weekblad-logo

week 44-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Jan van Veen. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Jan toont hier een eigen foto en wil het precieze adres van deze twee pandjes van u weten.

Wat is het adres van deze pandjes?

Oplossingen via deze link

Foto: Jan van Veen

Oplossing vorige week

 

Dit is een foto van een van die korte straatjes in de Jordaan. In dit geval is het de Gietersstraat tussen Tichelstraat en Lijnbaansgracht. Het huisnummer van de laagbouw met stoep is nr.8. De Gietersstraat dankt zijn naam aan de geschuts- en klokkengieterij die hier op de hoek van de Lijnbaansgracht stond. De prent hieronder geeft daar een beeld van.

Foto en prent: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Jan van Veen, Han Mannaert, Robert Raat, Jos Mol, Mike Man, Bert Brouwenstijn,

Fotoquiz: Wim's keuze

De keuzefoto's betreffen locaties buiten de Singelgracht.

De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Hans' keuze

We kijken hier over de Kostverlorenvaart naar de overkant waar nu de De Wittenkade is (zie foto onder) maar ten tijde van fotograferen allemaal werven tot aan het water. De huizen erachter staan in de De Wittenstraat en de kerk is de Nassaukerk (Prot.; 1926-'27) van architect Krijgsman.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Maarten Helle, Harald Advokaat, Maaike de Graaf, Willem Blok, Ria Scharn, Jos Mol, Adrie de Koning, Han Mannaert, Robert Raat, Dirk Fuite, Harry Snijder, Anneke Huijser, Ron Huissen, Wim Huissen, Mike Man, Anthony Kolder, Bert Brouwenstijn,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

 

Amsterdam maar weer eens in feesttooi, geen idee waarvoor. De vragen zijn:

Waar staat de fotograaf?
Welke straat aan de overkant kijken we in?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

De rijtoer maakte koningin Wilhelmina met haar kersverse gemaal Hendrik t.g.v. hun huwelijk in 1901. De tocht ging hier door de Leidsestraat en passeerde net de brug over de Keizersgracht (#43). Het hoekhuis waar de tekst C. Fortmann op staat, is het pand van Metz&Co. Vergelijkt u maar met de onderstaande foto.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto onder: Annemieke van Oord-de Pee/SAA

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Adrie de Koning, Arjen Lobach, Jos Mol, Maaike de Graaf, Otto Meyer, Ria Scharn, Anneke Huijser, Robert Raat, Harry Snijder, Mike Man, Han Mannaert, Ton Brosse, Anthony Kolder, Bert Brouwenstijn,

Met de camera op pad...

Dit lijkt al een stuk jonger dan de foto van vorige week maar ook deze foto is meer dan een eeuw geleden gemaakt. Er zijn zowaar nog heel wat geveltjes bewaard gebleven. De vragen zijn:

Welke straat is dit?

Er is een brug te zien in de verte.

Over welke gracht ligt die brug?

Oplossingen graag via deze link

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Dit pand lieten we eerder zien, maar dan recht tegen de voorgevel aan gezien. Het gaat hier om het hoekhuis Oudezijds Achterburgwal 201-Rusland 2, het rijk versierde woon-/pakhuis van Hendrik Kuiper die ook daadwerkelijk kuiper was. Hij kocht het pand in 1670 en liet het in deze staat verbouwen. De jaarsteen "1673" heeft dus betrekking op de verbouwing.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Gevelsteen: VVAG

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Adrie de Koning, Maaike de Graaf, Anneke Huijser, Robert Raat, Jos Mol, Mike Man, Ton Brosse,

Hulp gevraagd...

 

Deze foto, die nog niet gelokaliseerd is, werd door Jacob Olie gemaakt. We weten dat hij ook regelmatig in andere steden en dorpen fotografeerde en dit lijkt er zo een.

Waar is dit?

U kunt de foto weer klikken voor een grotere afbeelding in de Beeldbank.

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

De hint naar de stoomtram was doorslaggevend. De Gooise moordenaar reed in diverse stadjes door de bebouwde kom, maar dit keer was het de Waterlandse tram. De foto betreft het Noordeinde in Monnickendam waar de halte precies voor hotel De Posthoorn was. Speciaal voor de trampassagiers liet het hotel een luifel aanbrengen in de hoop dat ze ook wat verteerden tijdens het wachten. Deze luifel is op tientallen foto's herkenbaar.
De molen is een korenmolen die tot 1894 aan de noordrand van de stad stond en in het verlengde van het Noordeinde te zien was. De molen kwam door een brand aan zijn einde. Zie ook: Molendatabase.org nr.1393.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Zie ook:

Hulp kwam van Rob Philip, Paul Graalman, Eric-Jan Noomen, Robert Raat, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Hans Terpstra, Mike Man,

en dan toch weer zoekplaatjes.nl

De hulpvraag van week 41 had geen resultaat en daarom is de foto aan Zoekplaatjes.nl voorgelegd... en opnieuw met succes. De dames en heren waren er snel uit dat dit wel degelijk Amsterdam is, gezien de hijsbalken. Als u de discussie en zoektocht wilt volgen, kijkt u op de betreffende pagina.
Het gaat om een rijtje huizen dat voor het City-theater moest wijken, de huisnummers op de foto zijn Lijnbaansgracht 250-251-252 v.l.n.r. Overtuigend bewijs werd gevonden in de Beeldbank zelf. Van de twee rechtse panden bestaan architectentekeningen van verbouwingen. Die van het middelste pand nr.251 vindt u hier. Die van het rechtse pand nr.252 hier.
En dan is er nu een foto bij.

De Lijnbaansgracht ter plaatse is in 1914 gedempt en hier bevindt zich nu het Kleine-Gartmanplantsoen. De huizen zijn in 1933 gesloopt dus waren de huizen van de foto tijdelijk genummerd als Kleine-Gartmanplantsoen 9-11-13.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Onder: De toppen van de gevels op een panoramafoto (SAA). Het telefoonrek is hierop duidelijk herkenbaar

Het dubbel-pakhuis werd gesloopt en als nr.7-9 herbouwd. Het neo-renaissancegeveltje op nr.11 werd met twee verdiepingen verhoogd tot het in 1932 in bezit van de bouwers van het City-theater kwam, afgebroken en in dezelfde stijl als City herbouwd werd. Onderin kwam club Caramella.
Nr.13 viel ten offer aan het bioscoop-theater.

redactioneel

Zomaar...

Bij het publiceren van Kees Boas' verhaal over de Stoomboot Haven Dienst (week 32 en 33) zochten wij naar foto's om te illustreren en vooral naar de aanlegplaatsen. Dat lukte maar matig; verder dan begin- en eindpunt en de halte 'Munt' kwamen we niet. En opeens was daar deze foto van de halte 'Achtergracht'. Wij wilden u deze niet onthouden. Net buiten beeld links ziet u de opgang naar brug #77 over de Achtergracht en in de verte brug #76 over de Prinsengracht. Halverwege de huizenrij is de ingang van de Utrechtsedwarsstraat. De foto werd in 1894 door Jacob Olie gemaakt en bevindt zich gewoon in de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Van Ledden Hulsebosch, de eerste criminoloog


Marius van Ledden Hulsebosch (1849-1930) had reeds als student interesse voor onderzoek naar schimmels, onder de begeesterde leiding van professor Oudemans. Een collega van Oudemans, professor Gunning, werd als chemicus regelmatig door de Amsterdamse politie en justitie  geraadpleegd en toen daarbij in een vergiftigingszaak iets met schimmels aan de orde was, haalde Gunning de jonge Marius erbij als assistent. Dat beviel de laatste zo goed dat hij zich daarop ging toeleggen. Dit soort onderzoek stond nog in de kinderschoenen en er was nog een wereld te winnen.
Toen Van Ledden Hulsebosch afgestudeerd was, opende hij op de Nieuwendijk 17 een apotheek waar hij direct een laboratorium achter inrichtte. Er werd hoofdzakelijk voor justitie en politie criminologisch onderzoek verricht maar ook particulieren wisten hem te vinden.
Marius trouwde in 1876 met Jansje Koek en uit het huwelijk werden vier kinderen geboren. De oudste, Christiaan Jacobus (Co), werd in 1877 geboren en hij zou in de voetstappen van zijn vader treden. Hij begon een studie farmacie aan de Gemeente Universiteit Amsterdam. De nieuwsgierigheid van senior was nog lang niet bevredigd. Hij bleef onderzoeken wat in 1899 tot een standaardwerk leidde met de titel “Makro- en microscopische Diagnostik der menschliche Extremente”. Junior hielp daarbij door de microfoto’s voor het boek te maken.

In 1902, toen zijn vader zakelijk in Brussel verbleef, kwam een dringende oproep van de Alkmaarse rechtbank om direct over te komen i.v.m. een moord. Na enig beraad ging Co naar Alkmaar en deed zijn werk naar ieders tevredenheid. Ook junior raakte enthousiast door het succes, sloot in recordtempo zijn studie af en richtte zich in vaders laboratorium uitsluitend op onderzoek. Co zou nog veel meer dan zijn vader een naam opbouwen als criminologisch onderzoeker. In 1910 werd zijn vader benoemd tot Inspecteur van de Volksgezondheid en Co dreef vanaf dat moment de apotheek en het laboratorium. De apotheek liet hij aan personeel over om zich helemaal aan het onderzoek te kunnen wijden. Tot 1910, toen de apotheek verkocht werd en alleen het lab overbleef. Uit de beide foto's van het pand Nieuwendijk 17 weten we dat het lab daar bleef en de apotheek verhuisde.

Co specialiseerde zich door naast het werk studies criminologie te volgen in Lausanne, Berlijn, Dresden, Jena en Wenen. Hij werd in 1923 aan de GUA toegelaten als privaatdocent in “de opsporing van het misdrijf”. Zijn werk was nu regelmatig doorslaggevend bij de constructie van een vonnis. Hieronder geven wij een paar voorbeelden. In 1929 nam hij het initiatief voor de oprichting van de Academie Internationale de Criminalistique, de belangrijkste vereniging op het gebied van criminologisch onderzoek. Tot 1938 was hij voorzitter en leidde hij wereldcongressen in Wenen en Lausanne. Van een derde congres dat voor 1942 gepland was, kwam het niet door de Tweede Wereldoorlog.

Co van Ledden Hulsebosch verrichtte nog steeds scheikundig werk voor de Amsterdamse politie en doceerde regelmatig lichtingen politiemensen die zich op het forensisch onderzoek wilden richten. In 1919 richtte de Rijkspolitie een school op waar Co lesgaf in dactyloscopie, die hij m.m.v. de Rotterdamse hoofdinspecteur D.A. te Wechsel had ingevoerd. In 1923 was hij, net als zijn vader eerder, privaatdocent bij de juridische faculteit van de GUA geworden. In 1942 echter, op 65-jarige leeftijd en na 26 jaar werken voor de politie stopte hij daarmee. Hij ging met pensioen en liet het politielab aan een leerling van hem, D. Eskes, over.

Zoals uit het voorstaande blijkt richtte Co zich minder op zelf onderzoeken om zich helemaal aan lesgeven en lezingen te wijden. Hij bracht het belang onder ogen van de preventie van sporen op de plaats-delict, die daarvoor royaal door politiemensen werden vertrapt. De school van Van Ledden Hulsebosch werd hèt centrum  voor criminologisch onderzoek in Nederland. Hij was de eerste die ultraviolette straling bij het onderzoek van documenten. Hij wist tekst op verbrand papier weer zichtbaar te maken en hij wist weggeradeerde tekst weer leesbaar te maken. Zijn aanbevelingen vonden langzaam gehoor bij de instanties en hij had daarin veel medestanders. Het motto van alle inspanningen was: “Onderzoek eerst alle dingen en maak dan pas uwe gevolgtrekkingen!” U ziet de tekst op de foto (linksboven) links net nog staan.

Co van Ledden Hulsebosch huwde in 1903 Nora Manikus en kreeg drie kinderen met haar. In de 20-er jaren werd Nora in een GGZ-instelling opgenomen en in 1926 ging Co samenwonen met Maria Roelofs. Dit kon geen huwelijk worden omdat hij niet kon scheiden zolang zijn echtgenote in de inrichting zat. De relatie met Maria Roelofs bleef kinderloos. In 1952 overleed Co aan een hartaanval, Nora overleefde hem ruimschoots.

Om zijn pionierswerk in de criminologie te eren werd het
Co van Ledden Hulsebosch Center
(CHLC)
opgericht, waarin het NFI, de UvA, het AMC en het VUmc samenwerken in het lectoraat Forensisch Onderzoek. Binnen Urban Technology is men aangesloten bij het Dutch Institute for advanced Logistics, dat ook veel onderzoek initieert. Deze samenwerkingsverbanden hebben tot doel de onderzoekskwaliteit te borgen/te verbeteren.

    Enkele spraakmakende zaken

Op 25 juli 1903 werd Co door de politie ontboden naar de Celebesstraat 24 waar een moord gepleegd was op de 19-jarige vrouw des huizes, Geertruida van der Laan-Jongsma. Buren wisten te vertellen dat het echtpaar regelmatig ruziede en dat de man die morgen vroeg naar zijn ouders in Groningen was vertrokken. Voor de politie was hij de eerste verdachte. Co examineerde het lijk  en vroeg toen om het signalement van de echtgenoot. “Rijzige gestalte met donker krullend haar.” Co concludeerde daarop: “dan is hij niet de moordenaar.” Daarop legde hij de verbaasde agenten uit dat ze altijd eerste de handen van het slachtoffer moesten onderzoeken. Hij had in de ring een sluike lichtblonde haar gevonden die in de zetting van de parel verstrikt geraakt was. Daarnaast ontdekte hij aan de aard der verwondingen dat de dader linkshandig moest zijn en van kleine gestalte omdat er een bebloed overhemd met kleine maat onder een bedstede gevonden werd met de initialen LL en dat de schoenafdrukken in het bloed op de vloer op een kleine schoenmaat duidden. Plus nog een aantal andere aanwijzingen wezen op een andere dader, de jongere broer van de hoofdbewoner: Luije van der Laan. De jongere broer was een notoire delinquent die op zijn dertiende zijn eerste moord pleegde op een 9-jarig ‘vriendje’ dat hem uitgescholden had. Daarvoor had hij al jaren in jeugd-detentie doorgebracht en nu kreeg hij bij zijn broer de kans te re-socialiseren. In een linnenkast op zijn kamertje op zolder kwamen diverse kledingstukken tevoorschijn die met LL gemerkt waren. Uit het arrangement van zijn gereedschap op zijn werkplek bleek dat hij linkshandig was.
Zaak opgelost! De voortvluchtige Luije moest nog wel even opgespoord worden.

Tijdens WOI kreeg Co bezoek van een wanhopige man die bij gebrek aan een brandkast ƒ2000 in bankbiljetten in een metalen doos had veiliggesteld in de kachel die in het voorjaar toch niet brandde. Het geld was tijdelijk in huis om een dure machine te betalen die binnenkort afgeleverd zou worden. Na een wandeling, waarbij hij het kil had gekregen, stak zijn echtgenote zonder dat de man daar erg in had, de kachel aan opdat het wat behaaglijker zou worden. Lang verhaal kort gemaakt, de biljetten waren verkoold en de man kwam wanhopig bij het lab op de Nieuwendijk of er nog iets te redden was. Co kon in overleg met de Nederlandsche Bank overtuigend bewijzen dat er geld in de as verborgen zat en na veel onderzoek kreeg de man ƒ1400 vergoed van de bank. In het boek waar we tot slot nog op terugkomen, wordt dit verhaal smeuïg opgedist.

Op 27 augustus 1934 werd Sara (ook wel Sonja) Beugeltas vermist. Ze had met twee vriendinnetjes gespeeld op het Waterlooplein en was daarna in een pakhuis van de vader van een der meisjes binnengegaan en nooit meer buitengekomen. Een dag later vond de Amsterdamse politie het levenloze lichaam van het seksueel misbruikte en gewurgde kind op de vliering van een bananenloods aan het Waterlooplein. De zaak sprak enorm tot de verbeelding van de Amsterdamse bevolking en leidde tot grote massahysterie. De dader was Emanuel Polak, een 21-jarige pakhuisknecht die eveneens van Joodse komaf was. Hij was al eerder in aanraking met het gerecht gekomen wegens kindermisbruik en aanranding en zat in feite tijdens proefverlof toen hij deze tweede misdaad begin. Polak ontkende in alle toonaarden iets met de moord te maken te hebben en enig bewijs had de politie niet. Van Ledden Hulsebosch werd ingeschakeld en die vond zoveel overtuigende bewijzen dat Polak te verbinden was aan de moord dat hij tenslotte bekende. Hij werd tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld. In 1958 werd de levenslange straf geschrapt en omdat Polak toen al 24 jaar gevangen zat werd hij in een TBS-instelling overgeplaatst waar hij in 1964 overleed.

Als getuige-a-decharge bewees hij - op verzoek van de verdediging van een van moord verdachte - diens onschuld voor het gerecht in Gent/België. De moeder van de jongeman werkte bij een douairière op een kasteel. Door een brand was de douairière om het leven gekomen en de jongeman werd beschuldigd het vuur gelegd te hebben. De politie bracht als bewijsstuk een gipsafdruk in van een voetafdruk in de tuin van het kasteel. Co mocht alle objecten opnieuw onderzoeken, schoenen en gipsafdruk, en toonde aan dat er geen sporen (kolengruis) in de schoenzolen te vinden waren die er moesten zijn als de reconstructie van de daad juist was. Tevens vond hij in de gipsafdruk bewijs van regendruppels die, voordat de gipsafdruk werd vervaardigd, op de afdruk in de aarde gevallen waren. Met een beëdigd rapport van het meteorologisch instituut te Ukkel erbij bewees hij dat de schoenafdruk minimaal twee dagen voor de brand in de aarde gemaakt was, toen het ter plaatse de laatste maal geregend had. Omdat hij zijn moeder daar regelmatig bezocht was het logisch dat zijn voetafdrukken in de tuin te vinden zouden zijn. De beschuldigde werd op last van de jury vrijgesproken en de getuige-deskundige van de rechtbank kreeg een uitbrander.

In WOII verrichtte Co onderzoek voor particulieren naar de echtheid van kopieën van kerkregisters. Daarmee toonden mensen aan, die als Joods waren opgegeven, in werkelijkheid niet-Joods waren. Na de oorlog hielp hij bij de identificatie van gefusilleerde verzetsstrijders uit massagraven in Amersfoort. Wij kunnen over dat werk lezen in Lou de Jong's standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog. Van beweringen dat Co in het verzet documenten vervalst zou hebben, is geen enkel bewijs te vinden.

Maar stilzitten was er voor Co niet bij. In 1946 publiceerde hij een boek “Veertig jaar speurderswerk”, waarin de nadruk lag op de bestudering van de zogenaamde stille getuigen bij misdrijven. Het boek is te downloaden als EPUB of PDF. Klik hier.

Het schrijversduo Heuvel & De Waal schreven vier thrillers waarin Van Ledden Hulsebosch de hoofdpersoon is. Sommige personen in de boeken hebben echt bestaan maar de verhalen zijn in principe fictie (De Fontein/Baarn 2002-2004).

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, de overige van de site der CHLC.

Vliegende Hollanders

Nu de tv-serie De Vliegende Hollanders aan z'n derde aflevering toe is, wijzen wij nog even op de bijdrage "Schiphols kleutertijd begon 100 jaar geleden". Globaal wordt in de tv-serie wel aangeduid hoe een en ander zich afspeelde, maar met alle foto's erbij krijgt u aanvullend een goed beeld van het pionierswerk in de Haarlemmermeer.

Klik hier om nog eens te bekijken.

Klik hier voor de PDF over de ELTA, de Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam

Column: Belediging van ambtenaar in functie

oen de Fransen hier de boel eens op orde kwamen brengen, veranderde er nogal wat in de intermenselijke relaties. Je kunt je afvragen hoe dat tijdens de Republiek geregeld was. Nou, niet en vooral niet overal gelijk. Iedereen deed wat hem goed docht of hoe hij gebekt was maar de plaatselijke schout maakte uit wat kon en wat niet. Als burgers onder elkaar ruzie hadden sloegen ze er zelf op los en zolang daar geen messen of ander wapentuig bij te pas kwam maalde er niet zo veel mensen om. Toen twee gerechtsdienaars naar het paardenwed buiten de Utrechtsepoort werden gestuurd om een einde te maken aan het (naakt) zwemmen, bleek roepen en commanderen vanaf de kant niet veel uit te halen. Ze hadden de ingeving om de kleren van de zwemmers te verzamelen en mee te nemen. Daarop werden ze uitgescholden door een passant die medestanders opriep om de dienaren een schrobbering te geven. Er was volgens hem geen wet die zwemmen verbood! De dienaars dropen af. De sociale controle regelde het gedrag van burgers onder elkaar…, wat de burgers zelf betrof dan.
Voor dat gedrag van mensen onderling maar vooral van burgers richting ambtenaren schreven de Fransen in 1810 een reglement, de Code Pénal. Ambtenaren waren in Frankrijk onaantastbaar maar in Holland werden ze algemeen geminacht. Als een nachtwaker of een schoutsknecht het aan de stok kreeg met een of meer burgers kon hij rekenen op een opstootje van te hulp snellende medestanders van de ruziënde burger(s), ook zonder de aanleiding te kennen. Met stenen bekogeld of weggejaagd worden konden ze zomaar verwachten. Vandaar dat ze met minstens twee man tegelijk liepen, een regel die zelfs vandaag nog nodig is.
Door de Code kwam de ambtenaar in een comfortabele positie. Hij maakte proces verbaal op en gaf zelf weer wat er door wie gezegd was. Als het woord tegen woord was, trok de burger aan het kortste eind.

Daar moest de burger aan wennen, alhoewel de hoeveelheid verbalen niet de indruk wekt dat er een verandering te bespeuren was en het nooit wende. De Code Pénal werd in 1813 niet afgeschaft maar als Wetboek van Strafrecht gehandhaafd.

Het zingen van een onwelgevallig liedje bracht de 19-jarige poeliersknecht Jan van Lier in aanvaring met twee nachtwakers. De knaap verdedigde zich met de mededeling dat hij kon zingen wat gedrukt stond maar de nachtwakers brachten hem toch op. Bij fouilleren bleek hij een namaakpistool op zak te hebben. Bovendien bleek hij al eerder voor het uitschelden van politieagenten vervolgd te zijn. Jan van Lier uit de Zwartlakensteeg was de klos, maar toen deed de buurt van zich spreken. Moeder van Lier bracht getuigen mee dat de nachtwakers haar zoon hadden geslagen, zodanig hard dat de buurt er wakker van was geworden. Het geboeid afvoeren naar het cachot maakte dat hij een schande voor de buurt was geworden, alleen door het zingen van een liedje. Later schoof de rechter de getuigenissen aan de kant en veroordeelde Jan van Lier wegens beledigen van ambtenaren in functie.
Omdat de Code door en voor republikeinen was geschreven, mankeerde er het een en ander aan. Een nieuw artikel deed zijn intrede: majesteitsschennis. Dat werd meteen hoog opgenomen en bestraft met twee tot vijf jaar gevangenis.
Willem Wegers liep daar tegenop; Wegers was katholiek en had genoten van de plotselinge rehabilitatie van het katholicisme onder het Franse bewind. Ook na 1813 pleegde hij zich in ’t Frans uit te drukken maar voor de nieuwe koning die zijn koning niet was had hij een Hollandse betiteling: “de koning is een schelm!” Eenmaal voor de rechter voerde Wegers als verzachtende omstandigheid aan dat hij dronken was toen hij dat geroepen had. Daar had de rechter geen boodschap aan: drie jaar cel.

Boven:
In 1768 legde Reinier Vinkeles het naaktzwemmen in het paardenwed buiten de Utrechtsepoort vast. Het was in de preutser wordende 18de eeuw een steen des aanstoots geworden.

Afb: Stadsarchief Amsterdam (detail)

Links: omslag Code Pénal 1810; de basis voor ons Wetboek van Strafrecht

Wel of niet de Sint Olofssteeg?

Jacob Vrel schilderde medio 17de eeuw dit stadsgezicht zonder duidelijk te maken in welke stad hij dat deed. Toen wij dit schilderij zagen dachten wij onmiddellijk aan de Sint Olofssteeg en daarmee waren we niet de eersten. Er waren eerder hints in die richting maar bestudering van de drie plattegronden met in opstand getekende huizen gaven geen uitsluitsel. Het werk heet na 70 jaar nog steeds "Stadsgezicht" zonder verdere aanduiding.

Afb: Codart / het werk is in particulier bezit

 

Een retrospectief van schilder Jacobus Vrel komt volgend jaar naar het Mauritshuis in Den Haag 20 mei tot 29 augustus 2021.

Ook het Rijksmuseum bezit een schilderij van Jacobus Vrel waarvoor waarschijnlijk hetzelfde straatje model stond.

Deze week honderd jaar geleden

Donderdag 28 oktober 1920 - B&W stellen de Raad voor hen te machtigen een krediet van ƒ60.000 toe te staan voor invoering van 'zitjes' voor de trambestuurders. Deze zitjes zijn begroot op ƒ150 per stuk en er zijn 400 rijtuigen waarin ze aangebracht zullen worden. Na verkregen advies zou de invoering de verkeersveiligheid verbeteren doordat de bestuurders niet steeds hoeven te staan en ze vermoeid raken. Met de constructie is rekening gehouden dat volledig zicht blijft op de trambaan en volledige bereikbaarheid van rem, schakelkruk, bel en zandstrooier is gegarandeerd. Platvoeten behoren tot het verleden! Alhoewel..., de invoering gebeurt geleidelijk en komt per stuk gewoon op de jaarrekening. Dit is dus geen extra subsidie.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42
wk43 wk44 wk45 wk46 wk47 wk48 wk49 wk50 wk51 wk52 Oudjaar  
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave