weekblad-logo

week 38-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. De vraag is:

Waar is dit?

Dezelfde gevels hadden we al eerder, maar dan van de andere kant gefotografeerd.

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Grote verwarring door een deel van de beschrijving in de Beeldbank: dit is niet de achterkant maar de voorkant van huizen aan de Grote Bickersstraat. De straat was toen maar aan één zijde bebouwd met woonhuizen en aan de andere kant stonden werfgebouwen. Kijk maar op de wijkkaart hieronder.
Jacob Olie maakte deze foto t.h.v. de werf De Hoop. Dat stond ook op het bord.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Op onderstaande schutterskaart van het Bickerseiland staat de werf De Hoop aangegeven. Daarop is te zien dat de Bickersstraat slechts aan een zijde met woonhuizen was bebouwd. In loop van de 19de eeuw zijn daar successievelijk huisjes aan de even kant bijgebouwd maar in 1861 nog niet t.p.v. De Hoop.

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Mike Man, Kees Huyser, Louis Olivier, Carol de Vries, Adrie de Koning, Ria Scharn, Leo van der Meer, Wim van Slooten, Harry Snijder, Anje Belmon, Robert Raat, Rob Philip, Jan van Veen, Ria Scharn, Otto Meyer, Ilja Boelaars, Jos Mol, Ruud Fontijn, Arjen Lobach, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Fotoquiz: Anje's keuze

Anje wil van u weten waar dit soort industriële bouw gebroederlijk naast woningen staat/stond.

Aan welke straat staat/stond dit gebouw?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Pieter's keuze

Het was zoeken naar twee straten die op een klein knikje na in elkaars verlengde lagen. Verder moest het cijfer 9 in de kuif van het witte pand een handje helpen. Wij zien hier naast elkaar Muntplein 9 en Vijzelstraat 1. Dat Muntplein 9 was niet het eerste adres van dit pand: Arjen Lobach maakt ons attent op het feit dat dit ooit Singel 562 heette, getuige onderstaande foto uit 1914, een paar jaar voordat de Vijzelstraat verbreed werd.

Foto: Pieter Klein
Foto hieronder: Stadsarchief Amsterdam

Het Muntplein ontstond pas in 1917 t.g.v. de verbreding van de Vijzelstraat. Die naam ging toen gelden voor het Sophiaplein aan de overkant van het Singel (even nummers) en deze paar huizen 1-9 die vroeger de hoogste nummers op het Singel uitmaakten. Amsterdammers blijven stug vasthouden aan "de Munt".

Goede oplossingen kwamen van Adrie de Koning, Mike Man, Anneke Huijser, Maarten Helle, Ton Brosse, Ria Scharn, Anje Belmon, Hans Olthof, Minne Dijkstra, Jos Mol, Arjen Lobach, Ilja Boelaars, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen.

Fotoquiz Waar? Wat?

De meeste huizen op deze foto zijn inmiddels afgebroken en vervangen door nieuwbouw, en wat voor nieuwbouw.

Welke straat is dit?
Wat staat er nu i.p.v. de twee middelste huizen?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Over dit pand ging heel recent (wk34) een aflevering uit de serie Amsterdamse gebouwen. Het is het in 1554 gebouwde Bushuis van de stad Amsterdam, een wapendepot en alles wat daarbij hoort. Het stond op de hoek van Kloveniers-burgwal en Oude Hoogstraat. Het werd in 1603 ter beschikking van de VOC gesteld om er proviand in te pakken voor de VOC-schepen. Dat was een omvangrijk gebeuren, compleet met slachterij. Toen de VOC succesvol uit zijn jasje groeide werd dit Bushuis uitgebreid met andere gebouwen waaruit het hoofdkantoor van deze eerste multinational groeide. Van 1798 tot 1808 was hier het Koloniaal Bestuur van de Bataafse Republiek gevestigd waarna het Koninkrijk Holland van Lodewijk Napoleon er een andere bestemming aan gaf. Na de Franse overheersing kwam het niet terug aan de stad maar werd eigendom van de Staat die er afdelingen van het Ministerie van Financiën in plaatste. De afdeling Douane en Accijnzen heeft het ’t langste uitgehouden (1964), daarna is het door de stad teruggekocht om te dienen als onderkomen voor de UvA. In 1890 is het gebouw van de quizfoto gesloopt en naar ontwerp van architect C.H.Peters herbouwd met een extra verdieping.

Foto: A.T.Rooswinkel, bron: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Adrie de Koning, Mike Man, Kees Huyser, Carol de Vries, Ria Scharn, Jos Mol, Hans Goedhart, Anje Belmon, Ton Brosse, Robert Raat, Harry Snijder, Cor van Duinen, Hans Olthof, Arjen Lobach, Ilja Boelaars, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Een foto van een kerk die om een of andere reden net naar de zin van het kerkbestuur was en afgebroken werd om vervangen te worden door een andere.

Wij raden u aan uw eerste ingeving in de Beeldbank te controleren.

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Dit is een bouwfoto van circustheater Carré, gezien vanaf de Nieuwe Prinsengracht. De dekschuiten drijven in de Onbekendegracht. Naast Carré de achterkant van huizen aan de Amstel. De hint in de foto betrof de stapels straatklinkers op de Stads-stratenmakerswerf op de Stads-Timmertuin.
Hieronder een vogelvlucht vanaf hetzelfde standpunt. De brug in de Nieuwe Prinsengracht over de Onbekendegracht blijkt nieuw.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Adrie de Koning, Mike Man, Ria Scharn, Anneke Huijser, Hans Goedhart, Robert Raat, Anje Belmon, Harry Snijder, Ilja Boelaars, Arjen Lobach, Jos Mol, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Hulp gevraagd...

Deze foto is recent toegevoegd aan de Beeldbank, voorlopig zonder beschrijving. Weet u waar dit is? Houdt u er rekening mee dat dit eventueel helemaal niet in Amsterdam is. Wanneer u de foto klikt krijgt u het origineel in de Beeldbank op maximale resolutie. Weet u waar dit is? Deel het met ons via deze link.

Hulp gevraagd... en gekregen

Harald Advokaat leverde het overtuigende bewijs dat het geen Amsterdams gebouw betrof maar de achterzijde van het stadhuis van Enkhuizen.

Overigens meldt Arjen Lobach dat deze foto al jaren in de Beeldbank zit en dat al die tijd bekend was dat dit het stadhuis van Enkhuizen was. Om ons onduidelijke redenen koos men ervoor geen beschrijving toe te voegen.

Voor je goeds!

Foto: Stadsarchief Amsterdam

redactioneel

Amsterdamse gebouwen -12

Huize Frankendael

Plaats van het gebouw
Huize Frankendael, de enige overgebleven buitenplaats, is gelegen aan de Middenweg 72 in de Watergraafsmeer. Langs de Middenweg lagen ooit tientallen buitenplaatsen. In de Gouden Eeuw ontwikkelden rijke Amsterdammers vlak buiten de stad vele buitenplaatsen. Ver van de drukte van de stad kon de eigenaar zich daar in kleine kring terugtrekken om te genieten van de natuur en de rust van het buitenleven. Aan de Amstel en de Vecht, maar ook in ’s-Graveland en Kennemerland zijn nog mooie voorbeelden te vinden. Het historische complex van Frankendael – nu een beschermd rijksmonument – was ooit zo'n buiten de stad gelegen zomerverblijf. De Gemeente Watergraafsmeer werd pas in 1921 aan Amsterdam toegevoegd.

Geschiedenis en bouwstijl
De droogmaking van de Watergraafsmeer heeft in 1628 plaatsgevonden. Frankendael is waarschijnlijk vlak daarna gesticht net als andere percelen die voor ontwikkeling werden uitgegeven.
Maar 20 jaar later vond er een overstroming plaats en moest de Watergraafsmeer opnieuw worden drooggemalen. In 1660 werd op de hoek van de Middenweg en de Grote Tochtsloot wederom een hofstede gesticht. Maar in 1672 kwam de Watergraafsmeer opnieuw blank te staan: de droogmakerij werd onder water gezet om het naderende Franse leger tegen te houden.
In 1695 kreeg de hofstede de naam Frankendael, naar het protestantse toevluchtsoord Frankenthal. Het huis kreeg omstreeks 1733 het huidige aanzien: een hoog corps-de-logis waar aan weerszijden lagere koetshuizen en stallen aansluiten. Het huis werd gedecoreerd met versieringen in Hollandse Lodewijk XV-stijl, met krulwerk, festoenen en rocaillemotieven. Aan de achterzijde ontstond een uitbouw die goed uitzicht bood op de siertuin, die ooit weelderig was aangelegd met in vorm gesnoeide struiken, gekleurde schelpen en veelsoortige bloemen. Sindsdien is de omgeving van het huis nog vele keren op de schop gegaan.

Originele elementen
Hoewel er in de tuin veel veranderde, is in het interieur de achttiende-eeuwse indeling en afwerking met stucwerk en betimmeringen nog grotendeels aanwezig. Op de hoofdverdieping zijn alle oorspronkelijke houten vouwblinden met bijbehorende luikkasten nog aanwezig. De voordeur geeft toegang tot een gang in de middenas van het huis. Links, rechts en aan het uiteinde van de gang komen drie dubbele deuren met spiegelboogvormig lijstwerk op de gang, uit. De wanden en het plafond zijn er wit gestuct en voorzien van ornamenten met eenvoudige motieven in Hollandse Lodewijk XIV-stijl. Deze gedetailleerde verfijning dateert uit de bouwtijd. Aan het uiteinde van de gang bevindt zich de uitgebouwde tuinkamer. In het souterrain is de balklaag in het zicht en bleven een keukenschouw en een vliegenkast bewaard. (Foto: SAA)

Van buitenplaats tot kwekerij
Sinds de vroege negentiende eeuw werd Frankendael permanent bewoond. In 1866 werd het huis eigendom van de Koninklijke Nederlandsche Tuinbouw Maatschappij Linnaeus, die het huis in gebruik nam als kantoor, eetzaal en boekerij. De gemeente bracht er in 1882 de kantoren en de tuinbouwschool van de Stadskwekerij in onder, waarna het in 1894 werd bestemd tot woning van het hoofd Gemeentebeplantingen.

Foto: Ingang Koninklijke Nederlandse Tuinbouw Maatschappij "Linnaeus" (SAA)

De overige foto's komen van diverse pagina's over Huize Frankendael, tenzij anders vermeld

De laatste bewoners
Het landgoed was omstreeks 1800 meer dan alleen maar lusthof. De toenmalige eigenaar Anthony Dull was de eerste bewoner die van Frankendael zijn permanente woonhuis maakte, waardoor het karakter van de buitenplaats veranderde. In 1957 werd Frankendael door de gemeente als ambtswoning aan de stadsarchitect Ben Merkelbach aangeboden. Zijn nazaten woonden en werkten tot 2004 in het pand. De sporen die al deze achtereenvolgende gebruikers in het huis hebben achtergelaten verlenen het een extra cultuurhistorische dimensie. Zo herinnert op de hoofdverdieping een wandmozaïek van Noni Lichtveld aan de laatste bewoningsfase. Het mozaïek is geplaatst in een eenvoudige moderne keuken die in 1957 werd aangebracht. Het ontwerp voor de keuken maakte Ben Merkelbach zelf. Het bewaard gebleven mozaïek toont voorwerpen en figuren uit het huis Keizersgracht 574, waar de familie Merkelbach-Lichtveld tot 1957 woonde.

Wetenswaardigheden

Van theetuin tot kwekerij
Vanaf 1835 werd het park gedeeltelijk opengesteld voor ‘het beschaafde publiek’. In korte tijd groeide Frankendael uit tot een veel bezochte plezier- en theetuin die onder Amsterdammers zeer geliefd was. De theetuin werd in 1866 weer gesloten door de nieuwe eigenaar, de eerder genoemde Koninklijke Nederlandsche Tuinbouw Maatschappij Linnaeus, die het park tot boomkwekerij inrichtte en het huis inrichtte met een kantoor, eetzaal en boekerij. In 1882 werd het terrein van Frankendael Stadskwekerij.
Op verschillende delen van Frankendael werden in de Tweede Wereldoorlog bouwfragmenten opgeslagen, onder meer van de Nieuwezijdskapel in Amsterdam, van de gevel ‘Het Moortje’ aan de Herengracht 126, lijsten en andere ornamenten van het Oudezijds Herenlogement, de boogvullingen van de kloostergang te Utrecht, stukken van de Kalkhaven te Gorinchem en gewelfribben van de abdij te Middelburg.

Tuin en park
Aan het begin van de eenentwintigste eeuw besloot stadsdeel Oost/Watergraafsmeer om Frankendael weer een openbare functie te geven. Als onderdeel van de herontwikkeling van Frankendael is in de jaren 2003/4 in opdracht van het stadsdeel de plaats voor het huis opgeschoond. Achter het huis werd een quasi achttiende-eeuwse, symmetrische tuin aangelegd, met karakteristieke bloemperken, lage buxushagen en parterres. Bij graafwerkzaamheden in augustus 2003 vlak achter het koetshuis stuitte men bij toeval op metselwerk. Omdat er onduidelijkheid bestond over de herkomst en datering van het muurwerk werd in overleg met alle betrokken partijen besloten tot een archeologisch onderzoek door Bureau Monumenten & Archeologie. Uit het archeologisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat de resten toebehoren aan een plantenkas of oranjerie uit de achttiende eeuw, die omstreeks 1820-1830 werd gesloopt. Omdat de fundering licht is, kan het gebouwtje niet volledig van baksteen zijn geweest. Een houten opbouw, waarschijnlijk voorzien van glas, ligt daarom meer voor de hand. Door het vele glas werd zoveel mogelijk zonlicht en warmte in de plantenkas/oranjerie gewaarborgd.

Een foto van de theekoepel uit 1873 toont een gebouwtje dat qua vorm op het opgegraven grondplan past. De foto toont de gebogen entree van de oranjerie. Gelet op de hoge bomen die vlak achter het gebouwtje staan is de foto niet op de originele locatie genomen, de kas zou dan immers in de schaduw hebben gestaan. Een plattegrond uit 1883 werpt meer licht op de zaak. Aan de noordzijde van het landgoed, verwijderd van de originele plek achter het huis, zijn de contouren van de oranjerie herkenbaar, hier echter in gebruik als volière. Een mogelijke verklaring is dat de achttiende-eeuwse opbouw van de oranjerie is verplaatst toen Frankendael in 1835 werd ingericht als theetuin. De bakstenen onderbouw van de oude oranjerie werd toen vervolgens aangevuld en verdween tot zeer recent uit het zicht. Nadat het archeologisch onderzoek afgerond was, zijn de resten van de oranjerie opnieuw onder de groene zoden verdwenen. De opgraving heeft een stuk geschiedenis van Amsterdams laatste buitenplaats permanent blootgelegd.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Recente ontwikkelingen
Cecilia Lichtveld heeft als laatste op Frankendael gewoond. Zij heeft hier, begin 60er jaren, als Zeefje gespeeld in de TV-serie ‘Varen is fijner dan je denkt’ samen met oa. Piet Römer.
Huize Frankendael is tegenwoordig een officiële trouwlocatie, een plaats voor zakelijke bijeenkomsten en een plaats waar kunstzinnige tentoonstellingen worden gehouden. Verder bevinden er zich twee Restaurants op het terrein van huize Frankendael. Restaurant Merkelbach bevindt zich in het hoofdgebouw met een groot terras aan de tuin, terwijl Restaurant De Kas is gesitueerd in de glazen kas.

Column: Gouden Eeuw

a ik gebukt onder collectieve schuld?
Het zal wel iets met leeftijd te maken hebben, maar ik wordt behoorlijk misselijk van die eeuwige discussie over het wangedrag van onze over-overgrootvaders. Systematisch worden grote namen en bijzondere gebeurtenissen afgebroken door kritiekasters die daar wat op af te dingen hebben. Onze welvaart is gebaseerd op grof geld verdienen aan zaken die naar huidige begrippen niet door de beugel kunnen. Dat doen we dan ook niet meer! Slavernij bijvoorbeeld is nooit goed te praten geweest, wat mij betreft. Ik heb mijn vertegenwoordiger in de Verenigde Naties laten instemmen om daar de betiteling ‘misdaad tegen de mensheid’ aan te hechten. Wat moet ik nog meer?
De slavernij zou mijn schuld zijn, mijn voorvaren hebben de slavernij uitgevonden en er geld aan verdiend. Niet? Is de slavernij door Arabieren in de zevende eeuw geïntroduceerd? Hebben Arabieren tot ver in de negentiende eeuw meer dan tien miljoen Afrikanen tot slaaf gemaakt?
En dat is een voorzichtige schatting, Wikipedia spreekt van tientallen miljoenen..., een veelvoud.

Begonnen zij in de zeventiende eeuw pas met kleine hoeveelheden aan Europeanen te verkopen? Enkele tienduizenden wel? Goh! Daar horen we nou nooit iets over. Worden de Arabieren ook aangesproken op deze praktijken? Nee, Michiel de Ruijter, ons coryfee die ons piepkleine landje hielp verdedigen tegen afgunstige grootmachten, dat is de booswicht.

De nieuwste loot aan de zeurstam is de Gouden Eeuw. Die kan niet meer! Die eeuw was maar voor een paar duizend man van ‘goud’ en niet voor de rest van de bevolking. Hé…, ineens mogen mijn voorvaren wèl weer meedoen. Dit keer zijn zij de slachtoffers. Maar daar klopt geen sikkepit van. Iedereen had het in het kielzog van de grote winstmakers beter dan de rest van Noord-Europa en vandaar trokken dan ook honderdduizenden naar de Republiek om een graantje mee te pikken. Vooral uit Scandinavische landen en Noord- en Midden-Duitsland. Ze bleven nog hangen ook, geen haar op hun hoofd die er aan dacht terug te keren naar hun verscheurde landen. Net als de gelukzoekers vandaag.

de eerste Joden in Amsterdam

Wanneer de eerste Joodse familie vanuit het Iberisch schiereiland of Antwerpen naar Amsterdam verhuisde, is niet geboekstaafd. Wel komen vanaf 1595 in notarisakten joodse namen voor, teken dat er zich wel degelijk Joden hier gevestigd hadden. Het waren bijna zonder uitzondering Sefardische Joden of zoals ze hier genoemd werden: Portugese Joden. Om nog een aanduiding te introduceren: het waren Marranen want zij hadden al sinds 1492 – de instelling van de Inquisitie – hun godsdienst niet meer kunnen uitoefenen en waren verplicht tot het christendom overgegaan. Zodra ze in Amsterdam aankwamen ontstond de behoefte het oude geloof weer op te pakken. Maar daar heb je wel een rabbijn bij nodig en die was er niet. Ze vonden er een in Emden en haalden die naar Amsterdam: Uri haLevi, een Asjkenazim nota bene. Deze onderwees de Sefardim het geloof en leidde diensten in huizen van geloofsgenoten. Ook zijn eigen huis in de Jonkerstraat diende regelmatig dit doel. Hoe stond de stedelijke overheid, de Vroedschap hier tegenover?

In tegenstelling tot de rest van Europa hoefden Joden in de Republiek geen herkenningstekens te dragen (Worms 16e eeuw, bron: Wikimedia)

Vroedschap
Het libertijnse stadsbestuur had al veel economische vluchtelingen ontvangen, vooral na de val van Antwerpen. De grote handelshuizen hadden ‘verkenners’ vooruit gestuurd en toen die hier een gunstig klimaat aantroffen, was de hele familie gevolgd, daaronder ook joodse families. Vooral in het Jodendom was het gebruikelijk dat voor Joden gunstige leefomstandigheden doorgebriefd worden aan geloofsgenoten in andere streken. Dat kwam ook de Sefardische Joden ter ore en de trek kwam op gang. Behalve een hoop armoedzaaiers verwachtte de vroedschap dat veel bruikbare handelsrelaties mee zouden komen en daar werden ze niet in teleurgesteld. Van hun rijkdommen hadden zij veel moeten achterlaten maar geld en roerend goed namen ze mee. Naar goed joods gebruik waren de rijke Joden volledig bereid om hun armere geloofsgenoten te ondersteunen. Voor de stad alleen maar voordeel, zou je zeggen.

Op het schilderij de Amsterdamse vroedschap door Van der Helst -1648

Calvinisten
Er was maar één waar geloof sinds de reformatie en dat was het gereformeerde. De fanatieke Calvinisten legden de vroedschap het vuur aan de schenen om erop toe te zien dat geen andere godsdiensten getolereerd zouden worden, zeker niet openlijk. Dit ondanks artikel 13 van de Unie van Utrecht dat een ieder vrijheid van godsdienst toezegde. En dat was weer tegen de belangen van het stadsbestuur, dat naar de stelregel leefde: geld stinkt niet. Juist onder de andere geloofsrichtingen – Doopsgezinden, Katholieken, Lutheranen en Joden – zaten rijke families die direct bijdroegen aan de welvaart van de stad. In verhouding zelfs meer dan de Gereformeerden. Zodra die de voet dwars werd gezet schakelden zij Den Haag in, waar genoeg medestanders onder de Statenleden te vinden waren die het Amsterdamse bestuur niet goed gezind waren. De vroedschap was bepaald onwillig de hoge eisen van de Calvinisten te honoreren, zoals kerken voor ze bouwen en onderhouden en salarissen van dominees te betalen. Daartoe vonden ze de ‘dode letter’ uit. Een stroom van keuren werd uitgevaardigd om de Gereformeerden zoet te houden en aansluitend was men niet genegen ze te handhaven. Alle afwijkende geloofsrichtingen bouwden hun kerken en zorgde ervoor dat die er niet als zodanig uitzagen. De Calvinisten wilden de uitoefening van diensten ook verbieden maar daaraan werkte de vroedschap niet mee. Binnen de eigen muren mocht gezegd worden wat men wilde.

Dat was precies het klimaat dat de Joden zochten. In 1603 wilde de eerste joodse gemeenschap een begraafplaats voor zijn doden. Binnen de stad werd dat afgewezen maar buiten jurisdictie van de stad werd dat prima gevonden. In 1608 werd dat Groet en in 1614 uiteindelijk de grote begraafplaats in Ouderkerk. De bijzondere en opzichtige gebruiken tijdens de begrafenisstoet, zoals de zeven ommegangen rond de kist van een man, werden vermeden door de doden per boot naar Ouderkerk te vervoeren. Verder zorgde men er zelf voor dat de stoet niet te massaal werd.

Prent: Joodse begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk door Romein de Hooghe

bron: Stadsarchief Amsterdam

Synagogen
Wat is geloven zonder een kerk? Retorische vraag. Natuurlijk wilden ook de Joden een synagoge toen ze zo talrijk werden dat eenvoudige huizen niet meer toereikend waren. Naar de ongeschreven regel die Katholieken en Doopsgezinden al een tijdje hanteerden begonnen zij in 1612 met de bouw van een synagoge die eruit zou moeten zien als een gewoon woonhuis. Het bericht bereikte zelfs het Spanje van Philips II via de consul van Spanje in Amsterdam. Dat ontging ook de Calvinisten niet en die zetten de boel op stelten. De vroedschap reageerde met de gewenste resolutie dat dit uitgesloten was en dat het reeds gebouwde onmiddellijk afgebroken moest worden. En… liet het daarbij. De synagoge werd afgebouwd en de diensten werden clandestien gehouden. In 1614 volgde de tweede synagoge en toen bleek dat de Calvinisten de strijdlust vergaan was. Die synagoge kwam er zelfs zonder doorzichtige dekmantel, gewoon een gebedshuis, ook al stond dat inpandig.

De tekening is een reconstructie van de eerste synagoge door Henk Zantkuijl

Wanneer u iets meer wilt lezen over de komst van de Joden naar Amsterdam leest u deze bijdrage. Klik de omslag om te lezen.

Zomaar...

Pieter Oosterhuis maakte heel vroeg foto's van Amsterdam, vanaf 1861 tot het einde van de eeuw. Sommige zijn als basis voor prentbriefkaarten gebruikt en zijn heel bekend geworden. Sommigen voor kabinetfoto's, het betere souvenir destijds. Reizigers stelden van een reis een album samen en namen dat mee naar huis. De foto's werden dan op groot formaat afgedrukt

Uit zo'n serie foto's komt ook deze van het Rokin, daar waar het nog ongedempte Spui uitmondde. Om u te verzekeren dat wij dit niet uit onze duim zuigen doen we nog even de situatie van vandaag erbij.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Excursie Westelijke Eilanden

Bij voldoende belangstelling wil uw webmaster een excursie organiseren op de Westelijke Eilanden: Bickerseiland, Prinseneiland en Realeneiland. Gebleken is dat de kennis van deze eilanden beperkt is en misschien kan deze excursie de belangstelling ervoor wat aanzwengelen. Dit zou plaatsvinden op vrijdag 4 oktober a.s. 12:00 - 15:00 uur. Het is niet verboden in te schrijven als u alles al weet van de eilanden maar wat er verteld zal worden is toch bedoeld voor mensen die minder vertrouwd zijn met de materie. U hoort iets over ontstaan en inrichting en een wandeling laat zien wat daar nog van over is. De excursie gaat alleen door als het droog is en als er voldoende geïnteresseerden zijn.
Schrijft u zich in via deze link.

Amsterdam bouwdatums

Op de site van de Consumentenbond kwam Carol de Vries een link tegen naar een plattegrond van Amsterdam met daarop alle bouwdatums van huizen in de stad, voorzover bekend.
Klik de afbeelding links om te bekijken.

Deze week honderd jaar geleden

Dinsdag 23 september 1919 - Behandeling voor de Krijgsraad in Den Haag van de 'dienstweigering' van zes soldaten tijdens de schippersstaking. Op 23 juli had de marechaussee schepen van stakende schippers gezuiverd en de zes opgedragen aan boord te gaan, de trossen los te gooien en de ankers op te halen. De zes hadden dat geweigerd omdat zij bang waren voor de dreigementen van de schippers. Op de zitting legden getuigen de verklaring af dat de zes solidair waren met de schippers en daarom geweigerd hadden aan boord te gaan. De commandant had hen op hun plichtsverzuim en de gevolgen daarvan gewezen. Ook dat kon de zes niet bewegen. Voor de rechtbank herhaalden zij hun vrees voor de boze schippers. De auditeur-militair had geen boodschap aan "ik durf niet" door soldaten. De zes hadden meegewerkt aan het langer duren van de staking en verdienden een hoge straf. Hij eiste vier maanden gevangenisstraf waarop de Krijgsraad het vonnis uitsprak: zes maanden gevangenisstraf voor elk van de zes.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31
wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave