weekblad-logo

week 42-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Otto Meyer. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. De vraag is:

Waar staat/stond dit gebouwtje?
Waar werd het voor gebruikt?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Het huisje op de foto heeft het adres Prinseneiland 4 en staat in het verlengde van de Galgenstraat aan de toerit naar de Galgenbrug die echter Prinseneiland heet. De toegang van de Galgenstraat is nauwelijks zichtbaar maar op de hoek staat de straatlantaarn van de foto. De kinderen op de foto spelen op de kruising en de volwassene in de straat die net als het eiland Prinseneiland heet. Achter het huisje staat nog steeds pakhuis Emma. Arjen Lobach merkte terecht op dat de oplossing twee maal Prinsenland had moeten luiden, wij waren tevreden met bovenstaande omschrijving van de kruising.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Otto Meyer, Wim Huissen, Carol de Vries, Peter Pijst, Ria Scharn, Jos Mol, Robert Raat, Harry Snijder, Dirk Fuite, Han Mannaert, Gerard Beerman, Arjen Lobach, Mike Man, Ruud Fontijn, Hans van Efferen,

Fotoquiz: Jos' keuze

Jos vond deze foto's van twee gebouwen die sterk op elkaar lijken, maar waarvan er één binnen en één buiten de Singelgracht staat. Jos wil het volgende van u weten:

Waar staan beide gebouwen?
Wat was hun oorspronkelijke functie?

en facultatief nog de vraag:

Wie is de architect van elk der gebouwen?

Oplossingen graag via deze link

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Kees' keuze

Ter onderstreping van onze stelling dat in deze quiz alleen foto's van binnen de Singelgracht thuis horen hieronder het magere resultaat van de keuzeplaat van Kees Boas.
Zijn foto laat een prille Joh. M. Coenenstraat zien. Hieronder Kees' beschrijving:
"Dit is de straat in aanbouw en moet het hier 1923 zijn. Alhoewel ons blok al bewoond is - er hangen gordijntjes voor de ramen - is de straat een grote bouwplaats met een enorme bouwkeet op de plek waar we nu op lijn 5 of 24 kunnen stappen. Die ramen zijn in de loop van de tijd van een andere indeling voorzien. De foto zal op een zomerse namiddag zijn gemaakt. Dit is onder andere te zien aan de lange schaduwen en de top van een boom die in de verte boven het woonblok bij het Roelof Hartplein uitsteekt. Er lopen en staan mensen in hun mooie kloffie, allemaal heel ontspannen, en was het waarschijnlijk een trage voor-de-oorlogse-zondag. Dat vermoed ik althans want er zijn geen bouwvakkers aan het werk. De handkar 3819 - misschien van de gemeente? - met daarop een bankschroef gemonteerd om buizen of stalen stangen te buigen, is blijven staan. Links het mooie gele blok van architect Staal dat mijn huidige uitzicht bepaald is nog in aanbouw. Het Rode Blok en Nieuwe Huis zijn er nog niet en is de middelbare school van wat eerder die van Nieuwer-Amstel was nog net zichtbaar".

Foto: archief fam.Coenen

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Han Mannaert, Anje Belmon, Ria Scharn, Mike Man, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen.

Fotoquiz Waar? Wat?

Een blik vanuit een ongewone hoek staat altijd garant voor enige verwarring. Mogelijk ook deze foto. Weet u toch waar en wat dit is?

Waar staat de fotograaf?
Voor wie of wat werd dit gebouw hier gebouwd?

Oplossingen graag via deze link

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Wanneer u onze PDF over de Driehoekstraat had gelezen, was u het fenomeen Jordaancabaret al tegengekomen. Tijdens het jaarlijkse Jordaanfestival werd de Driehoekstraat afgesloten, op het plaveisel rijen stoelen neergezet, zeildoeken dak erover en klaar was het tijdelijke theater. De aankleding werd steeds fraaier en zo ontstond dit fraaie bouwsel. Het jaar dat deze foto's gemaakt werden, is niet bekend. Overigens was het een gelegenheidsoptreden op het festival, want het Jordaancabaret leidde een eigen leven en gaf zelfs ooit een uitvoering in het Concertgebouw.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Maaike de Graaf, Mike Man, Jos Mol, Ria Scharn,

Met de camera op pad...

Alweer zo'n fijne sfeerplaat. De fotograaf zagen we vaker voorbijkomen. Wij willen graag van u weten:

In beeld is een kruising of samenkomst van grachten. Welke?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

We kijken hier naar het voormalig bankgebouw van de Bank Wertheim & Gompertz, Amstelstraat 24-32. Het rechterdeel van het gebouw werd in 1871 ontworpen door Cornelis Outshoorn; het deel links werd in 1882 gebouwd naar een ontwerp van Isaac Gosschalk. Oprichter Wertheim van deze bank was de oom van de bekende filantroop en bankier A.C.Wertheim, die al op 13-jarige leeftijd bij zijn oom kwam werken. De verbouwing van 1882 was i.v.m. de overname van het bankgebouw door de posterijen die er het bijkantoor Amsterdam-Amstelstraat van maakte. Opening 1 januari 1883. Het meest rechtse portiek werd in 1953 de ingang van bioscoop Flora en na 1989 Club IT (sloop 2005).

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto onder: 020apps.nl

Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Arjen Lobach, Ria Scharn, Jos Mol, Robert Raat, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd...

Weer een foto in de Beeldbank waarbij de beschrijving mankeert. Het lijkt ons geen moeilijke opgave om dit 'even' voor de Beeldbank recht te trekken.

In welke straat staat de fotograaf?
Welk gebouw staat er prominent op deze foto?

Laat het ons weten via deze link.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

redactioneel

Nieuw: Hendrick de Keyser

In 1595 kreeg de Utrechtenaar Hendrick de Keyser in Amsterdam een aanstelling als steenhouwer en beeldsnijder. Hij moest, samen met meester-metselaar Cornelis Danckerts en meester-timmerman Hendrick Staets, nieuwe overheidsgebouwen voorbereiden en bouwen, maar ook aan bestaande gebouwen wijzigingen en versieringen aanbrengen. De Keyser was in de leer geweest bij Utrechts bouwmeester Bloemaert en in diens kielzog in 1591 naar Amsterdam verhuisd. Hier werd Bloemaert opnieuw bouwmeester maar in hoeverre De Keyser het vak  onder de knie had gekregen blijft ons verborgen. Uiteindelijk mocht hij toch - als extra - de aanstelling van bouwmeester overnemen. Hij heeft Amsterdam niet teleurgesteld.
Van de drie ‘fabrieksmeesters’ was De Keyser qua salaris het minst gewaardeerd. Bij zijn aanstelling werd hem een jaarsalaris van ƒ320 toegezegd, dat in 1608 verhoogd werd tot ƒ400 en in 1610 tot ƒ600. Steeds bleven Staets en Danckerts hem voor. De stad had er echter geen enkele moeite mee dat hij ook werk voor eigen rekening aannam, zolang hij de opdrachten van de stad maar met voorrang afwerkte. Hij kreeg een schare vakmensen en knechten om aan te sturen en de verantwoording voor gereedschappen en voorraden. Als het nodig was werd hij geacht zelf mee te werken, verder was hij er alleen voor het ontwerpen van modellen en patronen.

De stads-steenhouwerij bevond zich aan de Amstel op het punt waar de Groenburgwal er op uitkwam. Hij kreeg vrij wonen in een huis aan de kade die later Staalstraat werd, waar hij zijn hele verdere leven bleef wonen.
Deze gang van zaken maakt het voor ons moeilijk vast te stellen welk deel door De Keyser werd uitgevoerd en welk deel door steenhouwers op zijn aanwijzingen, ook als het zijn specialiteit beeldhouwen betrof. Ook de grote bouwwerken als de beurs boven het Rokin, die wij vandaag royaal op naam van De Keyser zetten, zijn niet zonder de inmenging voor de betreffende fabrieksmeesters tot stand gekomen. Anders is dat bij zijn privé aangenomen werken, waar hij veel meer zelf ingeschakeld was. Zijn beroemdste werk is het praalgraf voor Willem van Oranje in Delft, dat hij in 1614 begon en dat pas na zijn dood gereedkwam (foto hier boven).


De Keysers zoon Pieter bekwaamde zich intussen als bouwmeester/architect en voerde de private opdrachten voor rijke Amsterdammers uit naar ontwerpen van zijn vader. Door de vroegtijdige dood van Hendrick de Keyser (1621) zijn veel bouwwerken, ook voor de stad, door Pieter de Keyser afgemaakt. Van de Westerkerk weten we dat er tussen ontwerptekeningen en resultaat diverse verschillen zijn die op het conto van Pieter staan. Hendrick maakte net het metselen van het fundament mee. Van de Noorderkerk is zelfs de vraag of Hendrick hier veel aan bijgedragen heeft. Veel minder is dat bijvoorbeeld bij het huis Bartolotti dat helemaal de signatuur van Hendrick draagt en dat toch pas na zijn dood gereed kwam (1622: foto links).
Veel uitgebreider en met meer voorbeelden wordt leven en werk van Hendrick de Keyser besproken in de nieuwe aflevering van de serie over architecten.

Klik hier om die te lezen.
Foto: Erwin Meijers

Amsterdamse gebouwen -16

Paleis voor Volksvlijt

Locatie
Op het Frederiksplein, centraal gelegen tussen enerzijds de Singelgracht en het eind van de Utrechtsestraat en anderzijds tussen het Westeinde en Oosteinde, stond het Paleis voor Volksvlijt, ongeveer op de plek bij de fontein, waar nu de trams door de Sarphatistraat richting Weteringschans rijden. Dus vlakbij de plek waar nu de veelal omstreden hoogbouw van de Nederlandsche Bank staat, stond dus iets veel mooiers, een imposant 'paleis' met galerijen en tuinen.

Ontwerper, bouwer
De bouw van het Paleis voor Volksvlijt kwam tot stand op initiatief van de Amsterdamse arts Samuel Sarphati (1813-1866). Hij was niet alleen huisarts, maar ook initiatiefnemer voor vele zaken en hij had aanzien, waardoor hij tamelijk veel invloed had. Zo is zijn naam verbonden aan het Amstelhotel, de eerste Nederlandse broodfabriek, de Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie, het Abattoir, de afvalinzameling, de oprichting van een handels- en nijverheidsschool, kortom teveel om op te noemen!
Sarphati was in 1851 in Londen geweest om daar de tentoonstelling Great Exhibition (de eerste wereldtentoonstelling) te bezoeken. Daar zag hij het speciaal daarvoor door Paxton gebouwde Crystal Palace. Hij was erg onder de indruk en vond dat in Amsterdam ook zoiets moest komen. Aanvankelijk waren zijn ideeën veel omvangrijker en bestreken zelfs een deel van de Pijp, maar de voor dit uitbreidingsplan uitgeschreven prijsvraag leverde geen geschikte ontwerpen op.
De door Sarphati opgerichte Vereeniging voor Volksvlijt koos daarom voor een wat kleiner plan. Zij hadden kennelijk vertrouwen in de kwaliteiten van architect Cornelis Outshoorn, want zij vroegen hem hiervoor een ontwerp te maken. Zijn ontwerp werd uitgevoerd.
De galerijen (zie hierna) werden ontworpen door A.L. van Gendt.

Bouwstijl
Omdat het Paleis voor Volksvlijt gebouwd is naar het voorbeeld van Crystal Palace, is de bouwstijl eveneens de Victoriaanse stijl.

 

Data begin bouw, opening, brand en sloop
In 1859 werd gestart met de bouw die vijf jaar duurde. Op 16 augustus 1864 vond de opening plaats.
Aan het gebouw werden later galerijen met winkels en bovenwoningen toegevoegd. Hiervoor moest wel een deel van de tuinen worden verkocht en opgeofferd. In de galerijen vestigden zich een vijftigtal chique winkels. Het werd echter geen commercieel succes.

Hoewel het Paleis voor Volksvlijt vooral uit staal en glas bestond, verwoestte een grote brand het gebouw in april 1929. Niemand had verwacht dat de constructie van het gebouw zo brandbaar was. De oorzaak is nooit met zekerheid vastgesteld, maar aannemelijk is dat de ruimten tussen plafonds en daken hebben gezorgd voor een snel om zich heen grijpende brand.
Wat resteerde waren de galerijen, die in 1930 door de gemeente Amsterdam werden gekocht. Uiteindelijk werden ook de galerijen in 1961 gesloopt.

Bestemming(en), gebruiker(s)
Het Paleis voor Volksvlijt was gebouwd als een tentoonstellingsgebouw. Er werden onder meer auto- en hondententoonstellingen gehouden. Maar al spoedig bleek daarvoor te weinig emplooi te zijn. Daarom verschoof het gebruik meer en meer richting cultuur en vermaak.
Beroemd waren de concerten in het Paleis. Ook werden er opera's opgevoerd.
De galerijen werden na de brand nog wel door een paar winkels gebruikt, maar de gemeente vestigde er ook de Sociale Dienst en enige culturele instellingen, waaronder Circus Elleboog.
Hoewel er plannen hebben bestaan voor de nieuwbouw van het Paleis en later voor een operagebouw, werd uiteindelijk besloten dat de Nederlandsche Bank zich hier mocht vestigen. Hierdoor kwam het oude bankgebouw aan de Oude Turfmarkt vrij om er onder meer het Allard Piersonmuseum te vestigen.

Wetenswaardigheden
In het Paleis voor Volksvlijt was in 1875 een fraai orgel gebouwd. Dit orgel (het Cavaillé-Coll-orgel) werd veel bespeeld, maar raakte later minder in trek door de komst van het Concertgebouw met orgel. Daarom werd het orgel in 1915 verkocht aan de gemeente Haarlem, teneinde het te plaatsen in het Concertgebouw van Haarlem, alwaar het nog altijd is te beluisteren.

In de bovenwoningen van de galerijen woonden meestal kunstenaars. Onder meer woonde schrijver Gerard Reve er een tiental jaren.

Het voorbeeld Crystal Palace trof hetzelfde lot als het Paleis voor Volksvlijt. Na een grote brand in 1860 werd het in 1936 volledig door brand verwoest.

In 1991 is van de hand van de echtgenote van de voormalige Amsterdamse burgemeester Wim Polak, Jo Polak - Van 't Kruys, een boek verschenen over de geschiedenis van het Paleis voor Volksvlijt.

Recente ontwikkelingen
Regelmatig komen er weer ideeën voorbij om het Paleis voor Volksvlijt te herbouwen. Zolang de Nederlandsche Bank op het Frederiksplein gevestigd blijft en geen verhuisplannen heeft, lijken deze initiatieven tot mislukken gedoemd.

Column: Plein

et Waterlooplein van de jaren 50, wat heb ik daar een voetstappen liggen. Het lijkt wel of ik elk vrij uur op de markt doorbracht, zo vaak was ik daar voor mijn gevoel. Als puber was er ik er al. Een koopman stuurde me eens met twee knaken in mijn knuistje naar de Weesperstraat om een zeemleren lap te kopen. Hij kon niet van z'n stal weg. Braaf de boodschap gedaan en het wisselgeld afgedragen: "Ik was benieuwd of ik je ooit nog terug zou zien". Voor je goeds!
Toen ik werkte fietste ik er zelfs in dat uurtje middagpauze helemaal naar toe. Ik hield dan hoogstens een half uur over..., geen punt. Struinen op die ene boekenstal die de moeite was. Hij wist precies wat je interesseerde en kwam al aandragen als hij wat bijzonders had. Kon ik meestal niet betalen maar geen man overboord: "degene die het koopt weet dat het 't geld waard is". Hele jaargangen Ons Amsterdam heb ik daar bij elkaar gescharreld, want m'n vader stapte pas in de zevende jaargang in. Goed de ziekte in toen de uitgever de eerste vijf jaargangen herdrukte en meteen ingebonden leverde: voor niks gespaard.
Toen ik getrouwd was bleven we de markt trouw.

Altijd wat te vinden: een fiets erbij, stoelen, zelfs een heel servies voor een prikkie. Was ooit 12-delig geweest maar was dat allang niet meer. Wel nieuw, geen punt. Een coupeurs-paspop, zo'n verstelbare. De volgende tour een livreiersjas van rood fluweel met kant. Toneelkleding opgeruimd, denk ik. Niet voor niks..., was behoorlijk sleets. Kniesoor die daarop let. Over de paspop gedrapeerd was het volgens ons een leuke decoratie.
Later, toen ik zelfstandig ondernemer was geworden, kreeg ik klanten op de markt en dat was een genoegen. Nooit lastig als je spullen maar deugden en altijd meteen aftikken.
We hebben de markt zien wegkwijnen. De kramen en kleden werden van de ene hoek naar de andere gedirigeerd en op een gegeven moment stond Jack Maandag nog als enige overeind. Niet lang meer! Alles ging plat. Toen metro en Stopera klaar waren was de markt weggedrukt tegen de burgwal. Je waaide er constant uit je hemd en ging schuilen in de hokken waar nu de handel stond. Kopen was er niet meer bij, de prijzen waren aangepast aan de toeristen. Geen lol meer aan!

 

Zomaar...

Andreas Theodorus Rooswinkel (1838-1909) werd in Leeuwarden geboren en werd beroepsfotograaf. Hij werkte eerst in zijn geboortestad om in 1868 naar Amsterdam te verhuizen, waar hij incidenteel al vanaf 1862 werkzaam was. Hij bracht zijn werk onder bij diverse uitgeverijen van ‘carte de visite-’ en kabinetfoto’s, het meeste bij de gebroeders Douwes. Hij vervaardigde glasnegatieven, aanvankelijk in albuminedruk maar in zijn latere leven ook in gelatine-zilverdruk. In deze kolommen maken wij graag gebruik van zijn foto's.

Vanuit een dakraam van Begijnhof 12 fotografeerde Rooswinkel eind 19de eeuw de grote hof. De gebroeders Douwes maakten er kabinetfoto's en prentbriefkaarten van. Huizen en voortuintjes zijn nauwelijks veranderd maar het plantsoen in het midden is op enig moment in een saai grasveld veranderd.

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 20 oktober 1919 - Aanvang van de derde woningtelling in Amsterdam. De telling is opgelegd door de Regering om vast te stellen waar woningnood heerst. Dagblad Het Volk weet nu de uitslag al: Overal! De Gemeente bezweert dat de telling niets met belastingen of woningdistributie te maken heeft. De tellers moeten echter juist vragen stellen naar het aantal bewoners, kamerhuurders, kostgangers of dat er in de woning een nering wordt uitgeoefend. Ook moet de teller opletten of er meerdere gezinnen wonen.
Na 3 jaar vindt B&W het ook tijd worden voor een hernieuwde telling om de verschillen met 1909 en 1916 te kunnen analyseren. De aandacht gaat automatisch uit naar de woningbezetting van sociale huurwoningen omdat het aantal koopwoningen in de stad minimaal is. Ook de criteria bij het tellen worden steeds aangepast en selectiever. Als resultaat kunnen na 1920 per woning meerdere personen aangeslagen worden voor lokale inkomstenbelasting. Die wordt weliswaar later weer afgeschaft maar de Gemeente vindt steeds nieuwe belastingen uit die van de hoogte van het inkomen afhankelijk zijn. Neem de OZB en al zijn voorgangers.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31
wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave