weekblad-logo

week 32-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar.
De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Dat was beslist niet de eerste keer dat deze foto in de quizkrant werd afgedrukt. Dat het een hofje moest zijn hebben meerdere deelnemers begrepen, maar welk?
Dit is het Evangelisch Luthers Diaconiehofje in de Konijnenstraat 16-48, ook wel Konijnenhofje of Lutherhofje genoemd. Jos Mol en Adrie de Koning schreven in hun hofjes-serie over dit hofje:

Het Konijnenhofje was in 1738 bij testament vermaakt aan de diaconie, door Gerrit Loenen en zijn eega Annetje Abrahams. Het Lutherhofje is ontstaan op instigatie van de Diaconie van de Evangelisch Lutherse Gemeente en werd daarom ook wel Diaconiehofje genoemd. In 1903 werd besloten aan het Staringplein een hofje voor vrouwelijke ouden van dagen te bouwen. De architect D. van Oort maakte het ontwerp en de aannemers Domhof en de Vlugt werden met de uitvoering belast. In 1909 werd het Lutherhofje geopend en het kreeg in 2009 de status van Rijksmonument, toen het zijn 100-jarig bestaan vierde. Het Lutherhofje kwam mede tot stand door de bemoeienis van J. M. Domela Nieuwenhuis en is één van de oudste instellingen van Amsterdam!

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Bij de bouw van de tweede acht huisjes aan de Konijnenstraat, werd een gelijk aantal gevelstenen ingemetseld. De gevelstenen die nu in het Lutherhofje zitten, bevatten de woorden: Vrede, Liefde, Geloof, Hoop, Oprechtheid, Waarheid, Standvastigheid en Overwinning met het jaartal 1721. De huisjes bevatten 51 woonruimten, ieder met twee bedsteden en in 1844 werd het herbouwd. Het gebouw voldeed niet meer na twee eeuwen en de Diaconie besloot in 1900 een terrein aan te kopen aan de Roelof Hartstraat. Door ruiling en bijbetaling kon toen een terrein worden verkregen aan het Staringplein. 

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Anje Belmon, Ria Scharn, Mike Man en natuurlijk herinnerden Jos Mol en Adrie de Koning zich dat zij dit hofje in 2018 beschreven.

Fotoquiz: webmaster's keuze

De keuzefoto's betreffen locaties buiten de Singelgracht.

De vraag is:

Bij welk complex hoort/hoorde de ui-vormige torenspits in de achtergrond?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Henk's keuze

De familie staat op het dak van een pand aan de Molukkenstraat. Op de achtergrond van voor naar achter brug #261 over het Lozingskanaal en brug #262 over de Nieuwe Vaart. Daarachter de Veelaan en de Veemarkt. Dit was uw houvast om vast te stellen welke straat dit was.
Anneke Huijser stuurde nog onderstaande foto uit 1982 van de Molukkenstraat de andere kant op. Het urinoir stond er nog steeds maar het huisje aan het kanaal was net afgebroken.

Foto: Collectie Henk Swart

Onder: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anje Belmon, Patrick Nieuwenhuis, Arjen Lobach, Ria Scharn, Fenna, Harry Snijder, Mike Man, Adrie de Koning, Jos Mol, Anneke Huijser, Robert Raat, Otto Meyer, Ton Brosse, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Een prachtplaat, al zeggen wij het zelf. Het is zeker in Amsterdam, geen twijfel. Maar wat gebeurt hier nou precies?
De vragen bij deze foto zijn:

Waar is dit?

En dan niet alleen de gracht, maar ook de locatie waar de leuning bij hoort.

Wat doet de man voor werk?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Door de positie van de fotograaf bleven de torens van de Krijtberg net buiten beeld. Dat maakte deze foto iets moeilijker om te herkennen. Hij stond op de Leidsegracht op de oprit naar bruggen #46 en #45 en keek langs de gracht naar het begin van de Beulingstraat aan de overkant van de Herengracht. Mooi is dat de boogbrug #28 in de Herengracht nog steeds in zijn oude vorm bestaat.
Het dak van het zichtbare hoekpand Beulingstraat 27 lijkt anders maar het gebouw is hetzelfde en in 1964 gerestaureerd. Het kreeg toen ook een sjieker adres: Herengracht 403a. Op de andere hoek een dubbelpand Herengracht 401-403 (Castrum Peregrini) met een roemruchte geschiedenis.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Anje Belmon, Mike Man, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Jos Mol, Robert Raat, Otto Meyer, Ton Brosse, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Weer zo'n oudje dat we niet konden weerstaan. De vragen zijn:

Welke gracht/burgwal/kade is dit?
Welke zijstraat komt hier uit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

De fotograaf had zich voor deze foto geposteerd in de koepel van het paleis op de Dam. Hij keek uit over de Nieuwezijds Voorburgwal richting Spui en zag o.a. het gebouw van het Algemeen Handelsblad. We stelden vast dat de nieuwbouw daarvan in de Paleisstraat er nog niet stond (1924). Wel de laatste uitbouw van het Palais Royal, het grote hotel dat grotendeels afgedekt wordt door het dak van het paleis. Die omvangrijke verbouwing werd opgeleverd in 1905. Dat hielp bij de datering van deze foto. Ria Scharn snoepte nog een jaar van de tijdspanne af door de ontdekking van een huis uit 1906 op de hoek van de Wijdesteeg.

In 1921 werd het Palais Royal aan de Nederlandse Staat verkocht die hier een Postgirokantoor wilde bouwen. In 1924 begon de sloop van het hele blok huizen tussen Nieuwezijds en Spuistraat, tussen Paleis- en Raadhuisstraat, inclusief Palais Royal.
Als de nog uithangende markiezen op de quizfoto iets zouden betekenen over het nog in bedrijf zijn van het hotel zou de mogelijke einddatum van de foto 1921 zijn, maar uiterlijk 1924.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Ria Scharn en Paul Graalman kwamen beiden met het pand van de drukkerij die het ´Predikbeurtenblad´ uitgaf en dat in 1906 werd opgeleverd: Nieuwezijds Voorburgwal 262. Architect Gerrit van Arkel bouwde het op de hoek van de Wijdesteeg en het is goed herkenbaar aan de trapgevel. De datering van de foto wordt opeens veel preciezer doordat op de foto de steigers en schutting nog om dat pand staan. We gaan nu voor 1905-´06.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Han Mannaert, Ria Scharn, Rob Philip, Erwin Meijers, Anje Belmon, Hans Goedhart, Jos Mol, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Hans Olthof, Mike Man, Robert Raat, Otto Meyer, Paul Graalman, Ton Brosse, Harry Snijder, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd...

Deze foto zit zonder omschrijving in de Beeldbank. Dat moet toch op te lossen zijn? Graag uw omschrijving zoals u die in de Beeldbank zou willen terugzien. Het gaat vooral om de huisnummers van de panden.
Klik de foto voor de afbeelding in de Beeldbank.

Weet u in welke straat deze huizen staan?

Laat het ons weten via deze link

Hulp gevraagd... en gekregen

Eric-Jan Noomen bracht de oplossing van deze foto. Nadeel was dat er zo veel veranderd is sinds de bouw. Waar je toen over een weidse vlakte uitkeek staat nu een kopse afsluiting van het bouwblok. We zijn in de wijk Landlust (Bos&Lommer) op wat binnentuinen van de huizen moeten worden. De oude sloot van de Sloterpolder ligt nog open maar de mannen zijn al aan het ophogen. Dit is de achterkant van de Bestevaerstraat en op de foto staan de achterkanten van de huizen 176-196. Het bouwjaar is volgens Funda 1924. De kozijnen lijken vandaag allemaal vervangen te zijn en ook de hekken van de veranda's zijn vernieuwd.

Wij hebben de oplossing van Eric-Jan nog aan een paar mensen voorgelegd die unaniem van mening zijn dat de foto hiermee gelokaliseerd is.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp kwam van Eric-Jan Noomen.

redactioneel

Als je hem z'n gang had laten gaan...

Het Museumplein moest een nationaal cultuurplein worden, met als aanvulling op musea en concertgebouw een operagebouw. In 1925 schreef de Wagnervereniging een prijsvraag uit voor het ontwerpen van een Wagneropera op het Museumplein met de aanvullende opdracht de nog lege ruimte in te delen. Of dat laatste in alle ontwerpen gebeurd was, is onbekend maar de winnaar Jan Frederik (Frits) Staal deed het in elk geval wel. Hij ontwierp een gigantisch gebouw dat de blik op het Concertgebouw vanaf het plein volledig afdekte en andersom dat op het Rijksmuseum. Het ontwerp riep dan ook de weerstand op van de Concertgebouw-directie die alles in het werk stelde het ontwerp te blokkeren toen het in de Raad behandeld zou worden. Tweede tegenstander was het Hoofd Stadsontwikkeling Cornelis van Eesteren, die verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van het Algemeen Uitbreidingsplan. Samen met J.M. de Casseres, Ch. Karsten en B. Merkelbach lanceerde hij een tegenplan waarbij het Museumplein ingeschakeld zou worden in het totale verkeersplan voor de stad. In 1928 vergaderde de Gemeenteraad over de voorliggende plannen. Gecharmeerd als de Raad altijd was door particulier initiatief - wat betekende dat het zonder een investering van stadswege gerealiseerd kon worden - werden beide plannen verworpen maar dat van de Wagnervereniging slechts met een heel krappe meerderheid.
In 1952 zou Van Eesteren alsnog zijn zin krijgen en werd de 'kortste snelweg van Nederland' aangelegd.

Een tocht met de waterbus -1

We zullen eerst met de omnibus naar de Weesperzijde rijden om vanaf de eindhalte, de remise Schollenbrug, een tocht over de Amstel te maken. Elke tien minuten legt hier puffend en fluitend een waterbus aan. We nemen plaats op banken aan weerszijden van de schuit en vertrekken richting Rokin, waar we over een half uur op stoomkracht hopen aan te meren. Het is gelukkig een mooie dag. Dit 'stukkie' laten we gepaard gaan met spectaculaire 19de- en 20ste-eeuwse "photografieën, gravures en teekeningen".
We zijn benieuw wat we zullen zien en beleven...

door Kees Boas

We vertrekken vanaf de aanlegsteiger bij café Maas dat tegenover café Schollenbrug aan de ringvaart is te vinden.
Er zijn plannen dat de oude heer Berlage in hoogst eigen persoon een brug zal ontwerpen die de moderne tijd van zijn grote uitbreidingsplan aan de overkant van de Amstel zal gaan weerspiegelen. Een nieuwe Schollenbrug zal daar samen met een roeivereniging een onderdeel van worden.

Onder: Uitspanning de Schollenbrug en vanaf de nieuwe Schollenbrug onderdeel van en met uitzicht op de Berlagebrug en de roeivereniging.

We passeren de tol op de Amsteldijk waar we als varend gezelschap geen last van hebben. Aan Nieuwer-Amstel zullen we geen sou meer besteden. De 'slimmerikken' bouwen nog wel hun gemeentehuis op de grens van onze stad. Maar veel zal dat niet helpen. Amsterdam heeft grondhonger. Het gemeentehuisje zou zo maar-es een archief of een hotel kunnen gaan worden!?

Onderweg, bij de eerste halte, drinken we een pintje bij de Deli brouwerij die op de Weesperzijde 112 is te vinden. Met denderend geweld rijdt achter de brouwerij de gloednieuwe stoomtrein over het Rhijnspoor op weg naar het Weesperpoortstation alwaar de trein piepend, krakend en stomend tot stilstand zal komen.

We varen door, de Amstel schuin over. We missen op een haar na het pontje dat tussen de Ceintuurbaan en de Blasiusstraat heen-en-weer vaart. Die straat, een van de straten van de nieuwe oostelijke stadsuitbreiding, wordt samen met 't Oliphantspad (de 1e Boerhaavestraat), de Ruyschstraat en het Oetgenspad (1e Oosterparkstraat) een veelbelovende sprong over de Singelgracht. Hier kreeg Bouwonderneming 'De IJsbreker' toestemming om o.a. aan de Weesperzijde prachtige woonhuizen te bouwen.         Montagefoto Weesperzijde 24-28: Archief G.B. Salm en A. Salm Gbzn.

Een koffietje bij de aanleg plaats van de Beerebijt op de Amsteldijk. We zitten in de theetuin waar het geluid van de kolfbaan en de menagerie doordringt. Ja ja, zelfs het gesnuif van een echte beer, die als attractie ’s winters op een slee naar buiten mag, zoals ik al in een eerdere kroniek heb mogen beschrijven.
Het is op de Amsteldijk inmiddels een drukte vanjewelste. De trekschuit brengt je binnen een dag naar Den Haag, Rotterdam of Utrecht. Het geeft de herberg en buurman de "Nieuwe Jaagstal", waar paarden en jagers kunnen uitrusten, een hoop klandizie.

Dan weer door naar de Weesperzijde, naar halte bij roeivereniging De Hoop. Een tussenstop waar we naar wat stoere roeisters kijken – zeer ongepast uiteraard – maar onze strooien hoeden houden we met beide handen vast, dus alles in het nette. De jonge dames hebben veel jool want ze worden ontgroend om toegelaten te mogen worden tot deze door mannen gedomineerde sportvereniging.

Als een soort hallucinatie varen we onder een moderniteit uit de latere 20ste eeuw door. Men schijnt dit dan de Torontobrug te noemen!

Bij de aanlegplaats van het Amstelhotel waar we de volgende stop hebben, eten we maar weer eens een croque messieur, gewoon een tosti dus. Nu komen de echt sjieke gasten pas aan boord.

Eerste ontwerp (1865) van het Amstelhotel. Het gebouw moest vierkant worden met de hoofdingang gesitueerd aan de Sarphatistraat. De binnenplaats had een grote glazen overkapping. 'Slechts' een kwart van het plan werd gerealiseerd.

 

Volgende week zetten wij onze reis naar het Rokin voort.

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: hoe de paardetram de stad veranderde

ijk, dat vervoer over rails een hele vooruitgang betekende, is voor ons in het asfalt-tijdperk misschien moeilijker te vatten, maar in de tijd van kinderkopjes betekende het echt een hele verbetering. Ook de omnibus werd geplaagd door het hotsen en botsen over de keien…, je nieren rammelden er bijna uit. Met hun massieve wielen en alleen in de gunstigste gevallen voorzien van bladveren gaven de wielen elke oneffenheid in het wegdek door. En opeens was daar de trein en even later de tram… op rails… relatief schokvrij… geluidloos! Alleen het klikken van paardenhoeven waarschuwde voor de nadering van de tram. En dat, ondanks dat het leggen van rails in die dagen mijlen verwijderd was van wat we tegenwoordig voor de HSL neerleggen.
Maar had je ze moeten horen, de Amsterdammers in 1875. Niks deugde aan deze nieuwerwetse onzin, terwijl wij nog tien jaar achterlagen op bijvoorbeeld Den Haag waar een Engelse maatschappij al in 1864 een tram liet lopen naar Scheveningen. Levensgevaarlijk was het; de vervoerder zou een legertje beambten dienen op te leiden om langs de route als politieagent de andere weggebruikers te waarschuwen dat het monster er aan kwam, klonk het in de Raad. En: “maak plaats, weggebruiker, aan de kant voor de tram die zelf nergens voor opzij gaat.” De straten en wegen waarlangs de tram reed, zouden door andere gebruikers gemeden worden, wat de verkeersstroom nou juist geen goed zou doen. Enzovoort, enzovoort. U kent vast wel het verhaal dat in Engeland een beambte met rode vlag voor de trein uit moest lopen om te waarschuwen?
Serieuzere klachten kwamen er toen de AOM, de maatschappij die met instemming en medewerkingen van het stadsbestuur een heel net van tramlijnen over Amsterdam uitrolde, begon te drammen over de hoge bruggen in de stad. Van oudsher boden bruggen ruimte aan hoog opgetaste schuiten voor het broodnodige verkeer te water. Het ergst vonden de paarden de Hooge Sluis over de Amstel. Daar stond een extra stel paarden met personeel klaar om voor de tram te spannen om een handje te helpen. Aan de andere kant werden ze uitgespannen om op de volgende tram te wachten. Zou het niet praktischer zijn die brug te verlagen?

Voor de scheepvaart was het allang niet meer nodig; de doorvaart was verbreed en voorzien van beweegbare brugdelen. Amsterdam was niet te beroerd om gehoor te geven en trok tonnen uit voor een nieuwe brug, zeer tegen de zin van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap bij monde van oprichter Jhr. Dr. J.P.Six: “Wij wensen het zo binnen- en buitenlands beroemde gezicht, zowel naar als van de Hooge Sluis, niet bedorven of benadeeld te zien, om geen andere reden dan om het aantal paarden te verminderen dat benodigd is om de tramwagens over die brug heen te voeren.” Eind 1883 werd de nieuwe brug geopend en de stijl ervan was opnieuw reden tot gekrakeel. Waren we misschien in Parijs? Iets moeilijker was het met de brug over de Heiligewegssluis, die kon niet lager zonder het waterverkeer te belemmeren. De tram kreeg een tientallen meters lang talud zodat de paarden er makkelijker tegenop konden lopen. Dat ging ten koste van de overige weggebruikers die opeens met een ‘vrije trambaan’ te maken kregen. Een roemloos en onbesproken lot trof andere klassieke boogbruggen in de routes van de tram: Leidse-, Vijzel- en Weesperstraat. Moesten ze niet om hun hoogte vervangen worden door relatief lelijke liggerbruggen dan wel omdat ze te smal waren.
De Dam en het Leidseplein werden knooppunten van meerdere lijnen die hier samenkwamen. De ruimte die de trams nodig hadden om te rangeren en om de paarden aan de andere kant van de tram te manoeuvreren liet minder ruimte over voor andere weggebruikers. Het Leidseplein schoof tientallen meters naar de Singelgracht op, daar waar nog wel plaats voor zulke zaken was. Het eerste gebouw dat op de Dam ging sneuvelen was de beurs van Zocher. Ik durf niet te beweren dat het gebouw er langer was blijven staan als het de tram niet in de weg had gestaan; het was krakkemikkig en een kostbaar blok aan het been van B&W. Feit is dat het uitschrijven van een prijsvraag voor een nieuw gebouw verderop samen met de komst van de tram viel.

Hoe zou Amsterdam er uitgezien hebben als de elektromotor een kwart eeuw eerder uitgevonden was? 

Deze week honderd jaar geleden - komkommertijd

De oorsprong van het begrip "komkommertijd" is rond om ons landje te vinden. Maar de betekenis dat in de tijd dat komkommers geoogst worden midden in de zomer valt, is natuurlijk ook voor Nederland van toepassing. In de zomer verdween de adel en de upperclass naar hun tweede huisje in het groen om de stinkende stad te ontvluchten. Een heleboel bedrijfstakken waren dan opeens hun belangrijkste klandizie kwijt. Ook de engelstaligen hadden hun cucumber-time en de duitstaligen hun Sauergurkenzeit. Waar Nederland de omringende landen napraatte hadden de Belgen oorspronkelijk hun "plattebonentijd" maar onder druk van het buitenlandse taalgeweld hebben ze uiteindelijk toch de komkommer overgenomen.

Volgens Wikipedia werd de term komkommertijd in Nederland eind 18de eeuw geïntroduceerd als alternatief voor de "tijd dat niet te doen viel". Dat vooral de schrijvende pers met de komkommertijd kampt, legt Koenens Woordenboek uit via het lemma "zeeslang". Zeemonsters werden van stal gehaald als er over iets anders weinig zinnigs te vertellen viel.
Kortom..., deze week 100 jaar geleden, gebeurde niets waar wij hier over zouden willen berichten!

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave