weekblad-logo

week 04-2015

Fotoquiz

Waar bevindt zich deze gevelversiering? Wat houdt de figuur met zijn rechterhand vast?

De foto links is de opgave voor deze week. U hoeft niet meer snel in te sturen, maar laat uw antwoord vergezeld gaan van een inspirerend verhaaltje of van door u verzamelde informatie en afbeeldingen. Neem de tijd dus. Uw antwoord wel voor woensdagavond a.u.b.

De bedoeling is om gezamenlijk tot een gevarieerd en goed gedocumenteerd artikel te komen. De artikelen worden opgenomen in een PDF-bestand met als het goed is aan het eind van het jaar zo'n 50 onderwerpen. U kunt dat bewaren en/of afdrukken. Over dat laatste zou ik eerst nog eens goed nadenken, gezien de verwachtte omvang.

U kunt altijd later nog de informatie aanvullen. Als die niet op tijd komt voor de quizpagina kan hij wel opgenomen worden in de PDF.
Als u geen zin in verhaaltjes hebt is alleen de locatie ook goed. Wie weet bent u de enige en dan alsnog de winnaar.
Als u zelf onderwerpen wilt aandragen is dat mogelijk en zelfs welkom. Vooral als u meteen uw verhaal erbij meestuurt.

Waar bevindt zich dit beeld? Oplossingen via deze link.

Oplossing vorige week

De Groenlandsche pakhuizen

Zo weinig als de quizfoto vorige week ook liet zien, de drie windkasten hadden u op het goede spoor moeten zetten. Over hijsbalken, windkasten en hijsraderen vindt u alles bij Binnenstad.
In 1620 begon de bouw van vijf pakhuizen op percelen die vandaag Keizersgracht 36-44 nummeren. Er zijn ooit twee pakhuizen afgebrand, zodat alleen die op 40-44 overbleven.
De pakhuizen werden gebouwd door participanten in de in 1614 opgerichte Noordse Compagnie, die zich hoofdzakelijk op de walvisvangst richtte. De Compagnie ging de pakhuizen exploiteren, die bekend zijn geworden als de Groenlandse pakhuizen.
Op de begane grond werden 60 gemetselde traanputten in de grond ingebracht die zo'n 600.000 liter traan konden bevatten. Op de verdiepingen werden de overige goederen opgeslagen, waarvan baleinen een belangrijk onderdeel uitmaakten. Die werden veel in de kledingindustrie gebruikt (corsetten).

De Noordse Compagnie (Noordsche Compagnie of Compagnie van Spitsbergen) was een Nederlands kartel voor de walvisvaart, opgericht door de deelnemende steden, dat bestond van 1614 tot 1642. Het doel was vooral de winning en verhandeling van traan, een commercieel aantrekkelijk product. De Compagnie was ook belangrijk om sterker te staan in conflicten met Engelsen en Denen over toegang tot de vangstgebieden. De Nederlanders namen lange tijd zo'n 40% van alle gevangen Groenlandse walvissen voor hun rekening. In de Republiek had de Compagnie jarenlang het handelsmonopolie voor walvistraan in handen. Aan het einde van haar bestaan kwam de naam Groenlandsche Compagnie in zwang.

Zo tekende Caspar Philips de Groenlandse pakhuizen medio 18de eeuw. Toen stonden ze nog alle vijf; wanneer de rechtse twee pakhuizen zijn afgebrand is niet precies bekend.

In 1917 werd papiergroothandel Bührmann gebruiker van de panden. Zij waren van plan de pakhuizen af te breken, maar daar is het gelukkig nooit van gekomen. Vandaag is het Bührmann-complex inegricht voor bewoning. Het beslaat een heel conglomeraat percelen tussen Prinsen- en Keizersgracht.

Veel gemaakte vergissing: de Drie Hendricken op de Bloemgracht. Die zijn heel wat bekender dan de Groenlandse.

Een uitgebreider artikel staat voor u klaar, als derde aflevering van ons eigen jaarboek Fotoquiz 2015.

Klik deze link om alleen aflevering 3 te lezen.

U kunt ook alle aflevering tot vandaag tegelijk inzien: klik hier (of de omslag links) voor het jaarboek zover als het gevorderd is.

De rijkste buit aan info en afbeeldingen kwam deze week van Anneke Huijser en Dolf van Wijngaarden.

Bouwplaats

Deze bouwplaats is niet in het vertrouwde gebied binnen de Singelgrachten. Iets verder zoeken deze keer. Uw oplossing graag ia deze link.

Roelof voer vorige week...

Roelof voer door de grachtlangs de Houtkopersburgwal en stond op het punt onder de Steenvoetssluis door te varen. Hij fotografeerde het voormalige Gemeentebadhuis op de hoek van de Nieuwe Uilenburgerstraat.

Dat badhuis werd geopend op 14 december 1923 in bijzijn van burgemeester De Vlugt, wethouder De Miranda, de opperrabbijnen Onderwijzer en Palache en nog wat hoge heren, o.a. van PW. Het badhuis werd gerealiseerd aan de nieuw aangelegde Nieuwe Uilenburgerstraat op het te saneren Uilenburg.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hadden bezwaar aangetekend tegen de plannen van Amsterdam om voor ƒ1,46 miljoen zeven nieuwe badhuizen in de stad te bouwen maar in elk geval kwam dit badhuis er wel. Begroting ƒ225.000,-.

Roelof stuurde de foto in als zijnde het Joodse badhuis. Hierboven wordt echter beweerd dat het een gemeentelijk badhuis betrof en dat vraagt dus om uitleg. Allebei is waar! Het initiatief is van B&W die het ook bouwde en betaalde. Gebruikt werd het, hoe kan het anders in het hart van de Jodenbuurt, door de Joodse bevolking die er in de buurt woonde. Daarmee is niet alles gezegd. In het badhuis had B&W Joods personeel aangesteld en als klap op de vuurpijl waren de openingstijden op de sabbath ingesteld. Vrijdagmiddag ging het badhuis dicht om zondag weer open te gaan. Dat deed enig stof opwaaien in de stad en de kranten stonden er bol van. Dit was allemaal nooit gelukt zonder de bevlogen wethouder S. Rodrigues (Monne) de Miranda.

In de gevels van het badhuis werden een vijftal gevelstenen ingemetseld van op Uilenburggesloopte panden. Als het goed is zijn die allemaal nog aanwezig. De steen D'KOFFIBAAL hier naast is aan de zijde van de Houtkopersburgwal.

Ik hoef u niet te vertellen waarom er na de oorlog nauwelijks nog klandizie voor het badhuis was. Het gebouw kwam in gebruik bij rijwielfabriek BURCO. Van recenter datum zijn de gebruikers MacBike en cultureel centrum Splendor.

De eerste met het goede antwoord was Anna Denekamp.

Maaike de Graaf verrichtte weer prima recerchewerk.

Bij een gevelsteen in de Nieuwe Uilenburgerstraat heeft Adriaan de Kater nog een geschiedenis.

De oudst bekende koop/verkoopakte betreffende het huis waar de steen oorspronkelijk zat is van 1741 als de erven van Ruwaetr Backer het pand, huis en erf, in de Batavierstraat verkopen. Koper is Christoffel Andriesz, van beroep kruidenier. De koopsom is fl. 2850,-.
Een paar jaar later, in 1755 verkoopt Christoffel Andriesz het pand. In de akte wordt het omschreven als "huis en erf in de Batavierstraat, waar ‘de Vogelstruys’ in de gevel staat”. De koopsom is fl. 4000,- dat is een fikse stijging t.a.v. de prijs in 1741. Hoewel er geen verhoging van de Verpondingsaanslag werd teruggevonden, moeten we er toch van uitgaan, ook gezien de prijsstijging en de naamsvermelding dat Christoffel Andriesz in 1742 de gevelsteen heeft laten aanbrengen.
In de dierensymboliek geldt de struisvogel als voorbeeld van ‘kracht door weerstand’ en het verhaal gaat dat de struisvogel steen en ijzer in zijn maag kan verteren. Maar ook geldt hij, met een steen of hoefijzer in zijn snavel als symbool van waakzaamheid en oplettendheid.
De gevelsteen is afkomstig van Batavierstraat 28, en kreeg na de sanering van de buurt in plek in de muur van het in 1924 gebouwde (voormalige) badhuis op de hoek van de Nieuwe Uilenburgerstraat en de Houtkopersburgwal.
In 2014 heeft Wil Abels de steen gerestaureerd en fraai in kleur gezet.
Bijdrage: -AdK

Wat is of was...?

De Roo Vos

Pakhuis de Roo Vos werd in 1765 gebouwd als teerkokerij. In de zeventiende eeuw werden hinderlijke en gevaarlijke bedrijven vanuit de binnenstad verplaatst naar de nieuw aangelegde eilanden: Bickerseiland, Realeneiland en Prinseneiland. De brandgevaarlijke teer- en pekindustrie werd aan de Nieuwe Teertuinen geconcentreerd.

N.B. De foto links is van hetzelfde object aan de Nieuwe Teertuinen dat Herman Missët tekende. Van onze maritiem expert Pieter Klein en van Carol de Vries mag ik dit nooit meer een kaapstander noemen. Kaapstanders staan volgens de laatste op sluizen. Dit is een windas!!   -TB

Tegenwoordig is alle industrie bijna verdwenen uit deze buurten. Een paar pittoreske scheepswerfjes handhaven zich er nog. In de Roo Vos waren in de afgelopen eeuw achtereenvolgens een teeropslag, een zeepfabriek, een drukkerij en een zeilmakerij gevestigd. In de oorlog werd hier een paar maanden de illegale verzetskrant 'Het Parool' gedrukt.

N.B. Wagenaar over de Teertuinen:
In 1643 worden de pek- en teerkopers bij keur gedwongen van de Oude Teertuinen en het Damrak naar de Sloterdijker Burgwal (Nieuwe Teertuinen) te verhuizen. Zij mogen geen hoeveelheden beneden de 4 last verkopen; dat is het terrein van klein-verkopers die vaak langs het IJ en verspreid door de stad wonen.
Ook al bezitten de pek- en teerkopers eigen schuiten, zo moeten zij voor het vervoer toch de diensten van de Steigerschuitenvoerders inhuren.
-TB

N.B. Het bedrijfsarchief van Haasbaart & Van Orsoy (zie opschrift op de windas op de foto hierboven) berust in het Stadsarchief achter toegangsnummer 1513: het archief van de familie Van Orsoy/ Haasbaart bevat stukken over de periode 1724-1826, waaronder boedelpapieren, gelegenheidsgedichten, poortereden, bescheiden inzake het pakhuis Gottenburgh bij de Nieuwe Teertuinen en drie rekeningen van de in Suriname gelegen koffieplantage Bruynsburg. Het archief werd in 2002 aan het Stadsarchief overgedragen. -TB

In 1936 woedde er een grote brand, waarna het pand grondig gerenoveerd moest worden. Tegenwoordig is het in gebruik als woonhuis en na de laatste verbouwing in 1998 is er een fraai hedendaags monument ontstaan. -RS

 

De snelste met het juiste antwoord, vergezeld van de uitgebreide info en een hele reeks afbeeldingen, was Ria Scharn, die toen zelf ook maar bovenstaande samenvatting schreef.

De nieuwe opgave:

Waar is of was dit gebouw te vinden en wat was de bestemming?

Oplossing via deze link.

Ooit eerder van gehoord?

Wijker aardbeienmandjes

Aardbeien in deze mandjes was iets specifiek Amsterdams. Hier alleen werden ze in deze mandjes en dan uitsluitend [door] Wijkers (Beverwijkers) verkocht.
De Wijker boeren kwamen doorlopend driemaal 's weeks met hun groente en fruit in [de] stad; dat was Dinsdags, Donderdags en Zaterdags.
De aardbeien werden op het land direct bij het plukken in de mandjes gedaan. De mandjes werden veeltijds door de boeren zelf gevlochten van wilgentenen en al na de mandjes iets breder of smaller waren, gingen er 50-60 in een kist.
Was de oogst nog niet zo groot dan verkochten zij ze zelf aan hun stads klanten die [ze] bezochten. Was de oogst groter dan werden ze in de stad aan winkeliers en nagocianten*) verkocht. Dan hoorde men ze roepen: "'n stooter, 'n dubbeltje-9-8-7-6 centen, 'n stuiver de mooie droge aarbaai". Later op 't eind gingen ze al voor 4 sjente, 3 om 'n dubbeltje.

Was getekend: Missët 1953. Van zijn hand is ook de aquarel hier naast.
Aquarel en tekst welwillend ter publicatie afgestaan door Justus Houthuesen.

*) bedoeld zal zijn "negotiant" ofwel straatventer

Een stooter? Leuk voor volgende week.

Metamorfose

Dit is niet de eerste keer dat ik me druk maak over het Open Havenfront. Boven een tekening van Johan Rust die in het derde kwart van de 19de eeuw is gemaakt. Links de (toen nog) Oude Teertuinen met het Zeerecht. Achter de zeilschepen de loopbrug naar de Nieuwe Stadsherberg. Die stond tegenover de Martelaarsgracht op palen in het water. Achter het Zeerecht is de Nieuwebrug en het begin van het Damrak onzichtbaar en dat is nu zo ongeveer het enige dat van deze situatie gebleven is.
O.K. dit is een beetje een open deur intrappen.

Om even wakker te worden, op de luchtfoto links is de huizenrij langs de linkerkant van de foto de oude oever van het Open Havenfront.

Deze week honderd jaar geleden

Zondag 24 januari 1915 - Op de tamelijk drukke Kattenburgerbrug werd om kwart over negen 's avonds agent Alexander Johannes Titseler (36, bureau Kattenburg) gestoken met een mes door de 48-jarige Adrianus Gout omdat Titseler een andere en dronken passant poogde op te brengen. Aan de messteek overleed Titseler later. Gout was afkomstig uit Nijmegen maar woonde al een tijdje in de Amsterdamse Foeliestraat. Hij werkte als betonwerker bij de aanleg van de IJkade, waar hij op maandag door rechercheurs werd gearresteerd.

De verdachte werd op 28 januari in het Binnengasthuis met het lijk van de agent geconfronteerd. Hij bleef halstarrig ontkennen iets met de zaak te doen te hebben. Toen heeft men zijn zondagse kleren van huis opgehaald en hem in die kleren aan getuigen getoond. Die herkenden stellig de messteker en daarna bekende Gout eindelijk. Hij had een hekel aan een bepaalde politieagent en meende die op de Kattenburgerbrug in Titseler te herkennen.
De begrafenis van Titseler vond plaats op 29 januari op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Hij zou met politie-eer begraven worden, zo de dienst dat toeliet. De stoet vertrok vanaf de woning van Titseler in de Pieter Nieuwlandstraat. Titseler liet een weduwe en drie dochters achter. Op 21 april werd nog een gedenksteen op het graf onthuld. Lees het hele verhaal in geuren en kleuren door hier te klikken.

Op de foto de Kattenburgerbrug rond de tijd van het gebeuren.

Veel van de historische afbeeldingen van Amsterdam komen uit de collectie van het Stadsarchief Amsterdam

 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave