weekblad-logo

week 26-2018

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Dit was weliswaar 19de-eeuwse bouw maar dan van het chique soort en niet in de Pijp, alhoewel daar soms ook deftige huizen staan. De balcons met natuurstenen ballustrade zeggen hier genoeg: deftig! Samuel Sarphati kreeg van de gemeente Amsterdam de vrije hand om rond zijn Paleis voor Volksvlijt woningbouw te plegen zoals hij dacht goed te kunnen verkopen aan burgers 'in goeden doen'. Die stadvilla's en etagewoningen stonden ter weerszijden van 'zijn' paleis aan respectievelijk het West- en Oosteinde. Bij de grote brand van 1929 bleven de Galerij en deze huizen gespaard. Voor de bouw van de Nederlandsche Bank werden ze in 1962 alsnog afgebroken.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

De vergissing met de Nicolaas Witsenstraat (links) is heel begrijpelijk, alleen is daar slechts een rijtje van 7 identieke huizen gebouwd terwijl er op de quizfoto hierboven al 12 te zien zijn.

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Ria Scharn, Anje Belmon, Robert Raat, Mike Man, Jos Mol, Adrie de Koning, Maaike de Graaf, Anthony Kolder,

Fotoquiz: Annie's keuze

Ook deze foto is vast al eens voorbij gekomen in deze quiz. Wij plakten er nog een extra vraag aan vast.

Waar is dit?

Er is iets rechts van het midden een hoog huis met iets van een torentje te zien waarop een windvaan in de vorm van een haantje lijkt te staan.

Wat was de functie van dat gebouw?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Joost's keuze

Klopt! Deze gevels kwamen eerder langs. De eerste twee gevels van rechts zijn een schepping van Philip Vingboons. Het waren klassieke halsgevels, compleet met guirlandes en cartouche met het jaartal 1643 en natuurlijk met een gemeenschappelijke stoep. Een of andere onverlaat heeft de rechterhelft afgebroken om er een pseudo-renaissancehuis voor voor in de plaats te bouwen. Dit stel staat aan de Oude Turfmarkt (nummers 145-147).
Consternatie over het bijschrift in de Beeldbank: volgens dat staan de huizen aan het Rokin. En toch heeft iedereen gelijk. Onno Boers legt even uit waarom: "In 1913 werd de originele naam Oude Turfmarkt vervangen door de naam Rokin, maar in 1946 werd het weer oude Turfmarkt. De huisnummering van 1913 bleef echter gehandhaafd, vandaar de hoge nummers op dit korte stukje kade".

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Onno Boers, Ria Scharn, Mike Man, Arjen Lobach, Anje Belmon, Robert Raat, Hans Goedhart, Jos Mol, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

In deze foto zit een ijzersterke hint. We laten u een beetje zwemmen met deze cryptische opgave. De vragen zijn:

Welke gracht is dit?
Wat zit er verborgen achter de hint?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Met dat vaarwater gingen we volledig de mist in. Bedoeld was de Kattensloot maar bij (te laat!) controleren bleek de 'Belt' daar nog tussen te liggen. Met de belt werd de stortplaats van huisvuil aangeduid. De sloot waar molen De Steur aan stond is naamloos. Ook het feit dat deze molen op de hoek met de Buitensingel stond en dat daar een sloot tussen lag die wè:l een naam had (Singelsloot) hielp niet echt, want wie weet nou hoe die sloot heette. De naam van de molen was dus voldoende om te scoren.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Op nevenstaand detail uit een kaartje met molens rond de Kattensloot is De Steur gemerkt met nr. 12. De pijl geeft de positie en kijkrichting van de fotograaf weer. Nr. 19 is de Beltweg naar nr. 20 de asloods.
Maker van het kaartje: Jacobus van Eck.

De sterke gelijkenis met de paltrokmolen De Vijfhoek (nr. 8) heeft enkele deelnemers tot dat foute antwoord verleid.

Onderstaand nog de panoramafoto die Jacob Olie van De Steur af maakte. We kijken in zuidelijke richting en opnieuw komt de Beltweg (voorgrond) als eerste in beeld. Het water daar achter is de Kattensloot.

Bron: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Jos Mol, Anneke Huijser, Otto Meyer, Harry Snijder, Ria Scharn, Anje Belmon, Adrie de Koning, Ger Theuns, Robert Raat, Mike Man, Arjen Lobach, Aschwin Merks, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Van wat u hier ziet staat niet al te veel meer overeind. Dit is iets voor de rubriek 'metamorfose'. Wij konden nog twee panden van deze foto herkennen, waarvan eentje al flink verbouwd is. Als u de foto in de Beeldbank ontdekt staat daar ook nog deels onjuiste tekst bij. Even goed opletten op wat er op de foto te zien is. De vraag is:

Waar is dit? (huisnummers)

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week


Als deelnemers ontdekten waar deze foto genomen werd, was men vaak verbijsterd. Is dit de plek waar nu theater Carré staat? Inderdaad, dit is Amstel 105-123 (v.l.n.r.) met een ophaalbrug over de Nieuwe Prinsengracht (#250; nu: Jan Vinckbrug). Van die huizen rechts zult u niets terugvinden. Die stonden toen samen met een achteraf industrieterreintje tussen Amstel en Onbekendegracht. Wij hebben daar ooit een PDF over geschreven, met als hoofdmoot molen De Eendracht die achter deze huizen stond. Kijk er nog eens naar of naar de foto hieronder.

Als we hieronder naar de Street View kijken zien we duidelijk de Magerebrug en die zou dus op de quizfoto ook te zien moeten zijn. Dat is'ie ook maar zó wazig dat bijna niemand dat ontdekte. Onder links nog even de buurtkaart W 2e blad voordat Carré het bedrijfspand 121-123 en de woonhuizen 115 en 125 platgooide voor zijn circusgebouw.
Op de foto daar onder ziet u nog enkele van de huizen op de quizfoto en de bewuste molen. In juni 1876 gaan de genoemde percelen in veiling en worden voor ƒ50.000,- eigendom van Oscar Carré.

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anneke Huijser, Mike Man, Jos Mol, Ria Scharn, Anje Belmon, Adrie de Koning, Robert Raat, Arjen Lobach, Aschwin Merks, Anthony Kolder,

Hulp gevraagd... en gekregen

Erik-Jan Noomen opperde dat dit wel eens de Hemonylaan kon zijn. Links zou dan de achterkant van de huizen aan de Stadhouderskade zichtbaar zijn. Op de achtergrond staan dan de huizen in de Hemonystraat. Daar mist dan een afwijkende gevel, totdat bij onderzoek blijkt dat dit huis pas later zodanig verbouwd is. Helemaal links steekt een blok huizen verder uit de rij en dat lijken ook minder 'achtergevels'. Als we met Google Earth de Hemonylaan opzoeken wordt de situatie zover duidelijk dat wij durven te zeggen dat Erik-Jan gelijk heeft.

Anje Belmon komt via een ander traject tot dezelfde Hemonylaan. Zij ontdekte tussen beide rechtse koetsen een laag gebouwtje of keet. Dat gebouwtje deed haar sterk aan een politiepost denken zoals die een eeuw geleden door de stad verspreid stonden en met het grootste gemak ook verplaatst konden worden. Nu nog zoeken naar een brede straat in de buurt van de Huydekoperstraat en Amstel waar een politiepost heeft gestaan. Daar hielp een overzicht in Ons Amsterdam bij. Eerste mogelijkheid: Achtergracht (foto) maar dat was 'm niet. Tweede was meteen raak: Hemonylaan. Die politiepost werd in 1913 verplaatst naar de Achtergracht. De eerste gok was dus wè:l de goede post maar op de verkeerde plek.

Aschwin Merks speelde geen detective, had een vermoeden, ging controleren en stelde vast dat het om de Hemonylaan ging.

Alle afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam

Hortus Botanicus -2

Bijna had Amsterdam zijn Hortus Medicus dus al in 1618 gekregen, maar het mocht niet zo zijn. De aanvragers hadden hieruit lering getrokken, namelijk dat om te beginnen zonder een goede 'kruiwagen' de stadsregering moeilijk te bereiken was en dat het vooral van de interesses van de burgemeesters afhing of een plan goedkeuring kreeg. Het was dus wachten op een gunstige samenstelling van burgemeesters. Elk jaar werden drie nieuwe benoemd die onder leiding (en met gebruikmaking van de ervaring) van één overblijvende burgemeester uit het vorige college een jaar de stadsregering uitmaakten. Elk jaar schoof een burgemeester een stapje verder tot hij als oudste aan zijn laatste jaar begon. Hij kon dan niet meer direct herkozen worden, maar in de praktijk trad hij het jaar erop weer aan. Als hij tenminste nog steeds in de gunst van de belangrijkste families was. Lees meer over de burgemeesterverkiezing in het Stadsarchief.

Kruiwagens
In de geleerde Christiaan Huygens (portret links) vonden de requestanten een geschikte promotor van hun idee. Ze konden niet voorkomen dat het idee onder diens invloed een eigen leven ging leiden. Huygens had voor de leiding over hortus (praefect) een eigen kandidaat op het oog, de kamergeleerde, kunstenaar en amateur-botanicus Johannes Brosterhuysen. Daarentegen hadden de requestanten hun kaarten gezet op Augerius Cluyt, die zich van de gelatiniseerde naam Clutius bediende en zoon van de Leidse Clusius was. Hij was in tegenstelling tot Brosterhuysen tot in de hoogste graad gepromoveerd in de pharmacie.
Huygens bediende zich op zijn beurt van een kruiwagen, de oud-raad Willem Boreel (portret hieronder) die het plan op de juiste manier bij de juiste personen zou introduceren. De voordelen die Brosterhuysen meebracht waren de mate waarin hij bij de hoogste regeringskringen ingevoerd en kind-aan-huis was. Daaronder was de latere hoogleraar van het atheneum, Barleus, niet de minste. Ook de waardering die Jacob van Campen voor Brosterhuysen had, werkte in zijn voordeel. Huygens en Boreel kwamen er niet uit wie benoemd moest worden en besloten alleen voorstellen te doen en de beslissing aan de burgemeesteren over te laten.

Op 25 april 1629 waagden Huygens en Boreel een nieuwe poging om tot de stichting van een Hortus Medicus te komen. Deze keer waren de burgemeesteren geneigd gehoor te geven de oproep te honoreren. Ze bedachten zelfs al een plek waar die moest komen. Men had namelijk zojuist enkele stukken Amstel geplempt, gelegen voor Vlooienburg en Zwanenburg. Daar moest de hortus maar komen. Minder duidelijk was het wie er praefect moest worden en de ellenlange beraadslagingen vertraagden de beslissing. Toen andere burgemeesters aandrongen op de lucratieve verkoop van het gewonnen land aan de aangrenzende percelen was het lot bezegeld. De Hortus kwam er voorlopig niet. Opnieuw had de koopmansgeest overwonnen.
En daarbij had Brosterhuysen al een gewaagd plan voor de hortus ontwikkeld die deze niet tot een goedkope kopie van die in Leiden zou hebben gemaakt maar een vooruitstrevende verbetering had gebracht in de vorm van een kanaal dwars erdoor met natte zones voor oever- en waterplanten. Daarnaast plande hij een arboretum met exotische bomen die speciale gebieden creëerden voor bijvoorbeeld schaduwplanten. Zo'n hortus werd meteen een lustoord voor anderen dan alleen studenten.
Alleen..., Brosterhuysen bleek geen genade te kunnen vinden bij de Vroedschap.

Huygens was wel getergd door de besluiteloosheid van de Raad maar liet het er voorlopig niet bij zitten. Toen het Atheneum Illustre in 1632 geopend was en Barleus een belangrijke figuur in Amsterdam werd, kreeg Huygens ook vanuit die hoek alle steun voor een hortus. Barleus wist zijn collega Vossius achter het plan te krijgen en van burgemeesterszoon P.C.Hooft kregen de heren invloedrijke steun. Bij de politiek lag het gedram om Brosterhuysen benoemd te krijgen gevoelig en had een averechts werking. Het hele project werd gewoon opgehouden.

De kandidaten voor de leiding over een eventuele hortus in de stad bleven niet wachten op een beslissing. Cluyt (Clutius) kreeg een aanstelling bij de Leidse hortus maar niet als directeur zoals zijn vader. Brosterhuysen kreeg de eervolle opdracht een hortus in Breda te ontwikkelen, maar waar hij door zijn plotselinge dood in 1650 maar korte tijd diende. Daar bracht hij wel al na het eerste jaar een complete catalogus uit van alle planten in zijn hortus.
Eerlijkheidshalve moeten we constateren dat ook in Breda de amateuristische betrokkenheid bij de plantkunde de wenkbrauwen deed rijzen. Hij bleef toch de kunstenaar die meer met muzen dan met planten had.

Op de tekening staat Brosterhuysen (links) afgebeeld samen met zijn beschermheer Jacob van der Burgh, zelf dichter uit de kring rond P.C.Hooft, die tevens een rol speelde bij het promoten van een hortus in Amsterdam.

Het doorbreken van de impasse kwam uit de medische stand zelf. In januari 1637 stelde men 'inspectores' aan die de (inmiddels ruim 60) apothekers regelmatig zouden controleren omdat er ernstige misstanden waren voorgevallen. Die waren voor een groot deel te wijten aan gebrekkige kennis van de grondstoffen waaruit medicijnen samengesteld werden. Niet veel later besloten de professoren medici tot het zelf inrichten van een kruidentuin om daarin de meest voorkomende geneeskrachtige kruiden aan te planten en apothekers in opleiding kennis te laten opdoen van de verse en gedroogde staat van die kruiden. Initiator mag professor Nicolaas Tulp (portret links) met zijn directe omgeving genoemd worden. Men vroeg de burgemeesters alleen om een subsidie voor een tuinbaas en wat materialen. Men gaf wel ter overweging dat deze tuin probleemloos op den duur in een volwassen hortus botanicus omgezet kon worden. Er werd een geschikte plaats voor de tuin gevonden in de Reguliershof, de restanten van het Reguliersklooster buiten de stad. Door de politiek te wijzen op de ernstige misstanden door onkunde bij de fabricage van geneesmiddelen en het daaruit voortvloeiende gevaar voor de volksgezondheid verliep alles opeens soepeltjes en in 1638 opende een bescheiden Hortus Medicus in de Reguliershof. De collectie bestond uit ongeveer 300 verschillende plantensoorten.

--wordt vervolgd

Nieuw biotoop

Ik kan 't niet laten..., ik moet u even laten zien waar wij zijn neergestreken. Maandenlang stond het regelmatig verschijnen van dit weekblad onder druk door de voorbereidingen, verhuizing, en het klussen in het nieuwe huis. Nu keert de rust langzaam weer terug. We vinden af en toe zelfs tijd voor een wandeling door het stadje, want dat is Edam.
Hier komen ook wel toeristen maar niet zo massaal als in Amsterdam. Je vindt er ook nog hele rustige straatjes en grachtjes zoals deze. Neemt niet weg dat ze over dit soort bruggetjes rustig met auto's heen en weer rijden. Over éénrichtingverkeer blijkt al jaren gedebatteerd te worden maar 't is er nog steeds niet door.
Wij zullen vaak in Amsterdam komen, maar na zo'n bezoek aan die wereldse stad gaan we terug naar de rust, naar de stilte, naar de koeien in de wei.

uw webmaster

Amsterdamse hofjes: Van Brants Rus- en Occo'shofje 

door Adrie de Koning en Jos Mol

Inleiding
Dit keer begeven we ons naar de Nieuw Keizersgracht. Hier zijn twee hofjes gelegen, namelijk het Van Brants Rushofje en het Occo'shofje.

Ligging
Het Van Brants Rushofje is gelegen aan de Nieuwe Keizersgracht 28-44, tussen de Amstel en de Weesperstraat.
Het Occo'shofje is gelegen aan de Nieuwe Keizersgracht 94-140, tussen de Weesper- en de Roetersstraat. Aan de achterzijde grenst het hof met een muur aan de Nieuwe Kerkstraat.

Ouderdom
Voor het Van Brants Rushofje werd in 1732 de eerste steen gelegd. Een jaar later werd het al geopend.
De eerste steen van het Occo'shofje is gelegd in 1774. De bouw heeft zeven jaar geduurd, waarna het in 1781 in gebruik werd genomen.

Het Van Brants Rushofje aan de Nieuwe Keizersgracht; foto door de auteurs

Stichters
Het Van Brants Rushofje werd gesticht door Christoffel Brants. Hij was via de handel op Rusland een vermogend man geworden. Ook raakte hij via zijn handelscontacten verbonden aan het hof van Czaar Peter de Grote. Het woord Rus in de naam zal dan ook van Rusland afkomstig zijn. Zeker als we weten dat Brants in 1717 was verheven in de Russische adel. Daarbij werd hij Van Brants genoemd en daarmee is het andere deel van de naam van het hofje verklaard.

Christoffel Brants, stichter van het Van Brants Rushofje

Aan de Nieuwe Keizersgracht woonde de naamgever van het Occo'shofje, Cornelia Elisabeth Occo, die in haar testament bepaalde dat 15 jaar na haar dood naast haar woonhuis een 'gebouw van barmhartigheid' moest worden gebouwd. Aldus geschiedde. Zij kwam uit een familie van bankiers en burgemeesters.

Bijzondere kenmerken
Het Van Brants Rushofje is van de architect Daniël Marot. Hij bouwde de huisjes rond een binnenplaats. Onder het gebouw bevinden zich grote wijnkelders. Boven de ingang bevindt zich een tekst uit 1733 ter ere van de stichter:
   Brants, door de koopmanschap tot Rijkdom en tot Eer
   Geklommen, heeft my in de Naa-nacht van zyn Leven
   De Ouden tot hun Troost ter Wooningen gegeven.
   Aanschouwer! is uw doen gezeegent van den Heer
   Volg Brants in Deugden, en zyn Liefde tot de Armen:
   Godts gaff hem, dat hij mild zig hunner kon erbarmen.
In het gebouw bevindt zich een regentenkamer. Hier hangen de portretten van familieleden van de stichter die zelf geen kinderen had. Maar ook de tzaar is er te vinden. Een van de oorspronkelijke woninkjes is nog bewaard gebleven en is ontkomen aan renovatie.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

De eerste steen van het Occo'shofje werd gelegd door Maria Gilles, een kleindochter van mevrouw Occo, waarvan een gevelsteen boven de ingang getuigd. De tekst luidt:
   'Gods zegen lei den grond, en de Barmhartigheid
   van Occo heeft den schat tot deezen bouw gegeeven
   Maria Gilles heeft den eersten steen geleid
   Nu kan hier maagd en weeuw gerust en vreedzaam leven.'
Boven de ingang staat: 't Gebouw van Barmartigheid
Er is een mooie kapel van 1816, toegewijd aan de heilige Elisabeth. Deze naam vinden we vast niet toevallig terug in de tweede voornaam van de stichteres. Deze kapel werd geschonken door mevrouw Roest van Alkemade. In 1973-1975 vond er een grote restauratie plaats, waarbij 34 kleine huisjes veranderden in 25 moderne woningen.
Het gebouw heeft een gesloten voorgevel met een toegangspoort die via een trap te bereiken is.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Doelstelling
Het Van Brants Rushofje was bestemd voor Evangelisch Lutherse bejaarde vrouwen. Zij moesten aan veel voorwaarden voldoen zoals geen kinderen, een fatsoenlijke opvoeding, een goede naam, onbesproken gedrag. Ze mochten niet schelden, slaan, dreigen, vloeken, roddelen, drank in huis hebben.
Het Occo'shofje was bestemd voor oude, behoeftige, Rooms-katholieke vrouwen. Oorspronkelijk voor 33 vrouwen bestemd en in 1898 verbouwd voor 50 vrouwen van boven de 50. 

Toegankelijkheid
Het Van Brants Rushofje is lange tijd in gebruik geweest ten behoeve van bewoning door verpleegsters. Thans wordt het bewoond door jongeren. De monumentale vertrekken zijn helaas niet te bezichtigen.

Het Occo'shofje is niet open voor publiek.

Het Occo'shofje aan de Nieuwe Keizersgracht; foto door de auteurs

Column: Uitdraagster, meer dan een voddenboer

p 7 december 1624 stierf Barber Jacobs als een betrekkelijk rijke weduwe die zich een huis in de Sint Antoniesbreestraat kon veroorloven. Dat is toch wel bijzonder want Barber was tijdens haar leven uitdraagster en dat was niet het fijnste beroep op aarde. De reden waarom we van Barber zoveel weten, dat er verhalen en feiten zijn overgeleverd, zit 'm er onder andere in dat zij de moeder van de schilder Pieter Lastman was en dat Rembrandt een half jaar kost en inwoning bij haar genoot toen hij in de leer was bij Lastman.
Uitdraagster was een vrouwenberoep, zozeer zelfs dat in de 15de en 16de eeuw het beroep door de overheid in de vrouwelijke vorm werd aangeduid, ook als het een man betrof.
Vrouwen in zaken zijn zelden 'lieverdjes' maar de uitdraagsters spanden de kroon. Men gunde elkaar het licht in de ogen niet en probeerde tijdens verkopingen elkaar af te troeven. De vrouwen maakten graag onder elkaar uit wie een koop toekwam en probeerden de veilingmeester te intimideren als ze hun zin niet kregen. Miskopen werden niet geaccepteerd, dan werd er stennis gemaakt; er werd gescholden en gevochten. Op een gegeven moment begonnen de veilingmeesters boetes uit te delen voor wanordelijk gedrag van de uitdraagsters. Zij turfden er lustig op los; voor elk streepje een stuiver boete. Het werd er niet rustiger door. Zelfs boetes van vele guldens en uiteindelijk van ƒ100,- voorkwamen niet dat de uitdraagsters eigenmachtig optraden en talloze keuren aan hun laars lapten.

Barber Jacobs was analfabeet; dit was haar 'handtekening'

Barber Jacobs was niet zomaar uitdraagster; zij werd in 1606 uitverkoren om beëdigd taxateur te worden als één van vier vrouwen, allen voormalige uitdraagsters. Zij hadden het recht en de plicht de waarde van boedels in sterfhuizen zonder erfgenamen te schatten. Die schatting was de basis voor de inzet bij het veilen van die boedels. Dat gebeurde door en ten gunste van het Weeshuis. Het begrip taxateur was in de 17de eeuw nog niet in gebruik en dus werd de functie van Barber met 'schatster' aangeduid of ook wel 'priseerster'. Voor die werkzaamheden kregen de schatsters betaald maar daar werd je niet zo rijk van. Dat zij in die hoedanigheid tijdens de veiling mee boden op de goederen of dat door een assistent (stroman) lieten doen was weer aanleiding tot frauduleuze handelingen maar daar werd je blijkbaar wè:l rijk van. Barber liet 't niet bij gedragen kleding en huisraad alleen; bij haar overlijden bezat zij vier huizen waaronder dat in de Antoniesbreestraat, wat de waarde van de erfenis op ƒ22.637,- bracht. Niet slecht voor een uitdraagster, toch?

 

Deze week honderd jaar geleden

Zaterdag 29 juni 1918 - Net als elke week staat in de krant het programma van oefeningen van het korps Landstorm. De activiteiten onder gezag van de commandant der Stelling van Amsterdam laten ernstige twijfel rijzen of het Nederlandse leger enig idee heeft van wat een oorlog op de schaal van WO1 betekent. Het oefenen van verzamelen in bepakking en aansluitend een mars lijkt nog ergens op, maar wat te denken van de oefening voor hoornblazers en tamboers? De oefeningen zijn vaak in de Oranje-Nassaukazerne maar soms wijkt men uit naar de Beurs van Berlage. Trommelen op de beurs, maar dan anders.
En toch..., we moeten toegeven dat de vijand met recht Nederland links liet liggen, als je weet dat je zulke krijgers op je pad zult aantreffen. Dit ondermaatse pelotonnetje hoorde op fort Sloten thuis.

Maandag 1 juli 1918 - Na een forse uitbreiding van de ambachtsschool op de Weteringschans (nr.187) trekt de opleiding Grafische School bij hen in. Lees meer...

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave