v
weekblad-logo

week 38-2018

De lijsten met goede oplossingen zijn bijgewerkt tot 12 september. Indien uw oplossing later binnenkwam zal dat gedurende week 38 gecorrigeerd worden.

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dus van haar. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Zo'n brede straat met zo'n knik gaf niet al te veel problemen. Anders hielpen de vele staldeuren links wel. We staan hier in de Reguliersdwarsstraat en kijken richting Koningsplein. De steeg die rechts uitkomt gaf iets meer problemen: het is niet de Openhartsteeg en niet de Geelvincksteeg maar de Sint Jorisstraat. Het trapgeveltje is nr.31 op de hoek van die straat. Maar dat was gelukkig geen quizvraag.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Aschwin Merks, Onno Boers, Caol de Vries, Robert Raat, Arjen Lobach, Katja Kronenberg, Adrie de Koning, Anje Belmon, Ruud Fontijn, Hans Goedhart, Frank Schaay, Dick van der Kroon, Jos Mol, Harry Snijder, Anna Denekamp, Mike Man, Jan Snijders,

Fotoquiz: Carol's keuze

Wij verklappen alleen dat Carol zich zit te verkneukelen over de hoofdpijn die deze foto gaat veroorzaken. Welke brug is dit? Wat zijn ze aan 't doen met de brug? Het landhoofd rechts lijkt slordig dichtgetimmerd met hout. De brug zelf is van staal.

Welke brug is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Anje's keuze

Er kwamen best veel oplossingen op deze foto binnen, maar iedereen vroeg zich af welke hint er nou wel in de foto zat. Allereerst de tweede verdieping en al die ramen. Ook het dak lijkt van glas en het houten rooster was mogelijk om gelijkmatiger licht op die verdieping te krijgen. Misschien heeft u wel eens gehoord dat kunstschilders altijd noorderlicht in hun werkplaats willen om scherpe contrasten door binnenvallend zonlicht te vermijden. U moest er op komen dat dit een fotostudio was aan de zuidzijde van een straat of gracht. En dan dat opbouwtje op het pothuis, met een venster erin en iets ovaals daar achter. Daar hangt een ingelijste foto als voorbeeld wat de klant kan verwachten van fotostudio Keune & Buttinghausen, Herengracht 150.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Maarten Helle vraagt zich af of de fotograaf Buttinghausen dezelfde is die gebouw Helios op Spui 15 liet bouwen door architect Gerrit van Arkel. Wij kunnen bevestigen dat het inderdaad om dezelfde persoon gaat. De samenwerking met Keune was van korte duur en Buttinghausen heeft nooit op Herengracht 150 gewoond. Naast de studio op het Spui had hij ook filialen in Utrecht en Bad Godesberg (D).

Op de foto gebouw Helios van Max Buttinghausen, Spui 15
bron: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Carol de Vries, Arjen Lobach, Erwin Meijers, Ria Scharn, Ruud Fontijn, Anneke Huijser, Han Mannaert, Dick van der Kroon, Anna Denekamp, Adrie de Koning, Jos Mol, Mike Man, Onno Boers, Jan Snijders,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

Typische tijdschriftfoto uit een blad als De Prins, De Amsterdammer of Het Leven. Daardoor weten we zeker dat het Amsterdam is. De vragen zijn:

Waar is dit?
Wat gebeurt hier?

Oplossingen graag via deze link

Foto: hoort u volgende week

Oplossing vorige week

Vindt u ook niet dat die reclameschilder handig om de ramen heeft gewerkt? In dat pand was de winkel van W.M. Mast gevestigd (onleesbaar gemaakt) en er tegenover was het legendarische Tip Top Theater gevestigd. We hebben het dan over de Sint Antoniesbreestraat en tussen winkel en theater begon toen de Uilenburgersteeg.
Bram Huyser stelde ooit een uitgebreid overzicht van alle bioscopen in Amsterdam samen, huidige en vroegere vanaf de allereerste theaters. Leest u daarin de uitgebreide bespreking van het Tip Top Theater op pp.112-114. Daarin opgenomen een bijdrage van Meyer Sluyser over dit theater, een fragment uit zijn bundel Gisteren komt nooit weerom.
Klik hier om te lezen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Adrie de Koning, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Katja Kronenberg, Ria Scharn, Robert Raat, Mike Man, Jos Mol, Anna Denekamp, Han Mannaert, Otto Meyer,

Met de camera op pad...

Sfeervolle foto. Hoe kunstzinniger, des te moeilijker meestal om vast te stellen waar dit is. Toch is dat de vraag.

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Met opzet werd de functie regentes van koningin-moeder Emma vermeld om de periode 1890-1898 vast te leggen. Deze foto maakte Jacob Olie in 1896 tijdens een bezoek van Wilhelmina en Emma aan Amsterdam. Hij kan gemaakt zijn tijdens de rijtoer naar het Rijksmuseum of de dag erna een het nieuwe Stedelijk Museum (1895). De stoet rijdt hier over de Weteringschans tussen Museumbrug en Weteringcincuit. Olie keek richting Leidseplein en had het Eerste Weteringplantsoen aan zijn linkerhand. Hij zal wel weer op het dak van het toenmalige hoekhuis geklommen zijn, want balcons hebben deze huizen niet. Het huidige hoekhuis (Carmiggelt) is er later vóór gebouwd.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Adrie de Koning, Kees Huyser, Robert Raat, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Katje Kronenberg, Anje Belmon, Ria Scharn, Mike Man, Han Mannaert, Anna Denekamp, Otto Meyer,

Hulp gevraagd... maar nog geen oplossing

Alle suggesties tot nu bewezen onjuist te zijn. De meest steekhoudende was dat dit niet in Amsterdam zou zijn.
Wat kunnen we uit de foto lezen?
Er kruisen hier twee grachten met over elke een brug, zoals we op diverse punten in de grachtengordel aantreffen. Met de tweede brug is iets bijzonders aan de hand: Hij lijkt niet aan te sluiten op de kade voor het huis links want hij eindigt op een muurtje. En waar ziet u dit in Amsterdam? En dan dat huis met een schilddak. Daar zijn er wel een flink aantal van te vinden in Amsterdam maar in de grachtengordel?

Als u de foto op de Beeldbank wilt bekijken klikt u op de foto links.

Als u het weet, laat ons dan mee genieten via deze link

Sarphati en Amsterdam: financiële instellingen

Sarphati werd moe van het steeds opnieuw moeizaam zorgen voor beginkapitaal van zijn ondernemingen. In 1855 bracht hij voor ’t eerst het idee hypotheekbank ter sprake. Enthousiaste reacties genoeg maar het in de daad omzetten lukte niet zo makkelijk. Wat nog lang niet wilde zeggen dat Sarphati het erbij liet. Hij schreef maar weer eens een brochure De hypotheekbank, haar wezen en waarde, waarin hij de voordelen van zo’n bank uiteenzette. Van overheidswege kon hij aanvankelijk alleen op onwil rekenen. Dat veranderde langzaam toen kranten en tijdschriften het idee adopteerden en enthousiaste artikelen publiceerden. Die tegenwerking of ongeïnteresseerdheid kon niet verhinderen dat op 6 mei 1861 de Nationale Hypotheekbank N.V. werd opgericht. Het kapitaal van de bank bedroeg ƒ1 miljoen met een waarborgfonds van ƒ10 miljoen. De bank ging voorlopig voorzichtig te werk, verstrekte alleen eerste hypotheken tot 60% van de taxatiewaarde. Ook dit kapitaal werd moeizaam bijeengebracht. Dat bracht Sarphati op een oplossing: een tweede bank die deposito’s zou beheren en daarmee de hypotheekbank een steun in de rug zou kunnen betekenen.
Na Sarphati’s dood, in de 70-er en 80-er jaren van de 19de eeuw draaide de hypotheekbank steeds beter en boekte goede resultaten. Uiteindelijk is deze bank opgegaan in de Westland-Utrecht Hypotheekbank.

Nederlands-Indische Crediet- en Depositobank
Met de oprichting van een depositobank dacht Sarphati de geldzorgen van de hypotheekbank op te kunnen lossen. In 1863 begon hij kapitaal te vergaren door een lening uit te schrijven. Dit was een vertrouwder bankvorm en de eerste dag haalde hij al ƒ400.000 op. Sarphati zou zelf president van de bank worden, directeur werd de toen 32-jarige A.C. Wertheim Als commissaris traden grote namen uit de internationale bankwereld op: Bisschoffsheim, Hentz en Pinard. Nog in 1863 verschenen de statuten in de Staatscourant.
Ook deze bank boekte goede resultaten en ging in 1872 verder als Banque de Paris et des Pays-Bas. In 1984 werd de Nederlandse poot losgeweekt uit deze bank en ging verder als Banque Paribas Nederland NV om in 2006 overgenomen te worden door GE Capital en verder te gaan als GE Artesia Bank. Na 2015 verkeerde de hele General Electric groep in zwaar weer en werd de stekker uit het bankgebeuren getrokken. Tot dan eerde Artesia Samuel Sarphati als haar stichter.

Op het schilderij A.C.Wertheim op latere leeftijd

Hoe het netwerk van Sarphati het financiële leven in Amsterdam wist te beïnvloeden bleek in 1862. Zwitserland behandelde de Joodse burgers zeer slecht; ze mochten in slechts twee dorpen wonen en er werd geen enkele verder toegelaten. De andere Europese staten bekritiseerden Zwitserland daarop en kondigden sancties af. De in Parijs werkzame bankier Bischoffsheim (foto), we kwamen hem eerder tegen, drong er bij Sarphati op aan dat Nederland geen verdragen meer zou afsluiten om Zwitserland onder druk te zetten. Sarphati benaderde Tweede-Kamerlid Godefroi die het in de Kamer voor elkaar kreeg dat een ontworpen handelsverdrag niet geratificeerd werd. Bischoffsheim op zijn beurt schonk daarop ƒ50.000 aan de Gemeente Amsterdam als begin van een Waarborgfonds voor renteloze voorschotten. In 1865 kwam dit fonds inderdaad tot stand met deelname van de Crediet- en Depositobank en de Spaarbank voor de Stad Amsterdam.

De Surinaamse Bank
De economie van de kolonie Suriname was danig in de war geraakt na de afschaffing van de slavernij. De in Suriname geboren Simon Abendanon (foto) probeerde vanaf 1861 in het moederland voor elkaar te krijgen dat er een handelsbank werd opgericht in Suriname, zonder succes. Dat kwam Sarphati ter ore en hij besloot Abendanon onder de armen te grijpen. Sarphati kreeg het voor elkaar dat in 1865 de Surinaamse Bank werd opgericht, inclusief het recht Surinaamse bankbiljetten uit te geven. Het werd een Nederlandse bank met een vestiging in Paramaribo onder leiding van Abendanon en een Nederlands hoofdkantoor onder leiding van Nicolaas Pierson. Het hoofdkantoor moest in de beginjaren regelmatig Abendanon tot de orde roepen om zijn roekeloos bankieren. Vandaag bestaat de Surinaamse Bank (DSB) nog steeds.

Bij de afbeeldingen:

1e kantoor DSB in Paramaribo

door de DSB uitgegeven bankbiljet

Amsterdamse hofjes: Prinsenhof

Prinsenhof
door Adrie de Koning en Jos Mol

Inleiding
Misschien bent u er als oud-Amsterdammer wel ooit getrouwd. Of heeft u er vlak voor een vakantie in een rij op de binnenplaats staan wachten om een paspoort op te halen. Of heeft u er, net als Adrie de Koning, jarenlang gewerkt. We hebben het over het voormalige stadhuis aan de Oudezijds Voorburgwal, waarvan de eigenlijke naam de Prinsenhof was. Dus dit keer geen hofje dat bestemd was voor bewoning door armlastige mensen, maar een echt gebouwencomplex, maar dan wel gebouwd rond een binnenplaats met een grote stenen pomp.

Ligging
Het Prinsenhof heeft als officieel adres Oudezijds Voorburgwal 197-199 maar bevat, inclusief de latere uitbreidingen, het gehele blok tussen de Agnietenstraat, de Oudezijds Achterburgwal, de Prinsenhofsteeg en de Oudezijds Voorburgwal.Vroeger lag er vlak naast ook nog het Doelenhofje tussen O.Z. Achter- en Voorburgwal, Prinsenhofsteeg en Oude Doelenstraat. Hier werden in 1777 huizen gebouwd. In 1902 werd het hofje afgebroken en opgeheven. Alleen de vroegere toegang, het Leeuwenpoortje in de Prinsenhofsteeg, herinnert er nog aan.

Geschiedenis
De Prinsenhof, vroeger werd het geschreven als Princenhof, stond op de plaats van een voormalig, uit de 15e eeuw daterend klooster, het Sint Ceciliënklooster. Dit klooster deed in de 16e en 17e eeuw lange tijd dienst als verblijfplaats van vorsten, van andere belangrijke personen die de stad bezochten en van de stadhouders van het huis van Oranje. Waarschijnlijk komt de naam Prinsenhof hier vandaan. Als in 1652 brand uitbreekt in het oude, bouwvallige stadhuis op de Dam, verhuist het stadsbestuur tijdelijk naar de Prinsenhof. Maar zodra het nieuwe Stadhuis op de Dam (het huidige paleis!) klaar is, verlaat het stadsbestuur in 1655 het Prinsenhof alweer. Later zetelt er het College van de Admiraliteit van Amsterdam, de Marine dus. Dit College vertrok in 1795 naar Den Haag. Het gebouw werd vervolgens in 1808 ter beschikking gesteld aan het stadsbestuur, dat zich er ten tweede male zou gaan vestigen. Het Stadhuis op de Dam was namelijk door burgemeester Jan Wolters van der Poll tegen de wil van de Amsterdammers aan Koning Lodewijk 'aangeboden'. Feitelijk heeft Lodewijk het ingenomen om het als paleis beschikbaar te stellen aan zijn broer Lodewijk Napoleon en zijn gemalin Reine Hortense. Maar er stond wel weer tegenover dat Amsterdam tot hoofdstad werd aangewezen door de koning. De Prinsenhof is door architect Abraham van der Hart ingericht om het geschikt te maken voor de ambtenaren en bestuurders van de stad. Vanaf 1808 tot 1988 is de Prinsenhof het Stadhuis van Amsterdam geweest. Daarna gingen bestuur en ambtenaren naar het Stadhuis op het Waterlooplein, dat onderdeel uitmaakte van de Stopera van de architecten Dam en Holzbauer. Na het vertrek van het Stadsbestuur werd het complex verbouwd tot het luxueus hotel The Grand.

De ingang van het voormalige Admiraliteitsgebouw werd door The Grand voorzien van een overkapte entree
Foto door de auteurs

Bijzondere kenmerken
Het gebouw rechts op de binnenplaats is het vroegere Admiraliteitsgebouw. De gevel heeft een frontspies van Daniël Stalpaert, waarin allerlei afbeeldingen zijn gebeeldhouwd die met de zeevaart te maken hebben. Het Amsterdamse Koggeschip is erin te herkennen. Op de begane grond bevindt zich de 'Marmeren hal', welke aan de achterzijde toegang biedt tot een binnentuin. Achter de ramen op de eerste etage lag de fraaie raadszaal, waarvan de inrichting dateert uit 1927 en waar vele politieke debatten hebben plaatsgevonden. In de zaal zijn nog mooie houten beelden te zien van John Rädecker en wandschilderingen van Johan Thorn Prikker (foto). Nu is hier het luxe restaurant van het er inmiddels gevestigde hotel. Op de eerste etage is de Trouwzaal der Eerste Klasse behouden gebleven. Het is een mooi ingerichte zaal met prachtige glas-in-lood ramen (foto).

De andere trouwzalen hadden een aparte ingang links van de poort. Als je daar op maandagmorgen trouwde werd je door de bode luidkeels aangekondigd: 'Bruidspaar Mol, kosteloos!' In de voormalige personeelskantine aan de voorzijde is op de plaats waar de hogere ambtenaren hun lunch mochten verorberen, door Karel Appel een voor die tijd zeer moderne wandschildering aangebracht (foto). Maar omdat het aanzien ervan de eetlust volgens de ambtenaren bedierf, heeft er lange tijd een muur de schildering aan het oog onttrokken. Tegenwoordig pronkt hij weer in het huidige restaurant. Een van de latere uitbreidingen, vanaf de toegangspoort aan de Oudezijds Voorburgwal tot de Agnietenstraat, is omstreeks 1925 tot stand gekomen en is een van de laatste grote bouwwerken van de Amsterdamse School. Deze zogenaamde Nieuwe Vleugel is te herkennen aan de granieten beelden van Hildo Krop. In het gebouw zit ook nog een echte paternosterlift. Dat is een permanent doordraaiende carrousel van houten hokjes, waar ongeveer vier personen in konden. Het in- en uitstappen was en is altijd een spannende aangelegenheid.

Toegankelijkheid
Als u alles goed wil zien, zult u een van de peperdure kamers in het hotel moeten boeken. Maar u kunt altijd wel even de binnenplaats oplopen en de hier aanwezige historie opsnuiven.

Foto verantwoording: zwart/wit afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam; kleurenfoto's (interieur) The Grand, exterieur Street View

Column: Muziek en Mokum -2

okum heeft heel wat muziek in haar mars. Ik zwierf als jochie door de Amsterdamse buurten en zag de handgedraaide draaiorgels. Op de Weteringschans stond de student. Hij was het studeren moe en werd orgeldraaier, en in de passage van de Stadsschouwburg stond de dwarsfluitist Cochius die hele klassieke concerten weggaf en vaak onnodig ontfluit werd door een punaisepoetsende koddebeier. In het portaal van de Nieuwe Kerk stond de morsige violist en naast de Cineac op de Nieuwendijk zat op een klapstoel de blinde harmonicaspeler met zijn beperkte repertoire. Zijn zoon die ook gehandicapt was, nam het na zijn dood over, maar daar hij volledig amuzikaal was, stopte hij een cassettebandje met accordeonmuziek in zijn rugtas, dat werkte ook prima.  Onder de galmende Rijksmuseumpoort zat soms Bongo Berrie met zijn mondorgel en zijn bongo’s maar soms ook werden er welluidende koperquintetten gegeven door de conservatoriumstudenten. Zelfs toen ik al in Slotermeer woonde, kwamen de trekzakspelende Volendammers of een solozanger of trompettist langs die de straten opvolijkten en blij hun pet afnamen als we wat centen in een krantenpapiertje vanaf twee hoog naar ze toewierpen. Willem Breuker maakte ook met zijn Kollectief de straten onveilig en later verschenen de felgekleurde Chilenen met hun panfluitgezelschappen. In de Oude Kerk concerteerde ‘Studio Laren’ waar in de pauze Gijs zomaar op een serpent en een zink mocht blazen!! Gijsbreght hield het niet meer en kocht in de Gerard Doustraat bij de multi-instrumentalist René Robijn (Robino) een ouwe bugel en als de Catharina Drumband uitrukte en langs Gijsbreghts huis marcheerde, stak Gijsbreght de beker van  zijn koperinstrument door het raam en speelde een stukje mee of maakte er een driekwartsmaat van waardoor de bandleden van de leg raakten!

Ga iets doen met je toeter Gijs, zei moeder, zo gaat het niet langer. Gijs besloot bij de beatmissen in zijn parochiekerk mee te galmen en later ging hij op Harmonie-Orkest ‘Jong Excelsior’ dat elke zaterdag oefende in de Coppelstockschool in de Pieter van der Doesstraat. Hij kreeg eerst les van de Zandvoortse dirigent en koperinstrumentleerboekenschrijver W.G. de Buijzer die Gijsbreght apart nam in het Amsterdamse Postkantoor (nu Magna Plaza). Daar tetterde Gijsbreght ook nog een tijdje mee met de Postharmonie en de Tramharmonie die ook gedirigeerd werden door de Buijzer. Ben je d’r weer Gijs? zeiden de wat oudere Postharmoniemuzikanten. Zij hadden de oudoom van Gijsbreght, die ook Gijs van Aemstel heette nog in hun gelederen gehad. Met de Jeugdharmonie zwierf Gijs door heel Nederland en werd hij met behulp van de heer de Buijzer zelfs solotrompettist! In het orkest zat ook nog Eddie Musketier. Die speelde tuba bij de Militaire Kapel en die organiseerde leuke optredens als Egerländer Kapel. Maar de meeste lol had Gijsbregt met Fred. Fred de klarinettist, daar kon je mee lachen. Op het Vondelparkfeest maakte Gijsbreght er een potje van en hij had zelfs zijn bladmuziek vergeten zodat de solo werd bedreigd. Gelukkig mocht hij de partituur van de dirigent lenen. Na de pauze zat Fred te knipogen. Alleen Gijs zag het! Wat deed Fred nu? Hij zat tijdens het spelen een sigaar te roken en blies de rook door zijn instrument hetgeen een fraai spektakel opleverde. Gijs kon niet achterblijven en even later stegen er links en rechts op het podium rookpluimen op uit een klarinet en een trompet! Dit tot groot vermaak van het Vondelparkpubliek en de medemuzikanten. Gelukkig was W.G. de Buijzer een beetje kippig. Zo liep alles toch nog met een sisser af.

Bij de foto's:

1. Bongo Bennie
2. Koperblazers
3.
Sigurd Cochius

4. Drumband Catharina Slotermeer
5. Willem Breuker Kollektief

6. Studio Laren
7. Chileense panfluiters\

8. Zink
9. Serpent

10. Harmonieorkest Excelsior Amsterdam
11. Ko
ninklijke Militaire Kapel, Vondelparkfeesten 1956

Deze week honderd jaar geleden

Donderdag 26 september 1918 - Acteur Barend Barendse (1852-1935) viert zijn 40-jarig toneeljubileum. Memorabele rollen van hem waren De levende ladder (1913) en Heilig recht (1914). Niet dat Barendse zo'n groot acteur was, maar hij was de grootvader van de gelijknamige radio- en televisiepersoonlijkheid Barend Barendse (1907-1981), tevens sportverslaggever. Het is alweer een tijdje geleden, maar hij maakte zich in 1958 onsterfelijk door de quote "Ik heb niks aan namen, rugnummers wil ik". Dat riep hij toen hij tijdens een reportage de boodschap kreeg: "Pierre Pflimlin is gevallen". Pflimlin was de laatste premier van Frankrijk tijdens de Vierde Republiek.

28 oktober 1918 - Prins Hendrik bezoekt de Land- en Tuinbouwtentoonstelling in het Concertgebouw. Zijn voorbeeld wordt gevolgd door burgemeester Tellegen en de wethouders. Er zit een pikant tintje aan dit laatste bezoek. De SDAP-fractie had kort daarvoor een motie ingediend die B&W aanspoorde een eigen tuinbouwbedrijf op te zetten. De confessionele fracties wilden dit alleen bespreken als er voor de detailhandel regelingen ingebouwd werden, zodat er geen oneerlijke concurrentie aangedaan werd. Tijdens de bezoeken van de hoogwaardigheidsbekleders uitte het bestuur van de organiserende Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde zijn ongenoegen over deze plannen, die direct de wortels van de handel in groente en fruit aantastten. Ze hoefde zich geen zorgen te maken; alle initiatieven van de SDAP liepen op niets uit.
Hierboven een groepsfoto met het bestuur en de jury van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde in het Concertgebouw op het Jan Willem Brouwersplein 3-29 te Amsterdam.
Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
wk34 wk35 wk36 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44 wk45 wk46
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave