week 23-2020 |
||||||||||||
Fotoquiz snelste |
||||||||||||
De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anthony Kolder. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Hij bekende dat hij net iets zat te smikkelen toen het onderwerp van de nieuwe opgave hem te binnen schoot. De vraag is: Welke straat is dit?Oplossingen via deze link Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Oplossing vorige week |
||||||||||||
Een paar aanknopingspunten waren er wel: pakhuizen in de achtergrond, een markt en een hoog gebouw van waaruit deze foto gemaakt werd. Dit koste weinig moeite: we kijken vanuit het gebouw van BOAS naar de Nieuwe Uilenburgerstraat met zijn zondagse rommelmarkt met ijzerwaren en gereedschappen, fietsen, enzovoort. In de achtergrond de achterkanten van pakhuizen aan de Oudeschans. Links achter de marktkramen nog net een deel van het badhuis op de hoek met de Houtkopersburgwal. Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Goede oplossingen kwamen van Anthony Kolder, Anneke Huijser, Fanta Voogd, Maarten Gaillard, Katje Kronenberg, Jos Mol, Han Mannaert, Patrick Nieuwenhuis, Paul Graalman, Robert Raat, Adrie de Koning, Mike Man, Hans Goedhart, Arjen Lobach, Bert Brouwenstijn, Otto Meyer, Maaike de Graaf, Hans Swart, Hans van Efferen, Ton Brosse, Hans Olthof, |
||||||||||||
Fotoquiz: Anja's keuze |
||||||||||||
Deze keuzefoto betreft een locatie buiten de Singelgracht. Anje vond deze foto van een toen nog solitair staand gebouw dat vandaag helemaal ingebouwd staat in een buurt met niet eens zó riante straten. De vragen zijn: Wat is het adres van dit gebouw?Waartoe diende dit gebouw?Oplossingen graag via deze link Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Oplossing: Jos' keuze |
||||||||||||
Rechts achter de bomen staat het kantoorpand van de Gooise Stoomtram Mij op de Middenweg 65-67. Achter dit pand stond de werkplaats, annex remise waar de wagons in onderhoud waren en gestald werden. De tram reed vanaf 1881 van het Weesperpoortstation via de Middenweg naar Diemen, Muiden, Naarden en verder naar Gooise dorpen als Laren, Huizen, Blaricum en Hilversum. Vanwege de vele ongelukken kreeg de lijn de bijnaam 'Gooische Moordenaar'. Ook het pand werd in 1881 gebouwd door een onbekende architect. Foto's: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Gelijk met het opheffen van station Weesperpoort (1939) werd ook de Gooise Stoomtram opgeheven en vervangen door een busdienst. Lees meer... en ook hier... |
||||||||||||
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Robert Raat, Mike Man, Adrie de Koning, Ria Scharn, Hans Goedhart, Otto Meyer, Olaf Horn, Henk Swart, Fred Slagman, Maaike de Graaf, Hans van Noort, Han Mannaert, Hans van Efferen, Ton Brosse, Hans Olthof, |
||||||||||||
Heeft u ook een opvallende foto gevonden? |
||||||||||||
Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen! |
||||||||||||
Fotoquiz Wat? Waar? |
||||||||||||
U kent ze nog wel, recente foto's die Carol de Vries tijdens een van zijn tochtjes met zijn sloep maakte. Foto's dus van onderwerpen die vandaag nog steeds te zien zijn maar dan alleen vanaf het water. De vragen bij deze foto zijn: Waar is dit?Boven de ingang zit een naamsteen van het gebouw of de (oorspronkelijke) gebruiker. Welke tekst/naam staat op de steen?Laat het ons weten via deze link Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Oplossing vorige week |
||||||||||||
Dit gebouw staat in de Plantage Middenlaan 4a en was achtereenvolgens in gebruik als:
Foto's: Stadsarchief Amsterdam Onder: interieur Rika Hopper Theater |
||||||||||||
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harry Snijder, Anneke Huijser, Jan van der Hoeve, Anthony Kolder, Otto Meyer, Robert Raat, Mike Man, Ria Scharn, Carol de Vries, Jos Mol, Adrie de Koning, Fanta Voogd, Hans Goedhart, Cor van Duinen, Wim Huissen, Maarten Helle, Kees Boas, Fred Slagman, Maaike de Graaf, Hans Swart, Hans van Noort, Paul Graalman, Han Mannaert, Hans van Efferen, Ton Brosse, Hans Olthof, |
||||||||||||
Met de camera op pad... |
||||||||||||
En weer is het niet moeilijk maar het is wel een vreemd beeld dat u vandaag niet meer aan zult treffen. Welke straat is dit?Wat is de kijkrichting?Oplossingen graag via deze link Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Foto van vorige week |
||||||||||||
Deze foto wordt uitdrukkelijk gedateerd op 1863 t/m 1879. Dat laatste jaartal was het moment dat een aantal kaden in de stad gezamenlijk Prins Hendrikkade werden. Voor die tijd heette deze kade Haringpakkerij en daar kijken we naar. Op moment van fotograferen was de kade nog helemaal in gebruik bij een aantal beurtvaarders en stond soms helemaal volgepakt met vaten, kisten en rollen materiaal om te vervoeren of verder te distribueren. Vandaag is de kade ingenomen door rondvaartboten en eronder bevindt zich een parkeergarage. |
||||||||||||
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harry Snijder, Anneke Huijser, Rob Philip, Anthony Kolder, Jos Mol, Robert Raat, Ria Scharn, Carol de Vries, Adrie de Koning, Hans Goedhart, Otto Meyer, Willem Blok, Mike Man, Fred Slagman, Jan Six van Hillegom, Maaike de Graaf, Han Mannaert, Hans van Efferen, Ton Brosse, |
||||||||||||
Hulp gevraagd... |
||||||||||||
In 1918 schoot iemand van Bouw- en Woningtoezicht deze foto van een oude bebouwing naast reeds nieuwbouw. Ongetwijfeld diende deze schuur gesloopt te worden, misschien wel in opmaat naar de annexatie van 1921. Onbekend is de locatie en dat is wat we willen oplossen. Niet eenvoudig, toegegeven. Als u weet waar dit is, laat het ons weten via deze link |
||||||||||||
redactioneel |
||||||||||||
Hoog water |
||||||||||||
Voordat u gaat zwelgen in de kleurrijke verhalen over de oppermacht van het 17de-eeuwse Amsterdam, navel van de wereld... niet overal was de stad zo machtig, bijvoorbeeld niet tegen natuurgeweld en simpele maar onomkeerbare natuurkundige processen. Wij berichten meermaals over de stinkende grachten, vooral bij warm weer, een gevolg van onvoldoende doorstroming van het stadswater. Het was de stank van rotting, een deel van de organische stof in het grachtenwater werd door bacteriën met zuurstof geoxideerd tot kooldioxide en water. Een tweede probleem dat de stad met enige regelmaat trof was hoog water, bijv. door de combinatie van vloed en springtij. |
||||||||||||
Tot de stad hier iets tegen deed - wat een vermogen heeft gekost - stroomde het IJ-water elke dag twee keer de stad binnen als gevolg van eb en vloed. De Zuiderzee had immers een open verbinding met de Noordzee? Normaal was dat geen probleem, daar was de stad op ingericht. Bij springtij echter was de waterstand decimeters hoger dan 'normaal' en kreeg de stad last van natte voeten. Eerst steeg het water in het Damrak en stroomde het water de Dam op. Vervelend werd het als het water tot de kruin van beide rivierdijken steeg, de Warmoesstraat en de Nieuwendijk. Het water liep over de dijken naar de lagere delen van de stad er direct achter. Kelders en de lagere kamers van de huizen stroomden vol. Opgeslagen goederen en huisraad raakten doornat en bedierven als het te lang duurde. Daar werden huizen ook op gebouwd, dat is de reden waarom bel-etages hier zo populair waren. In pakhuizen werden de kwetsbare goederen op bovenverdiepingen opgeslagen. Een opsomming van kleine rampjes... |
||||||||||||
Een NW-storm op 23 januari 1609 stuwde het water het Damrak binnen waardoor het over de Warmoesstraat de stad inliep. Vooral van de buitendijkse pakhuizen achter de Warmoesstraat stonden kelders onder water. Toen ook nog de St.Anthoniesdijk doorbrak stroomde van die kant dezelfde wijk ook nog onder waardoor de wateroverlast die van de Allerheiligenvloed (1570) overtrof. De winter daarop (1610) gebeurde nog eens hetzelfde doordat het water ook over de Zeedijk de stad binnenstroomde. Vooral de huizen langs de noordkant van de burgwallen stonden blank. |
||||||||||||
In september 1621 weer een NW-storm die vooral huishield in Haarlem en Velzen maar ook het stadswater in Amsterdam zozeer liet stijgen dat er grote wateroverlast heerste. Het doorbreken van de Velserdijk biedt de stad uiteindelijk soelaas. In 1625 is het wel raak; de hoge waterstand in de stad houdt meer dan 14 dagen aan en de schade is zó groot dat zowel Commelin als Wagenaar ze in hun kronieken vermelden. Binnen- en buitenwater stond even alarmerend hoog en "geen sluis die nog dienst kon doen." Kerstnacht 1637 stroomde het water met geweld de stad binnen en de volgende dag voeren schuiten door de straten. Nog heviger was de watersnood van 4 op 5 maart 1651. Dit was de stormvloed die de net drooggemaakte (tek.onder) Watergraafsmeer weer onder water zette maar ook heel Amsterdam overstroomde. |
||||||||||||
Burgemeester Joannes Hudde hakte de knoop door en ontwierp een 'Deltaplan' voor Amsterdam. Het grote gevaar kwam steeds vanuit 't IJ en daarom moest er een stormvloedkering komen langs de gehele IJ-oever. Gaten werden afgesloten door dammen met een schutsluis om het verkeer niet te zeer te hinderen. Die sluizen werden beveiligd door dubbele vloeddeuren. De oever tussen de dammen, overeenkomend met de huidige Prins Hendrikkade, werden verhoogd. Het project nam jaren in beslag en werd in 1682 officieel afgerond. Daarmee was de kous nog niet af; ook steden en dorpen buiten Amsterdam werden min of meer gedwongen of overreed maatregelen te nemen die de waterstand in 't IJ regelden, iets dat in 1683 afgerond werd. Daar danken wij de stenen met 'Zeedijks hoogte' (foto) aan. De dijken langs de Zuiderzeekust van Diemen en Muiden moesten versterkt worden om rampen als in 1651 te voorkomen. Als een gemeente dat niet zelf kon, stak Amsterdam een hand uit. |
||||||||||||
Amsterdam breidde zich uit en er ontstonden woon-/werkbuurten buiten de net aangelegde waterkering, bijvoorbeeld de Oostelijke en Westelijke Eilanden. Die bleven belaagd worden door hoog water. Berucht is de watersnood van 1775 die ook nog op een enkele plaats door de zojuist gememoreerde waterkering brak (Martelaarsgracht). |
||||||||||||
Alle foto's bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven. |
||||||||||||
Oosterparkbuurt -2 Elisabeth Otter-Knoll Stichting |
||||||||||||
Veel aandacht hebben wij besteed aan 17de- en 18de-eeuwse hofjes in Amsterdam en veel minder aan 19de- en 20ste-eeuwse hofjes. Nog wel over beide Constantiahoven in de Jordaan omdat daar een paar welbekende namen achter schuil gingen die veel tam-tam maakten rond hun 'goede werken'. Stilletjes verrees er in de Oosterparkbuurt een groot hof voor 55-plus dames van goede huize die buiten hun schuld moeite hadden rond te komen, meestal weduwen. En dat allemaal uit de nalatenschap van één vrouw: Elisabeth Otter-Knoll (1818-1900). Zij werd geboren in Utrecht als dochter van een legerofficier en een hofdame. Zij trouwde in 1847 met de scheepsmakelaar en -assuradeur Adolph Otter die toen al steenrijk was en op de Kloveniersburgwal 97 woonde. Bij zijn overlijden in 1858 was Elisabeth erfgename met de opdracht uit de erfenis een bejaardenhuis voor scheepskapiteins te stichten. Omdat het met de scheepvaart na 1860 bergaf ging en er helemaal geen behoefte was aan nog een huis voor zeevarenden liet Elisabeth het plan varen. Schilderij: Elisabeth Knoll door Jozef Isaels; bron: Wikipedia |
||||||||||||
Zij sloot een verstandshuwelijk (onder huwelijkse voorwaarden) met de predikant Hendrik Luëssen uit Wijk-aan-Zee maar bleef zelf in Amsterdam wonen. Zo'n huwelijk dus. Elisabeth ging zuinig om met de erfenis en kreeg er van familieleden nog een paar bij. Zij belegde dat in vastgoed en verstrekte hypothecaire leningen. De stapel werd dus alleen maar groter. Zij was één van degenen die in de nieuwe Oosterparkbuurt grond kochten, o.a. een groot terrein aan het Eikenplein. Beide huwelijken bleven kinderloos zodat er geen directe erfgenamen waren. In 1886 maakte zij haar testament op waarin stond dat zij een groot deel van haar vermogen wenste te besteden aan goede werken. Zij richtte naar de wil van haar eerste echtgenoot een stichting op die onderdak en verzorging zou regelen voor minvermogende of gebrekkige kapiteins der koopvaardij. Deze Fortgens-Otterstichting zou na de dood van Elisabeth het pand op de Kloveniersburgwal verbouwen voor dit doel. De exploitatie werd bekostigd door de Elisabeth Otter-Knoll Stichting, eigenaar van een nieuw te bouwen opvanghuis voor weduwen, ongehuwde of buiten eigen schuld gescheiden dames uit de eerste standen waar tot dat tijdstip geen ondersteuning voor georganiseerd was. Knap bedacht allemaal en tijdens haar leven werd er nog geen cent besteed. Elisabeth Otter-Knoll overleed op 20 november 1900 en werd op Zorgvlied begraven. Het grafmonument door beeldhouwer G.W.Harmsen is onlangs tot rijksmonument verheven. |
||||||||||||
Wat stond er in het testament? Voor welke dames de stichting zich zou inzetten is hier boven al duidelijk gemaakt. De stille armoede van de bedoelde dames had Elisabeth al haar hele leven gestoken. Het gesticht dat zou worden gebouwd zou 17 dames herbergen, op elke 10 protestantse dames zou één katholieke opgenomen mogen worden. Door uitbouw zou het aantal later groter kunnen worden. De dames moesten ƒ500 entreegeld betalen en een eigen inkomen van minimaal ƒ500 per jaar hebben. Van de stichting kregen zijn jaarlijks nog eens ƒ500 voor gebruik naar eigen inzicht. Kost en inwoning waren gratis. Het entreegeld was duidelijk een drempel die moest zorgen dat de juiste categorie dames binnenkwam. Ze genoten optimale vrijheid om hun tijd zelf in te delen en er werden geen werkzaamheden voor de stichting van de dames gevraagd. Beide stichtingen dienden binnen twee jaar na het overlijden van de erflaatster de eerste bewoners te huisvesten. |
||||||||||||
Er wordt maar weinig gesproken over de stichting die het huis op de Kloveniersburgwal moest ombouwen tot een tehuis voor zeekapiteins die - door wat voor oorzaak ook - niet zelfstandig konden wonen, vaak door ongelukken aan boord. |
||||||||||||
Ook de stichting voor het dameshuis maakte geen haast en dat niet steeds door eigen schuld. Meteen na het bekend worden van het testament van Elisabeth vocht een familielid van de eerste echtgenoot het aan, kreeg van de rechter gelijk en moest uitbetaald worden. Dat sloeg een flink gat in de begroting. In 1905 begon de bouw maar veel haast werd er niet gemaakt. Door een langdurige staking liep de bouw zoveel vertraging op dat die overwinterde voordat er een dak op lag. Gevolg was een enorme waterschade die niet zo snel opgelost was. Toen het gebouw eindelijk opgeleverd werd, besloot de stichting het eerst droog te stoken tot het vocht uit de muren verdwenen was. Dat vergde twee hele jaren zodat de eerste dames pas in 1912 konden intrekken. De kranten hadden zich afgevraagd waarom de bouw zo lang moest duren en vroegen hardop of het geld soms op was. |
||||||||||||
De hoofdingang werd gesitueerd aan het Eikenplein en kreeg het huisnummer 2. De vleugels lagen aan de 2e en 3e Oosterparkstraat. De stijl is iets tussen neo-renaissance en neo-gotiek met een vleugje art-nouveau. Het gebouw bestond uit twee woonverdiepingen. Rond de ontvangsthal waren kantoor, woning van het directie-echtpaar, vestibule en regentenzaal. De wooneenheden van de dames waren in de vleugels en leken niet erg op de onderkomens van 17de-eeuwse hofjes. Het waren comfortabele appartementen met zit- en slaapkamer, eigen toilet en wastafel met warm water, cv en bergzolder onder het dak. De dames gebruikten gezamenlijk enkele badkamers. Het hele gebouw was onderkelderd waar keukens, provisieruimte, cv-installatie en kolenhok waren. |
||||||||||||
Hoofdgebouw en vleugels omsloten een riante binnentuin met overdekte wandelgang die met grote ruiten van de buitenlucht was afgesloten. De gemeenschappelijke ruimten, eetzaal, leeszaal en conversatiezaal, zijn gescheiden door wegneembare wanden die opengeschoven tot een grote zaal voor evenementen of waar een feestmaal georganiseerd kon worden. Interieurfoto's onder en boven: T.J.Krijgsman |
||||||||||||
In 1923 werd - zoals hierboven al gezegd - het tehuis op de Kloveniersburgwal opgeheven en de zolderverdieping van het huis aan het Eikenplein uitgebouwd voor de kapiteins, ten koste van de bergruimte der dames. Er waren wel degelijk geldproblemen! Door de Eerste Wereldoorlog veranderden de omstandigheden in de wereld in rap tempo. Door de inflatie werd liggend geld minder waard, wat niet alleen de stichting merkte maar ook de renteniers die elk jaar minder te besteden hadden. De twintigste eeuw leverde niet alleen de 'nieuwe rijken' op maar ook de 'nieuwe armen'. Voorzieningen voor armen verdwenen en nieuwe kwamen die op een nieuwe manier gefinancierd werden. De Elisabeth Otter-Knoll Stichting moest snel overschakelen wilde ze blijven bestaan. En dat deed ze. |
||||||||||||
Een van de bekendste inwoners ooit is Rosa Spier geweest. Zelf uitvoerend kunstenaar zou in haar naam net zo'n soort bejaardenhuis opgericht worden, maar dan voor kunstenaars: het Rosa Spierhuis. |
||||||||||||
Foto boven: EOKS Alle foto's bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven. |
||||||||||||
In de herhaling: Herengracht 571-581 |
||||||||||||
Coöperatieve huizenbouw Herengracht 571-581 Op nummer 573 (rode banieren) het (zojuist gesloten) Tassenmuseum Hendrikje. Van dit item werd een aflevering van het jaarboek 2015 gemaakt. U leest veel meer over deze huizenrij in die aflevering. Hieronder de tekening van Caspar Philips in zijn Grachtenboek. Daar onder een fotomontage van recente foto's die Erwin Meijers voor zijn amsterdamsegrachtenhuizen.nl maakte. |
||||||||||||
|
||||||||||||
Column: Daan & Daan -16 |
||||||||||||
e Andijkse kunstenaar André Volten, tja, een modernist of postmodernist of constructivistische sculptuurschepper of hoe je het wilt noemen; ach, heel Amsterdam volzetten met Hildo Krop of met Hildo-Krop-Achtige - min of meer socialisme-uitwasemende - betonnen mannetjes..., dan ben je blij dat er weer eens wat nieuwe kunst-innovatoren aan het hoofdstedelijk firmament opduikelen. Ik ben vaak benieuwd naar de betekenis en voorgeschiedenis van zo iemand en daar ‘God Google’ - de ‘Altijd Aanwezige’ - acuut uitkomst biedt, is het heerlijk en leerzaam even zo’n naam te koekelen. |
Volten was in de kunstwereld in het tijdperk na de oorlog erg geliefd en heeft internationaal artiesten geïnspireerd tot aan Barnett Newman - U weet wel, die man van ‘Who ‘s is afraid of Red, Yellow and Blue?’ - toe. |
|||||||||||
Twee nieuwe raadplaten: De vragen bij die van Margriet zijn: Wie maakte dit kunstwerk?Waar slaapt het?Als u het weet, meldt het ons via deze link |
||||||||||||
De vragen bij die van Oma Matilde zijn: Waar staat dit beeld?Wie maakte het?Wat weet je van het gebouw?Als u het weet, meldt het ons via deze link |
||||||||||||
Oplossing Daanraadplaat week 19
By the way: De dichter Bert Schierbeek schreef er een gedicht over.
Goede en bijna goede oplossingen kregen we van: Kees Huyser, Jos Mol, Anneke Huijser, Carol de Vries, Anthony Kolder, Otto Meyer, Adrie de Koning, Mike Man, Hans Olthof en Bernadette Vermeulen Windsant |
||||||||||||
Deze week honderd jaar geleden |
||||||||||||
Dinsdag 8 juni 1920 - Demonstratieve staking in verband met de behandeling van het wetsontwerp Nadere voorzieningen tot bestrijding van revolutionaire woelingen in de Tweede Kamer. De oproep tot revolutie door Troelstra in 1918 heeft een lange nasleep voor de SDAP, ook al is duidelijk dat Troelstra buiten de partijlijnen handelde. De SDAP staat landelijk tot kort voor de Tweede Wereldoorlog politiek buitenspel als onbetrouwbare partij. Ook buiten de politiek is er antwoord door oprichting van de Bond van Gezagsgetrouwen. In 1919 leidt de revolutiepoging tot de vorming van de Vrijwillige Landstorm die opgeroepen kan worden bij woelingen. Dat korps telt spoedig bijna 100.000 leden en bestaat tot mei 1940. In 1920 leidt de misrekening van Troelstra zelfs tot een wetsontwerp waarbij o.m. opruiing strafbaar wordt gesteld. De SDAP kronkelt in duizend bochten om de goodwill terug te winnen, zonder veel succes. Het partijcongres zweert geweld om de doelen te bereiken af en beperkt zich tot democratische middelen. Ze boycot de stemmingen over de komende wet, wat hoogstens een averechts effect heeft. Ook een demonstratieve staking in Amsterdam zet geen zoden aan de dijk. De wet wordt op 28 juli 1920 van kracht. |
||||||||||||
Oude afleveringen |
||||||||||||
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar. |
||||||||||||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | wk01 | wk02 | wk03 | wk04 | wk05 | wk06 | |
wk07 | wk08 | wk09 | wk10 | wk11 | wk12 | wk13 | wk14 | wk15 | wk16 | wk17 | wk18 | |
wk19 | wk20 | wk21 | wk22 | wk23 | wk24 | wk25 | wk26 | wk27 | wk28 | wk29 | wk30 | |
Aanmelden voor deze digitale uitgave - Afmelden voor deze digitale uitgave |