weekblad-logo

week 09-2015

Fotoquiz

Waar en wat?

Dit noemde Jan Mens de 'Brug der Zuchten'. De foto is gemaakt in de sneeuw om 't niet te eenvoudig te maken. Maar..., zoveel voetbruggen vindt je nou ook weer niet in de Amsterdamse binnenstad. De man boven in de foto loopt doelgericht een zijstraat in. Wat is daar te vinden?

Dus het antwoord bestaat uit locatie van de brug en benoeming van het gebouwencomplex in de zijstraat. En dan natuurlijk nog alles dat u er over weet.

Oplossingen via deze link.

Doe mee en verzamel zoveel mogelijk informatie en afbeeldingen, die betrekking hebben op de quizfoto van deze week. Onze redactie bakt er weer een verhaaltje van.

Oplossing vorige week

Razend snel en massaal stroomden de reacties op deze quizfoto binnen. Meestal ook goed geraden. Dit is de binnenplaats van het Huiszitten Weduwenhof in de Karthuizersstraat. Het is een groot hof met bij opening 54 huisjes met elk twee woningen op twee woonlagen. Zeven woninkjes waren voor twee binnenvaders en bedienden. 101 Woninkjes waren bestemd voor arme alleenstaande vrouwen -al of niet met kinderen -of voor oude vrijsters. Niemand minder dan stadsbouwmeester Daniël Stalpaert had in 1649-'50 het weduwenhof gebouwd. Veel is er al geschreven over ontstaan en praktijk van het hof. Het wekelijkse artikel is een overzicht daarvan.

E. Zaaijer gooide het over een andere boeg en deed bij zijn oplossing een betoog hoe het hof aan zijn financiën kwam. Allereerst de bouwkosten. De regenten, i.q. de stad, kochten van het Burgerweeshuis de voormalige boomgaard van het Karthuizerklooster voor ƒ5087,-. Dit bedrag en een groot deel van de bouwsom kwam uit de verkoop van de door de stad verspreid staande huizen voor huiszittende arme vrouwen, w.o. 18 Voldershuizen op de Heiligeweg. De opbrengst was ongeveer ƒ50.000,-, de rest van de bouwsom paste het stadsbestuur bij. De kosten van exploitatie kwam voor rekening van het Nieuwezijds en Oudezijds Huiszittenhuizen in de verdeling 70/30%. De Huiszitten-huizen hadden elk hun eigen inkomsten en zorgden op verschillende wijze voor hun armen, ook de bewoonsters van het hof. Meer daarover in het wekelijkse artikel.

Een uitgebreider artikel staat voor u klaar, als achtste aflevering van ons eigen jaarboek Fotoquiz 2015.

Klik deze link om alleen aflevering 8 te lezen.

U kunt ook alle aflevering tot vandaag tegelijk inzien: klik hier (of de omslag links) voor het jaarboek zover als het gevorderd is.

De rijkste buit aan info en afbeeldingen kwam deze week van Aaldrik Zaaiman, Anneke Huijser, Erik Zaaijer, Ger Theuns, Theo Beijerbacht, Adriaan de Kater en misschien nog een aantal die voor hun antwoord niet de link bij het onderwerp gebruikten.

Waar is of was...?

De tekenaar van dit stadsgezicht in vogelvlucht had 't hogerop gezocht. Waar was hij op geklommen? Uw oplossing via deze link.

Oplossing vorige week:

Haringpakkerstoren op de Haringpakkerij, tegenwoordig het begin van de Prins Hendrikkade. De toren begon als verdedigingstoren in de middeleeuwse stenen ommuring. In 1607 kreeg die toren een spits naar ontwerp van Hendrik de Keijser. Dat vreemde uiterlijk kwam na het in 1813 verwijderen van diezelfde torenspits wegens bouwvalligheid. Daarvoor in de plaats kwam een kleine kap om de onderbouw waterdicht te houden. In 1829 werd de hele toren afgebroken, met bijgebouwen en al, samen met de Jan Roodenpoortstoren op de Torensluis.
Er is een aantal jaren gespeculeerd over de herbouw van de toren. Dat is in 2009 door de Gemeente definitief opgegeven om de aanvraag van de status van Werelderfgoed niet in gevaar te brengen.

Heel veel goede oplossingen. De snelste was Ria Scharn en daarna buitelden de goede oplossingen over elkaar heen. Kees Rijpkema wist een zelden gepubliceerd jaartal 1813 op te hoesten, als het jaar waarin de torenspits gesloopt werd.

Gevelsteen

Oplossing vorige week:

Deze steen is ingemetseld in het Waaggebouw, om precies te zijn in de toren van het Metselaarsgilde. De eerste met het juiste antwoord was Kees Huijser. De precieze plaats van de steen meldde Aaldrik Zaaiman als eerste. Om uit te vinden waar de steen zich bevindt moest de tekst ontcijferd worden. Op de eerste regel staat in romeinse cijfers het jaartal 1488 (MCCCCLXXXVIII). Dan volgt nog: de XXVIII. dach i(n) april wart de eerste steen va(n) dese port gheleit. De verstening van de Amsterdamse stadsmuur vond al voor 1481 plaats maar kreeg toen een boost door de aanzegging van Maximiliaan van Oostenrijk in dat jaar. Het project was tegen het einde van de 15de eeuw gereed. We hebben 't dan over de muur langs Geldersekade, Kloveniersburgwal en Singel, zoals die op de kaart van Cornelis Anthonisz. staat.

Oudezijds-Zuid

De vierde en laatste aflevering over de samenkomst van burgwallen. Deze week die aan de oude zijde bij de Grimburgwal. Op de kop staat het beroemde Huis aan de Drie Grachten en Ria Scharn ging voor ons op zoek naar de geschiedenis van het huis.

In opdracht van het Sint Pietersgasthuis werd omstreeks 1610 een groot dubbelpand gebouwd aan de Oudezijds, vermoedelijk gebouwd door metselaar Claes Adriaensz van Delft. Het grondstuk van het huis was eigendom geweest van het klooster der Oude Nonnen en kwam in 1579 in het bezit van het Sint Pietersgasthuis. Na de verkoop van de boomgaard der Oude Nonnen - in 1602, voor de bouw van het Oudemannenhuis - kwam er geld beschikbaar voor een luxe behuizing voor de regenten.

Uit deze vogelvluchtplattegrond van Leupenius (1628), waarop alle eigendommen van het gasthuis in kaart zijn gebracht, blijkt dat het om meer dan 'een huis' ging. Het totaal is veel groter dan voor de regentenvergaderingen nodig was, dus zou het best kunnen zijn dat er daarnaast ook nog woonruimte voor hoger personeel beschikbaar was. Het complex besloeg de hele punt tussen de burgwallen en ook O.Z.Voorburgwal 247 en O.Z.Achterburgwal 210 behoorden ertoe.

Het huis aan de Drie Grachten is een prachtig pand dat, zoals de naam al zegt, aan drie zijden wordt omringd door water. Het heeft trapgevels, glas-in-loodramen, luiken en gevels vol afwisseling van natuur- en baksteen. Op de hoek aan de voorkant vermeldt een gevelsteen de straatnaam 'Fluweelen Burgwal'. Dit deel van de Oudezijds Voorburgwal werd vroeger zo genoemd vanwege de voorname bewoners die veelal in fluweel gekleed gingen. Het huis zoals wij het nu kennen, heeft het huisnummer 249. Oorspronkelijk was het één met nummer 247, maar in 1687 werd het complex gesplitst en aan particulieren verkocht. De verkoop was nodig om de constante uitbreidingen van het gasthuis te financieren. Het hoekhuis werd verkocht aan de in 1672 benoemde gasthuisarts dr. Bonaventura Dortmont. Veel bekende patriciërsfamilies hebben hier gewoond, zoals: Reaal, Roeters, Oetgens en Van Waveren. Het pand op nummer 247 werd later sterk verbouwd,  maar de vensters laten nog zien dat het dezelfde bouw betreft.

Op de kaart van Balthasar Florisz van Berckenrode uit 1625 (links) is het Huis aan de Drie Grachten voor het eerst duidelijk te zien. Het gaat om een lange gevel aan de OZ Voorburgwal onder een zadeldak, met twee traveeën van burgwal naar burgwal. Het zadeldak en de traveeën hadden een afsluiting met een trapgevel (6x). De noordelijke travee is in de 'vaart der volkeren' gesneuveld.

Een blik op deze kaart laat zien dat er toentertijd een brug was aan het eind van de Oudezijds Voorburgwal, die direct over het Grim naar het Gasthuisterrein voerde. Dat was een aparte brug voor een erf dat de Oude Nonnen al aan de stad verhuurden om er een stadstimmertuin (scafferij) te vestigen. Ook toen hier het Binnengasthuis kwam bleef het erf een andere bestemming houden. Dat was eerst een brouwerij en daarna het Oudezijds Herenlogement. Pas in 1878 werd het logement gesloopt en ging deze ruimte deel uitmaken van het gasthuis. De brug is allang verdwenen. Om het gasthuis binnen te gaan moest je omlopen via de het eind van de Achterburgwal en door de gasthuispoort.

Er zijn aanwijzingen dat er al in 1407 een huis gebouwd is op de zuidelijke punt van het eiland, omgrensd door de burgwallen en het Grim. Dat huis zal de brand van 1452 niet overleefd hebben en het gebouw dat we op de kaart van Cornelis Anthonisz uit 1544 (links) zien staan, stamt vermoedelijk uit het tweede kwart van de 16de eeuw.
Na de Alteratie van Amsterdam in 1578 (de overgang naar het protestantisme) werden de kloostereigendommen geconfisqueerd. Het Sint Pietersgasthuis verhuisde in 1579 van de Nes naar de kloosterterreinen van de Oude én de Nieuwe Nonnen, die sinds 1386 in de Uuterste Nesse ten zuiden van het Grim gevestigd waren geweest. Toen er in 1635 buiten de stad een Buitengasthuis (Pesthuis) kwam werd het Sint Pietersgasthuis het Binnengasthuis.

In 1909 werd door architect Jan de Meyer een grote restauratie uitgevoerd. Hij verwijderde veel van de aanpassingen die in de loop van drie eeuwen waren aangebracht en herstelde het pand zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat.

Op de foto links van voor de restauratie van 1909 is te zien dat de trapgevels vervangen waren door tuitgevels. De Meyer heeft de oorspronkelijke trapgevels weer hersteld.

In 2005 vond opnieuw een restauratie plaats, waardoor het mogelijk was bouwhistorisch onderzoek te verrichten. Daaruit is gebleken dat het huis onderdelen bevat van de oudere middeleeuwse huizen die hier tot 1610 stonden. Op de begane grond is een zandstenen console uit de bouwtijd aangetroffen, maar tevens sleutelstukken met een renaissance-profilering uit het midden van de 16de eeuw en op de zolder zelfs peerkraalsleutelstukken uit het tweede kwart van de 16de eeuw. Ze bevinden zich in de voorste kapconstructie waarin veel hout is hergebruikt, maar uit onderzoek is gebleken dat de kap zelf wel uit 1610 dateert. Ook is er een fragment van een 16de-eeuwse spiltrap aangetroffen. Op nummer 249 treffen we twee grote 17de-eeuwse schouwen aan. Op één daarvan wordt het jaartal 1632 vermeld, maar we weten niet of deze schouwen door de Meyer zijn ingebracht of al vanaf 1632 in dit woonhuis aanwezig waren. Tegenwoordig is boekhandel G. Postma in het pand gehuisvest.     -RS

Amsterdams verleden

Alweer een nieuwe aflevering van Ilja Mosterts Amsterdams Verleden. Deze keer over chirurgijnen, precies passend bij het vorige item over het Huis aan de Drie Grachten en het Binnengasthuis.

Ik hoop dat u ook zo'n plezier heeft aan de pennevruchten van Ilja.

Klik de afbeelding links om te lezen.

Koppe's Scheepsagentuur

Wie kent 't niet, dat excentrieke gebouwtje aan de De Ruijterkade op steiger 7. Tenminste..., dat nummer had die steiger altijd tot ze met de nummering begonnen te schuiven. Rederij Koppe liet dit kantoorgebouwtje in 1919 op haar steiger bouwen naar ontwerp van Guillaume Frédéric la Croix (1877-1923). Het was een product van die nieuwe school in bouwen, die rond deze zelfde tijd door architect Gratama betiteld werd als de Amsterdamse School, omdat toen nog alle voorbeelden door Amsterdamse architecten in Amsterdam waren verwezenlijkt. Dat het geen modegril was heeft de tijd geleerd.

Lees meer over de architectuurstijl Amsterdamse School op deze site.

Zo maar een mooie zondag

Het jaar? Gokken? 1950 misschien? Op een zomerse dag willen Amsterdammers naar het strand, naar Zandvoort. De Haarlemse tram is dan verre favoriet en dat levert lange rijen wachtenden op. Op de perrons van de NS is het op zulke dagen chaos en vechten de wachtenden om een plaats, waarbij slimmeriken niet aarzelen door de ramen naar binnen te klimmen. Met eigen ogen zien gebeuren! In de Spuistraat staat een ordentelijke queue en de NZH rijdt continue met al het materieel dat ter beschikking staat, de dienstregeling telt niet meer. Deze rij is veel eerder weg dan de volgende trein vertrekt.

Wilt u nog wat meer over de Haarlemse tram weten? Wat de 'kikker' zoal voor Amsterdam betekend heeft? Klik de omslag hier links.

Deze week honderd jaar geleden

Donderdag 25 februari 1915 - De Gemeenteraad stelt de Schoonheidscommissie in. Deze commissie dient B&W te adviseren daar waar bij nieuwbouw vergunningen van stadswege nodig zijn, met de duidelijke opdracht de esthetiek van de buitenkant te beoordelen. De tweede taak is B&W te adviseren bij de bepalingen in de bouwverordening die betrekking hebben op de handhaving of bevordering van het stadsschoon. Bekende leden van de Schoonheidscommissie waren K.P.C. de Bazel, A. Salm, Jan Gratama maar ook iemand als Cees Dam.
Er was ook een particuliere Commissie van Stadsschoon opgericht, met architecten, bouwers en gegoede burgers als lid. Zij streefden eveneens naar esthetische bouwwerken en probeerden lelijke bouwsels te voorkomen. Die laatste commissie werd in 1924 opgeheven en alle leden werden in de gemeentelijke Schoonheidscommissie benoemd.
Nu, na 100 jaar, zijn nog steeds niet universele criteria geformuleerd die het werk van de commissie voorspelbaar zouden maken. De Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, bij monde van Geurt Brinkgreve of Vincent van Rossem c.s. zaten en zitten de commissie op de huid. Er is in die 100 jaar nog veel te veel mis gegaan, getuige deze foto van Bloemgracht 10. Hiervoor werd advies ingewonnen bij de Monumentencommissie en de Welstandscommissie, die beiden een gunstig advies afgaven, waarop de Schoonheidscommissie eveneens zijn fiat gaf.

Lees meer over het werk van de Schoonheidscommissie in het Stadsarchief.

Donderdag 25 februari 1915 - Weet u nog van H.C.J. Wijnoogst van de gifmoord? Dat was in week 46 vorig jaar. Vandaag, 25-02-1915, kreeg hij ook in hoger beroep 10 jaar celstraf opgelegd.

Vrijdag 26 februari 1915 - Alex Faassen Sr. (1843-1931; acteur en toneelregisseur) viert zijn 50-jarig jubileum. Hij werd geboren in Den Haag en begon Franstalig in de vaudeville francais in Den Haag en Amsterdam. Hij speelde tot 1861 in de Stadsschouwburg van Amsterdam maar bracht daarna eigenlijk de meest tijd door in de schouwburgen van Rotterdam en Den Haag. Dat is afgezien van een 10-jarige periode dat hij helemaal niet meer toneel speelde (1870-1880). Hij is de vader van Alex Faassen Jr en de broer van Rosier Faassen.

Veel van de historische afbeeldingen van Amsterdam komen uit de collectie van het Stadsarchief Amsterdam

 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave