weekblad-logo

week 33-2015

Fotoquiz

De snelste met het antwoord op de foto van vorige week was Anna Denekamp. Van haar komt dus de opgave voor deze week. Dat wil zeggen, ik 'mopperde' dat haar keuze wel erg moeilijk was. Daarop kreeg ik een tweede keus, die links staat.
Foto 1: Waar is dit?

De tweede foto is voor de gouden plak, voor de eer. Ik zal Anna eerlijk doorgeven hoeveel goede oplossingen er binnenkwamen.
Oplossingen via deze link.

Foto 2: En waar is dit?

 

Oplossing vorige week

Zo..., dat was lang geleden dat we in de Jordaan waren. Nu mocht het wel weer eens, dacht Anneke Huijser. Maar ik heb wel eens eerder aangegeven dat je geen vrienden maakt met zo'n rijtje weinig markante gevels zonder opvallend bedrijf of winkelpand er tussen. Het duurde dan ook een tijdje voor de Nieuwe Leliestraat 90-100 doorkwam. Het was ook te warm om uren foto's door te spitten in de hoop de juiste te vinden.
In het verleden ontpopte Anna Denekamp zich als groot kenner van de Jordaan. Onlangs verloste zij nog de werkgroep 'Vele Handen' van een knagend hiaat in hun fotobeschrijvingen. Ook de quiz van deze week was geen probleem voor haar. Ik laat haar zelf even aan het woord:

...het was gek genoeg weer een kwestie van ‘even je ogen bijna dicht doen en door je wimpers kijken’ en meteen de sfeer te pakken hebben. Ik heb natuurlijk heel vaak door deze straat gelopen...

Fotoquiz jaarboek

Welke particuliere instelling liet dit gebouw neerzetten?
En waar staat het?

Inderdaad: staat, want het staat er nog steeds. Net buiten beeld blijft de voormalige paardenstal waar het ooit allemaal begon. Dit als hint.

Uw oplossing via deze link.

Doe mee en verzamel zoveel mogelijk informatie en afbeeldingen die betrekking hebben op de quizfoto van deze week. Onze redactie bakt er weer een verhaaltje van.

Oplossing vorige week

Stationsgebouwtje van de Noord-Hollandsche Tramweg- Maatschappij, Damrak, hoek Oudebrugsteeg. Het heeft er één jaar gestaan en verhuisde in 1889 naar het Stationseiland tegenover het Centraal Station, zodra dat in gebruik genomen werd (zie foto hieronder).

Dit was de eerste versie van het stationsgebouw zonder trein of tram. Ir. Th. Sanders, de oprichter van de NHT, wilde persé vanuit de stad vertrekken en dat moest dus met een boot naar de noordelijke IJ-oever. In 1888 ontwierp zijn bureau, waar op dat moment Berlage in dienst was, nevenstaand gebouwtje in chalet-stijl en omdat Berlage zijn werkgever kort hierna verre overvleugelde en voor zichzelf begon kleefde zijn naam aan het ontwerp. Vanwege de vooropgezette verhuizing van het gebouw is het echter aan te nemen dat civiel ingenieur Sanders het ontwerp gemaakt heeft en dat Berlage hoogstens op de esthetiek invloed uitoefende.

In 1889 werd het CS in gebruik genomen en werd het stationsgebouwtje verplaatst. Daar was bij de bouw al rekening mee gehouden en het huisje werd opgetild en op rollen geplaatst. Zo werd het naar de nieuwe plek verplaatst, die op de foto links te zien is. Behalve een steiger voor passagiers was er ook een veel grotere steiger voor vrachtgoed met een eigen loods. De vier gemeenten aan de tramlijn, Buiksloot, Broek-in-Waterland, Monnickendam en Edam waren alleen maar overstag gegaan omdat een vrachtlijn beloofd was die sneller en zonder overladen zou functioneren.

In 1911 werd het stationsgebouwtje vervangen door een groot stationsgebouw, ook weer boven het water gebouwd door architect Leliman. Dat werd in de volksmond het Noord-Hollands koffiehuis en na de overname door de NZH in 1932 het Noord-Zuid-Hollands Koffiehuis. De verdere geschiedenis van dit gebouw is al vaak in deze kolommen aan de orde geweest.

Dit is het eigenlijke stationsgebouw in Noord, kopstation 'Tolhuis' aan de Adelaarsweg, nagenoeg volledig boven het water gebouwd. Dit is het tweede stationsgebouw omdat het eerste, geheel van hout opgetrokken station in 18?? afbrandde. Dit station moest wijken voor de bouw van de IJtunnel en werd in 1956 afgebroken. Dat was meteen het einde van de Waterlandse tram. De NZH, die de NHTM in 1932 had ingelijfd en op haar beurt een dochter van de NS was, gokte op busvervoer. En zo geschiedde.

Als het starten van het filmpje niet lukt klikt u hier.

Het uitgebreide artikel staat voor u klaar, als tweeëndertigste aflevering van ons eigen jaarboek Fotoquiz 2015. Daarin gaan we ook wat naar de trams kijken en duiken in de verdere geschiedenis van de NHTM.

Klik deze link om alleen aflevering 32 te lezen.

U kunt ook alle aflevering tot vandaag tegelijk inzien: klik hier (of de omslag links) voor het jaarboek zover als het gevorderd is (>19MB).

Aflevering 32 werd samengesteld uit materiaal van Ria Scharn, E. Weber, Anneke Huijser en Geert Titsing.

Carol vaart weer

Waar voer Carol toen hij deze foto nam? Uw oplossing graag via deze link.

Roelof vaart ook

Oplossing vorige week:

1. Waar voer Roelof toen hij deze foto nam? Kloveniersburhgwal
Dat was deze keer niet voldoende. Nog twee vragen:
2. Hoe heet het neo-renaissancegebouw in het midden van de foto? Gebouw Maatschappij voor den Werkenden Stand, thans Doelenzaal.
3. Hoe heet het classicistische gebouw helemaal rechts op de foto? Wat er voorheen in gevestigd was mag ook. Kiest u maar. Het is nu het Vincentiushuis, voorheen R.K. Vincentiusschool (H. Vincentius a Paulo). Het huis is in 1642 gebouwd door Philip Vingboons voor Joan Poppen.

Anneke Huijser was de eerste met de juiste oplossing.

Wat? Waar?

Waar is dit knusse hoekje?

Uw oplossing graag via deze link

Oplossing vorige week:

Van Diemenstraat, nog in de tijd dat het spoor over de Westerdoksdijk doorliep tot het Westerkanaal (brug in de verte; Houtmankade). Het onderwerp van deze wat-waar-quiz bevond zich deze keer buiten de Singelgracht. Dat zag Ria Scharn anders. Zij meende dat dit wel binnen de 17de-eeuwse stadsgrenzen valt en dat wordt toch bedoeld met Singelgracht?
Op het kaartfragment hieronder (Eskes) de situatie van 1842. In rood is de Spaarndammerdijk aangegeven, waar de Westerdoksdijk sinds 1832 op aansluit. De bolwerken zijn nog intact en daaruit blijkt dat de Westerdoksdijk op buitendijks land ligt. De Van Diemenstraat werd aan de binnenkant tegen het talud van de dijk aangelegd. Die dijk moest helemaal tot de Spaarndammerdijk doorlopen, wilde Amsterdam het deel van die dijk tot de Westerbeer kunnen kopen en slechten. Dat gebeurde dus en dat werd de Spaarndammerstraat. De goederenwagon op de foto staat ongeveer op de plek waar voorheen houtzaagmolen 't Klaverblad stond (blauw gemarkeerd op de kaart hieronder).

Op het dijklichaam in het verlengde van de Westerdoksdijk werden pakhuizen en vemen gebouwd die een kade aan de (Oude) Houthaven kregen of direct aan het water stonden. Die bebouwing was pas mogelijk nadat in 1876 het Noordzeekanaal opengesteld was en het IJ bij Schellingwoude afgesloten van de Zuiderzee. De zeewering had toen nauwelijks nog een functie.

Arjen Lobach was de eerste met de juiste oplossing.

Over de vemen, hun geschiedenis en hun huidig gebruik is een boekje verschenen: Het Nederlandsche Veem. Bij de quizfoto kreeg ik ook een link naar een uitgebreide tekst over/uit het boekje van Maurits Nibbering, die ik als WORD-bestand hierbij voeg.

Pieter Lodewijk Kramer (1881-1961)

Kramers meest in het oog springende bouwwerk staat buiten Amsterdam, namelijk de Bijenkorf in Den Haag (1924-’26). Toch heeft deze ras-Amsterdammer hoofdzakelijk in zijn geboortestad gewerkt en vooral naam gemaakt met zijn 220 bruggen die hij voor Publieke Werken heeft ontworpen. Een bruggenbouwer, maar dan in letterlijke en niet in overdrachtelijke zin.
Piet Kramer wordt in Amsterdam geboren als zoon van een arts. Na zijn opleiding tot bouwkundig tekenaar aan de Industrieschool in Amsterdam werkt hij aanvankelijk als timmerjongen en in de botenbouw. Kramer begon zijn loopbaan in 1902 op het architectenbureau van Ed. Cuypers. Daar leerde hij o.a. Jan van der Meij en Michel de Klerk kennen. Bij Cuypers zou hij tien jaar blijven.
In 1911 werd Kramer door Jan van der Mey aangenomen als zijn assistent-adviseur bij de Dienst Publieke Werken in Amsterdam.
De eerste persoonlijke opdracht van Kramer was een tehuis voor Marinepersoneel in Den Helder (1912-’14) dat door oorlogsgeweld verdween. De opdrachtgevers waren wild enthousiast over de schepping. In de periode 1913-’16 werd hij door Van der Mey uitgenodigd in het team jonge architecten dat het Scheepvaarthuis zou aankleden (gevels) en inrichten. Gebouwd c.q. geconstrueerd werd het door A.L.van Gendt. Van 1916 tot 1918 was Kramer doende drie villa’s in Bergen (Meerwijk) te bouwen. Die werden in 1922 door brand verwoest en afgebroken, alleen een tuinhuis (De Hut) bleef gespaard.

Na zes jaar bij PW werd Kramer esthetisch adviseur van de afdeling Bruggen. In 1917 ontwierp hij zijn eerste brug voor PW, brug nr.400 in de Amsteldijk over het Amstelkanaal. De bouw van deze brug kwam in 1921 gereed. In 2013 werd deze brug na renovatie herdoopt in P.L.Kramerbrug. Kramer tekent wel 500 bruggen voor PW, waarvan er maar 220  uitgevoerd worden. In zijn beginperiode zijn het met beeldhouw- en siersmeedwerk gedecoreerde bruggen, veelal voorzien van brugwachtershuisjes, lantaarns en kiosken. De rijk versierde bouwwerken vormen echter ook een aanzienlijke kostenpost voor de gemeente en in de jaren dertig, ten tijde van de economische crisis, moest Kramer zijn werk noodgedwongen sterk versoberen. Bij de afdeling Bruggen kon hij regelmatig samenwerken met beeldhouwer Hildo Krop.

Op de foto brug #106 (Niek Engelschmanbrug) tussen Raadhuisstraat en Westermarkt over de Keizersgracht. Deze brug werd in 1922-'25 gebouwd. Het beeldhouwwerk van Hildo Krop heet 'Faun met vogels'. De huidige naam dankt de brug aan de in 1988 overleden oprichter van het COC en dat heeft weer alles te maken met het op een tiental meters verderop gelegen Homo-monument aan de Westermarkt (op de foto nog net te zien).

Naast zijn adviseurschap voor PW bleef Kramer als particulier architect bezig. In 1919-‘23 werkte hij samen met Michel de Klerk aan het woningcomplex voor de Dageraad in de Nieuwe Pijp. De opvallende hoekoplossing P.L.Takstraat/ Burg.Tellegenstraat (tekening links) draagt duidelijk de signatuur van Kramer. Het complex beslaat veel meer dan dit blok, nl. Henriette Ronnerplein 46-110, Thérèse Schwartzeplein 15-33, Pieter Lodewijk Takstraat 11-31, 2-32; Willem Passtoorsstraat 26-36, Henriette Ronnerstraat 2-42, Thérèse Schwartzestraat 1-13, Talmastraat 2-12, Burgemeester Tellegenstraat 60-128 en 130-198.

Zijn laatste brug ontwierp Kramer in 1941 voor PW. In 1947 had hij nog bemoeienis met het viaduct in de Eerste Constantijn Huijgensstraat over het Vondelpark, maar dat was al een oud ontwerp en Kramer was inmiddels de 65 gepasseerd. In 1952 mocht hij eindelijk met pensioen, 71 jaar oud. De AOW bestond toen nog niet.
Kramer overleed in 1961. Hij had zijn hele carrière kunstnijverheid ontworpen, zoals meubelen, decoraties en glas-in-lood. Soms mocht hij ook de inrichtingen van zijn gebouwen mee ontwerpen. De Bijenkorf in Den Haag is daar een voorbeeld van, zij het dat er niets meer van over is. Hij werkte incidenteel mee aan het tijdschrift Wendingen (links). Industrieel ontwerper Friso Kramer is een zoon van Piet Kramer.

Reacties

In het september-nummer van Ons Amsterdam een item over de melkschuiten die eeuwenlang verse melk van Waterland over het IJ naar de stad brachten. Bij de komende SAIL 2015 zal er zo'n schuit aanwezig zijn. Lees meer...

Bij datzelfde september nummer een gratis bijlage over het vm. Emma Kinderziekenhuis. Lees meer...

Amsterdam Cultuur-Historische Vereniging gaat met ingang van donderdag 17 september elke tweede donderdag van de maand lezingen verzorgen op Keizersgracht 218b (bij Westermarkt), 1016DZ Amsterdam-centrum. Aanvang 20 uur.
Wij zullen begin september t.g.v. de eerste lezing daarop nog iets uitgebreider terugkomen [red.].

Metamorfose

Laatst zag ik dat een flink deel van de Oosterdoksdijk weggegraven is. Dat was schrikken! De Street View hieronder laat nog een tussenfase zien maar inmiddels gaapt er - daar waar de auto geparkeerd staat - een groot gat. Toch even een foto opgezocht van hoe het vroeger was.

Daar kunnen we kort over zijn. De dijk rond het Oosterdok was dicht. De vele beurtvaarders en andere schippers met ligplaatsen in het Damrak en het Open Havenfront klaagden steen en been bij de Gemeente dat ze enorme omwegen moesten maken om op het IJ te komen. Op ze niet een doorgang met een extra sluis konden krijgen. Dat werd het Jodensluisje. Geen mens weet waarom juist dié naam.

Na het afsluiten van het IJ door de Oranjesluizen was een schutsluis niet meer zo nodig en kon volstaan worden met een keersluis die dan vaker open kon blijven. In 1910 werden alle
deuren uitgenomen en in 1912 werd de basculebrug vervangen door
een stalen ophaalbrug (foto links). In 1972 werd die ophaalbrug vervangen door een vaste brug en alle voorzieningen voor de sluis weggenomen.

En nu is het hele dijkvak dus weggegraven.

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 11 augustus 1915 - 100-jarig bestaan van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels. De oprichting in 1815 volgde op deze oproep van een aantal grote uitgevers/boekhandelaren:

„Het diep verval van den boekhandel in ons land, is reeds sedert jaren het voorwerp der ernstige bekommeringen geweest van diegenen, welke bij deszelfs bloei en welvaart in eenige betrekking staan. Om gepaste middelen daar te stellen, ten einde den verderen voortgang van dit kwaad te verhinderen, of, indien zulks mogelijk is, de oorzaken van dit verval zelve weg te nemen, hieraan heeft het tot heden ontbroken. Welke redenen hiertoe ook mogen bijgedragen en medegewerkt hebben, of zulks nog doen, zeker is het, dat dezelve niet behoorlijk opgespoord of gekend en dus ook niet tegengegaan of weggenomen kunnen worden, indien, zooals tot heden het geval is, geene onderlinge vereeniging en medewerking, ter bereiking van een zoo belangrijk doel, bij diegenen plaats heeft, welke zich meer bijzonder aan het bedrijf van den boekhandel gewijd en de zorg, voor de middelen van hun bestaan, aan deszelfs bloei en luister verbonden hebben.
Eenige boekhandelaars in ons vaderland, hiervan doordrongen, hebben ons aangespoord om te beproeven, of deze zaak, op een bijeenkomst van eenige onzer medehandelaren in het land, niet tot een punt van ernstige overweging zou kunnen worden gebragt, om aan de vereenigde overleggingen van zoovele belanghebbenden de bepaling aan te bevelen, wat in deze zou kunnen en behooren gedaan te worden."

Op 11 augustus 1815 kwamen als gevolg van deze oproep 19 boekhandelaren bijeen in logement De Zwaan in Amsterdam en stelden de „Acte van Verbindtenis van eenige Boekhandelaars in Nederland tot het tegengaan van het maken en verkoopen van Nadrukken." Dit mag beschouwd worden als de oprichting van de vereniging met de lange naam. In 1915 schreef de voorzitter de geschiedenis van de vereniging op en die werd gepubliceerd in een boek dat u kunt lezen door hier te klikken. Scroll snel door de vele blanco pagina's.

De vereniging bestaat nog steeds maar noemt zich nu Koninklijke Vereniging van het Boekvak (KVB).
Die kent vandaag een aantal verzelfstandigde diensten:

Centraal Boekhuis
Bureau ISBN
Stichting CPNB
BoekbladLijstenboek 
VOB Boekacademie (nu Boekblad Academie)
Stichting Speurwerk (nu KVB/Stichting Marktonderzoek Boekenvak)
Stichting Bibliotheek van het Boekenvak

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2015. De keuze '2014' leidt naar aflevering 1 van 2014, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12
wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25
wk26 wk27 wk28 wk29 wk31 wk32 wk33            

Veel van de historische afbeeldingen van Amsterdam komen uit de collectie van het Stadsarchief Amsterdam

 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave