weekblad-logo

week 35-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. De vraag is:

Welke straat is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

"Hebben we al een keer gehad" was het commentaar. Dit was het laatste huis in de Kalverstraat 225 oneven zijde.
De zijgevel van dit pand staat o.a. afgebeeld op een tekening van J.M.A.Rieke (zie hieronder).
Het verdween voor de bouw van verzekeraar De Nederlanden van 1845 (Berlage). Dat is overigens in twee delen gebouwd. Het gedeelte rechts van de traptoren is van latere datum.

Foto's en tekening hieronder: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Hans van Efferen, Mike Man, Jos Mol,

Fotoquiz: Wilfried's keuze

Was de opgave van Jos niet eenvoudig, deze van Wilfried mag er ook wezen. Meer dan een geveltop-versiering krijgt u niet van hem.

Wat is het adres van dit pand?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Jos' keuze

Dat de gebroeders Voogel winkels op het Singel 259 en Damrak 80 hadden, staat met grote letters op de gevel. Ook Bender had een winkel op het Damrak, maar dat hielp allemaal geen zier. Als u Delpher afstruinde, zou u hebben kunnen ontdekken dat één Voogel in de Beursstraat woonde, helemaal in het begin bij de Oudebrugsteeg. Hij ging vast lopende naar zijn werk waarbij hij op een dag dit pakhuis te koop of te huur zag staan en meteen toehapte. Het adres van dit pakhuis was Beursstraat 89. Het werd in 1935 afgebroken vanwege uitbreidingsdrift van de Bijenkorf. De hele Beursstraat werd vol gebouwd voor meer winkelruimte en aan de Warmoesstraat kwam een groot magazijn en expeditie. Het was voor dit laatste gebouw dat het pakhuis moest verdwijnen. Het stond ongeveer op de hoogte van de St.Jansstraat, zijstraat van de Warmoesstraat.
Op de vogelvlucht beneden is de locatie van het pand met een pijl aangegeven. Rechts ervan is nog net de Steenhouwerssteeg te zien.
Uit de buurtkaart (onderaan) blijkt dat het pakhuis ooit aan het water van het Damrak had gestaan.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Mike Man,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen.

Fotoquiz Waar? Wat?

Zo'n gracht met zo'n wallenkant..., dat lijkt ondenkbaar maar foto's logen in die dagen niet. Dat geeft te denken over de commotie rond het herstellen van de wallenkanten vandaag de dag.

Welke gracht is dit?
Wat is de bestemming van het lichte gebouw?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Deze melksalon stond tegen de Nieuwe Kerk aangeplakt. Het winkeltje heeft diverse bestemmingen gehad in de loop der tijd. Ook al staat het tegen de kerk, het had toch een eigen huisnummer, namelijk Gravenstraat 15. In het redactionele deel van deze pagina gaan we hier verder op in. Kijk onder Winkelkassen.
We hadden ooit een serietje over huisnamen in deze omgeving waar het cijfer 3 een prominente rol speelde, zoals de Drie Fleschjes. De melksalon had daarop ingespeeld met Drie Karntonnen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adri Wiedeman, Mike Man, Anneke Huijser, Gerrit van Keulen, Maaike de Graaf, Carol de Vries, Kees Huyser, Ria Scharn, Ruud Fontijn, Harry Snijder, Rob Philip, Ger Schoolenaar, Maarten Helle, Ton Brosse, Adrie de Koning, Jos Mol, Peter Pijst, Otto Meyer, Mieke Hebink, Hans Goedhart, Leo van Geuns, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Zelfs toen er al volop gefotografeerd werd, stonden er nog molens in Amsterdam. De laatste werd in 1898 afgebroken maar dat is niet die op deze foto. Welke is het dan wel?

Waar is dit? (gracht of molen)

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

De spraakverwarring blijft voortduren. Dit is niet de Bullebakssluis. Die ligt over de Bloemgracht in de Marnixstraat. Marnixstraat is correct maar de brug is de Bullebak (#149) over de Brouwersgracht. De 'bullebak' is een watermonster dat kinderen, die te dicht bij de wallenkant liepen, in het water zou sleuren. Zo brachten moeders hun kroost ontzag bij voor het water.
Achter de brug kijken we door de Korte Marnixstraat naar het Haarlemmerplein. De Haarlemmerpoort (of Willemspoort) is deels te zien. De bebouwing links achter de brug staat aan de Korte Marnixkade en is vandaag nog steeds intact. De staketsels op de landhoofden dragen de bovenleiding van de allereerste elektrische tram in Amsterdam: Leidseplein-Zoutkeetsgracht. De Bullebak was namelijk een bewegende brug met dubbele klep, werd in 1890 gebouwd en is een gemeentelijk monument. 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

En dit is die allereerste elektrische tram van Amsterdam. Hij maakte op 15 augustus 1900 zijn eerste rit van Leidseplein tot aan de Bullebak. De brug was nog niet gereed voor de tram. Het doortrekken van de bovenleiding had heel wat voeten in de aarde en mondde uit in een aantal kostbare experimenten. De quizfoto geeft een beeld van de oplossing met bovenleiding tussen twee portalen, maar dat heeft niet lang gediend. Het ei van Columbus dacht men gevonden te hebben door de bovenleiding eenvoudig weg te laten en de stroomvoering onder de grond door te trekken. De tram moest een aanloopje nemen en rolde wel door tot de andere kant. Tot de winter kwam en de tram in de sneeuw smoorde. Menig keer moest de tram met de hand over de brug geduwd worden.
Het routebord bovenop de tram was nieuw, draaibaar en driezijdig. Twee zijde voor de route heen en die terug, op de derde zijde stond VOL. Ook dat duurde niet lang: de bijdehante Amsterdammer maakte van dat VOL de route Veenhuizen-Ommerschans-Leeuwarden, drie instellingen waar je liever niet naar toe getransporteerd werd. Al snel werd de installatie vervangen door een tweezijdig klapbord.

Zo zag dezelfde tram er uit nadat een aantal kinderziektes verholpen was. Het trolley-systeem als stroomafnemer gaf vooral bij de vele bruggen in de stad enorme problemen. Vanaf 27 augustus 1902 reden de wagens met beugels zoals op de foto hiernaast. Tussen 1907 en 1910 werden alle open balcons van de wagens `in het glas gezet`. Vooral bij slecht weer een uitkomst voor de bestuurder maar ook lastig. Het licht uit de tram weerspiegelde 's avonds in de ruit voor hem en benam hem het zicht. Gevaarlijk! De oplossing was simpel maar duurde toch nog even: schuifgordijntjes op de ramen naar de coupé.

Foto`s: GVB, info F.H.Freese

Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Olaf Horn, Carol de Vries, Maaike de Graaf, Ria Scharn, Ruud Fontijn, Rob Philip, Harry Snijder, Maarten Helle, Fred van Kooij, Ton Brosse, Jos Mol, Otto Meyer, Adrie de Koning, Hans Goedhart, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

redactioneel

Amsterdamse gebouwen -9

De Bazel

Locatie
Het voormalig hoofdkantoor van de Nederlandse Handel-Maatschappij (NHM), thans algemeen bekend als De Bazel, is gelegen aan de Vijzelstraat 32 en omvat daar het gehele bouwblok tussen Herengracht en Keizersgracht.

Ontwerper, bouwer
Het gebouw is ontworpen door architect Karel P. C. de Bazel (1869-1923), die dus de grondlegger was voor de huidige naamgeving. De Bazel overleed op 54-jarige leeftijd in de trein van Bussum naar Amsterdam, toen hij onderweg was naar de begrafenis van zijn collega architect Michel de Klerk. Hij maakte de voltooiing van een van zijn belangrijkste gebouwen dus niet meer mee.
Daarom werd A.D.N. van Gendt, die reeds betrokken was bij het ontwerpen van onderdelen, verzocht het project voort te zetten, samen met C. van der Linde, een medewerker van De Bazel.
De Bazel trad als jong architect in dienst bij de beroemde Pierre Cuypers. Hij werd lid van de Theosofische Vereeniging, hetgeen zal doorklinken in zijn werk. Hij kiest voor op de wiskunde gebaseerde verhoudingen en proporties, die ook in het interieur van De Bazel zichtbaar zijn. Vooral de mozaïekvloeren en plafonds zijn voorzien van een strak lijnenschema. De Bazel richt later in Bussum zijn eigen architectenbureau op en is ook mede-oprichter van meubelatelier De Ploeg.

Bouwstijl
Het kolossale gebouw is niet aan een specifieke bouwstijl toe te schrijven, of het moet de stijl van Karel de Bazel met zijn theosofische invloeden zijn.
Het gebouw bestaat uit een betonskelet. Om het niet te kolossaal te laten lijken springt de gevel een aantal maal in, waardoor het lijkt of er sprake is van een aaneenschakeling van meerdere identieke panden met een 'normale' breedte.
Het bekleding van het skelet bestaat uit afwisselende lagen van graniet en klinkers: zogenaamde 'speklagen' (foto links).
Het gebouw kent 10 bouwlagen, hetgeen nogal ongebruikelijk was. Hoewel er 3 verdiepingen zich onder de grond bevinden, werd de maximale bouwhoogte overschreden. De bovenste twee bouwlagen zijn enigszins verdiept, waardoor de totale hoogte minder opvallend werd. Pas na veel soebatten met de gemeente kreeg de NHM toestemming voor de hoogte van het ontwerp.
Het gebouw kent twee centraal gelegen lichthoven, welke thans weer in de oorspronkelijke vorm te zien zijn, namelijk met een lichtkoepel op de derde etage.

Veel van het oorspronkelijke interieur is bewaard gebleven. Bijzonder zijn de telefooncellen op de tweede etage, de directievleugel. Begin vorige eeuw had niet iedereen een eigen telefoontoestel op zijn of haar bureau staan. Op deze etage bevindt zich ook de zogenaamde Italiaanse kamer (foto). Deze is weelderig versierd met zogenaamde 'witjes', schilderingen die door het gebruik van de kleur wit in verschillende varianten lijken op beeldhouwwerken met diepte. Ook zijn de wanden voorzien van beschilderd behang.
Pas in 1991 kreeg het gebouw de status van Rijksmonument.

Data begin bouw, opening, restauraties
De bouw startte in 1919 en duurde tot 1926.
Na de restauratie door de gemeente met architectenbureau Claus en Kaan werd het Stadsarchief in 2007 voor het publiek opengesteld. De feestelijke opening vond op 12 september 2007 plaats door prinses Beatrix.

 

Alle afbeeldingen komen weer uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, behalve de foto van de Poentunnel: © Frank Koolen

Bestemming, gebruikers
Zoals gezegd, is het gebouw het voormalig hoofdkantoor van de NHM. Na de vorming van de Algemene Bank Nederland (ABN) in 1964 door het samengaan van de NHM met de Twentsche Bank, werd de ABN de gebruiker.
Na het vertrek in 2002 van de ABN, inmiddels ABN/AMRO, kwam het gebouw in handen van de gemeente Amsterdam. Burgemeester Wim Polak had zich hiervoor sterk gemaakt, om het vervolgens te kunnen laten verbouwen tot Stadsarchief. De Gemeentelijke Archiefdienst - inmiddels omgedoopt tot Stadsarchief - verhuisde van de Amsteldijk naar de Vijzelstraat. Tussen april en augustus 2007 was het archief daarom gesloten. Het was de grootste verhuizing ooit binnen Amsterdam; veertig kilometer archiefstukken werden verhuisd. Ook het Bureau Monumentenzorg (bMA) moest - contre coeur - het Huis met de Hoofden verlaten en bij het Stadsarchief intrekken.

Wetenswaardigheden
In de kelder bevindt zich nog de voormalige bankkluis met tientallen centimeters dikke deuren. Het Stadsarchief gebruikt de kluis nu als permanente tentoonstellingsruimte. Het wordt de Schatkamer genoemd, omdat hier de bijzondere voorwerpen worden bewaard. Hier staat onder andere de zogenaamde charterkast. Deze eikenhouten kast met 45 laden diende sinds het midden van de vijftiende eeuw voor het bewaren van oorkonden (charters) met privileges die aan Amsterdam waren verleend. De charterkast moest tegen brand en waterschade beschermd worden en was daarom geplaatst in de IJzeren Kapel, die zich in de Oude Kerk bevond. Later werd de charterkast bewaard in de Waag op de Nieuwmarkt. Het gebouw kreeg in de volksmond aanvankelijk de bijnaam De Spekkoek. De gevel bevatte afwisselende licht en donkere lagen, waardoor het met enige fantasie leek op een reusachtige spekkoek.

Het gedoe rond het verstrekken van de bouwvergunning voor De Bazel leidde destijds tot verdachtmakingen richting toenmalig burgemeester Willem de Vlugt. De directeur van de NHM schonk namelijk in die tijd zijn woning aan de Herengracht 502 aan de gemeente Amsterdam, onder de voorwaarde dat deze in gebruik zou worden genomen als ambtswoning voor de burgemeester. Dat De Vlugt zeer ingenomen was met dit geschenk, was duidelijk, maar er is nooit vastgesteld dat het verstrekken van de bouwvergunning een daaraan gekoppelde wederdienst was.
Omdat het gebouw voor de vroegere bankfunctie te klein was geworden, werd rond 1970 in het verlengde van de Vijzelstraat tussen Keizersgracht en Prinsengracht een uitbreiding gerealiseerd. Om de gebouwen met elkaar te verbinden, werd onder de Keizersgracht een tunnel aangelegd. Deze kreeg de bijnaam Poentunnel (foto Frank Koolen), met een knipoog naar de Coentunnel.

Recente ontwikkelingen
Hoewel het gebouw ten tijde van de besluitvorming over de aankoop ten behoeve van de huisvesting van het gemeentearchief volgens berekeningen eigenlijk te groot was, blijkt het inmiddels alweer te klein en krijgt het Stadsarchief een nieuw depotgebouw in Amsterdam-Noord.
Hoewel gemeentearchivaris Dr. W. Chr. Pieterse mij (AdK) ooit verzekerde dat zij veel van de documenten die aan haar werden overgedragen gewoon 'weggooide', blijft er nog genoeg interessants te bewaren over en neemt de ruimtebehoefte nog steeds toe. Gelukkig heeft digitalisering de toegankelijkheid van de stukken sterk verbeterd en kunnen veel stukken onaangeroerd in de depots blijven liggen.

en dan nog even over...

...oorgaten in bruggen. Twee opmerkingen van deelnemers: Carol de Vries meent dat oorgaten in Amsterdam alleen in vaste bruggen voorkwamen. Pieter Klein kent geen enkele afbeelding van een brug op de plek van de Kortjewantsbrug die vast is en een oorgat heeft, alleen met een wip, zoals uit de tekening links (1858) blijkt.
Het korten van het want was z.i. al nodig om niet verstrikt te raken in de opgehaalde brugdelen. Ook de gewoonte de brug niet verder op te halen dan strikt nodig was, zal aan de noodzaak het want te korten, bijgedragen hebben.

Wat aan deze brug opvalt, is de lange afwezigheid ervan. Na de brug op de tekening links bleven we tijdenlang verstoken van een directe oversteek van de IJgracht (PHKade) naar het Kadijksplein. Dat omdat de Nieuwe Herengracht een belangrijke scheepvaartroute werd (1874) met alleen ophaalbruggen. De brug werd kort daarvoor verwijderd. Pas toen de PHKade een belangrijke toegang tot de IJtunnel werd, kwam er weer een Kortjewantsbrug. In 1968, kort voor de opening van de tunnel werd ook de brug geopend.

Tek: Willem Hekking Jr.
Bron: Stadsarchief Amsterdam

Column: Japie de Haring -1

een mondelinge overlevering van opa Dirk

ijn opa en oma woonden in Amsterdam Noord vlakbij Buiksloot. Ik ging er vaak heen, lopend of met de fiets en liet me heerlijk verwennen door de grootouderlijke aandacht. Mijn opa haalde om de haverklap grappen uit en vertelde vaak mallotige verhalen. Ook maakte hij gerechten en drankjes klaar die eigenlijk niet konden – een sneetje brood met roomboter en ontbijtkoek of krentenmik erop, thee of melk met een rauw ei, bruine suiker, siroop en hagelslag etc. – maar die je dan heerlijk naar binnenwerkte als ware het uit een driesterrenrestaurant. Televisie was er niet, dus je moest elkaar entertainen en dat kon opa. De hele ‘Rimboe’ (bloemenbuurt in Noord) kende de altijd schalks kijkende opa en ook zij luisterden graag naar opa’s zotte vertelsels. Ik vertel er hier een die ik onthouden heb en dat ik als kind oprecht geloofde.

Opa Dirk vertelt:

 


‘Ik was gek op haring en mijn vrouw Anne hield ook wel van een pondje verse IJsselmeerpaling. Ik moest een paar keer per week in het centrum van Amsterdam zijn en nam dan op de hoek van het Singel en de Raadhuisstraat bij de viskraam van haringoloog c.q. visprofessor Appie Kromhout wat visgerechten mee en consumeerde ter plekke nog een lekkere zoute haring voor de ergste honger. (NB: het speelde zich  eigenlijk bij de ook al visventende opa van Appie Kromhout bij de Raampoort af, maar we plaatsen om opportune redenen alles even in het heden; Gijsbreght).
Als Appie opa Dirk zag naderen, haalde hij meteen een fijne door hem persoonlijk gepekelde haring uit de ton en legde die plechtig op een schaaltje zodat opa Dirk de koe..., eh… de vis meteen bij de staart kon vatten en als een volleerde degenslikker naar binnen kon laten glijden. Op een dag dat opa Dirk de kraam naderde had Appie net geen vers harinkie klaarliggen en zei tegen opa Dirk dat ie een extra verse zou krijgen uit een nieuw te openen ton. Toen de ton open was zag opa Dirk ineens verbaasde blikken bij de viskraambeheerder. “Ik hoor iets,” zei hij. “Ja, ik hoor ook iets, heel hoog gepiep of gehuil.” Tussen de gepekelde haringen bleek een nog wel zeer verse haring te liggen, die iemand waarschijnlijk per ongeluk boven op zijn gestorven medeharingen had neergelegd. Opa Dirk was zoals iedereen weet, een echte dierenman en zei dat deze haring gered moest worden. Van Appie kreeg ie een leeg augurkenblik mee met wat zout water erin en daarna deed opa het blik met de haring in de zijtas van zijn Solex, zei dat ie Appie op de hoogte zou houden van zijn nieuwe huisdier en bromde naar de pont achter het CS op weg naar de Rimboe. “Geen broodje paling, Dirk?” jammerde oma Anne, “alleen maar een rondzwemmende haring in een blikkie?”

 

Bij de afbeeldingen: Appie Kromhout en Appies minimumeisen voor een perfecte maatjesharing

Hulp gevraagd... en een poging tot opheldering

Dat er te veel niet klopte om hierin de Waalseilandgracht te zien, was snel duidelijk. Wat kan het wel zijn?
Een tweede mogelijkheid is de Haringpakkerij, sinds 1879 PHKade. In 1883, toen de schilder dit vanaf de Droogbak vastlegde, waren de stationseilanden al geplempt en lag er inderdaad een vast liggerbrug t.h.v. de Martelaarsgracht. De St.Nicolaaskerk zou pas in 1884-'87 gebouwd worden, maar ter plekke zien we al een heistelling. De zeilschepen voor de Texelsekade liggen wat moeilijk; was de stationsbrug er ook al? Hoe kwamen die zeilschepen dan naar open water?
Alleen die molen...!

Als je twijfelt zoek je in de Beeldbank naar een foto van ongeveer 1883 om te vergelijken. We komen dan uit op A. de Jager die een fantastische hoeveelheid foto's van oud-Amsterdam vervaardigde die vaak als prentbriefkaart of kabinetfoto werden gebruikt. Ook hij keek vanaf de Droogbak naar de PHKade en bij hem zien we ook al de vaste brug naar het stationseiland en ook bij hem is er nog geen spoor van de St.Nicolaaskerk. En dan zien we op deze foto ook zeilschepen voor de Texelsekade, dus dat vraagstuk is opgelost.
Alleen nog die molen...!

Foto: A. de Jager in een onbekend jaar maar dat moet tussen 1872 en 1884 liggen
bron: Stadsarchief Amsterdam

YouTube - Amsterdam in 1940

Een impressie van Amsterdam in 1940, zo te zien nog voor de inval van de Duitsers.

Klik de afbeelding om te zien.

Winkelkassen

In een eerdere serie over de ontwikkeling van winkels in Amsterdam spraken wij al over winkelkassen als voorlopers van de winkels zoals wij die nu kennen. Nog even snel door de ontwikkeling heenlopen:
in de Middeleeuwen kocht je wat je nodig had op straat, vanaf kruiwagen, boerenkar, pothuis of toonbank aan de buitenzijde van een huis. Bekend is het gedeelde luik waarvan de delen horizontaal scharnierden. Het grootste deel werd een luifel en het kleinste deel de toonbank. Dat was altijd vanuit of voor particuliere huizen, op markten of al ventende op straat. Als kelder, souterrain of pothuis een eigen toegang had, werd die wel apart verhuurd.

Een volgende stap was de winkelkas, iets dat we vandaag nog nauwelijks kennen. Als echte Amsterdammer komt u natuurlijk regelmatig in de Oudemanhuispoort, maar misschien heeft u zich nooit gerealiseerd dat hier nog winkelkassen zijn. De handelswaar staat of ligt nog steeds op straat maar de handelaar heeft een ondiepe nis of een even ondiep houten getimmerte waar de opslag plaatsvindt. Nevenstaande foto geeft een indruk van de ruimte in de nis.
Kassen waren er in alle maten en uitvoeringen. Soms zelfs als kleine losse kast met glasplaat die op een plank stond of aan de gevel hing. Dat was voor kwetsbare items of die gevoelig waren voor diefstal. Het uiterlijk kon de vorm aannemen van een grote ondiepe en afsluitbare voorzetgevel met toonbank.
Deze kassen leenden zich bij uitstek voor toepassing tegen overheidsgebouwen, kerken, bruggen, enzovoort.
Hieronder de Nieuwe Kerk in 1693 met enkele kassen en een aanbouwsel dat u (twee eeuwen later) op de laatste afbeelding nog tegenkomt.

Nog een stapje verder werd de kas van steen en dieper, zodat er ook verkoopruimte binnen ontstond. Een echte winkel dus. Deze vorm ontstond eind 17de, begin 18de eeuw en was te vinden aan gebouwen die verder geen relatie met de nering heeft. De extra inkomsten door verhuur van de mogelijkheid zijn welkom. De grote uitzondering is het nieuwe stadhuis op de Dam. Om niets van de uitstraling teniet te doen besloot men van die inkomsten af te zien. Dat gold niet voor de beurs van Hendrick de Keyser (afbeelding hieronder), het oude stadhuis en zo ongeveer alle kerken en kapellen. Op de afbeelding hiernaast de Oudezijds of St.Olofskapel met nog houten kassen.

De volgende stap was het geheel sluiten van de winkelruimte en het afwikkelen van kijken en kopen binnen de winkelruimte. Het plaatsen van een proeve van de waren die te koop worden aangeboden kon nog wel een tafeltje of rekje buiten tegen de gevel staan maar afgerekend werd er binnen. Op de afbeelding boven de zuidgevel van de Beurs van De Keyser boven het Rokin, met winkels in de omschreven stijl.
Onder een afbeelding van de noordwand van de Korenbeurs op het Damrak met kassen die al naar winkel neigen. Ze zijn daar nog steeds zeer ondiep; aan de andere kant van de muur handelden de graanhandelaren hun zaakjes af onder een doorlopende luifel.
Daaronder de laatste afbeelding van volkomen zelfstandige winkels tegen de buitenmuur van de Nieuwe Kerk, net zoals het winkeltje van de quizfoto met een eigen adres. In dit geval in de Mozes en Aäronstraat 1-4. De winkeltjes hier hebben een grotere diepte en zoals u ziet staat er niets meer op straat.

Zoals gebruikelijk komen alle afbeeldingen (details) uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Deze week honderd jaar geleden

Donderdag 4 september 1919 - Inwijding noodsynagoge in de Jacob Obrechtstraat. Op het terrein van het Centraal Israëlitisch Ziekenhuis (CIZ) wordt een hulpsynagoge geopend (op de foto het linker gebouw) voor de Joodse burgers die door diverse saneringen in hun oude buurt zijn uitgeweken naar de nieuwbouw in Amsterdam-Zuid. De architect ervan is Ir.S.F. Loeb.
Het is een particulier initiatief van het Synagogefonds Amsterdam-Zuid maar de hoofdsynagoge gaf wel een subsidie. De bediening wordt overgelaten aan de vereniging Ohel Ja'acob (Tent Jacobs). In 1928 zal de definitieve synagoge aan het J.Obrechtplein geopend worden.

uit 'Het Leven' van honderd jaar geleden

Argeloos, zich van geen kwaad bewust, was de Utrechtse gereedschapfabrikant ENFG met de keuze voor zijn logo. Gezien zijn telegramadres wist hij heel goed wat het symbool betekende, maar van het gebruik dat er tien, twintig jaar later van gemaakt werd, was hij zich nog niet bewust.

 

Weet u wat een patjol of een tjancol is? Een patjol (foto links) is het midden tussen een bijl en een hak, wordt op dezelfde manier gebruikt als een hak maar is steviger gesmeed en bedoeld voor grover werk dan alleen aarde omzetten. Een tjancol dient ongeveer hetzelfde doel maar neigt meer naar een spade.
Het waren overigens favoriete wapens waarmee boeren in Nederlands-Indië zich verdedigden, want ze waren letterlijk altijd bij de hand. Ze werden ook ingezet als de druk te zeer op de ketel gezet werd door een blanke en boeren zich collectief afreageerden. Dit geeft meteen aan waar het gereedschap ingezet werd: Nederlands-Indië.

 

Foto: © Charles Breijer / Nederlands Fotomuseum

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31
wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave