weekblad-logo

week 19-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Carol de Vries. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Hij vond deze noodwinkel op een brug. Zijn vraag is:

Welke gracht is dit?
Welke brug is dit? (of: voor welke straat ligt deze brug?)

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Deze foto is niet gedateerd in de Beeldbank maar moet uit de periode stammen dat de toerit naar de IJ-tunnel vorm gegeven werd. Wij zien hier de eerste huizen van de Rapenburgerstraat die op het hoekhuis na allemaal nog zullen verdwijnen. Dat hoekhuis was officieel Rapenburgerplein 10 maar kreeg na het gereedkomen van alle bouwactiviteiten het nummer 83.

Dit is niet de eerste keer dat café De Druif in deze quiz een rol speelt. In het jaarboek 2015 was er een hele aflevering aan besteed. Leest u nog eens na...

Goede oplossingen kwamen van Carol de Vries, Ria Scharn, Mike Man, Anneke Huijser, Han Mannaert, Jan Six van Hillegom, Maaike de Graaf, Dick van der Kroon, Robert Raat, Otto Meyer, Berry Feith, Harald Advokaat, Onno Boers, Hans Goedhart, Jos Mol, Hans Olthof, Ton Brosse, Frans Mulkens, Lyn Erisman, Hans van Efferen, Maarten Gaillard,

Fotoquiz: Paul's keuze

Deze keuzefoto betreft een locatie buiten de Singelgracht.

Paul is benieuwd of u dit toch wel bekende gebouw weet te plaatsen.

Welk gebouw is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Harry's keuze

Dat viel niet mee. Harry vond een foto van Zeeburgerdijk 182, het bekende café Koopmans. Een foto die niet zo bekend is als de onderstaande. Die kon niet gebruikt worden, ook al niet omdat de oplossing op de gevel staat.

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

In een verder aardig geconserveerde buurt staat dit pand al decennialang uit de toon te vallen. En al die jaren staan er dezelfde reclameteksten op, maar die hebben we nu juist weggehaald.

Waar is dit?
Welke firma maakt reclame op dit pand?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Voor de Westelijke Verkeersdoorbraak, bij ons beter bekend als de Raadhuisstraat, werd in 1894 vast de nieuwe brug #106 over de Keizersgracht gelegd, nog voordat de huizen gesloopt werden. De brug heeft tegenwoordig een naam: Niek Engelschmanbrug, genoemd naar Niek Engelschman, alias Bob Angelo, oprichter van het COC. De aanwezigheid van het homomonument voor de Westermarkt zal hier niet vreemd aan zijn. Lees hier meer over hem.
Dirk Fuite laat hieronder nog even zien wat er voor gesloopt werd.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Arjen Lobach, Carol de Vries, Anneke Huijser, Kees Huyser, Mike Man, Ria Scharn, Robert Raat, Dirk Fuite, Maaike de Graaf, Adrie de Koning, Ton Brosse, Harry Snijder, Erwin Meijers, Hans Olthof, Gerard Beerman, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

In een straat waar de meeste bebouwing gesloopt is en vervangen door nieuwbouw houdt dit hoekje stand. De vraag is:

Welke straat is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Als we nu zeggen: de Gouden Binnenbocht, gaat u dan een licht op? Dit is de Herengracht tegenover de Nieuwe Spiegelstraat, ook wel de Gouden Bocht genoemd.
Ook zonder corona kon het 100 jaar geleden zó heerlijk rustig zijn.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Carol de Vries, Anneke Huijser, Otto Meyer, Kees Huyser, Adrie de Koning, Ria Scharn, Jos Mol, Robert Raat, Harald Advokaat, Onno Boers, Mike Man, Ton Brosse, Fred van Kooy, Harry Snijder, Hans Olthof, Gerard Beerman, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd... en gekregen

Paul Graalman meldde als eerste de oplossing. Hij ontcijferde het firmaopschrift op een gevel links: van Duren en vond zo het adres Grote Houtstraat 10 in Haarlem. Hij checkte even via Street View en kwam op het beeld hieronder.

Erik-Jan Noomen, Harald Advokaat, Willem Blok, Hans Goedhart, Barry Feith, Mike Man en Emanuel Zegeling kwamen tot hetzelfde resultaat.

Opgelost!

redactioneel

De krullen van Amsterdam

Het was me wat met dat urineren op straat, tegen bomen, in de gracht, tegen huizen... Grote gebouwen waren het aantrekkelijkst: de waaggebouwen op de Nieuwmarkt en Botermarkt waren het beruchtst. Dat op de Nieuwmarkt moest op een gegeven moment beschermd worden omdat het metselwerk in ontbinding raakte. Tegen de Boterwaag werd in 1849 een urinoir geplaatst waarbinnen het al snel zozeer stonk dat de heren liever tegen de buitenkant urineerden. En de zedenmeesters maar ageren tegen deze 'flashende' manslui. In de PDF over Sarphati heeft u kunnen lezen dat deze overreed werd om op diverse plaatsen in de stad 50 'reukloze' urinoirs te plaatsen. Ze stonden aan de waterkant en hadden een vaste rioolbuis die boven het water uitmondde. Helaas voor Sarphati en Gemeente Amsterdam werden ze per omgaande gesloopt door vandalen. Sarphati verloor alle interesse en de Gemeente zat met de handen in het haar. W.A.Froger, inspecteur der PW (en architect van de Nederlandsche Bank op de Oude Turfmarkt en bedenker van het eerste plan voor het Noordzeekanaal), werd in 1855 aangesteld om een studie te maken hoe het probleem opgelost kon worden. Hij maakte een studiereis naar Parijs om te zien hoe ze het daar opgelost hadden.

Het bakkeleien met Sarphati's maatschappij duurde voort tot diens dood in 1866. De Gemeenteraad en B&W kwamen tot de conclusie dat zij het probleem zelf ter hand zouden moeten nemen, wilde er ooit nog een urinoir in de stad verschijnen. PW zelf kwam met een plan om 240 stuks te plaatsen. Het zoeken naar het juiste urinoir voor de publieke ruimte leidde tot vijf ontwerpen waarvan er zowaar in totaal 102 geplaatst werden. De voorloper van de dubbele krul verscheen als viermans-krul (foto) o.a. op het Rembrandtspleintje, het Koningsplein en het Rokin maar getuige deze foto uit een onbekend jaar ook op het Waterlooplein, vóór de Mozes en Aäronkerk. Er waren ook proeven met een houten omtimmering maar de plaatstalen versies kregen de voorkeur. Een grote doorbraak bracht in 1877 het ontwerp dat niet een stalen bak maar een hardstenen plaat gebruikte en dat zou de basis worden voor het definitieve ontwerp.

De grootste doorbraak was echter de permanente waterspoeling waarvoor een overeenkomst met de waterleidingmaatschappij nodig was. De Gemeente had weinig zin om al die kubieke meters te betalen en vroeg een speciale behandeling in het belang van 'de vooruitgang' en kreeg die ook na veel soebatten. Deze ontwikkelingen leidden in 1880 tot de plaatstalen urinoirs naar twee modellen voor een en twee personen die het tot in onze tijd zouden uithouden. Alleen de kostbare gietijzeren versiering bovenop sneuvelde op enig moment. Nog niet op de krul op het Amstelveld, zoals op de rechter foto van Bernard Eilers te zien is (detail).

In 1916 kwam een ontwerp van architect Van der Meij in productie. Dat rekende voor eens en voor altijd af met het probleem van de inkijk vanuit verdiepingen van dichtbij staande woonhuizen. Het was wel een massief obstakel geworden maar er zijn er toch veel van vervaardigd. Het merendeel werd in buitenwijken toegepast. Op de binnenplaats van Museum Het Schip in de Oostzaanstraat staat een voorbeeld opgesteld..., niet om te gebruiken maar om te bewonderen. Velen gaven echter de voorkeur aan de 'luchtige' krullen. En ook die werden waar nodig met een dakje uitgerust, wegens hetzelfde probleem.

In 1938 werd een gemeentelijke Urinoircommissie ingesteld, die als opdracht had alle klachten van omwonenden op te lossen. Daarin hadden zitting hoofdambtenaren van de Stadsreiniging, Publieke Werken en de Zedenpolitie. Er werd twee maal per dag schoongemaakt door speciaal daarvoor ontwikkelde reinigingsunits. Als er hardnekkige klachten bleven bestaan, werd het urinoir opgeruimd. Dat is nog eens daadkrachtig oplossen van problemen! In nieuwbouwwijken leerde men dat er beter gewacht kon worden met een urinoir plaatsen tot de buurt volledig ingericht en bewoond was. Nog steeds was vandalisme een groot probleem. Er werden na de oorlog nieuwe modellen geïntroduceerd, waarvan de betonnen variant nog wel iets van de krul weg had maar de modernste versie helemaal niets meer. De krullen houden het in de binnenstad nog steeds vol.

Zoals gebruikelijke komen alle afbeeldingen bij dit item uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

De Herschepping en wat eraan vooraf ging

Joodse families houden hun feesten graag buiten de deur, al of niet gedwongen door de onmogelijkheid de grote gezelschappen die ze bij dit soort feesten gewend zijn, in een woonhuis onder te brengen. In de oude Jodenbuurt waren tientallen zalen en zaaltjes voor dit doel, maar er was maar één 'Het Joods Bruiloftshuis' en dat stond aan de Houtgracht met het huisnummer 33. Op bovenstaande foto van Andries Jager staat het forse dubbelpand achter het contragewicht van de ophaalbrug. In 1875, niet ver na het nemen van de foto, kreeg het Joods Bruiloftshuis een nieuwe naam: De Herschepping. De naam is op een ingewikkelde manier afkomstig uit het Oude Testament. De bestemming verschilde niet veel dan de vorige: het werd een feest- en vergaderzaal. Niet alleen bruiloften werden er gevierd, ook Bar Mitswa's, enzovoort. Er waren ook concerten, vooral kamermuziek. Van de vergaderingen herinnert de columnist van het NIW - Jaap Meijer - zich de verhitte debatten van de prille arbeidersbeweging - en de richtingenstrijd daarin - en dat argumenten af en toe kracht bijgezet kregen door het 'hanteren' van meubilair.
Op de bouwtekening links en onderstaande foto van Jacob Olie uit 1891 zien we dat de voorgevel flink gewijzigd was. Er was dus iets meer aan de hand dan een simpele naamswijziging. Het gebouw is kennelijk weer gesplitst, waarbij de linkerkant in woonhuizen lijkt veranderd. Het extra grote raam is verkleind en heeft een balkon gekregen. Ook is boven de daklijst een timpaan verschenen met daaronder de tekst 'De Herschepping'.


In de crisisjaren ging het bergaf met De Herschepping, ook al door de concurrentie van nieuwere zalencomplexen als het Casino. In 1931 werd het gebouw gesloopt en de grond bleef, gezien de foto's van zelfs na de oorlog, nog lang braak liggen of misschien als onderstuk dienen. Pas met de herinrichting van de Jodenbreestraat verscheen op het grondstuk - omsloten door Jodenbreestraat, Houtkopersdwarsstraat en Waterlooplein - een groot appartementengebouw. Boven de ingang aan de Jodenbreestraat werd deze eenvoudige tekstplaat geschroefd die de herinnering aan De Herschepping levend moet houden.

Er staat op bovenstaande herdenkingsplaat een interessante opmerking over een synagoge. Waar kwam Het Joods Bruiloftshuis vandaan? De verbouwing van de voorgevel was niet de eerste van dit pand. De geschiedenis is lang en gevarieerd. Voordat het in 1875 door een particulier gekocht werd was het inderdaad een synagoge, de derde in Amsterdam van de Portugees-Joodse gemeente: Beth Jisrael. Die was ontstaan na een scheuring in 1618 in de eerste gemeente Beth Jahacob aan de overkant van de Houtgracht in het Huis Antwerpen. Om compleet te zijn: de tweede gemeente was Neve Sjalom in een synagoge op de plek waar nu de Mozes en Aäronkerk staat. In 1639, na drie jaar onderhandelen, werd de vrede getekend en voegden de drie gemeenten zich weer bij elkaar en hielden hun diensten in de synagoge van Beth Jisrael die door aankopen van aangrenzende panden flink uitgebreid werd. De gemeente nam ook een nieuwe naam aan: Talmud Torah ofwel overkoepelende leerschool. Het was in deze synagoge dat de banvloek over Baruch Spinoza werd uitgesproken en de rel woedde rond Uriel d'Acosta die net als Spinoza uit de gemeenschap werd verstoten. Het was de synagoge waar rabbi Menassah ben Israel stadhouder Frederik Hendrik en zijn gevolg toesprak toen die op bezoek was. Het was ook deze Talmud Torah die de nieuwe grote Portugese synagoge liet bouwen en in 1675 betrok. Op dat moment werd de oude synagoge aan de Houtgracht verkocht aan Caspar Fernandez Vega en werd evenementenzaal voor joodse bijeenkomsten waaruit Het Joods Bruiloftshuis is ontstaan. Wat we wel meteen kunnen vaststellen is dat de Talmud Torah groter was dan Het Joods Bruiloftshuis. Waren de twee linkse traveeën in 1875 afgesplitst, de twee rechtse werden al in 1675 afgestoten en vervangen door een pakhuis, zoals op de foto van Olie te zien is.

Op de tekening hierboven een hypothetische reconstructie door Henk Zandkuijl van de Talmud Torah. Klik hier voor de rest van de reconstructietekeningen en doorsneden. De etsen hieronder zijn in 1675 vervaardigd door Romeyn de Hooghe ter nagedachtenis aan de oude synagoge aan de Houtgracht. De eigenlijke synagoge lag achter het gebouw aan de straat en was toegankelijk door de poort onder het balkon. De galerijen (voor de vrouwen) waren toegankelijk via ingangen ter weerszijden van de poort. Als we tekeningen en foto's vergelijken stellen we vast dat er ook een extra verdieping op het gebouw kwam.

Op deze plattegrond van Balthasar Florisz uit 1625 staan de eerste drie synagogen van Vlooienburg gemarkeerd: 1 = Beth Jahacob 2= Neve Sjalom 3=Beth Jisrael. Uit deze plattegrond moge blijken dat de oervorm van de synagogen veel eenvoudiger (want schuilkerken) was dan bijvoorbeeld die in 1675 verlaten werden voor de grote nieuwe achter het Leprozenhuis. Deze plattegrond maakt onderdeel uit van de PDF 'Hoe Amsterdam Mokum werd'. Klik hier om te lezen.

Zoals gebruikelijke komen alle afbeeldingen bij dit item uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

nu we 't toch over het Waterlooplein hebben...

Wie van ons heeft niet uren zoek gebracht op de Waterloopleinmarkt? Maar weet u wel hoeveel moeite het de Gemeente Amsterdam heeft gekost die markt op gang te krijgen? En eigenlijk is dat nooit echt gelukt, het is altijd maar een tweedehands-markt gebleven. Dat was zeker niet de bedoeling van de overheid, het moest de vervanging worden van de talloze plekken in de Jodenbuurt waar week- en dagmarkten gewoon in de straten en op kaden plaatsvonden. Als eerste moesten de kramen van de Nieuwmarkt verdwijnen en de ruimte van de gedempte Hout- en Leprozengracht innemen. Die gingen in 1882-'83 dicht en leverden een ruim plein op dat in december 1883 de naam Waterlooplein kreeg.

Aan het water van beide grachtjes was sinds mensenheugenis markt gehouden: houtmarkt, stromarkt, vismarkt, groentemarkt, noem maar op. Zie maar op bovenstaande prent (Rijksmuseum). In deze buurt verzamelden de huisvrouwen elke dag opnieuw krakend vers voedsel op de dagmarkten, vis werd met kunst-en-vliegwerk levend gehouden in hobbelschuiten omdat ze geen dooie vis bliefden.
Vertel dan maar een marktkoopman dat hij van de ene op de andere dag moet verkassen naar een plek een kilometer verderop..., daar kwam heisa van. Ze weigerden en kregen het gedaan dat de maatregel ingetrokken werd. Wat heel langzaam wel lukte was het verdrijven van de sjacheraars die hun gebruikte spullen op handkar of op straat uitstalden en aan de man probeerden te brengen. Heel Uilenburg stond er vol mee, de Jodenbreestraat met alle zijstegen, de Zwanenburgwal, de Jodenhouttuinen..., geen doorkomen aan. Dat was de categorie handelaren die gedwongen werden naar het Waterlooplein te verhuizen. Zelfs standwerkers trof je er sporadisch aan. Die bleven op hun Amstelveld.

De verswarenhandel die uit de Jodenbreestraat verdreven werd zocht liever nog de Jodenhouttuinen op dan het Waterlooplein. Morrend bleef men zich verzetten tegen een verplaatsing en keerde zijn nachtspiegel uit wrok ook na de demping elke morgen op de verse aarde waar voorheen 'hun' gracht toch was. Maar eigenlijk was het nieuwe plein niet zo'n slechte plek, zeker niet toen het groener werd. Schoorvoetend kwamen er meer kramen op het Waterlooplein, zoals bovenstaande foto uit 1926 laat zien. Een tweedeling bleef er altijd: wat ooit Houtgracht was werd een redelijk volwassen dagmarkt, de voormalige Leprozenmarkt is altijd rommelmarkt gebleven. Tot de oorlog roet in 't eten gooide en de handel zonder afnemers kwam te zitten.

Zoals gebruikelijke komen alle afbeeldingen bij dit item uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

Column: Daan & Daan -14

leine Daan vindt het heerlijk om Mokumse beeldjes, gevelstenen, kunstobjekten etc. te bekijken en vast te leggen, zoals de oplettende lezertjes weten. Hij doet het nu al een tijdje en gaat er steeds meer plezier in krijgen. Voorlopig gaat hij er nog jaren mee door, denkt hij, want er lijken wel duizenden oogstrelende mokumdecoraties te zijn. Hij wil in de leer bij Opa, een authentieke Amsterdamse gevelverfraaier, en later wil hij via een opleiding met klei, steen e.d. leren werken en wellicht in de toekomst gevelbeelden restaureren en ontwerpen. Hij wil hierbij oog houden voor het verleden door studie en research, het moet wél allemaal kloppen! Daarnaast wil hij samen met Jelle bij Ajax; later wil hij voetballer worden, hetgeen Oma Matilde erg toejuicht, want die is - naast het vervaardigen van smeuïge appeltaarten, zoals iedereen weet - voetbalverslaafd.
Vandaag moest Opa voor Oma een lapje katoen ophalen bij de Boerenbonthal in de Albert Cuypstraat, een lapje met muzieknootjes erop; dat had ze nodig, want ze wilde een zomerjurkje maken voor haar vioolspelende nichtje Deborah. Veel beeldjes vind je hier niet, dacht Daan. Maar goed, in stadsdelen buiten het centrum hadden ze weer andersoortige kunstobjekten, zoals die ultralange rode bank van een paar weken geleden. 
‘Je moet wel goed speuren, Daan,’ zei Opa.

Daan keek goed om zich heen, maar zag niets belangwekkends. ‘Je weet het, een goeie gevelspeurder speurt ook in de hoogte, ha ha, dat heb ik je toch geleerd!’ Daan keek recht omhoog, en waratje, daar hingen tientallen driehoekjes waarop allerlei plaatjes stonden die met de Albert Cuypmarkt van doen leken te hebben. ‘En ’s avonds geven ze licht!’ zei Opa lachend. Daan maakte er snel wat fotootjes van.
Na het ophalen van de lap stof, scheurde Opa met Daan naar een ander buurtje. Opa wilde hem daar wat laten zien. Iets voor een raadplaat. Ze liepen langs de huizen toen Daan bij een aantal huizen een ingemetselde steen zag. Er kwam een klein Indonesisch mannetje voorbij die er lol in had dat Daan zo enthousiast naar de gevelstenen keek. ‘Selamat siang anak muda,’ zei het mannetje.’ ‘Kamu suka itu ? Kapal Indonesia asli.’ Daan keek Opa vragend aan. Opa zei: ‘Hij vraagt of je het mooi vindt, het is een échte Indonesische boot.’ Het mannetje - dat zich voorstelde als meneer Hariyanto - lachte, hij kende Opa zeker. Ze zetten het gesprek voort in het Nederlands. Daan maakte van elke steen een foto en besloot de steen van het Indonesische mannetje, dat daar bleek te wonen, tot raadplaat te promoveren. ‘Selamat tinggal, ik zal op 9 mei op de site kijken!’ ‘Afgesproken,’ zeiden de Daantjes.

De nieuwe raadplaat voor week 19: Als u het weet: klik hier

De oplossing van de vorige raadplaat:

De Glasemakerswinkel
Antoniesbreestraat 140

Onderdoorgang naar ‘Het Pentagon

 


Goede oplossingen kregen we van:
Kees Huyser, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Peter Makkes, Jos Mol, Mike Man, Anthony Kolder en Hans van Efferen.

 

Hieronder een foto (links) van Jos Otten, een collega van opa Daan. Hij is op de foto net bezig aan de steen van de quizvraag. Rechts een collega van hem: Wil Abels (rechts) die met hetzelfde werk bezig is maar ook nog heel ander restauratie-schilderwerk onderhanden neemt.

 

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 10 mei 1920 Feestelijke opening van het eerste Mahlerfeest in Amsterdam. Het vorige week gememoreerde jubileum van dirigent Mengelberg is aanleiding geweest voor het organiseren van dit feest dat tot 21 mei zal duren. Mahler was twee maal te gast in Amsterdam op invitatie van Mengelberg en werd zeer tegen zijn zin gedwongen bij de Mengelbergs te logeren terwijl hij liever in het American Hotel had verbleven. Maar geen kans om te ontsnappen, hij werd van de trein door het echtpaar opgehaald en naar hun huis getransporteerd. Dit Mahlerfeest is helemaal opgezet door Mengelberg, meer nog ter meerdere glorie van hemzelf dan die van de componist. Terecht is eerder gesteld dat Mahler nooit zo'n beroemd componist was geworden zonder de adoratie van Mengelberg. Te veel eer? Wie zal het zeggen?! Mahler zelf was niet aanwezig, hij overleed immers in 1911.
Dirigeerden tijdens het tweede Mahlerfeest in 1995 een keur aan internationale dirigenten de negen symfonieën, in 1920 nam Mengelberg zelf ze allemaal voor zijn rekening..., een marathon. Het derde Mahlerfeest dat dit jaar zou plaatsvinden, gaat vanwege de coronacrisis niet door. Of dit een afstel of uitstel wordt, zal de tijd leren.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave