weekblad-logo

week 46-2019

Vanaf 2020 zal deze quizpagina op zaterdagmorgen uitkomen. Ook de vaste tijd 12:00 uur wordt dan losgelaten. Zo krijgt een andere groep deelnemers eens de kans de snelste te zijn.

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Jos Mol. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. De vraag is:

Aan welke gracht/burgwal/kade staan deze huizen?

Wanneer u de foto in de Beeldbank vindt, bent u er nog lang niet. Jos vond uit dat er een foute locatie wordt genoemd. De vraag is dus: wat is het wel?

U kunt een vermelding in de erelijst verdienen door het huisnummer op te zoeken van het pand met de Telegraaf-reclame, rechts van de gang.

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Daar heeft Anneke het u niet moeilijk gemaakt. Het dak van duidelijk iets van een kerk bracht veel deelnemers op de vernieuwde Nieuwezijds Kapel. De rubriek 100 jaar geleden deed ook nog een duit in 't zakje. We kijken hier naar het Rokin met het hoekhuis nr.74 op de hoek met de Wijde Kapelsteeg.
Op het moment dat deze foto gemaakt werd, was de winkel in gebruik bij boekhandel Scheltema en Holkema.

De boekhandel werd op 6 juni 1853 opgericht door Jacobus Hendrik Scheltema. De eerste vestiging was in de Beurssteeg (nu: Rokin 6). Vijf jaar later al verkocht hij zijn boekhandel aan Tjomme Holkema, die verder werkte onder de naam Scheltema & Holkema. In 1882 verkocht Holkema de boekhandel aan het personeelslid Klaas Groesbeek die de naam ongewijzigd liet. In 1885 betrok deze boekhandel het pand Rokin 74 waar later nr.76 aan toegevoegd werd.

Oplettende deelnemers herkenden in het buurpandje met de asymmetrische gevel een recente quizvraag.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Ria Scharn, Adrie de Koning, Fanta Voogd, Cor van Duinen, Arjen Lobach, Kees Huyser, Jan Six van Hillegom, Carol de Vries, Harry Snijder, Minne Dijkstra, Otto Meyer, Anje Belmon, Mike Man, Pauline Dorhout, Ton Brosse, Robert Raat, Hans Olthof, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Fotoquiz: Ton's keuze

Ton Brosse heeft weer een bouwfragment voor u en hij beseft zelf dat deze moeilijk is.
Hij wil het volgende van u weten:

Waar is dit te vinden?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Ton Brosse

Oplossing: Dick's keuze

Hoon viel ons ten deel, want Jacobs & Co was wel degelijk te vinden, n.l. in de telefoonboeken die gedigitaliseerd op het net staan. Jaargang 1915 gaf het antwoord: Singel 342.
Dick stuurde samen met de foto nog een advertentie mee die inzicht geeft over wat er in de vaten op de dekschuit zit.

Otto Meyer ontcijferde de branche van de buurman: Bijbels en Kerkboeken en vond Singel 344.

Foto: collectie DvdK

Dan de hint: in 1916-'19 werd door PW op de plaats van Singel 332-340 een telecommunica-tiegebouw van de Gemeente neergezet. Aan de gevel verschillende beeldhouwwerken van Hildo Krop. Aan de Herengracht met het huisnr. 295 bevindt zich sinds 1955 de achterkant van het complex. Hiervoor sneuvelden de zeven huizen 293-305.

Foto's onder: Stadsarchief A'dam

Ton Brosse spitte even naar de geschiedenis van de gemeentelijke telefooncentrale:

De eerste grote gemeentetelefooncentrale.
Door de snelle groei van het aantal abonnees van het gemeentelijke telefoonbedrijf wordt in mei 1913 door B. en W. besloten tot de bouw een derde centrale in Amsterdam. Deze komt eerst op de benedenverdieping van het telefoonbureau aan de Raadhuisstraat. Gelijktijdig gaat men op zoek naar een andere plek in het centrum. Dat wordt een terrein tussen de Herengracht en het Singel. De eigenaar van Singel 336 is een Franse adellijk officier, Thierry Arnold Laurens, graaf d' Alsace, luitenant bij het 11e regiment kurassiers te Neufchateau. Reeds voor de (eerste wereld)oorlog probeerde de gemeente hem schriftelijk te bereiken. Maar hij reageerde nergens op. Daarop start de gemeente de onteigenings procedure. Daarnaast is er nog een gang van de Herengracht, tussen 303 en 305, naar Singel 342, deze is nog van I. da Silva. Deze wordt gekocht voor ƒ1000. Het gebouw met de telefooncentrale "Centrum" wordt in oktober 1919 in gebruik genomen. Tevens is er de administratie in ondergebracht, deze zit aan de kant van de Herengracht, terwijl de technische installaties voor een belangrijk deel aan de Singel staan.
Het is gebouwd door Architecten G.J. Rutgers en P.L. Marnette onder leiding van directeur A.R. Hulshoff van Publieke Werken van de gem. Amsterdam. Het beeldhouwwerk aan het gebouw is van Hildo Krop.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Kees Huyser, Anneke Huijser, Carol de Vries, Harry Snijder, Anje Belmon, Mike Man, Ton Brosse, Otto Meyer, Jos Mol,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen.

Fotoquiz Waar? Wat?

Wij willen het volgende van u weten:

Welke gracht/burgwal/kade is dit?
Welke firma werkt in de meest rechtse panden?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Dit is de Oudezijds Voorburgwal met in de wazige verte de Varkenssluis tussen Damstraat en Oude Doelenstraat. Rechts weten we dus het oude stadhuis en daarvoor werd een deel van de burgwal gedempt om een bredere straat te krijgen als er weer eens iets bijzonders aan de hand was waar veel Amsterdammers (en pers) op afkwamen. De foto werd genomen vanaf de Lommertbrug (#203). De verbreding is nog steeds te herkennen tussen het geparkeerde blik, vooral bij het pissoir in de buurt van de brug.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Ria Scharn stelde vast dat de verbreedde kade voor het eerst in 1842 op een stadsplattegrond voorkomt, die van Daniël Veelwaard. Zij vermoedt tevens dat de verbreding er vooral was om de koetsen een betere toegang te geven tot het binnenterrein.

Vandaag loopt de verbreding door tot de Lommertbrug, zodat er een zijopgang gemaakt kon worden die voetgangers veiliger op de brug laat belanden. Veiliger in elk geval dan met een trap die halverwege de straat begint.

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Jan Six van Hillegom, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Harry Snijder, Mike Man, Ria Scharn, Jos Mol, Robert Raat, Ton Brosse, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Weer eens een historische foto. De staat van onderhoud van de panden is de eerste hint, de tweede zit in de muurreclame opgesloten omdat die in de beschrijving in de Beeldbank genoemd wordt.

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Dit was geen eenvoudige opgave. Te weinig omgeving te zien. U moest het helemaal van de drie verschillende gevels hebben en de brug verraadde dat het rechtse huis een hoekhuis moest zijn, waarschijnlijk aan een dwarsgracht. Er zat niets anders op dan te zoeken en door vallen en opstaan op Keizersgracht 415-419 terecht te komen, op de hoek van de Leidsegracht.
Het is niet te geloven dat de vier panden in beeld ooit vier dezelfde gevels waren van een blokje dat in 1671 voor rekening van Dirk Croon en Gerrit Jacobsz gebouwd werd. Het blijkt dus dat alleen nr.415 zijn originele gevel heeft behouden en dat de drie andere verbouwd zijn.
Lees meer over de panden via AmsterdamseGrachtenhuizen.nl.

Foto links: Dreamstime.com

U had het traject aanmerkelijk kunnen verkorten als u de drie gevelstenen van het hoekhuis had opgemerkt. Dat is redelijk uniek, zeker als u had geweten dat het er zelfs vijf zijn. Drie in het fries en nog twee in de zijgevel. Die werden tijdens de wijziging van de onderpui ingemetseld. Voor alle details gaat u naar de VVAG.

Goede oplossingen kwamen van Cor van Duinen, Arjen Lobach, Mike Man, Adrie de Koning, Kees Huyser, Anneke Huijser, Jos Mol, Anje Belmon, Ria Scharn, Ton Brosse, Otto Meyer, Dick van der Kroon, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Hulp gevraagd...

Hier is weer zo'n foto uit de Beeldbank waar ze nog niet het adres bij hebben kunnen vinden. Als u de foto klikt kunt u daar de foto op volle resolutie zien, alhoewel u dat niet zal helpen.

  • Beschrijving in de Beeldbank luidt: Exterieur van woningen van de Maatschappij voor Volkswoningen Amsterdam, één van de instellingen waarin Frits Olie (1851-1908), commissionair, belangen had.

    Daarmee moet het mogelijk zijn de foto te plaatsen. Wij moeten er bij voorbaat bij zeggen dat het buiten de Singelgracht zal zijn.

    Heeft u het adres van het hoofdgebouw met de erker wèl gevonden? Laat het ons weten via deze link

     

  • Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Wandelclub

Tijdens de recente wandeling over de Westelijke Eilanden werd de gedachte geopperd dit vaker te doen. Wij hebben er nu twee achter de rug en ze smaakten naar meer. Wij kregen al twee suggesties voor een nieuwe wandeling binnen en zoeken naar een geschikte datum. U hoort van ons.
Heeft u ook stof voor zo'n wandeling? Laat het ons weten via deze link

redactioneel

Amsterdamse burgemeesters in de 17de en 18de eeuw

Cornelis Pietersz. Hooft (1547-1626)

Vorige week kon u een nogal cynische inleiding lezen over handel en wandel van de 17de-eeuwse burgemeesters. Uitgerekend de eerst die wij u presenteren was alles behalve dat. Zo schreef Vondel over de toen al bejaarde Hooft: “een hoofd vol kreucken, een geweten sonder rimpel”. Toch was Hooft geen heilige, maar tolerant, rechtschapen en onkreukbaar. Hij was wars van de verstikkende invloed die de kerk op het dagelijks leven uitoefende en zowel vóór als ná de reformatie maakte het niet uit welke kerk dat was. Hij was overtuigd libertijn.

Benoemingen tot burgemeester: 1588, 1591, 1594, 1596-1597, 1601-1602, 1604-1605, 1607-1608, 1610

Zoals gewoon komen de afbeeldingen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

Een uitgebreide lijst van alle burgemeesters van Amsterdam op Wikipedia

Hooft werd in 1547 in Amsterdam geboren als telg van een Zaans koopmansgeslacht. Vader Pieter Willemsz. verhuisde nog voor de geboorte van Cornelis naar Amsterdam. Met zijn zoons runde vader Hooft een handelshuis dat graan en zout vervoerde en verhandelde. De handel ging van Oostzee tot Middellandse zee en de familie bezat enkele eigen schepen. Twee broers vestigden zich in Koningsbergen. Cornelis was al op jonge leeftijd eveneens naar Koningsbergen vertrokken om het vak te leren.

In 1569 keerde Cornelis naar Amsterdam terug en al snel bleek dat zijn vrijdenken hem in conflict met de katholieke kerk bracht. Toen ook nog zijn handtekening onder een onwelgevallig stuk verscheen ging hij in vrijwillige ballingschap terug naar Koningsbergen. Na het uitbreken van de Opstand keerde hij in 1574 terug, maar vestigde zich in Hoorn omdat Amsterdam zich nog niet bij de Opstand had aangesloten. Pas na de Alteratie in 1578 kon hij zich weer in Amsterdam vertonen. In dat jaar huwde hij Anna Jacobsdr. Blaeu die uit een doopsgezinde familie van haringhandelaren kwam. Van zijn schoonvader erfde hij een haringhandel aan de Haringpakkerij (afb.) en van zijn schoonmoeder kocht hij een huis op de Nieuwendijk in het Condé-hoekje t/o de St.Jacobskapel, een vergaarplaats van vrijzinnige immigranten en ex-bannelingen. Bij de producten van het handelshuis Hooft konden haring en olie toegevoegd worden. In 1600 verhuisde Cornelis met zijn gezin naar het Singel t/o de Torensluis. Daar had hij een groot huis met pakhuizen gekocht. Later bezat hij ook nog een hofstede met land in de in 1612 drooggevallen Beemster (Rijperweg). Zakelijk en sociaal ging het Cornelis voor de wind. Ex-ballingen hadden een streepje voor en hij liet het zich graag aanleunen.

De politiek loopbaan van Hooft begon in 1582 toen hij schepen werd, twee jaar later werd hij lid van de vroedschap waarvan hij tot zijn dood lid bleef. Hij was ijverig en had ruime kennis van staatszaken. Als afgevaardigde van de vroedschap werd hij regelmatig naar de Staten van Holland gezonden om de stad te vertegenwoordigen. Opvallend zijn de kwalificaties ‘vroom’ en ‘Oranjeklant’ die zijn collega’s hem toedichtten. Vroom was Cornelis misschien wel maar gedwee de streng-Calvinistische regels volgen deed hij niet. Hooft had veel meer waardering voor de Doopsgezinden waar hij via zijn vrouw kennis mee had gemaakt. En zijn waardering voor het Oranjehuis beperkte zich tot zijn waardering voor Willem van Oranje. Het belette hem niet Prins Maurits te kapittelen toen deze in zijn controverse met Oldenbarnevelt partij koos voor de fanatieke stroming der Contra-Remonstranten en in Amsterdam de wet kwam verzetten (afb.). Maurits veegde overigens de bezwaren van Hooft terzijde met de woorden: “Bestevaer, het moet nu voor dezen tijd zo wezen; de nood en de dienst van het land vereisen het”.

In 1588 werd hij voor ’t eerst gekozen als burgemeester en dat was hij in totaal 12 keer, waarvan 4 keer als eerste burgemeester. Hij was al eerder voorgedragen maar had toen nog niet de minimum leeftijd van 40 jaar bereikt. Hij ontpopte zich als voorvechter van de zelfstandigheid van de Republiek, weerstreefde Leycester's federale plannen voor de Republiek waardoor hij op een dodenlijst kwam en werd leider van de gematigde factie der libertijnen in stad en Staten. Hij was tegenstander van het uitleveren van provinciale privileges aan een overheid en zeker niet aan een Oranjestadhouder. Ten tijde van zijn burgemeesterschap bemoeide hij zich met de op handen zijnde stadsuitleg (Derde) en streed tegen het ongehoorde misbruik dat enkele van zijn collega’s maakten van hun voorkennis. Vooral de strijd tegen Frans Hendrick Oetgens en diens zwager en oud-burgemeester Barthold Cromhout heeft de analen gehaald (zie intermezzo hieronder). Hooft bracht in 1609 de zaak voor de Hoge Raad, kreeg ongelijk en deed aansluitend zijn uiterste best de heren dwars te zitten door de uitbreiding ter plekke van hun bezit te vertragen. Hij kon niet voorkomen dat alleen Oetgens al een vette winst van ƒ112.000 maakte toen de grond eindelijk in 1622 door de stad gekocht werd.

Intermezzo: de coupe van Oetgens

De eerste plannen voor een uitleg van de stad beperkte zich tot de stadsvrijheid van 100 gaarden. Dan zou de Prinsengracht ongeveer de nieuwe vestgracht worden. Groot probleem was dan de reeds intensieve bebouwing van de paden die laten de Joirdaan vormden. Dat was onduldbaar in het schootsveld. Daar bovenop kreeg de Nieuwe Waal een plaats die ver voorbij de stadsvrijheid uitstak en dus onvoldoende beschermd zou zijn. De vormgeving van de uitleg was jarenlang een discussiestuk en tenslotte legde de vroedschap zijn ei en vroeg in 1609 octrooi aan voor een zeer ruime uitleg die alle pijnpunten omzeilde. Zodra de vroedschap de beslissing nam, kochten Frans Oetgens, zijn zwager Barthold Cromhout, beide lid van de vroedschap, en een particuliere speculant alle grond die ze te pakken konden krijgen in de ruime uitleg. Toen Hooft, die belast was met de voorbereidingen voor de uitleg dit ter ore kwam, ontplofte hij van woede en begon een veldtocht tegen deze speculanten. Op de kaart van Sinck het grootste deel van het betreffende gebied, de Westelijke Eilanden en de Haarlemmerbuurt. De pijn strekte zich nog verder uit over de Noordelijke Jordaan maar komt niet op deze kaart van Lucas Sinck uit ±1620 voor. Wat groen is had de stad al weten te bemachtigen, wat wit is was in handen van speculanten. Als u de kaart klikt krijgt u hem in volle resolutie te zien en kunt u de namen van de eigenaren lezen.

Hooft, die al op jaren kwam, miste de onverzettelijkheid en brutaliteit die toen nodig was om een factie te leiden in de slangenkuil die de vroedschap toen was. In 1610 werd hij voor de laatste keer benoemd en hij moest toezien hoe uitgerekend Oetgens als burgemeester een leidende rol speelde bij de uitvoering van de Derde Uitleg.
Ook Hoofts inmenging in de controverse tussen Maurits en Oldenbarnevelt pakte verkeerd uit. Hij was niet opgewassen tegen het brutale optreden van Maurits en het politieke gekonkel van de Calvinisten en kon de dood van de landsadvocaat niet verhinderen. Erkenning voor zijn streven kwam pas na zijn dood, toen de Calvinisten, gesteund door vroedschaplid Reynier Pauw, in 1628 op een zijspoor gemanoeuvreerd werden en het stadsbestuur verder de door Hooft gepropageerde libertijnse lijn volgde. Maurits was inmiddels overleden en opgevolgd door Frederik Hendrik die niets van de fanatieke Calvinisten moest hebben. Pauw was uitgeschakeld maar Hooft heeft dat genoegen niet mogen smaken.

Cornelis Pietersz. Hooft overleed in 1626, bijna 80 jaar oud. Het huwelijk van Cornelis en Anna (portret) hield zijn hele leven stand en Anna overleed in 1627, een jaar na haar echtgenoot. Zij kregen vijf kinderen waarvan alleen de oudste Pieter Cornelisz. van zich deed spreken als dichter, toneelschrijver en historicus. Cornelis mocht in 1609 het genoegen smaken dat deze zoon benoemd werd tot drost van Muiden, het enige bekende geval waarbij hij een persoonlijke gunst accepteerde. Tot besluit laten wij Vondel nog even aan het woord om dit portret af te ronden:

O, beste Bestevaer, wat waert ghij Holland nut.

Beide geschilderde portretten door Cornelis van der Voort - 1622
Amsterdam Museum

Abel Antoon Kok (1881-1951), restauratiearchitect

In onze PDF over belangrijke in Amsterdam werkzame architecten ruimen wij een aantal pagina's in voor het specialisme 'restauratie van monumentale gebouwen'. Een klein aantal architecten hielden en houden zich daarmee bezig. Een uittreksel van wat in de PDF hierover terecht komt, laten wij u in deze kolommen vast zien. Vandaag Abel Antoon Kok, altijd genoteerd als A.A.Kok (portret).
Vader Kok was als bouwkundige betrokken bij de bouw van gasfabrieken en de aanleg van spoorlijnen. Bij zo'n laatste project in Belgisch Congo kwam hij te overlijden en daarna verhuisde de weduwe met haar kinderen van Dordrecht naar Amsterdam. Na de lagere school volgde Abel tot 1896 de 3-jarige HBS om daarna in de leer te gaan als timmerman. In de avonduren volgde hij lessen bouwkunde aan de Industrieschool van de Mij. v.d. Werkende Stand. Hij kwam daarna in dienst van enkele architectenbureau's en was opzichter-tekenaar bij architecten als Poggenbeek en Posthumus Meijes Sr. Hij bleef cursussen volgen en diploma's halen en in 1907 startte hij samen met A.R.Hulshoff een eigen architectenbureau. Na veel verschillende opdrachten traden beiden in 1915 in dienst van de Dienst PW Amsterdam, afdeling Gebouwen. Hulshoff maakte carrière bij PW, Kok verliet de Dienst weer in 1920.

Kok begon opnieuw een architectenbureau, vond werkruimte op Singel 119 maar verhuisde al gauw naar de bovenverdieping van Herengracht 495 waar hij de rest van zijn loopbaan kantoor hield en dat zijn zoon IJsbrand uiteindelijk voortzette. Hij ontwierp o.a. nieuwbouwprojecten in de Rivierenbuurt. Belangrijkste klant werd Vereniging Hendrick de Keyser en zo rolde Kok in de restauraties.
Tijd om iets over het karakter van Abel Kok te vertellen. Als selfmade-man was hij zeer overtuigd van zijn kunnen en daarin nogal eigenzinnig, om niet te zeggen eigenwijs. Hij had uitgesproken ideeën over restauraties, vond dat een restauratie een soort 'opknapbeurt' was en zo weinig mogelijk diende te veranderen aan de toestand van het monument. Hij was bereid versierselen uit latere perioden te verwijderen maar vooral niet terug-restaureren naar wat mogelijk ooit geweest was. Hij kwam daarmee wel in aanvaring met cliënt Hendrick de Keyser maar hield voet bij stuk. Toen de vereniging Prinsengracht 2 bemachtigde werd Kok in 1929 gevraagd voor de restauratie. Hij weigerde de tuitgevels te vervangen door trapgevels, zoals op de stadsplattegrond van Balthasar Florisz van Berckenrode zichtbaar waren. De vereniging delfde het onderspit maar heeft in de volgende restauratie 1954-'56 toch de trapgevels opnieuw laten aanbrengen.

Foto: P.de Hoochstraat 2, arch.Hulshoff en Kok

Toch is de leer van Kok nog steeds heel populair en drukt tot vandaag een stempel op alle restauraties. Historiserend restaureren is nog steeds een vies woord, alleen latere toevoegingen mochten verwijderd worden, vooral als ze uit de 19de eeuw stamden. Sinds 1908 was hij actief lid van de Bond Heemschut en in 1921 werd hij 2e secretaris en na overlijden van stadsarchitect Weissman in 1923 1e secretaris van die Bond. Hij nam ook het adviesbureau van de Bond van Weissman over. In 1924 bracht Heemschut een eigen tijdschrift uit waar Kok redacteur van werd. Kortom..., om Kok kon je niet meer heen.
Onder vakmensen genoot Kok veel gezag, ook onder de mensen op de steigers. Zijn vakkennis was enorm, zijn ervaring had hij immers zelf op de steiger opgedaan?!

Tekening van kraagsteen uit de N.Z.Kapel 1911

Abel Kok verzamelde prenten en tekeningen van Amsterdam en vormde met ras-verzamelaars als Van Eeghen, Dreesmann en Van Eck een groepje dat elke veiling afstroopte. Daarbij gingen de goedkopere stukken naar Kok, die een bescheiden beurs daarvoor had. Vooral kaarten hadden zijn belangstelling. In het Stadsarchief leeft de verzameling van Kok als aparte 'atlas Kok' voort. Ook kocht hij graag oude bouwtekeningen, soms met pakken tegelijk en soms zoveel dat het veilingbedrijf de aankopen per handkar bij zijn kantoor of huis liet afleveren. Kok beschouwde bouwtekeningen als waardevol studiemateriaal en al snel had een een verzameling waaruit hij bij restauraties belangrijke details leerde.
Kok publiceerde enkele boekjes uit de Heemschut-reeks, het bekendst is wel zijn 'Amsterdamsche Woonhuizen' uit 1943 dat hij geheel illustreerde met afbeeldingen uit zijn eigen verzameling. In het afsluitende hoofdstuk laat Kok een eigen creatie zien: Herengracht 316 en Berenstraat 1-3. Een groot kantoorpand waarvan Kok stelde dat het als eigentijdse nieuwbouw goed in de sfeer van de grachtengordel past. U mag zelf oordelen...

Bouwtekening A.C.Bleijs voor Koningsplein 4-6, 1883. Rechts kantoorpand Keizersgracht 316 door A.A.Kok

Kok's zoon IJsbrand (1911-1980) volgde zijn vaders voetsporen en opende in 1948 een eigen architectenbureau. Na zijn vaders dood in 1951 nam IJsbrand het bureau van zijn vader over en legde zich eveneens toe op restauratiewerk. De firmanaam werd Architectenbureau A.A.Kok & Zn. Dat vinden we o.a. terug op de werktekeningen voor de restauratie van het dubbelpakhuis Singel 2-2a die IJsbrand in 1955 voor zijn rekening nam. Daarbij maakte hij bijgaande opmetingstekening van het houtskelet, voor 1606 een unicum omdat er toen al algemeen vrijdragend gebouwd werd.

Opmetingstekening Singel 2-2a

 

Column: Wenckebach

illem Wenckebach, Wenck voor intimi, werd in 1860 geboren in Den Haag. Hij ging als 15-jarige studeren aan tuinbouwschool Linnaeus in de Watergraafsmeer waar al snel bleek dat hij eerder tekenaar of schilder zou worden dan hovenier. In 1878 kwam hij als leerling bij de Utrechtse schilder Van Lockhorst en daarna bij zeeschilder Van Heemskerck van Beest. In 1880 kreeg hij een koninklijke subsidie die hem in staat stelde vier jaar in Parijs te werken. Die prijs was in 1871 door koning Willem III ingesteld voor de vrije schilderkunst en is door alle opvolgende vorsten tot vandaag voortgezet. Wenckebach werkte voornamelijk in de stijl van de Haagse School en werd bevriend met collega-schilder Anthon van Rappart. Samen schilderden zij in de vrije natuur en waren lid van Genootschap Kunsliefde in Utrecht. Hij ontmoette de Utrechtse uitgever J.L.Beijers die hem warm maakte voor de boekillustratie. Wenckebach ontdekte de mogelijkheden van deze toegepaste kunst, verhuisde in 1887 naar Amsterdam en datzelfde jaar al verschenen zijn eerste pentekeningen in druk ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling. Hij werd in 1889 lid van Arti et Amicitiæ waar hij ook exposeerde.
Wenckebach ging werken voor boek- en kunstdrukker Roeloffzen & Hübner en maakte vanaf 1890 voor hen posters, kalenders en boekillustraties en -omslagen.

Hier werden ook de Verkade-albums gedrukt waarvoor o.a. Wenckebach illustraties in aquarel maakte. Roeloffzen was ook de drukker van het Nieuws van den Dag, waarvoor Wenckebach in 1898 begon aan een serie stadsgezichten in Oost-Indische inkt en pen, waarbij 'Nieuws'-redacteur Gebhard tekstjes schreef. Die verschenen om de 14 dagen in de zondaguitgave van het 'Nieuws'. Tot eind 1907 verschenen 227 van deze tekeningen en in dat jaar werd van honderd van die stadsgezichten een boekje gemaakt, uitgegeven ter meerdere eer en glorie van het 'Nieuws' maar voor de liefhebber een welkome bundeling van de stadsgezichten van Wenckebach.
Naast al dit werk bleef Wenckebach ook schilderen en exposeerde zijn werk regelmatig bij kunsthandels en ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag in 1935 in het Centraal Museum in Utrecht. Bij die gelegenheid kreeg hij de versierselen opgespeld die horen bij de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. In 1937 overleed deze veelzijdige kunstenaar.

Bij de afbeeldingen:

Duinlandschap voor Verkade

Poster voor Wereldtentoonstelling

Twee stadsgezichten voor Roeloffzen & Hübner (SSA)

Rapenburgwal (JHM)

Windows 10 mail-problemen?

Onder Windows Mail kunt u de links op deze pagina niet gebruiken. Veel deelnemers hebben het probleem weten op te lossen maar nog steeds vallen antwoorden tussen wal en schip omdat het onderwerp in onze sortering van winnende mails niet tevoorschijn komt bij het opmaken van de 'erelijst'. Ria Scharn vond een oplossing op het internet die zij aan u door wil geven. U gaat dan Windows Mail verwijderen en dient te beschikken over uw favoriete mailprogramma dat u vroeger gebruikte, bijvoorbeeld Outlook uit uw Office-pakket of Thunderbird. Klik hier voor Q&A over dit probleem, met de oplossing (hieronder).

Als dit u te ingewikkeld of te gevaarlijk voorkomt, blijft altijd nog de mogelijkheid elke antwoord-mail handmatig te voorzien van het juiste onderwerp. Wanneer u de cursor op de link houdt verschijnt linksonder in beeld de inhoud van de link, bijvoorbeeld mailto:webmaster@theobakker.net?subject=wk46_snel
Het deel achter het =-teken is het te gebruiken onderwerp.

Zomaar...

De Fransman Gaston Braun, de jongste zoon van uitgever Adolphe Braun, werd beroepsfotograaf. In 1864 verlegde hij kortstondig zijn werkterrein van Mulhouse (Fr) naar Amsterdam. Hier maakte hij een bescheiden serie stadsgezichten, die hij via papa’s uitgeverij aan de man bracht. Daaronder waren veel stereofoto’s. Hij was gefascineerd door het waterrijke stadsbeeld van Amsterdam; minstens driekwart van zijn foto’s vertonen grachten, kanalen, havens, schepen, bruggen, enzovoort.

Ook nevenstaande foto is van oorsprong een stereofoto maar deze uitsnede - met spiegeling - is veel sterker dan het vierkante origineel. Braun maakte deze foto in 1864. Brug #222 heet nu 'Aluminiumbrug' omdat het brugdek in 1956 uitgevoerd werd in die metaalsoort, maar daar is op deze foto nog geen sprake van. Toen was dit de 'Dwingerbrug'. Achter de brug een van de laatste restanten van de Middeleeuwse omwalling: de muurtoren (dwinger) Swijgh Utrecht. In 1882 kreeg de nieuwe eigenaar (J.F.Hahn) van Brack's Doelen Hotel permissie om de toren af te breken teneinde een groot nieuw hotel te kunnen bouwen. Amsterdam zat dringend verlegen om hotelbedden voor de wereldtentoonstelling van het jaar erop. Slechte ruil!

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Deze week honderd jaar geleden

Dinsdag 18 november 1919 - Vandaag overleed in Hilversum Ferdinand Domela Nieuwenhuis op 72-jarige leeftijd.
Ferdinand Nieuwenhuis werd op 31 december 1846 in Amsterdam geboren als zoon van een Evangelisch-Luthers predikant, tevens hoogleraar. Bij Koninklijk Besluit mocht zijn vader de achternaam wijzigen in Domela Nieuwenhuis. Na het gymnasium studeerde Ferdinand theologie in Utrecht en Amsterdam en werd eveneens Evangelisch-Luthers predikant, achtereenvolgens in Harlingen, Beverwijk en Den Haag. Hij verloor zijn geloof en legde in 1879 zijn ambt neer. Hij kreeg belangstelling voor het socialisme en verdiepte zijn in maatschappelijke problemen. Hij werd actief in de vrijdenkersbeweging De Dageraad en bezocht internationale congressen in Brussel en Amsterdam. Hij was actief in de Vredesbeweging, kreeg contact met de socialist Hendrik Gerhard, publiceerde Sociale Brieven in de Werkmansbode en werd redacteur van het eerste socialistische weekblad Recht voor Allen. Hij was overtuigd vegetariër, dronk geen alcohol en rookte niet. Hij was in 1881 mede-oprichter van de Sociaal Democratische Bond (SDB). Met - of door hem - ontwikkelde Recht voor Allen zich tot een revolutionair-socialistisch blad. Hij trok door het hele land en hiekd spreekbeurten voor geïnteresseerden. Vooral in Noord-Nederland kreeg hij veel gehoor. In Friesland was hij 'ûs verlosser' maar ook in Oost-Groningen en Twente vond hij gehoor..

Domela Nieuwenhuis werd in 1888 voor het Friese district Schoterland als eerste socialist in de Tweede Kamer gekozen. In 1891 stelde hij zich niet herkiesbaar omdat hij in de Kamer volledig genegeerd werd, ondanks zijn constructieve houding. Hij zocht het liever in demonstraties en strijd tegen de vijf K's (Kapitaal, Kerk, Kazerne, Kroeg en Kroon). Door zijn charisma en welsprekendheid en aanzetten tot stakingen en demonstraties werden Domela Nieuwenhuis en de SDB een 'gevaar' voor de gevestigde orde en hij en zijn organisaties werden vervolgd waar maar mogelijk. Een artikel 'De koning komt' in Recht voor Allen en het schotschrift 'Uit het leven van Koning Gorilla' waren aanleiding voor een proces wegens majesteitsschennis wat hem een gevangenisstraf van een jaar opleverde. Oranjegezinde bevolking organiseerde rellen tegen socialisten, hun families en hun woonhuizen. Domela Nieuwenhuis werd meer dan eens bedreigd na zijn vrijlating.
De SDB kreeg interne problemen omdat er geen enkele voortgang werd geboekt in de strijd. Hoe nu verder? In 1894 werd naast - of liever tegenover - de SDB de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP) opgericht door o.a. Troelstra. De partij was naar Duits voorbeeld georganiseerd en dat stuitte Domela Nieuwenhuis tegen de borst. Het werden gezworen vijanden. De grootste nederlaag was het verbod op de SDB in 1894 als staatsgevaarlijke organisatie.
In 1898 bracht Domela Nieuwenhuis een nieuw tijdschrift uit: De Vrije Socialist. De toon was inmiddels anarchistischer geworden; de onderkop is ook Sociaal-Anarchistisch orgaan.
Met anarchisten bleek het moeilijk samenwerken; ook Domela Nieuwenhuis zelf was geen eenvoudig mens om mee te werken.
Door de Algemeene Werkstaking in 1903 kwam hij weer even vol in de schijnwerpers te staan. Zijn inmenging zorgde echter ook voor verdeeldheid onder de socialisten en tussen Christelijk georganiseerde werkers en de socialisten. De door hem opgerichte vakbeweging NAS werd buitenspel gezet en Henri Polak e.a. richtten in 1905 het NVV op.

Volgende week de rest, als opmaat naar de grootse manifestatie, de begrafenisstoet dwars door Amsterdam

Vrijdag 21 november 1919 - De Gemeenteraad besluit het wethoudersalaris 'iets' te verhogen: met 33% van ƒ6000 tot ƒ8000.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31
wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43
wk44 wk45 wk46 wk47 wk48 wk49 wk50 wk51 wk52 Oudjaar    
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave