een tiental illustere constructies van hem aandoen (klik hier).
Dus pak de fiets. Goed in deze stilzittijd. Bij de NDSM-werf kenden ze André wel, hij was er tijdenlang lasser en ging daarna door het leven als kunstenaar, waarbij hij veel werkte met metalen. De NDSM-ers hadden lol in hem en hij kreeg een ruimte om zijn producten te ontwerpen (klik hier).
Als bedankje maakte hij een mooi kunstwerk (zie foto) voor bij de ingang,  zónder titel natuurlijk, want André vond een titel maar niets. Later raakte de constructie zoek! En nu we het er toch over hebben, er raken wel vaker kunstobjekten van deze harde werker zoek! Of ze zetten er een vuilcontainer naast! (klik hier)
Hoe zit het in zijn algemeenheid met kunst c.q. kunstenaars van kunstobjekten die de openbare ruimte sieren? En soms bijna de openbare ruimte, want een groot object dat in de voortuin of op de dakgevel staat van een bedrijf, valt natuurlijk ook de burger op. Als men het naleest zijn de protocollen over dit soort kunst niet overduidelijk en kan men ook niet veel, zowel vanuit de kunstenaar als vanuit de kunstminnaar of kunsthater.

Met beelden en schilderijen etc. die in een museum worden uitgestald is alles duidelijk..., het staat daar om door iedereen bekeken te worden en voor de eeuwige roem van de maker. Maar komen bedrijf of buurt of gemeente overeen dat daar en daar een beeld of wandschildering moet komen, dan komt het er gewoon en kunnen kunsthaters en omwonenden luidop protesteren wat ze willen, maar daar doe je weinig aan. Je leest wel in krantenberichten dat er in Apollobuurt-achtige buurten gelobby’d wordt en dat het hele projekt wordt afgeblazen omdat men het flut vindt of omdat men zeker weet dat de huizen eromheen sterk in waarde zullen dalen, waar ook weer een waarheid in steekt vooral als beelden op de rand balanceren van de wetten der zedigheid of haatoproep. Ikzelf kan me levendig voorstellen dat mensen jarenlang klagen over een fel zuurstokroze beschilderd oud pand dat je de godganse dag vanuit je keuken opdringerig ziet doen in de hoop dat het wordt overschilderd in een verdragelijke pastelgrijze tint. - wordt vervolgd -

Naschrift:
Wèl moet de kunstenaar mijns inziens nadenken over de kindveiligheid. Stalen H-balken vangen je lichaampje niet zo teder op! (klik hier)

NB:
Ik schrijf vandaag de column want Opa Daan, kleine Daan en Jelle zijn nog steeds op (werk)vakantie in Jelsum. Ze krijgen o.a. onderricht in het schilderen en reviseren van uilenborden waar Opa’s broer Niels in uitblinkt.

 

 

Oplossing raadplaat week 23 - 1:

 

 

Een door Alice Helenklaken vervaardigd Leeuwengezin dat de wacht houdt in de Leeuwenhoekstraat

Oplossing raadplaat week 23 - 2:

Gebouw Congo, waar o.a. de firma Crone was gehuisvest,
bevindt zich op de Nieuwezijds Voorburgwal 104 en heeft een
vrouwenfiguur op het dak dat is vervaardigd door
Willem Coenraad Brouwer.

 

Goede en bijna goede oplossingen kregen we van:

Anneke Huijser, Jos Mol, Mike Man, Ton Brosse en Anthony Kolder

De nieuwe raadplaat komt deze week van oma Matilde:

Waar?
Wie?
Wat?

Als je het weet, vertel het ons via deze link

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 21 juni 1920 - Vandaag is een uitsluiting afgekondigd voor de bouwvakken. Uitsluiting of lock-out is een begrip dat ongeveer het tegenovergestelde is van het stakingsrecht. De werkgever verbiedt zijn (of sommige georganiseerde) werknemers om deel te nemen aan het arbeidsproces. Bij een staking weigert de werknemer datzelfde. Bij een lock-out stopt automatisch de loonbetaling. Het is een schimmig juridisch spelletje dat ook de werkgever iets in handen moet geven bij een arbeidsconflict. Na WO2 werd de lock-out als middel door beide partijen erkend terwijl er nog steeds geen juridische regeling voor bestond. Bijna tegelijkertijd werd het middel niet meer door werkgevers toegepast, in elk geval niet meer ná 1968. Dat geldt niet voor het inhuren van tijdelijke werkwilligen, een middel dat nog steeds toegepast wordt.

De lock-out van deze maandag geldt voor de bouwvakken in Amsterdam en Rotterdam en zou later naar het hele land uitgebreid worden.

De link naar een website die meer over beide begrippen uitlegt, kunnen wij niet geven omdat die besmet is/was door een computervirus. Summier is iets op Wikipedia te vinden.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave