weekblad-logo

week 28-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. Een slop uit lang vervlogen tijden maar wel al een (ingekleurde) foto. De vraag is:

Welke steeg was dit?

Het buurtje moest hoognodig gesaneerd worden, maar kunt u aangeven voor de bouw van welk gebouw dit in een stroomversnelling kwam?

Waarvoor moest deze steeg wijken?

Oplossingen via deze link

Prentbriefkaart: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Deze foto gaf weinig problemen, vooral door de tekst 'Wilhelmina' in de versiering. Wij kijken hier naar de oude brug (#283) over de Waalseilandgracht in de Bantammerstraten. De brug dateerde uit 1862 en hield het tot 1914 uit (foto Jacob Olie hieronder) . Toen mocht de architect van het Scheepvaarthuis, J.M. van der Meij, een nieuwe brug ontwerpen die 'paste' bij zijn schepping. Zowel de gunners (B&W? PW?) als de architect sloegen de plank mis. Zonder zijn ploeg mede-vormgevers w.o. Michel de Klerk, Piet Kramer, Hildo Krop, e.a. werd het een misplaatst gedrocht waar weinig mensen een goed woord voor over hebben. Het fraaist zijn nog de smeedijzeren hekken op de landhoofden.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Kees Huyser, Jos Mol, Fanta Voogd, G. van Amstel, Ria Scharn, Han Mannaert, Mike Man, Maaike de Graaf, Anje Belmon, Arjen Lobach, Robert Raat, Adrie de Koning, Otto Meyer, Hans van Efferen,

Fotoquiz: Arjen's keuze

Arjen Lobach maakt 't u niet moeilijk met deze keuzeplaat. Het straatnaambord moesten we wel onleesbaar maken, maar er blijft genoeg over.

Waar/wat is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Fred's keuze

Wij wezen u uitdrukkelijk op het bijzondere verloop van de kaden. Met een plattegrond erbij was het niet zo moeilijk om op de Zwanenburgwal uit te komen, en wel op het punt waar die versmalt tot Sint Anthoniessluis.
De dwarsgracht is dan ook de Raamgracht en aan deze twee grachten staat het hoekhuis. De oud-papierhandel in dat hoekhuis bleek een oude bekende voor velen te zijn: Hartog Lierens. Zie de reclamekaart hieronder. Met dank aan Han Mannaert.

Foto en kaart: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Harry Snijder, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Carol de Vries, Kees Huyser, Mike Man, Ria Scharn, Anje Belmon, Jos Mol, Han Mannaert, Ruud Fontijn, Robert Raat, Lidy Vendrik, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Otto Meyer, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen.

Fotoquiz Waar? Wat?

Weer eens zo'n lekker ontregelende luchtfoto en nog buiten de Singelgracht ook. Alhoewel, die staat er wel op. Het gaat ons om de genummerde waterwegen. De vraag is simpel:

Benoem de waterwegen 1-2-3 op de foto?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

De Zuiderkerktoren die in de heistelling te zien is, bracht velen de oplossing± Groenburgwal en de werkzaamheden aan de Staalmeestersbrug (#227). Die werkzaamheden bestonden uit de sloop van de bouwvallige oude wipbrug en het bouwen van een nieuwe replica. Dat alles gebeurde tweede helft 1928. Het resultaat leverde een van de meest gefotografeerde plekjes in Amsterdam op.
Gerard Koppers memoreerde nog even dat in de Staalhof tot 1912 het Veiligheidsmuseum (links naast de Episcopale kerk; foto hieronder) huisde.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Niet alleen fotografen leggen brug en toren vast op de plaat, ook schilders als Monet vereeuwigden dit beeld. De kerktoren is wat fors uitgevallen maar dat is de befaamde 'dichterlijke vrijheid'.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Mike Man, Harry Snijder, Anneke Huijser, Hans Olthof, Gerard Koppers, Kees Huyser, Carol de Vries, Hans Goedhart, Ria Scharn, Kees Valentijn, Jos Mol, Fred Houthuijs, Maaike de Graaf, Han Mannaert, Anje Belmon, Cor van Duinen, Robert Raat, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Otto Meyer, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

De fotograaf..., één van de fotografen van Bureau Monumentenzorg, werd er op uit gestuurd om deze gebouwen te documenteren. De kadrering maakt niet duidelijk of het om beide panden rechts van de zijstraat ging of alleen het middelste. Voor de vraag is dat niet belangrijk:

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Niet alle Amsterdammers zijn vertrouwd met de Westelijke Eilanden. Dat blijkt keer op keer als er een quizfoto uit die buurt opduikt. Jacob Olie woonde op de Zandhoek en maakte veel vroege foto's van deze buurt omdat het procedé geen lange tijd tussen opname en ontwikkelen toeliet. Hij keek hier over de Eilandsgracht naar het Prinseneiland. De bedoelde huizen staan aan de kade met dezelfde naam. De onderbreking in de huizenrij is de ingang van de Galgenstraat. Het geblurrde reclamebord op de schuur vooraan was van de steenhouwerij van L.J. Seutin op het Prinseneiland.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Op deze vogelvlucht (Google Maps) ontdekt u linksonder de dubbele wip van de Sloterdijkerbrug (#321) en middenboven de rij van vier huizen van de quizvraag. De pijl geeft ongeveer de kijkrichting van Jacob Olie aan. De vier huizen middenboven vindt u op de quizfoto terug, eveneens middenboven.

Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Arjen Lobach, Harry Snijder, Anneke Huijser, Hans Olthof, Kees Huyser, Leo van der Meer, Wim Huissen, Hans Goedhart, Ria Scharn, Minne Dijkstra, Han Mannaert, Anje Belmon, Jos Mol, Ruud Fontijn, Robert Raat, Jos Mol, Adrie de Koning, Otto Meyer, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

 

Amsterdamse gebouwen -2

Centraal Station - Stationsplein 15

Introductie
Het Centraal Station (CS) van Amsterdam is het grootste station van Nederland. Het is gebouwd tussen 1881 en 1889 naar ontwerp van PJH. Cuypers/AL. van Gendt (beiden het stationsgebouw) en L.J. Eijmer (stationskap). Het station is gelegen op het aangeplemte Stationseiland in het IJ. Het station telt zes perrons die via drie dwarsgangen onder de 15 sporen (waarvan 11 perronsporen) bereikbaar zijn. Dagelijks telt Amsterdam Centraal circa 160.000 in- en uitstappers, waarmee het na Station Utrecht Centraal het drukste station van Nederland is. Reizigers kunnen gebruikmaken van treinen, metro's, trams, bussen en veren. 

De afbeeldingen bij dit item komen uit de Beeldbank v/h Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

Geschiedenis
In 1864 vroeg Johan Thorbecke, op dat moment de Minister van Binnenlands Zaken, de Amsterdamse gemeenteraad om diens mening over een nieuw te bouwen Centraal Station in Amsterdam. Thorbecke noemde twee mogelijke locaties: de huidige (op een kunstmatig eiland in het Open Havenfront) en een andere in de buurt van het Leidseplein, nabij de voormalige Leidsepoort. Thorbecke had zelf een voorkeur voor de optie bij het Open Havenfront. De gemeente echter niet, vooral omdat de entree van de stad op die manier afgesloten zou worden van het IJ door de nieuw te bouwen spoorlijn en station. Uiteindelijk werd wel gekozen voor de locatie aan het Open Havenfront: de spoorweg zou ook gunstig zijn voor de scheepvaart en het goederenstation zou worden gebouwd bij de Stadsrietlanden, zodat er minder land aangeplempt hoefde te worden. Op 23 juni 1869 werd de huidige locatie door de gemeenteraad goedgekeurd.

Op de foto's hieronder de beide voorlopers van het Centraal Station: stations Willemsspoor en Westerdok


Het station − tot mei 2000 Amsterdam CS geheten − verving het in 1878 gesloten Station Amsterdam Willemspoort (afb. linksboven) en het van 1878 tot 1889 gebruikte tijdelijke Station Westerdok (afb. rechtsboven). Het is gebouwd op drie aangeplempte eilanden in het IJ. Hiervoor werd zand gebruikt uit de duinen bij Velsen, dat vrijkwam bij het graven van het Noordzeekanaal. Net als veel andere gebouwen in Amsterdam werd het gebouwd op houten palen (8.687 stuks). Bij de bouw traden verzakkingen op, waardoor het werk enige jaren werd vertraagd. Op 15 oktober 1889 werd het station onder enorme publieke belangstelling geopend.

Hieronder een schema van de drie fasen van het plempen van de Stationseilanden

Cuypers ontwierp wel het gebouw, maar de overkapping van de perrons viel buiten de opdracht. De eerste oplevering van het gebouw in oktober 1884 was dan ook zonder perronoverkappingen. De stationskap bestaande uit 50 boogspanten en een overspanning van bijna 45 meter, werd ontworpen door L.J. Eijmer, civiel ingenieur bij de Staatsspoorwegen. Cuypers ontwierp wel de decoraties voor de spanten en de kopgevels. De stationskap werd uiteindelijk in oktober 1889 voltooid.
Een tweede, smallere en langere maar gelijksoortige kap aan de IJ-zijde werd voltooid in 1992. Tussen de twee kappen bleef een aantal sporen niet overdekt. In 1996 werd er over deze sporen een derde 'middenkap' gebouwd, ontworpen door Jan Garvelink, architect bij Holland Railconsult.
In 1920 werd de Oostelijke vleugel (het lage eindgebouw) afgebroken en vervangen door 'De Oost', het voormalige pakketpostgebouw naar ontwerp van Cuypers' zoon Joseph. 

Onderstaande foto van P.Reynet de la Rue laat de overkapping in aanbouw zien (1888).

Ontwerp
Cuypers (li) ontwierp ook het in 1885 geopende Amsterdamse Rijksmuseum, waar het Centraal Station sterk op lijkt. Van Gendt (re) ontwierp alle stations aan de spoorlijn Den Helder – Amsterdam en in Amsterdam onder meer de Hollandse Manege (1882), Concertgebouw (1883-1888) en het Burgerziekenhuis (1889-1891).
Het station is het eerste station in Nederland dat door een bekende architect werd ontworpen. Daarvoor waren het vaak ingenieurs en minder befaamde architecten, maar de omgeving en aanzien van het te bouwen pand vroegen om een architect. Door de aanleg van de sporen en het station op drie kunstmatige eilanden in een deel van het IJ, werd het Open Havenfront afgesloten van open water, maar zo werd wel voorkomen dat de oude stad doorsneden werd met spoorlijnen.

Aan de oostzijde van het station is het Koningspaviljoen (tegenwoordig de Koninklijke wachtkamer; foto entree) te vinden, compleet met inpandige parkeerplaats, oorspronkelijk voor een koets, nu voor een auto. Dit paviljoen bevat decoraties van de hand van Georg Sturm, met als thema het koningshuis en het gezag.
Cuypers benadrukte met de twee torens aan weerszijden van de kap dat het station een 'nieuwe stadspoort' was. Het stationsgebouw vertoont dan ook sterke gelijkenis met het in 1885 opgeleverde Rijksmuseum, dat door dezelfde architect aan de zuidzijde van de binnenstad is gebouwd. Het gebouw is door de socioloog Abram de Swaan omschreven als een Toffelemoons Koekelorum, vanwege alle luikjes en kleine raampjes die aan een klooster doen denken.

Vroegere uitbreidingen en vernieuwingen
In de jaren vijftig werd de stationshal verbouwd en gemoderniseerd. Het 'orgel' met loketten werd vervangen door moderne plaatskaartenloketten. Voorts kwam er in 1955 een voetgangerstunnel vanaf het VVV-gebouwtje op het Stationsplein, onder de rijweg voor het station door, die uitkwam in de stationshal. In verband met de bouw van het eindstation van de metro verdween deze tunnel in 1980. De rijweg zou toen toch, in verband met een herinrichting van het stationsplein, vervallen. Het verwijderen van de rijweg die vlak voor het station liep, was mogelijk door trams, bussen, taxi's en auto's voortaan vooraf naar de oostelijke óf de westelijke helft van het stationsplein te laten rijden. De voetgangers (onder meer de snel groeiende groep toeristen) konden voortaan veilig tussen deze twee verkeersstromen in lopen naar de enige oversteekplaats die het station van het Damrak scheidde.

Tussen 1980 en 1984 zijn de centrale hal en middentunnel fors verbreed en gemoderniseerd door Articon, het voormalige ingenieursbureau van de NS. De reden was dat de middentunnel toen al vrij druk was (deze was qua grootte vergelijkbaar met de huidige oosttunnel) en met het oog op de komst van meer treinen door de verbeterde Zaanlijn (opening Hemtunnel), de doortrekking van de Schiphollijn (opening Westelijke Tak van de Ringspoorbaan) en de (opening van de) Flevolijn was uitbreiding dringend gewenst. Bovendien was Amsterdam Centraal sinds 1980 ook aangesloten op de metro. De tunnel is toen vier keer zo breed gemaakt (van 4,5 meter naar 18 meter) en voorzien van roltrappen (zowel opgaand als neergaand, zowel in oostelijke als westelijke richting). In het midden van de tunnel was er ter hoogte van de meeste perrons een trappenpartij en vide zodat er beter zicht was tussen perron en tunnel, iets dat in die tijd nieuw was in Nederland. De west- en oosttunnel behielden hun breedte en trappen maar werden wel gemoderniseerd. In de oosttunnel zijn toen liften geplaatst.

Op de foto de nieuwe loketten in 1988

De loketten binnen- en buitenland werden naar de oost- respectievelijk westvleugel van het stationsgebouw verplaatst. Door de oost- en westvleugel geheel open te stellen voor publiek was het mogelijk om binnen het station naar alle drie de tunnels te lopen. Ook ontstond er zo meer ruimte in de centrale hal. De vloeren van zowel de middentunnel als de vloeren van de zijvleugels kregen een blauw-wit-zwarte betegeling.
In 1995 werd door de NS een nieuwe verkeersleidingspost in gebruik genomen. Deze ligt aan de westkant, bij het Westerdok, voorheen zat de post in het station zelf. Ook bouwde NS aan uitbreiding van het westelijke emplacement en aan de uitbreiding van vier naar zes sporen ten westen van het station. Deze aanpassing werd uitgevoerd tussen 1991 en 1996. Voor de treinen richting Sloterdijk kwam er zo meer ruimte. Door de tegenwoordige onderdoorgangen is het makkelijk van stads- naar IJzijde te lopen. Lange tijd was dat niet mogelijk zonder dat een speciaal perronkaartje werd gekocht en aan de controleurs getoond. In plaats daarvan kon je op het Stationsplein in bus K stappen, die uitsluitend rond het station reed.

Foto hal: Chris Booms, Beeldbank.Cultureelerfgoed.nl objectnummer 13009-50585

Column: Afblijven, die doorgang is van ons!

eg nou eerlijk, hoe vaak ben jij nou onder het Rijksmuseum doorgelopen, gefietst of met een auto gereden? Ik kan dat op de vingers van één hand tellen... zolang ik leef. Een toch zal die onderdoorgang blijven, ze moeten natuurlijk wel met hun poten van onze openbare ruimte afblijven. Allemaal, ook de gemeente, ook de museumdirectie. Die doorgang is nota bene door de architect bedacht als nieuwe poort die vanuit het zuiden toegang tot de oude stad gaf.
De gemeente heeft in het verleden flink huisgehouden onder straten, stegen en gangen die toch tot de openbare weg behoorden. Zogenaamd om veiligheidsredenen, maar intussen zijn heel wat doorsteekjes, waar je vaker kwam dan onder het Rijks door, opeens afgesloten.
Vroeger was de houding van de gemeente anders, toen zaten ze als een bok op de haverkist om straten en stegen te beschermen. Weet u nog waar de Baafjessteeg was? Die hele steeg zou van de kaart geveegd worden voor de bouw van Berlage's schepping 'de Algemeene'. Dat ging mooi niet door, Berlage was niet zo goed of hij nam in zijn gebouw een passage op de plek van die steeg op. Ook toen in 1963 hetzelfde gebouw - maar nu met C&A als gebruiker - afbrandde, diende de passage gehandhaafd te worden.
En ik ben daar heel blij mee. Kort geleden nog eens heen en weer doorheen gelopen om te zien hoe fraai die passage tegenwoordig is. Maar de doorgang bleef omdat C&A in die passage een ingang naar de winkel nodig had, anders weet ik 't nog niet zo zeker dat'ie gebleven was.

In de twintigste eeuw en dan vooral na de oorlog werd de gemeente steeds makkelijker met het opdoeken van stegen en gangen. Neem Peek&Cloppenburg. Met de nieuwbouw verdween de Kromelleboogsteeg voor de helft en de andere helft nam P&C in bezit voor zijn expeditie. Abraham Tuschinski had grootse plannen voor een bioscooptheater en mocht de halve Duvelshoek platgooien, maar weinig mensen weten dat enkele stegen gewoon gehandhaafd bleven, Je kon nog jarenlang van de Reguliersdwarsstraat naar de -breestraat doorsteken via de Blindemansteeg. Dat is nu afgesloten... aan beide kanten.
Soms werden stegen en gangen gewoon verpatst aan aanwonenden en afgesloten, zoals de Vredenburgersteeg. Weg doorsteekje van Warmoesstraat naar Geldersekade. Je moet nu verplicht over de Wallen lopen of de tochtige omweg over de PHkade maken.
Vroom&Dreesmann wilde in de Kalverstraat uitbreiden en kocht aan de overkant net zo lang panden op tot ze die en bloc sloopten tot de benedenverdieping en een noodwinkel inrichtten in afwachting van verdere bouwplannen. Daar kwam de oorlog tussen en wij bleven met de noodwinkel zitten. Met die noodwinkel verdween de doorsteek naar het Singel via de 'kloosters', straatjes die ontstonden door het huisvesten van alle nonnen die na de Alteratie uit hun kloosters gegooid waren. Nooit meer teruggekomen, helemaal niet meer na de bouw van de Kalvertoren.
Het heeft weinig zin om verder te kankeren, ze doen toch waar ze zin in hebben.

Herbergen in Amsterdam -1

Wij zijn enkele weken geleden een serie herbergen net buiten de stad langsgegaan. De teneur was de opvang van reizigers die voor een dichte poort kwamen te staan en onderdak voor de nacht zochten. Ook werden die herbergen gebruikt door mensen die zo vroeg mogelijk in de stad wilden aankomen, bijvoorbeeld marktkooplui of -bezoekers. Maar er waren ook veel herbergen binnen de stad en die hadden meestal heel andere bestaansredenen. Voor de reiziger die Amsterdam voor enkele dagen bezochten, of het nu voor zaken of als toerist was. Daarvoor waren er, al naar gelang hun financiën dat toelieten, van de stadsherbergen tot aan de slaapholen en alles wat zich daartussen bevond.
Maarten Hell promoveerde in 2017 op een proefschrift over alle soorten van herbergen in Amsterdam, van de Middeleeuwen tot 1800. Wij lopen de verschillende herbergen in de stad aan zijn hand langs. De komende weken willen wij enkele categorieën herbergen bezoeken, en zo mogelijk illustreren. Van de brave herberg waar de bezoekers een kroes bier of wijn dronken, een pijpje rookten, een kaartje legden of samen praatten of zongen naar de speelholen en bordelen.

Laten we eerst vaststellen dat het hoofddoel van de herbergier altijd was de drankconsumptie van de gast te bevorderen, wat de 'specialisatie' van de herberg ook was. Het ging erom welke middelen hij (of zij; vlak de dames niet uit) daarbij inzette en of dat allemaal door de beugel kon. Deze week de speelholen, meteen één van de verschrikkelijkste soorten. Er waren voldoende stadskeuren uitgevaardigd om uitwassen op dit gebied strafbaar te stellen, maar het was zo moeilijk de kwaadaardige herbergen te onderscheiden van die waar een onschuldig potje trictrac of kaart gespeeld werd. De schout moest het van een aangifte hebben en dan ook nog bewijzen vinden. Er werd gesjoemeld met gemarkeerde kaarten zoals de afbeelding met in de achterkant verscholen de waarde van de kaart, in dit geval een aas. Of gemanipuleerde dobbelstenen. De som van de tegenoverliggende punten op een steen moet altijd 7 zijn, d.w.z. tegenover de 6 de 1 en tegenover de 4 altijd 3, enzovoort. Van de 4 was eenvoudig een tweede zes te maken. Of de dobbelsteen werd eenzijdig met bijvoorbeeld lood geïnjecteerd zodat die kant bij voorkeur onder eindigde. Allemaal zaken die op bedrog neerkwamen maar bij beroepsspelers populair waren. Er zijn 100-den jaren oude dobbelstenen gevonden (foto rechts) met bijvoorbeeld twee zessen en twee vijven, een drie en een vier.

Trictrac is een bordspel dat gespeeld wordt zolang als er mensen op aarde rondlopen. Oorspronkelijk was het een spel voor de chique maar het werd ook populair in herbergen. Op zichzelf is het een onschuldig spel dat niet zozeer van behendigheid afhangt als wel van geluk met de dobbelstenen. En daar hielpen de gemanipuleerde stenen weer bij, alleen is het bij trictrac zaak de combinatie 1 en 2 te gooien. Dus: eigen stenen bij trictrac! Iedere speler weet dat een werpbeker helpt tegen vals spelen met dobbelstenen maar dat is toch zeker iets voor watjes?!! Zolang het om rondjes op kosten van de verliezer ging was het nog te overzien maar het trictrac-bord kan eenvoudig in een gokmachine veranderen waarmee onnozelaars fortuinen konden verliezen. U kent misschien het verhaal hoe Reinout van Brederode in 1529 in een herberg in de Kalverstraat zijn ambachtsheerlijkheden Amstelveen, Sloten, Sloterdijk en Osdorp verloor bij een spelletje dobbelen. Bedrog! Maar opnieuw was het voor de schout moeilijk hier zijn vinger achter te krijgen. Soms had hij mazzel en kreeg de dobbelstenen of gemarkeerde kaarten in handen en dan had de herbergier een probleem.

Soms zetten herbergiers hele troepen oplichters in om de omzet op te krikken. Groepjes mannen sloten 'vriendschap' met bezoekers en lieten zich in ruil voor joviale gezelligheid trakteren op vele rondjes. Ze kregen van de herbergier tot anderhalve gulden per biervat. De herbergier had daarnaast een troep valsspelers zitten die probeerden de gast te verleiden tot een spelletje dat ze geheid verloren. Zo'n herberg was bijvoorbeeld op Vlooienburg, die van Jan Sabbatai Sena, een uit Rome afkomstige Portugese Jood. Die gelegenheid was berucht, Sena was berucht.

De overheid werd door de gereformeerde kerkbesturen min of meer gedwongen tegen misstanden op te treden. Bedrog werd ook wel bestraft en menig oplichter werd voor tijden uit de stad verbannen, al of niet na eerst een lijfstraf te hebben ondergaan. Het ging de kerk niet ver genoeg en bekend zijn de zittingen waarbij lidmaten die zich schuldig hadden gemaakt aan gokken en zuipen ter verantwoording werden geroepen en desnoods uitgestoten.
De stad verordonneerde in 1681 dat niemand meer dan vijfentwintig gulden per dag mocht vergokken, op welke manier dan ook. In 1692 werd de maatregel uitgebreid en werd het herbergiers verboden gelegenheid te bieden om een aantal gokspelen te laten spelen. Zij mochten de verboden spelen, met name werden Pochgen en Banco Falito genoemd, niet in hun gelegenheid laten spelen. Zij moesten dat duidelijk zichtbaar op bordjes in de gelagkamer bekend maken. Natuurlijk waren er overtredingen en die werden bestraft, naar gelang het aantal keren dat ze tegen de lamp liepen, oplopend van geldstraf tot definitieve sluiting van de herberg.

Volgende week: veilingen in herbergen

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 16 juli 1919 - De Gemeenteraad besluit tot splitsing van de Eerste Openbare Handelsschool aan het Raamplein. Met ingang van het schooljaar 1922-'23 zullen naast de OHS ook een HBS met 5-jarige cursus met een aangepast lesplan (handel) gaan functioneren. Dat zou leiden tot een hoger gewaardeerd diploma. In 1882 had namelijk een reorganisatie ervoor gezorgd dat de OHS gewijzigd werd in een 3-jarige HBS met aansluitend een 2-jarige cursus Handelsschool. Veel later (1952) zou die 5-jarige HBS een opleiding HBS-A (met alpha-pakket) worden en in 1963 werd het begrip Handelsschool helemaal afgebouwd.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Woensdag 16 juli 1919 - De Gemeenteraad besluit het plan van B&W te steunen om 1000 noodwoningen in de Noorder IJpolder te bouwen met subsidie van het Rijk. Het plan werd in 1920 daadwerkelijk uitgevoerd en werd een welkome plek voor de werknemers van de in 1921 daar gevestigde NSM en NDM. Door deze industrieën bleken nog meer huizen nodig te zijn en werden ook permanente huizen gebouwd. Dit geheel is de ruggengraat van Tuindorp Oostzaan geworden. De noodwoningen, die er 10 jaar zouden staan, bleken na de watersnood van 1960 zodanig aangetast dat ze afgebroken moesten worden. Ze hadden er dus 40 jaar gestaan.

Foto gemeentewoningen 1920; bron: Stadsarchief Amsterdam

Woensdag 16 juli 1919 - De GEB geeft PW opdracht een ontwerp te maken voor de vervanging van peperbussen door stenen transformatorhuisjes. De PW op zijn beurt geeft architect A.A.Kok opdracht enkele ontwerpen te maken die door andere samenstellingen universeel kunnen dienen op meerdere plaatsen. Kok maakt vijf ontwerpen die konden variëren van plat dak tot schilddak, vierkant of rechthoekig en met of zonder ventilatieroosters. Kok spiekte bij de ontwerpers van de Amsterdamse School waardoor de resultaten de goedkeuring van 'Wendingen' konden wegdragen. Er zijn er al veel afgebroken maar een flink aantal staat er nog steeds.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave