weekblad-logo

week 48-2016

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Anneke Huijser. Van haar komt dan ook de nieuwe opgave. De vraag is:

Wat is het adres van het hoogste pand?

Het meest linkse volledig afgebeelde pand is een rijksmonument en heeft voor Amsterdam bijzondere trappen. Eén voor de bel-etage en een aparte voor de verdiepingen. In dat huis zit tussen bel-etage en eerste verdieping een gevelsteen. Op de foto nauwelijks te herkennen, maar sinds die genomen werd is de steen opnieuw gepolychromeerd. Deze vraag is facultatief, voor de doorzetters zullen we maar zeggen.

Wat is de tekst op de gevelsteen?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Haarlemmer Houttuinen 23-25.

Dit pand is een rijksmonument (#1285). Het is gebouwd in het eerste kwart van de 18de eeuw en werd in de rest van die eeuw hier en daar nog verfraaid.
Het op de deur geschilderde huisnummer "23" hielp soms bij het oplossen.
Op de Street View hieronder ziet u, behalve de nieuwbouw, tussen de bomen de koortorens van De Posthoorn.


Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Carol de Vries, Ton Brosse, Ria Scharn, Han Mannaert, Hans van Efferen, Jan Burgers, Adrie de Koning en Jos Mol.

Administratie-problemen

Door onwillige e-mailprogramma's en niet te vergeten Windows 10 ontstaan er problemen met de administratie van goede oplossingen. De antwoorden via Win10 komen vaak als SPAM binnen. Wie dat etiket, soms zelfs tweemaal, er op plakt is niet bekend, waarschijnlijk de provider. Als de webmaster op donderdag in Outlook sorteert op onderwerp krijgt hij alle inzendingen onder elkaar. De namen zullen daarna opgenomen worden in het lijstje bij de oplossing.
Als u als deelnemer iets instuurt krijgt u het onderwerp in het mailformulier te zien. Als dat niet in de vaste vorm verschijnt (wkNN_rubriek, bijv. wk47_snelste) komt die in Outlook niet in de sortering voor en zal uw bijdrage mogelijk vergeten worden. U kunt zelf ingrijpen als het onderwerp 'verminkt' of gewijzigd wordt. Ook het aanvullen van het onderwerp met een of meer woorden betekent dat bij de sortering een aparte rubriek ontstaat. Gelukkig blijft die in de buurt van de rest staan, tenzij u de aanvulling vooraf plaatst.
Een en ander betekent ook dat u maar één antwoord per e-mail kwijt kunt. Anders hangt vermelding af van het benul van de webmaster en dat wordt elk jaar een graadje minder.

Fotoquiz: Dick's keuze

Een Gouwe Ouwe, die al een paar keer in de quiz voorbij kwam. Daarom vraagt Dick ook niet naar de locatie.

Vanwaar die enorme belangstelling?

Uw oplossing via deze link

Oplossing: Dick's keuze

Herman Missët legde de Vijzelstraat met brug over de Herengracht voor het nageslacht vast. Zoals gewoonlijk ging er iets op de tekening binnenkort verdwijnen. In dit geval was het de sloop van de huizen aan de overkant, Herengracht 509-517. De drie rechtse huizen voor de verbreding van de Vijzelstraat en het grote huis links daarvan (509-511, eigendom van Jhr. Jan Six) voor hotel Astoria. Deze aquarel maakt de serie compleet die Missët maakte van alle huizen die voor de verbreding van de Vijzelstraat gesloopt zouden worden.


Beide foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Ria Scharn, Otto Meyer, Thea Sterenborg, Han Mannaert, Jan Burgers en Hans van Efferen.

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Wat? Waar?

Wat is de naam van de gracht in de voorgrond?

Oplossingen graag via deze link

Ets: de maker hoort u volgende week.

Oplossing vorige week

De meeste inzenders ontdekten in deze foto de hal van het Centraal Station, ook bekend als de Cuypershal. Deze foto is iets voor 1960 gemaakt, toen net een renovatie was afgesloten en de grote hal een fraaie mozaïekvloer had gekregen. Dat was de laatste keer dat met verbouwingen in de hal eer werd betoond aan het ontwerp van architect P.J.H.Cuypers. Daarna ging het bergaf, werden diverse kiosken en automaten op de vloer geplaatst, gaten erin gehakt om een metro-ingang te maken, de galerijen dichtgetimmerd om kantoren te kunnen verhuren en nog wat blasfemische uitingen van de moderne tijd. Tenslotte verdween de hele mozaïekvloer; de lichtkronen waren al eerder gesneuveld.

Dit jaar (2016) startte alweer een verbouwing en deze keer willen de architecten Kees Tak en Jan Benthem de oude luister van de Cuypershal weer herstellen. Het plan is twee trappen naar de weer kaalgeslagen galerij te maken. Wij houden ons monumentenhart vast.

Goede oplossingen kwamen van Peter Bastin, Ria Scharn, Adrie de Koning, Arjen Lobach, Hans van Noort, Otto Meyer, Ton Brosse, Maaike de Graaf, Anneke Huijser, Hans Goedhart, Han Mannaert, Jos Mol, Hans van Efferen, Erwin Meijers en Ruud Fontijn.

Met de camera op pad...

Toegegeven..., de fotograaf heeft zich weer eens buiten de Singelgracht begeven.

Wat en waar is dit?

Uw oplossing graag via deze link

Foto: Pinterest

Foto van vorige week

De Ho(o)gesluis (brug#246) over de Amstel in de Sarphatistraat. De trap voert naar de Sarphatikade. De brug is door de jaren voor miljoenen guldens versterkt en verbeterd maar volgens Hans Standaar moeten de trams nog steeds langzaam over de brug rijden.
De trap was voor een aantal deelnemers een verrassing. Je komt niet zo snel in deze hoek. De trap toont aan waar de Hogesluis zijn naam aan dankt.

De foto is van Dirk de Herder (1914-2003). Lees over Dirk en bekijk meer foto's van hem.

Onderstaande foto, zonder mist en overdag genomen, is uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Aschwin Merks, Bob Smit, Ton Brosse, Roeland Koning, Bernadette Vermeulen, Otto Meyer, Adrie de Koning, Harry Snijders, Gerard Beerman, Maaike de Graaf, Hans Goedhart, Hans Standaar, Thea Sterenborg, Han Mannaert, Hans van Efferen en Jos Mol.

Hulp gevraagd: Vele Handen

Op het Velehanden project Amsterdamse Monumenten beschrijven vrijwilligers foto’s uit de collectie van Monumentenzorg voor de Beeldbank van het Stadsarchief.
Meedoen is leuk èn leerzaam. Nieuwe deelnemers zijn altijd welkom! Klik hier.

Nog zo'n fraaie gestucte geveltop als vorige week, nu Lodewijk XIV-barok. Deze keer een iets minder riante locatie. Het pand staat in een straat en de foto is gemaakt vanuit een tegenoverliggend pand of er zat een stevige telelens op het toestel. Het pand is helemaal ingebouwd; er achter is een recentere bouw te zien die om de tuin (als die al overgebleven is) gebouwd is.

Weet u wat het adres van dit pand is?

U kunt de foto weer aanklikken om in de Beeldbank in te zoomen.

Uw oplossing graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Vele Handen houdt geen rekening met het feit dat deze quiz maar één keer per week uitkomt. Als u dus de afbeelding in de Beeldbank bezoekt om in te zoomen en de beschrijving is al onder de foto te vinden, dan is de klus geklaard en kunt u dit raadsel vergeten.

Vele Handen: oplossing vorige week

In het midden Herengracht 114, het huis "De Wildeman onder de Zon". Hier was van 1968 tot 1990 sociëteit 't Okshoofd. Het pand werd in 1614 gebouwd voor Jan Verlorenarbeyt, samen met het huis op nr.112. Deze twee huizen tonen aan hoe inventief bouwheren met de gekochte kavels omsprongen.Verlorenarbeyt kocht een strook grond van nr.110 en op zijn perceel plus die strook bouwde hij beide huizen 112-114. Herengracht 116 (het Huijs Leeuwenburgh) van strafpleiter Hiddema, laat zien wat de eigenlijke breedte van de percelen was. Het pand bevindt zich tussen de Herenstraat en de Leliegracht, bijna recht tegenover de Bergstraat aan de oneven kant van de Herengracht.

Op de foto links de achterzijde van Herengracht 106-114, v.l.n.r. De achtergevel van 112 is niet te zien. Nr. 114 vouwt zich volledig om nr.112 heen en toont daar een achtergevel met drie forse vensters breed. Een tuin heeft nr.112 nooit gehad; die werd in gebruik genomen door nr.114. Die is overigens volledig volgebouwd. Verlorenarbeyt woonde er maar 10 jaar; in 1624 verkocht hij beide panden.
Lees hier meer over de bouwtrant.

Alle foto's bij dit item: Stadsarchief Amsterdam

In 1751 kreeg Floris Kroll nr.114 in bezit en hij liet het grondig verbouwen, waardoor het een Louis XV-uiterlijk kreeg. Ondermeer de gestucte kroonlijst met kuif is daar een gevolg van. In het medaillon de "wildeman" (altijd met knots in de hand afgebeeld) met daarboven een zon. Het huis, dat in de regel met De Wildeman wordt aangeduid, dankte aan dit stucwerk de bijnaam "De Wildeman onder de Zon".
De sociëteit, waar hierboven sprake van was, bevond zich in het souterrain dat over de hele lengte van de tuin doorliep. Het werd gebruikt door de Universitaire Sportvereniging. De sociëteit kreeg al snel meer faam als discotheek en nachtcafé. Lees meer...

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Maaike de Graaf, Erwin Meijers, Han Mannaert en Dolf van Wijngaarden.

Rocky's plaagstootjes

Consternatie aan de balie van een hoofdstedelijk uitzendbureau. Drie teenagers van duidelijk Surinaamse afkomst winden zich op en belagen de medewerkster achter de balie met verontwaardigde uitroepen.
‘Hoe kan dat nou! We mochten dat élk jaar doen en nou opeens niet meer? We waren veel makkelijker in de schmink. Zó klaar’.
‘Maar ik heb je toch gezegd dat we jullie niet meer kúnnen uitzenden’, verweert zij zich. We nemen alleen nog maar blanke jongens voor dit werk’.
‘Dat is discriminatie! Dat mag niet! Altijd moeten jullie óns hebben! Ik ga aangifte doen!’.
De baliejuf geeft geen krimp: ‘ Ík heb het niet bedacht…, het zijn júllie maatjes geweest, Zwarte Piet moest toch zo nodig verdwijnen?’

Column

De pepernotenschortzak van mijn moeder

Heilig geloofde ik in de eerbiedwaardige Sint en zijn toen nog grotendeels pikzwarte kompaan met zijn zak vol geschenken en zijn speelse doch angstoproepende roede. De zenuwen gierden door onze  kinderkelen in de dagen voor het grote pakjesgebeuren. De weg naar school en terug was eigenlijk alleen maar even de Spaarndammerstraat aflopen, maar och wat werd je daar lekker gemaakt voor het feest van de Goedheiligman, overal marsepeinen pieten en sinten en in sommige etalages een ‘pietje’ in een ‘écht’ pietenpak die steeds maar weer de handstand maakte of aan een touw naar boven klom.
Bij ons thuis werd de schoen alleen bij dagenlang sintliederen brullen en wortels in de schoen stoppen, gevuld met een lullig gevuld chocokikkertje of met een dun schijfje marsepeinen leverworst.

De strooiavond.
Ik weet nog een keer dat we in de huiskamer in de teil moesten. Mijn zus en mijn broer waren al brandschoon en ik mocht in hun waswater de laatste avonturenmodder van mijn huid schrapen! Mijn moeder stond te kokkerellen in het driehoekige keukentje waar zij net in paste Boven haar stond een rond raampje van veertig centimeter doorsnede half open i.v.m. de etensdampen. Ineens vloog een gros keihard geworpen pepernoten door de lucht en belandden op de grond tussen mijn zingende zus en mijn broer en in het badwater! Een chaotisch geheel, maar de pret was groot!

De pakjesavond.
Het was vlak na het avondeten. Er zou gebonkt worden en de zak zou er staan! Vol spanning zaten we te wachten.

 

Mijn vader riep ontzet: ‘Tjonge, vergeten sigaretjes te halen, tot zo!.’ Als hij weg was, werd er tijdens het steeds zenuwachtiger zingen, drie keer keihard gebonst! Er ontstond meestal een wedstrijd tussen mij en mijn broer, wie er het eerste op de buitengang was, de zak in ogenschouw nam en daarna het complete trappenhuis opstormde om de donkere zakkenbrenger te betrappen! Meestal won ik, maar mijn broer sleepte wel glorieus de zak naar binnen! Daarna als bezetenen uitpakken en tussen de platgetrapte pepernoten en  kapotgescheurd inpakpapier met de nieuwverworven speeltjes keutelen!

Het geheim van de schortzak
Mijn vader was natuurlijk de échte zakkenbrenger, immers de sigarenwinkel was na zessen altijd dicht, dat wist een kind. Hij had ook de buurman kunnen laten bonken, maar daar had ie weinig vertrouwen in. Een keer had de bovenbuuf gestrooid, maar ze was vergeten de zwarte handschoen aan te doen, zodat de tv-kijkende kindermeute tijdens het strooien synchroon uitriep: ‘Bedankt, buuf!’. En nu de onthulling van het pepernotengeheim. Op strooiavond vulde mijn moeder tijdens het kokkerellen, haar grote schortzak vol met strooigoed. Ze zette het keukentuimelraampje wijd open en na een paar blikken achterom, om te zien of we niet toevallig haar kant opkeken, graaide ze twee handen vol strooigoed uit haar zak en keilde de sintversnapering met grote kracht over haar hoofd richting haar geschrokken halfnaakte kindertjes. Daarna racete ze naar binnen onder de uitroep: ’Wat was dat? Piet heeft zeker gestrooid!’ Waarvan acte.

Stadsherbergen

Bij een herberg denk je allicht aan een uitspanning langs een doorgaande weg, iets waar je eten, drinken en eventueel overnachten kunt. In Amsterdam had je er een die in het IJ stond, duidelijk bedoeld voor reizigers die varend de stad verlieten of binnenkwamen. Het voorvoegsel “stads” maakt duidelijk dat dit een onderneming van de stad zelf was; ze werd verpacht aan een particulier ondernemer, maar de exploitatie gebeurde onder de voorwaarden die de stad stelde.
Er waren in de loop der jaren drie stadsherbergen, waarvan twee opvolgend in het IJ stonden en één in de Plantage die op ’t droge stond. We beperken ons hier tot de eerste twee.
De stadsherbergen werden in het IJ gebouwd met een duidelijke bedoeling. Ze stonden in de dubbele paalgording in de buurt van een van de vele doorvaarten door die barrière. In die doorvaarten werd ’s nachts een zware boomstam gelegd die de toegang tot de stad afsloot…, zonder pardon. Op een bepaald tijdstip dienden alle poorten en bomen gesloten te worden. Dat werd aangekondigd door een speciale luidklok. Die voor de bomen hing als aparte vijfde klok in de Oude Kerk en heette de ‘boomklok’. Langs alle toevoerwegen stonden in de buurt van een stadspoort herbergen waar de gestrande reiziger kon overnachten tot de poort de volgende morgen weer opende. Op het water was dit wat moeilijker en vandaar dat de stad de moeite nam ook voor die reiziger een voorziening te treffen.

Oude Stadsherberg (1613-1755)
Vooruitlopend op de Derde Uitleg werd de Nieuwe Waal aangelegd, op uitdrukkelijke wens van stadhouder en legeraanvoerder Maurits. Het vernielen van de hele in de Oude Waal opgelegde vloot, door de Geldersen een halve eeuw geleden, deed de legeroverste aandringen op verhuizing naar een veiliger plek. Dat werd de Nieuwe Waal vóór de Westelijke Eilanden. Door de stadsuitbreiding moest ook de loop van de paalgording herzien worden. In de knik waar de nieuwe op de oude gording aansloot werd in 1613 de stadsherberg gebouwd.  De herberg werd door een loopbrug met de vaste wal verbonden en in die loopbrug waren nog eens twee ophaalbruggen die met het ’s avonds sluiten van de bomen opgehaald werden. Op de fantastisch gedetailleerde kaart van Balthasar Florisz uit 1625 krijgen we een aardig beeld hoe de toegang geregeld werd. Even buiten de Wieringerstraten, daar waar de Droogbak overgaat in de Haarlemmer Houttuinen, begon de loopbrug met meteen de eerste ophaalbrug. Op de loopbrug was ook een huisje van de commies die het poortgeld inde. Tussen de palengordingen was de tweede ophaalbrug en direct daarop aansluitend een grote vlonder met daarop de stadsherberg. Dit complex had een eigen waal door een enkele paalgording met enkele doorvaarten. Verder zien we diverse aanlegsteigers waar de passagiers van de beurtschepen konden stappen en waar de schepen konden overnachten.
De stadsherbergen kregen door de eeuwen functies erbij, andere verdwenen. De stadsherberg werd bijvoorbeeld het vertrekpunt van het Buiksloterveer, de voorloper van de Tolhuispont. Die was tot dan van de Droogbak vertrokken, vlakbij de hoek met het Singel. Op de hoek van Singel en Droogbak was tot 1662 het Buiksloterveerhuis in het hoekpand ondergebracht.

De herbergier Willem Martsz, alias Creuck, werd de eerste pachter van de Oude Stadsherberg. Veel plezier heeft hij er niet aan beleefd; hij overleed in 1615, twee jaar later. Zijn weduwe zette het bedrijf voort maar trouwde wel nog datzelfde jaar met een personeelslid.
De opvolgende pachters probeerden allemaal de aantrekkelijkheid van het etablissement te verhogen. Ook stedelingen die helemaal niet van plan waren met een of ander veer de stad te verlaten zochten de animerende omgeving aan het IJ op om een pijpje te roken en een drankje te drinken. Op de ets uit de stadsbeschrijving van Olfert Dapper zien we zwemmers op de steigers.

In 1661-1662 werd in het IJ een nieuwe stadsherberg gebouwd, een stuk oostelijker ter hoogte van de Martelaarsgracht. De oude stadsherberg werd niet afgebroken maar kreeg een andere bestemming. In 1622 was een jachthaven voor plezierjachten geopend aan het Bickerseiland. De leden van die club zagen hun kans schoon toen de oude stadsherberg overbodig werd en huurden deze van de stad. Dit duurde totdat in 1755 de stad deze Oude Stadsherberg verkocht om te worden gesloopt.

De drie afbeeldingen bij dit item komen allen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Zowel de oude als nieuwe stadsherberg werden volledig in hout gebouwd. In weer en wind was de slijtage aan de gebouwen groot en het herstellen ervan voor rekening van de eigenaar: de stad. Daarom werd de nieuwe herberg op zeker moment in steen herbouwd. Dat gebeurde met de oude stadsherberg nooit.

Volgende week deel 2: de Nieuwe Stadsherberg (zie foto)

Foto: Nieuwe Stadsherberg, collectie Pieter Klein

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 29 november 1916 - De Gemeenteraad neemt het besluit de Blauwehaansgang (tussen Lindengracht 127 en 135) te verkopen. Dit is een van de eerste aankopen van het kerkbestuur van de H. Antonius van Padua (Tichelkerk) om te komen tot een grote R.K. jongensschool in de Jordaan. Er volgt in de paar jaren erna een hele serie huizen tussen Lindengracht en Lindenstraat. In 1922 zou eindelijk de eerste steen gelegd worden en in mei 1923 werd de school ingewijd. Het werd een voor die dagen absurd grote en luxe school, met zeven ruime leslokalen. De hele school had centrale verwarming en er waren douches voor de leerlingen. Bij de school hoorden diverse woningen voor de hoofdonderwijzer en nog enkele leerkrachten. De architect van het gehele project was A.J.Joling.
Lees meer...

Donderdag 30 november 1916 - De buurtvereniging Museum- en Parkkwartier schenkt de Gemeente Amsterdam een beeld van Joost Jansz Bilhamer, bedoeld om te plaatsen in één der beeldnissen van het Stedelijk Museum. Het beeld is ontworpen door de kunstenaar Theo van Reyn.
Joost Jansz. Bilhamer (1541-1590), ook wel Beeldsnijder genoemd, was een militair ingenieur, landmeter, beeldhouwer, plaatsnijder, cartograaf en bouwmeester. Aangenomen wordt dat hij een grote rol speelde bij het ontwerpen van de eerste Amsterdamse stadsuitbreidingen ná de Alteratie.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2016. De keuze '2015' leidt naar de laatste aflevering van 2015, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2015 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 
wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 
wk24 wk25 wk26 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 
wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44 wk45 wk46 wk47  wk48

Wilt u zelf ook eens grasduinen in bijna 400.00 afbeeldingen van Amsterdam? Bezoek het Stadsarchief Amsterdam online.

 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave