weekblad-logo

week 20-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Mike Man. Als nieuwe opgave stuurde hij deze foto.
De vragen zijn:

Waar stond dit huis?
Ook als u het Hebreeuws niet beheerst, kunt u ons toch vertellen welke instelling dit huis gebruikte?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

We hebben weer een hoop uit de foto moeten blurren om dit een bruikbare raadplaat te maken. Hiernaast het origineel. De 'N' als nietszeggend logo voor Nationaal Kasregisters in het balkonhek konden we laten staan. Via de tekst boven de winkel wordt u regelrecht naar het antwoord geloodst: de vestiging van Nationaal Kasregisters. Rechts daarvan is het uithangbord van Café-Restaurant Winkels te zien, een pand dat u waarschijnlijk beter kent als dat van boekhandel Jan de Slegte. Links is de kunsthandel annex lijstenmakerij van Pieter Breughel, met tekst boven het portiek.
Wij staan drie panden in de Kalverstraat te bekijken, het middelste in Jugendstil heeft huisnummer 9.

Charles Winkels, die meer etablissementen in de Kalverstraat en het Thorbeckeplein bezat, opende in 1933 het Lido aan de Singelgracht en verliet de Kalverstraat. Dat was het moment dat de geboren Rotterdammer Jan de Slegte meende nieuwe filialen te moeten openen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

nog meer over...

...Café-Restaurant Winkels in de Kalverstraat 11-13. We vonden nog een paar interieurfoto's en vroegen ons af of u nog iets van de inrichting van boekhandel De Slegte terugvindt. Onder de trap was de inpak-toonbank/kassa en op een verhoging achterin was de afdeling bijzondere prenten en boekwerken over Amsterdam.

Foto links: Stadsarchief Amsterdam
Foto onder: Spaarnestad Photo
Foto daaronder: Parool

 

Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Arjen Lobach, Jos Mol, Ria Scharn, Adrie de Koning, Harald Advokaat, Han Mannaert, Hans Goedhart, Ruud Fontijn, Robert Raat, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Fotoquiz: Anje's keuze


Ziet er uit als een Amsterdamse School-buurt buiten de Singelgracht maar dat is het toch niet. Blijft de vraag:

Waar is dit dan wel?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Adrie's keuze

Er zijn veel foto's van dit uitgestrekte gebied in het Weesperveld dat we kennen als de Stads Timmertuinen. Maar waarom we speciaal naar de juiste benaming vroegen, is het feit dat we hier naar de Stratenmakerswerf kijken die aan de Nieuwe Prinsengracht lag. Dat is wel een onderdeel van Stads Timmertuinen, maar dus niet de vraag.
We kijken tegen de achterkant van huizen aan de Weesperstraat en de blik gaat door de Lepelstraat.
De foto werd in 1891 gemaakt door Jacob Olie.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Mike Man, Anneke Huijser, Ria Scharn, Peter Pijst, Jos Mol, Robert Raat, Onno Boers, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen.

Fotoquiz Waar? Wat?

En weer hebben wij het antwoord, dat al in de foto stond, moeten verduisteren. U moet het van andere dingen hebben om hier uit te komen. Eén tip: de fotograaf was na sollicitatie net aangenomen in het middelste huis. Of hij was met zijn camera nog een keer terug gegaan, want fotograferen was geen sinecure in die tijd.

Waar staat dit gebouw?
Waarvoor werd het ten tijde van de foto voor gebruikt?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Dit is een fronton met serieus beeldhouwwerk, gemaakt door Jan Gijselingh de Oude (1629-1667). Het opvallendst is de kanonloop die erin verwerkt is. Iemand die iets met wapens van doen had, dus.
Bij veel deelnemers viel het muntje: dit is het Trippenhuis, een stadspaleis voor de gebroeders Louys en Hendrick Trip die hun vermogen verdienden met metaal- en wapenhandel aan o.m. Zweden. Zij hadden in Zweden de jongere broer van Philip Vingboons, Justus, leren kennen en gunden hem de bouw van hun stadpaleis in Amsterdam. Het staat op de Kloveniersburgwal 29.

Lees meer...

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Jos Mol, Kees Huyser, Kees Boas, Wim Huissen, Mike Man, Fons Baede, Anneke Huijser, Hans Olthof, Onno Boers, Ria Scharn, Adrie de Koning, Han Mannaert, Otto Meyer, Harry Snijder, Robert Raat, Maarten Helle, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Ach..., daar hebben we weer een koninklijke rijtoer. Het is te hopen dat er geen paarden voor de gestrande trams staan, anders zullen die best nerveus geworden zijn van deze mensenmassa. Deze keer gaat het, behalve over de route, ook over het tijdelijke gebouwen op de rechterhelft van de foto. De vragen zijn:

Waar rijdt de koets op dat moment?
Wat was de functie van het gebouw meteen rechts van de telefoonpaal?
Wat was de functie van het lichte gebouw, helemaal rechts op de foto?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

De steekwoorden om hier uit te komen waren 'water' en 'vuur', de tekst boven de winkelingang. Dit is een kruidenierswinkeltje 'De Morgenstond' in de Blindemansteeg 19. Het huisnummer had u cadeau. Die steeg was in de Duvelshoek, een wirwar van stegen met krotten tussen Reguliersbreestraat en -dwarsstraat. Deze Duvelshoek werd tussen 1912 en 1917 gesloopt om de bouw van het Tuschinski-theater mogelijk te maken.
Fotograaf Bernard Eilers maakte deze foto, staande in de Reguliersdwarsstraat en kijkende door de Suikerbakkersteeg. Dat was een vreemde zaak met die steeg: tussen Blindemansteeg en Reguliersbreestraat liep ook een Suikerbakkersteeg maar niet in het verlengde van dit stukje op de foto. Daarnaast bestaan er foto's van Tuschinski waarop de Suikerbakkersteeg met een officieel straatnaambord opeens met Blindemansteeg wordt aangeduid. In die steeg stond de wachtrij van mensen die een kaartje in de voorverkoop van Tuschinski wilden bemachtigen. Zonder dat kwam je er 's avonds meestal niet meer in.

Foto en kaarten: Stadsarchief Amsterdam

Oppervlakkig gezien bestaat de indruk dat de Duvelshoek volledig platgewalst is, maar de onderstaande PW-kaart van 1961 bewijst dat een groot deel van de infrastructuur behouden bleef. Wij hebben de grote kaalslag voor Tuschinski en Grand Bazar Français (Fransche Bazar), later Galeries Modernes in rood gemarkeerd. Vergelijk met de buurtkaart van 1876. Een ander project was de broodfabriek van Paul C. Kaiser, later Carels in de Vijzelstraat 3-11 (groen) die veel inpandige bebouwing platgooide. Door de enorme blinde muren die door de nieuwbouw ontstonden werd het doolhof van stegen alleen maar grimmiger. De naamswijziging van Suikerbakkersteeg naar Blindemansteeg gebeurt in 1909.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Mike Man, Kees Huyser, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Ria Scharn, Han Mannaert, Peter Pijst, Jos Mol, Harry Snijder, Robert Raat, Onno Boers, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

De Oud Burgemeesters van Amsterdam -11

Schelto Patijn (1936-2007)

Personalia
Na het tamelijk plotselinge vertrek van Ed van Thijn, stond er niet meteen een vanzelfsprekende opvolger klaar. Maar twee jaar eerder was er in Rotterdam een burgemeester van PvdA-huize benoemd, dus het was niet onlogisch dat naar de Rotterdamse kandidaten werd gekeken. Schelto Patijn stond daar toen als eerste op de voordracht van Commissaris van de Koningin M. Vrolijk, maar het kabinet gaf (in navolging van de meerderheid van de Rotterdamse raad) echter de voorkeur aan Bram Peper. Dus kwam Patijn voor Amsterdam in beeld. Hij werd op 2e Paasdag in een vakantiehuisje door de toenmalige fractievoorzitter van de PvdA, Eberhard van der Laan, gevraagd te solliciteren.
Patijn is in 1936 geboren als zoon van Dr. Constantijn Patijn en Jonkvrouwe Sara van Citters. Hij is op 12 juli 1961 gehuwd met Anna Stroink. Ze kregen 3 kinderen.

Patijn kwam uit een familie waarin vele bestuursfuncties bekleed werden. Zelf had hij ook een carrière in het openbaar bestuur. Hij was achtereenvolgens beleidsmedewerker bij de directie integratie Europa op het ministerie van Buitenlandse Zaken (1962 tot 1967), wetenschappelijk medewerker van het Europa Instituut van de Rijksuniversiteit Leiden (1967 tot 1971), waar hij vervolgens directeur werd (1971 tot 1973). Daarna werd hij lector recht der internationale organisaties aan de Rijksuniversiteit Leiden, lid van de Tweede Kamer (1973 tot 1984) en deels gelijktijdig lid van het Europees Parlement (1973 tot 1979). Van 1984 tot 1994 was hij Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, waarna op 1 juni 1994 de benoeming tot burgemeester van Amsterdam volgde. Dit bleef hij tot 1 januari 2001.

Op de foto burgemeester Patijn die de Uilenburger synagoge bezoekt, waar tijdelijk het restauratieatelier van Hans 't Mannetje gevestigd is

Algemene kenmerken van Patijn en belangrijke gebeurtenissen tijdens ambtsperiode
Op 1 juni 1994 krijgt Schelto Patijn van waarnemend burgemeester Frank de Grave de ambtsketen omgehangen. In zijn eerste speech op die dag gaf Patijn vier voor hem belangrijke punten aan:

  • Hij wilde de welvaart van de stad vergroten en daarmee het hart van de stad kloppend houden
  • Hij wilde de lotsverbondenheid van Amsterdam met zijn omgeving vormgeven door oprichting van de Stadsprovincie Amsterdam 
  • Hij gaf aan zich duidelijk verantwoordelijk te voelen voor de organisatie en handelswijze van de Politie
  • Hij wilde geen Stadhuisburgemeester zijn maar burgemeester van àlle Amsterdammers.

Aan dat laatste gaf hij vorm door twee maal per week op werkbezoek te gaan, meestal op de fiets, waarbij hij een aantal ambtenaren, óók op de fiets, meenam. Daarmee raakte hij snel populair, zeker ook omdat hij dan voor iedereen een vriendelijk woord had en het met iedereen snel goed kon vinden.

Patijn werd vanwege zijn adellijke afkomst aanvankelijk als een elitair persoon gezien, maar hij bleek een zeer aimabel en warm persoon te zijn, die zich met veel elan voor de publieke zaak inzette. Hij kreeg al snel de koosnaam 'Ome Schel' en zelfs een fanclub. Hij heeft ook nooit overwogen het statige ambtsgewaad te gaan dragen. Kort na zijn benoeming werd het ambtsgewaad zelfs officieel afgeschaft.
Hij ontpopte zich als een krachtige burgemeester, die met voortvarendheid de drugsoverlast bestreed.
Onder Patijn vond in 1995 het referendum plaats over de komst van de Stadsprovincie Amsterdam. Omdat de overgrote meerderheid van de stemmers tegen de Stadsprovincie was, werd Patijn niet de laatste Amsterdamse burgemeester en bleef de stad Amsterdam bestaan.

Afb: De Amsterdamse Krant meldt fanclub voor Ome Schel

Hoogtepunten voor Patijn waren de Eurotop in 1997, de millenniumwisseling, de Gay Games, twee maal Sail, het EK voetbal 2000 en de bezoeken van de Japanse keizer en de Palestijnse leider Yassar Arafat.
Dieptepunten waren de dood van Joes Kloppenburg door zinloos geweld, de dood van drie brandweerlieden bij een brand aan de Motorkade en de uitzetting van de Turkse kleermaker Gümüs. En hij moest tegen zijn zin meemaken dat de Gemeenteraad besloot ook in de Binnenstad een eigen deelraad te laten komen.

Foto: Anja Meulenbelt weblog

Wetenswaardigheden
Onder het 'bewind' van Patijn kwamen er nadere regels voor coffeeshops, Koninginnedag, prostitutie en terrassen. In 1996 wordt de tippelzone op de Theemsweg ingesteld en wordt besloten tot de aanleg van de Noord-Zuidlijn. In hetzelfde jaar verschijnt ook het rapport van de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden van de Commissie Van Traa, beter bekend als de IRT-affaire. Dit legde een zware last op de schouders van de burgemeester als verantwoordelijk korpsbeheerder van de Politie. Hij moest nadrukkelijk leiding geven aan de bestuurlijke aanpak van de criminaliteit.

Foto: Beatrix op bezoek in Stadsdeel Baarsjes

Ambtswoning
Sinds de intrek van Samkalden was er weinig aan het onderhoud van de ambtswoning gedaan. Patijn en vooral zijn echtgenote, zorgden voor een grondige aanpak van het gebouw. Met name de woonvertrekken kregen een grondige facelift.
Dat Patijn zich in Amsterdam thuis was gaan voelen, blijkt wel uit het feit dat hij na het verlaten van de ambtswoning in de stad bleef wonen en met zijn vrouw zijn intrek nam in een comfortabele woning in de Minervalaan.

Andere bestuurders, aftreden en opvolger
Patijn kreeg met veel verschillende wethouders te maken. Onder hen een aantal 'pittige tantes' zoals Guusje ter Horst (wethouder van 1994 tot 2001), Pauline Krikke (wethouder van 1996 tot 2001) en Jikkie van der Giessen (wethouder van 1998 tot 2002). De dames schijnen elkaar regelmatig in de haren gevlogen te zijn, maar dat gebeurde dan tijdens de vertrouwelijke beraadslagingen van het College. En aan Patijn was het wel toevertrouwd om sussend op te treden.
Guusje ter Horst en Pauline Krikke werden later ook burgemeester van respectievelijk Nijmegen en Arnhem.
De benoeming van Krikke tot wethouder ging gepaard met veel commotie. Niet dat zij omstreden was, maar het gevolg was dat zittend wethouder Edgar Peer zou doorschuiven van Economische Zaken naar Financiën en dat zagen sommige partijen niet zo zitten. Na een pittig debat kwam het goed. Het zou voor Patijn niet zijn laatste wethouder voor de Financiën worden. Hij kreeg in zijn tijd ook nog te maken met Harry Groen en Geert Dales.

Tussen mei en november 1999 was Patijn door ziekte verhinderd zijn burgemeestersambt uit te oefenen. In die periode trad Jaap van der Aa op als loco-burgemeester. Om gezondheidsredenen trad Patijn eind 2000 af. Op 20 december 2000 werd in de Gemeenteraad officieel afscheid genomen. Na het vertrek van Patijn werd loco-burgemeester Jaap van der Aa zijn tijdelijke opvolger, waarna Job Cohen zijn definitieve opvolger werd.
Patijn werd in februari 2001 nog voorgedragen voor het vice-voorzitterschap van de PvdA, maar hij trok zich terug als kandidaat vanwege zijn gezondheid.

Alle foto's komen zoals gewoonlijk uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

Column: Asielzoekers

oit is Amsterdam uit het veen geboren en zijn dus alle inwoners feitelijk van buitenaf gekomen. Eerst kwamen de veenarbeiders, toen agrariërs en vissers en daarna de rest van wat er in een stadje zoal rondloopt. Dat gaat al eeuwen zo. Zodra het goed gaat in land of stad komen de gelukzoekers er op af, ook vandaag nog. Niks nieuws onder de zon.
Wat is dus een ‘echte’ Amsterdammer?

Ik ben een echte Amsterdammer, beweer ik tegen iedereen die ’t horen wil, maar dat mag je best met een korreltje zout nemen. Je hoeft helemaal niet ver terug in de familiegeschiedenis om het tegendeel te ontdekken. Mijn vader was zo’n gelukzoeker die Friesland de rug toekeerde en op z’n achttiende in z’n eentje naar Amsterdam trok. Niet voor niks! Als halfwees was hij in een weeshuis terecht te komen, zonder broertje en zussies die her en der ondergebracht werden. Hij had wel een prima vak geleerd waar geen hond nog behoefte aan had: rijtuigschilder. Nou was een weeshuis onder regime van de Katholieke kerk voor een kind een kleine ramp. Het percentage kinderen dat daar een levenslang trauma aan overhield nadert de 100%. Mijn vader werd  ook nog eens door een pater aangerand. Tenminste, dat denken we te weten uit diverse zeer bedekte opmerkingen.
Wat overbleef was een levenslange hardgrondige haat tegen de Katholieke kerk, en eigenlijk niet alleen de Katholieke.

Toen hij achttien werd mocht hij het weeshuis verlaten maar hulp bij het zoeken van een baan en een onderkomen hoefde hij niet: hij ging pleite, zo snel als hij kon.

Wat deed je als achttienjarige in een wildvreemde stad? Dan ging je ‘in de kost’ bij zo’n Amsterdamse familie die de centen hard nodig had maar daar niet per sé op ingericht was. Of je prettig opgenomen werd, was een kwestie van geluk. Daar hebben we nooit iets over gehoord. Een baan was geen probleem in 1925; nog geen sprake van recessie. Als schilder had je eigenlijk geen ‘baan’, je had werk als het weer het toeliet en voor de rest was je ‘uitgevroren’.

Nee, dan mijn moeder, geboren en getogen in de Jordaan. Als dat geen echte Amsterdammer is…? Nou, niet dus. Mijn grootvaders familie kwam uit Dordrecht en pas mijn overgrootvader verhuisde naar Amsterdam. En mijn grootmoeder?  Dat was helemaal geen Amsterdammer, de naam Ordemann zegt genoeg. Haar moeder was een Du Maine, volgens de overlevering uit Frankrijk afkomstig.

Daar sta je dan met je goeie gedrag. Maar ik denk maar zo dat veel Amsterdammers hetzelfde verhaal kunnen vertellen. Alleen loopt niemand te koop met het feit dat hij ook maar een kind van een asielzoeker is.

Eigenlijk een goed idee van onze columnist. Waarom schrijft u niet eens op hoe uw familie in Amsterdam terechtkwam? Stuur uw verhaal, zo u wilt onder pseudoniem, via deze link.

Tecum Habita

De wanhopige pogingen om leegstaande kerken een herbestemming te geven is niet iets van deze tijd alleen. Wij nemen u deze week mee naar het huis Tecum Habita op de Herengracht 248. Eerst moest dat huis nog kerk worden maar toen dat eenmaal voor elkaar was, werd enkele decennia later alweer geleurd met het gebouw. Volg ons van woonhuis via kerk naar kantoren-verzamelgebouw.
Uit het Grachtenboek plukken we de oorspronkelijke gevel van het gebouw (onder), hiernaast de artist impression van Rolf Unger en Tim Kiliam. Het huis werd in 1619 gebouwd in de Derde Uitleg. Het was generaties in bezit van de familie Hooft, neef van de burgemeester C.P. Hooft. Ook toen al heette het huis Tecum Habita: 'Woon bij Uzelf' of populair gezegd 'Oost, West, Thuis Best'.


In 1797 kwam het pand in handen van de Evangelische Broedergemeente (Unitas Fratrum) ook wel Hernhutters (unter des Herrn Hut) genoemd. In 1798-'99 werd het pand geheel verbouwd om tot kerk te dienen voor hen. Tevens kreeg het huis een geheel nieuwe gevel met lijst. In 1799 konden ze eindelijk het pakhuis in de Haarlemmer Houttuinen - waar ze sinds 1763 kerkten - verruilen voor hun nieuwe kerk aan de Herengracht. Nou had de gemeente een halve eeuw gefloreerd maar in hun nieuwe kerkgebouw viel ze uit elkaar. In 1806 werd het gebouw gekocht door de (Engelse) Episcopale kerk. Die konden daar onder Franse overheersing nog geen gebruik van maken maar ze lieten er de Hernhutters voorlopig nog zitten. Nadat de Fransen verdwenen waren namen zij de kerk zelf in gebruik.

Ook dat duurde niet lang. De Episcopale kerk kreeg in 1822 de beschikking over de voormalige Lakenhal op de Groenbrugwal die ingrijpend verbouwd werd tot nieuw kerkgebouw, ook weer met een nieuwe gevel. De eerste dienst was in 1827 en toen stond het gebouw op de Herengracht weer leeg.
Vanaf dat moment werd het gebouw als kantoor gebruikt door overwegend financiële instellingen, waaronder die van David Borski. Zijn weduwe zou nog van zich doen spreken als geldschieter voor de jonge Nederlandsche Bank. Het pand was veel te groot voor een kantoor en dus werd een groot deel verhuurd als Oudheidkundig Museum en als concertzaal. Tweemaal werden voor korte duur weer stichtelijke bijeenkomsten georganiseerd: in 1849-'53 door Ds. Jan de Liefde en in 1863-'75 door de Vrije Evangelische Gemeente waar dezelfde Jan de Liefde de hand in had. Na dit avontuur betrok de VEG de Weteringkerk, raakte de concertzaal in onbruik door de opening van die in Odeon en verkocht Borski het pand aan Jan ter Meulen Jr. Die gebruikte het pand verder als kantorenpand. Hij was het die de ingangspartij wijzigde en waar we de zandstenen poort-omlijsting aan overhielden (1888).

Hernhutters?
Deze stroming ontstond min of meer als reactie op de ketterdood van Johannes Huss. De eigenlijke Evangelische Broedergemeente ontstond begin 18de eeuw in het grensgebied van Duitsland, Bohemen en Moravië. De laatste herkomst is de aanleiding voor de tweede naam van de gemeenschap: Moravische Broeders. Niet alleen de Katholieke kerk, maar ook de Lutherse kerk reageerde afwijzend op deze stroming en de vervolging bleef voortduren. Daardoor weken de hernhutters uit naar andere delen van Europa waarbij de Republiek favoriet was omdat ze in heel Europa bekend stond als tolerant in geloofszaken. De Amsterdamse afdeling kerkte vanaf 1763 in een pakhuis in de Haarlemmer Houttuinen, tot ze boven omschreven kerk kon betrekken. De hernhutters maakten zich verdienstelijk met zendingswerk, waardoor een groot deel van de hedendaagse Nederlandse hernhutters uit Suriname afkomstig is. Lees meer...

Nog meer Sint Nicolaaskerken

Toen de Katholieken in 1578 'ondergronds' moesten, ontstonden schuilkerken. De belangrijkste is die op de Oudezijds Voorburgwal waar in 1661 de Ons' Lieve Heer op Solder ontstond op de bovenverdiepingen van een huis. Ook deze kerk werd gewijd aan Sint Nicolaas, zo hoorde dat nu eenmaal. In die tijd werd de kerk echter 'Het Haantje' genoemd; óók de naam was een schuilnaam. Maar dat ook 'de Nieuwe Zijde' zijn Sint Nicolaaskerk had, is minder bekend. Dat was een cluster van drie huizen die voor de wezen van 'het Maagdenhuis' gevormd was tussen 1628 en 1684. De wezen verbleven hier tot in 1783 op het Spui het kapitale Maagdenhuis gereed kwam. In 1694 kwam in dat pre-Maagdenhuis een kapel op de twee bovenste verdiepingen gereed die eveneens aan Sint Nicolaas gewijd werd. De pastoor van een gammele schuilkerk naast brouwerij de Hooiberg huurde de kapel en verhuisde met zijn gemeente in datzelfde jaar.

Deze doorsnede is ooit door Henk Zandkuyl voor Amstelodamum gemaakt in een poging de schuilkerk te reconstrueren. De Nieuwezijds is rechts, de Spuistraat links. De kapel was op de bovenste twee verdiepingen plus de zolder. Bron: Amstelodamum 1959

Twee van de huizen staan aan de Nieuwzijds Voorburgwal een eentje aan de Nieuwzijds Achterburgwal (Spuistraat) en zijn al door het weeshuis met elkaar verbonden. Wij spreken bewust in de tegenwoordige tijd omdat de huizen er in basis nog steeds staan: Nieuwezijds Voorburgwal 78, doorlopend tot de Spuistraat waar het een gevel heeft tussen de huisnummers 41 en 43 aldaar. Van die originele gevel hebben we alleen dit minimale schetsje (links) over. Maar bij nadere beschouwing is er weinig veranderd; de ingang was door de kelder, ook toen al. Vandaag is de hoofdingang van het pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal (78) en daar kregen de twee huizen een nieuwe gemeenschappelijke gevel die in niets doet vermoeden dat er een monument, laat staan een voormalige schuilkerk achter schuil gaat. Toch is binnen ook vandaag nog het een en ander van de schuilkerk bewaard gebleven. Het meest in het oog springend zijn wel de zes kolommen die de galerij droegen, zoals ook elders door het gedeeltelijk openzagen van een verdiepingsvloer.
Beide schuilkerken raakten in 1887, door de opening van de Sint Nicolaaskerk aan het Open Havenfront, in onbruik en werden afgestoten. Foto's: SAA

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 19 mei 1919 - In het archiefgebouw van de Gemeentelijke Archiefdienst, sinds 1912 in het voormalige raadhuis van Nieuwer-Amstel aan de Amsteldijk, opent een tentoonstelling van tekeningen door Gerrit Lamberts (1776-1850), conservator van het Prentenkabinet van het Rijksmuseum. In Lamberts tijd was dat nog gevestigd in het Trippenhuis, waarvan deze tekening door Lamberts. De man achter de tafel is waarschijnlijk Lamberts zelf. De tentoonstelling zal uiteindelijk op 22 juni naar het Stedelijk Museum verhuizen en daar tot eind juli te zien zijn. Meer over Lamberts vindt u hier (p.34-35).

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave