weekblad-logo

week 15-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. Als nieuwe opgave stuurde zij deze foto. De locatie is niet binnen de Singelgracht. De vraag is simpel:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Deze foto zou dateren van 1877 en het magazijn annex werkplaats voorstellen van Artis. Dit gebouw werd later tot olifantenverblijf omgebouwd. Ook dat is al jaren geleden afgebroken.
De foto wordt toegeschreven aan Paul Louis Steenhuizen. Het originele glasnegatief wordt bewaard in het Fotomuseum te Rotterdam.

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Rob Wagenaar, Fanta Voogd, Ria Scharn, Kees Huyser, Rob Philip, Carl Mollee, Anje Belmon, Han Mannaert, Hans Goedhart, Adrie de Koning, Mike Man, Jos Mol, Robert Raat, Hans Olthof, Hans van Efferen,

Fotoquiz: Hans' keuze

Hans Standaar stuurde twee foto's van dezelfde locatie. De tweede foto als hint. Het gaat om een kiekje van het personeel van de ernaast gevestigde firma die voor een fraaiere achtergrond even bij de buren poseerde. De hint zit 'm in de kleding.

Waar staat dit groepje mensen te poseren?

Oplossingen graag via deze link

Foto's: verzameling Hans Standaar

Oplossing: Ton's keuze

Helemaal niet zo lang geleden was deze zelfde hoek al onderwerp van een quizvraag. Ook nu is weer angstvallig het Waaggebouw als 'spoiler' weggelaten. U staat hier op de Nieuwmarkt en kijkt naar de huizen in de Monnikenstraat. Om de hoek begint dan de Zeedijk. De hint zou eventueel de kaaswinkel op de hoek met de Monnikenstraat geweest kunnen zijn. Als u tenminste wist dat Gruyère een Zwitserse kaassoort is. De winkel is het Kaaspaleis Rik. De uitbaters verschilden in de loop der jaren maar een kaaswinkel is het tot vandaag gebleven.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harry Snijder, Mike Man, Adrie de Koning, Erik-Jan Noomen, Anneke Huijser, Ria Scharn, Dick van der Kroon, Anje Belmon, Carol de Vries, Han Mannaert, Cor van Duinen, Jos Mol, Robert Raat, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

Bijzondere foto! Bijzondere bus! Buslijn B reed een route in Amsterdam-Noord maar daar staat de bus op de foto niet. De vragen zijn:

Waar staat de bus?
Wat is het doel van de bijzondere installatie achterop?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

"Ik hoef de foto niet in de Beeldbank op te zoeken, ik weet zo wel dat dit het Begijnhof is". Daar zal deze deelnemer toch nog spijt van krijgen, want dan had hij/zij geweten dat deze foto niet vanaf het Maagdenhuis gemaakt werd maar vanuit kunsthandel Wisselingh Spui 23-27 en wel door George Breitner, eind 19de eeuw. Deze kunsthandel verhuisde al snel naar het Rokin.
De dichtstbijzijnde toren was geen probleem: dat was die van de Engelse kerk op de Begijnhof.

Wikipedia noemt de Engelse kerk een Hervormde kerk en in navolging daarvan ook enkele van de deelnemers. De Engelstaligen die hier kerken geven de voorkeur aan Presbyteriaanse kerk, dit ter onderscheiding van de Episcopale kerk die een plek vond aan de Groenburgwal. Beide stromingen zijn van origine Schots en bewandelen een reformatiepad dat met het Nederlandse vergelijkbaar is, naar het model Calvijn. Zoals het tussen gelovigen usance is sloegen deze stromingen, beide "hervormd", elkaar ooit de hersenen in.

Lees meer over de finesses van deze richtingen en de verbeten strijd onderling en tegen de Engelse Anglicaanse kerk. En dan toch weer wèl in Wikipedia.

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Harry Snijder, Adrie de Koning, Mike Man, Ria Scharn, Dick van der Kroon, Han Mannaert, Hans Goedhart, Minne Dijkstra, Jos Mol, Robert Raat, Hans Olthof, Hans van Efferen, Anthony Kolder, Anje Belmon, Arjen Lobach,

Met de camera op pad...

Een foto van een krappe eeuw geleden. Het houten gebouwtje links, boven het water, staat er natuurlijk niet meer. De vragen zijn:

Hoe heet het water op de voorgrond?
Hoe heet het water in de kijkrichting?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Een heerlijk beeld van het Amsterdam van een eeuw geleden. Wat een weldadige rust. Moet je nu eens komen, een vierbaans stadsautobaan waar zich niemand aan de 50 km-begrenzing houdt. Dit is de Prins Hendrikkade rond 1900. Het hoekpand van Café De Blauwe Druif nummerde Kalkmarkt 1. Deze foto stamt van vóór de serie verbredingen van de PHkade die pas sinds 1879 zo heet en daarvoor ter plaatse als Buitenkant door 't leven ging.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Harry Snijder, Arjen Lobach, Mike Man, Ria Scharn, Anje Belmon, Carol de Vries, Hans Goedhart, Jos Mol, Robert Raat, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

De Oud Burgemeesters van Amsterdam -6

Arnold Jan d'Ailly (1902-1967)

Personalia
Arnold Jan d'Ailly was een populaire Amsterdamse burgemeester van 1946-1956. Hij was een hoffelijke, joviale en soepele figuur, die eerste burger was in de naoorlogse periode. Hij beheerde zelf de havenportefeuille en zette zich onder meer in voor herstel en uitbreiding van Schiphol en nieuwbouwprojecten als Bos en Lommer, Geuzenveld en Slotermeer. D'Ailly was afkomstig uit de bankwereld en keerde daarin ook weer terug na zijn aftreden. d'Ailly werd geboren in Franeker in 1902 en is overleden in Amsterdam in 1967. Hij was de zoon van Jacob d'Ailly, die huisarts was in Doesburg en Johanna Greebe. Hij had nog één broer en één zuster. Hij trouwde in 1930 met Anna Fritz die juriste was. Hij kreeg vier kinderen maar scheidde uiteindelijk en huwde met Marie-Gisèle van Waterschoot van der Gracht, een beeldend kunstenaar en kunstmecenas. Zij woonden toen op de Herengracht 401 waar zij in 2013 op 100-jarige leeftijd overleed. Hij ligt begraven op het kerkhof van het dorp Spaarnwoude.

Algemene kenmerken van d'Ailly en belangrijke gebeurtenissen tijdens ambtsperiode
Arnold d'Ailly komt uit een hugenoten geslacht en bracht zijn jeugd door in Doesburg waar het geestelijk klimaat modern-protestants was. Hij bezocht het gymnasium waar hij in 1921 eindexamen deed. Hij ging daarna naar Amsterdam om rechten te studeren aan de Gemeentelijke Universiteit. Hij ontmoette er zijn toekomstige vrouw, Anna Fritz, die ook rechten studeerde en een jaargenote van hem was. In 1923 behaalde hij het doctoraalexamen en werd advocaat/waarnemend griffier bij het Amsterdams Gerechtshof. In 1929 ging d'Ailly bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN) werken om na precies twee maanden in dienst te treden van de 'Vereeniging voor den Effectenhandel'. d'Ailly maakte deze stap om zijn salarispositie te verbeteren. De handelsfirma van zijn aanstaande schoonvader ging namelijk failliet, kort na de paniek op Wall Street (1929). Een compleet familiedrama was het gevolg dat ook zijn huwelijk met Anna Fritz in 1930 overschaduwde. Er werd niet in het wit getrouwd, maar in een lichtblauwe japon!
Het ging goed met d'Ailly's carrière bij de 'Vereeniging voor den Effectenhandel'. Hij toonde zich een goede organisator die in 1940 werd benoemd tot directeur van de Amsterdamse bankfirma de Kasvereniging N.V. Toen benaderde de Amsterdamse bankier G. van Hall in 1944 namens het Nationaal Steun Fonds (NSF)-de financier van het verzet- de directeuren van de 12 grootste banken. Hij verzocht ze elk 20.000 gulden ter beschikking te stellen voor de financiering van verzetsactiviteiten. d'Ailly was met nog een bank de enige die geweigerd hebben. Dit optreden heeft hij zeer snel rechtgezet door tijdens de hongerwinter steun aan het NSF te verlenen. Vanaf september 1942 verving hij heimelijk de promessen die bij zijn bank op naam van de Rijkspostspaarbank stonden, door verhandelbare stukken op naam van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank. Die vervalste promessen verkocht hij vervolgens aan vijf Amsterdamse banken. Door dit gedurfde optreden wist hij 51 miljoen gulden te verzilveren ten behoeve van het stakende spoorwegpersoneel.

Op de foto het eerste officiële bezoek van prinses Beatrix in 1956 aan de Stadsschouwburg van Amsterdam

Wetenswaardigheden
Na de oorlog werd d'Ailly gevraagd om toe te treden als minister van Financiën in het kabinet Schermerhorn-Drees. Deze post ging aan zijn neus voorbij want hij ging naar Piet Lieftink, die later het 'tientje van Lieftink' introduceerde. Hij werd directielid van De Nederlandse Bank en in 1946 volgde hij de tijdelijk burgemeester Feike de Boer op.  De burgemeester beleefde zijn hoogtepunt met de inhuldiging tot koningin Juliana in 1948. Hij had nauwe banden met het koningshuis, in het bijzonder met koningin Wilhelmina.
Hij had als bijnaam 'de vliegende burgemeester' om de eenvoudige reden dat hij de hele wereld afvloog voor contacten met zijn steden-partners. D'Ailly ging graag naar allerlei bijeenkomsten in de stad en ging ook veel mee met economische missies in het buitenland, wat hem de bijnaam 'Burgemeester d'Ailleurs' opleverde.
Tijdens zijn ambtsperiode was hij ook commissaris van Drukkerij Senefelder. Er werden soms vergaderingen belegd om het personeel te informeren over, niet altijd vrolijke, besluiten van de directie. Hij was dan aanwezig bij deze bijeenkomsten die in de personeelskantine werden gehouden. De kantine was te klein om al het personeel netjes op stoelen te ontvangen, dus werden er wat banken bij geplaatst. De directie zat voor achter de zogenaamde bestuurstafel, maar burgemeester D'Ailly zat midden tussen het personeel, meestal op een bank, als een van het personeel. Dit was natuurlijk heel tactisch en zo werden beslissingen zonder al te veel weerwoord genomen.

Op de foto het begin van de actie 'n heitje voor een karweitje' ingeluid door het poetsen van de schoenen van d'Ailly door de heer Ed Seebrechts van de padvinderij

D'Ailly vroeg in 1954 aan Commissaris Kaasjager of hij hem wilde adviseren over het probleem van het toenemend autoverkeer. Kaasjager stelde een notitie op waarin hij voorstelde een deel van de Amsterdamse grachten te dempen. Toen de notitie uitlekte leverde dit veel kritiek op. 'Aantasting van het Amsterdamse cultuurgoed' was een van de mildere reacties. Het plan-Kaasjager werd naar de prullenmand verwezen en er kwam een beleidsplan, waarbij nog slechts verkeerswegen door de Haarlemmer Houttuinen en de Nieuwmarktbuurt gepland werden.
Op 16 maart 1955 deelde hij vol trots mee dat de regering had besloten toestemming te geven voor de aanleg van de IJtunnel.

Cartoon: Algemeen Handelsblad

De burgemeester was vanwege zijn brede geïnteresseerdheid een geliefd burgemeester. Hij mocht zich graag vertonen in het officiële ambtsgewaad: een rokkostuum met steek en een ambtsketting.



Gedurende zijn 10-jarige ambtsperiode na de oorlog heeft de burgemeester vele activiteiten ontplooid zoals kransleggingen, herdenking Februaristaking, onthulling verzetsmonumenten, helpen bij de watersnoodramp, opening Amsterdam-Rijnkanaal, aanleg Amsterdamse Bos, het IJtunnelplan in werking zetten, eerste kinderpostzegel uitgeven, kinderen oversteekactie initiëren, etceteraetcetera.

Foto hierboven:
Eerste dirigent van het Concergebouworkest, de heer Eduard van Beinum (rechts) onderscheiden als Ridder in de Orde van de Nederlandse leeuw door A. d'Ailly (links).

Ambtswoning
d'Ailly moest door de Commissaris van de Koningin gedwongen worden te verhuizen van de Gerrit van der Veenstraat naar de ambtswoning. Dit had te maken met een bepaling in de schenkingsakte voor de woning. Als hij twee jaar niet zou worden bewoond of gebruikt voor representatieve doeleinden, kon hij door de schenker teruggevorderd worden.

Op de foto het banket in de ambstwoning tijdens het bezoek van de kroonprinses van Noorwegen op 2 april 1949; bron: Stadsarchief Amsterdam

Andere bestuurders en opvolger
Het begin van d'Ailly's ambtsperiode viel samen met de 'Koude Oorlog'. Hij had na de oorlog twee CPN-wethouders ontslagen (Seegers en Polak), hetgeen leidde tot een geweldige vechtpartij in de raad. Jonas van der Velde was wethouder voor Publieke Werken en Volkshuisvesting. Hij was verantwoordelijk voor de versnelde uitvoering van het 'Algemeen Uitbreidingsplan'. Onder zijn leiding werd het '50.000 woningenplan' vastgesteld.
Toen Van der Velde in de Gemeenteraad werd gevraagd hoe het mogelijk was dat er op een plek in Amsterdam al heiwerkzaamheden hadden plaatsgevonden terwijl de Gemeenteraad het krediet voor de woningbouw nog moest goedkeuren, antwoordde hij dat er volgens hem nog niet met de bouw was begonnen, maar dat slechts de heipalen 'verticaal' waren opgeslagen.
Arnold d'Ailly's opvolger was Gijsbert (Gijs) van Hall (foto). Hij wist slecht om te gaan met de gezagsproblemen uit die tijd, zoals 'Provo'.

YouTube

Carol de Vries speurde YouTube af naar alles wat met (Oud-) Amsterdam te maken heeft en daar pikken wij er af en toe eentje uit die u zou kunnen interesseren.

Deze week het kruisingsvrij maken van het Oosterspoor. Zo'n 14 spoorwegovergangen worden vervangen door twintig spoorwegviaducten. Tegelijk worden het nieuwe Amstel- en Muiderpoortstation geopend en Station Weesperpoort afgebroken.

Klik het titelscherm om te starten

Column: Wisselbank 1609-1820

an het begin van de 17de eeuw werd in Amsterdam een opzienbarend nieuwtje geïntroduceerd: de Wisselbank. De aanleiding was het enorme aantal verschillende soorten munten in het zakelijke betalingsverkeer. Uit alle uithoeken van de toen bekende wereld kwamen munten naar Europa en de onzekerheid over de waarde van deze munten bracht de handel in problemen. Was de munt echt, geheel van goud en hoeveel waarde vertegenwoordigde die?
In 1609 ging de wisselbank van start en deed in eerste instantie precies wat de naam beloofde: het nam vreemde munten in en verving die door een gelijke waarde in guldens. Of zoals men toen beweerde: er werd 'kwaad geld' uit de markt genomen. Specialisten stelden het gewicht edel metaal vast, waarna een waarde vastgesteld werd.
Zo werd de Hollandse gulden de referentiemunt voor de hele wereld, een positie die Holland pas kwijtraakte aan het Engelse pond door de Franse overheersing.
Daar bleef het niet bij. De Wisselbank ging ook papieren geld verstrekken. Dat waren schuldbrieven die tegen inlevering bij de Wisselbank een bedrag in klinkende munt beloofden. Het vertrouwen in de Wisselbank moet enorm geweest zijn om een handelaar zover te krijgen dat hij goederen leverde tegen betaling met een voorgedrukt en met de hand ingevuld papiertje.
Ten slotte zag men de Wisselbank als een betere manier om zijn geld te bewaren dan zijn eigen huis. De kluis in de kelders van het stadhuis werd veiliger geacht dan het eigen huis. Dag en nacht werd hun bezit gewapenderhand beveiligd.
Lees wat William Temple, de ambassadeur van Engeland, schreef over het functioneren van de Wisselbank:


"In dese Stadt Amsterdam is de wijdvermaarde wisselbank, alwaer de grootste wezentlijke schat gevonden word, die ergens in de waerelt bekent is; de plaets is een groot verwulfsel onder het Stadthuijs, voorsien met deuren, sloten en versekert met alle mogelijke sterkten, en 't is seker dat die gene, die de wisselbank komt sien, zig niet bedrogen sa] vinden in 't sien van de apparentie eenes ongelooffelijken schats; bestaende in baren gouts en silver, gemunt en ongemunt en ontallijke sacken met metalen, 't welk men oordeelt altemael gout en silver' te zijn, en ook soodanig is, voor so veel mij is bekent; doch alsoo de Burgermeesters alleen daer 't opsicht van hebben, en niemant uijt eenige particuliere rekening houd van 't geen van eeuwe tot eeuwe in en uijtgaet, is 't onmogelijk eenige calculatie of gissing te maken, hoe groot de geloofwaerdige schat, die daer verborgen legt, mach zijn.
Weshalven de versekertheijt van de Wisselbank gelegen is, niet alleen in d'effccten die er in zijn, maar in het credyt van de gantsche Stadt en Staat van Amsterdam, welks capitaal ofte inkomsten sommige koningrijken niet en hoeft te wijken, en ze geven voor, goed te doen al het geld, dat in de Banck gebracht word... yder kan sijn geld daer in brengen, omdat hij 't veijliger acht, dan of hij 't huys in sijn kist had. Geen ander gelt in de Wisselbanck validerende dan speciegelt, dat kenbaarst en sekerst is en gangbaer in alle deelen, soo wel van Hoogduytsland als de Nederlanden".

In 1820 nam De Nederlandsche Bank het stokje van de Wisselbank over. Die nam een vierde kerntaak erbij: kredietverstrekking.

Bij de afbeeldingen:

Boven links: de geldkar met 'schatkist' die nog door de Nederlandsche Bank werd gekoesterd,

Boven rechts: het nablussen van de grote brand van 1652 die het oude stadhuis in de as legde, met rechts op de voorgrond de tent die 's nachts nog opgezet werd om de goudvoorraad van de Wisselbank in onder te brengen.

Links: een voorloper van het papieren betaalmiddel

Pleziertuinen, uitspanningen: het Tolhuis

Als ‘t Zondag is en heel mooi weer, en lekker in de lucht


Dan zegt de man zoo tot z’n vrouw: Kom nu de stad ontvlucht!


Naar ’t Kalfje of naar de Schollenbrug, wat staat je ’t meeste aan?


Of zullen we gezelligjes al naar het Tolhuis gaan?

Naar het Tolhuis ging je voor je plezier, al sinds mensenheugenis. Dat was niet altijd zo geweest. In 1393 kreeg Amsterdam de jurisdictie over de Volewijck en richtte daar het galgenveld in. Zowel vanuit de stad als varend over het IJ herinnerde dit de passanten aan het feit dat je beter niet de regels kon overtreden of sollen met het stadsbestuur. In 1663 ging de Buikslotertrekvaart open en kwam er een tolgaardershuis aan het begin van die trekvaart. Omdat de stad ’s nachts afgesloten werd ging het tolgaardershuis ook logies verstrekken, het begin van een horecafunctie van het Tolhuis.

In 1770 werd nog een theehuis bijgebouwd en werd een grote tuin rondom aangelegd. Toen in 1842 de stoompont met enige regelmaat tussen stad en het Tolhuis ging varen werd het een bestemming voor een uitstapje. In 1859 werd het Tolhuis volledig opnieuw opgebouwd. Zo is het complex in onze tijden terechtgekomen.
Vanaf 1870 werden regelmatig openluchtconcerten gegeven in de Tolhuistuin, een nieuwe trekpleister (afbeelding hieronder). Twee jaar later kwam met Pieter Mol een vakkundige exploitant. Mol had de klappen van de zweep in Frascatie geleerd en maakte nu van het Tolhuis een succes. Hij legde een dansvloer neer, bouwde een kegelbaan, een schietbaan en een speeltuin.

Mol pakte de zaken voortvarend aan maar hij kreeg toch tegenslagen te verwerken. De Tolhuistuin was aantrekkelijk door het spectaculaire uitzicht op de stad aan de andere kant van het IJ. Tegen bijna ieders wil werd vóór dit uitzicht vanaf 1880 het Centraal Station gebouwd, dat binnen enkele jaren de stad volledig aan het zicht onttrok. Het CS werd in 1889 in gebruik genomen en verstoorde de aantrekkelijkheid van de Tolhuistuin. Dat was nog niet alles. Amsterdam-Noord werd door het stadsbestuur uitgekozen om zware industrie te vestigen, ver buiten de stad maar pal naast het Tolhuis.

Schilderij: Tolhuis bij zomeravond, Nicolaas van der Waay, geschilderd in 1891(?). Als dat jaartal klopt heeft hij het toen al gebouwde CS voor het fraaie effect weggelaten.

De Dortsche Petroleum Mij werd de onmiddellijke buurman van het Tolhuis, met alle stank van dien. Na 1900 ging het hard achteruit met het Tolhuis en Pieter Mol hield het voor gezien. De concerten gingen door tot 1912 en daarna degradeerde het Tolhuis tot passantencafé voor de wachtenden op de pont en incidenteel als locatie voor een partijtje.

Het Parool schetst de opleving van Het Tolhuis eind 20ste eeuw. Klik hier om te lezen.

 

We vonden ook nog een (flauw) filmpje over een uitgelaten gezelschap per pont op weg naar het Tolhuis. Klik hier om te zien.

 

Zoals gewoon komen de afbeeldingen weer uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 14 april 1919 - De politie vindt na een tip twee zelfgemaakte bommen bij de anarchist W.A.J.Hofman die op de Haarlemmerweg woont. Hofman geeft aan dat ze bedoeld zijn om in te zetten als 'de dag der vergelding voor het verdrukte proletariaat' zou zijn aangebroken. De grootste bom zat in een 3 liter-groenteblik en zou behoorlijk veel schade hebben toegebracht. De zaterdag erop worden na een anonieme brief nog eens zeven zelfgemaakte bommen op het perceel van steenhouwer Scholtz op het Prinseneiland gevonden. Deze waren door ene Sjors begraven voor later gebruik, maar Sjors kon niet worden gevat. Hij is, met achterlating van vrouw en kinderen, met de noorderzon vertrokken. De eigenaar van het bedrijf op het Prinseneiland blijkt van niets te weten. De grootste van die laatste bommen is nog groter dan de Hofman-bom.
Ze zijn vervaardigd volgens het recept zoals gepubliceerd in de brochure "De Practische Anarchist". Politie en Justitie beginnen zich ernstige zorgen te maken. Als de blikken scheef gehouden zouden worden konden ze al ontploffen en dat zou de betrokken panden en een aantal ernaast staande, veranderd hebben in een puinhoop. Alle gevonden bommen worden over water eerst naar het Paleis van Justitie op de Prinsengracht vervoerd en daarna naar de munitiefabriek "Hembrug" om onderzocht te worden.
In de brochure staat een korte handleiding voor het maken van bommen, met informatie over ontplofbare stoffen als knalkwik, nitroglycerine, nitrocellule, nitromaniet en dynamiet inclusief formules en recepturen, het maken van de bommen zelf, het maken van verbrandingsvloeistof ("het is een uitstekend middel tegen smerissen"), slaapverwekkende sigaretten en onzichtbare vriendschapsinkt. Tevens met een lijstje instrumenten voor het laboratorium. Het boekje besluit met een korte bibliografie (met 9 titels, w.o. twee verschenen in 1907): "Om zich beter ter zake kundig te maken raadplege men de volgende werken. In elk geval moeten de kameraden zich een scheikundige handleiding aanschaffen om de noodige bewerkingen te leeren." Het I.S.S.G. bewaart een exemplaar van de brochure.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave