weekblad-logo

week 15-2018

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Carol de Vries. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Zijn vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

"Wat voor associaties met m'n naam kan ik nog bedenken", zal Jos Mol gedacht hebben. De Molsteeg hebben we al gehad, dus koos Jos (Joseph) deze keer voor een foto van de Sint Josephschool in de Westerdokstraat. Als u nog nooit van die straat heeft gehoord is dat geen schande; de straat lag achter het administratiegebouw van de HIJSM ingeklemd tussen Haarlemmer Houttuinen en het spoor naar Haarlem/Zaandam en is verdwenen voor de stads-snelweg langs het spoor. De huizen waren kwalitatief een stuk beter dan die aan de H. Houttuinen.
De Sint Josephschool was een katholieke jongensschool onder de paraplu van de Posthoorn-parochie.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Carol de Vries, Ria Scharn, Adrie de Koning, Arjen Lobach, Mike Man,

Fotoquiz: Dick's keuze

De straat raden is tot daar aan toe, maar welke straten of stegen komen daar links en rechts uit?

Welke straat is dit?
Welke straten/stegen komen in de voorgrond op deze straat uit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: collectie DvdK

Oplossing: Jan's keuze

U had zich deze foto nog van de PDF over de verbreding van de Vijzelstraat kunnen herinneren. Dit was Herengracht 509-511, een dubbel woonhuis dat in 1666-'67 voor Gerard Hasselaer werd gebouwd. Het was wèl een verdieping lager dan op de foto; die is er later opgezet (1771?). Het huis beschikte over een riant koetshuis in de Reguliersdwarsstraat, wat het huis ooit tot het duurste van Amsterdam maakte. In 1854 werd het huis gesplitst in twee woningen, met een tweede ingang voor 509 (zoals op de foto) die er voordien niet was.
Beroemde bewoners van het pand waren generaties Geelvinck (burgemeesters), Hope (bankiers) en als laatste de familie Six, die als compensatie voor het te slopen huis - i.v.m. de verbreding van de Vijzelstraat - het huis Amstel 218 kreeg toegewezen. Daar resideert de huidige jhr. Jan Six vandaag nog steeds.

Ongeveer de twee meest rechtse huizen op de foto hierboven waren nodig voor de bredere Vijzelstraat, de huisnummers 509-513 werden geofferd aan de megalomane plannen met de vernieuwde straat. Aan de andere kant van het blok verrees het Carlton Hotel dat in de ogen van B&W tot aan de Herengracht zou moeten doorlopen. De directie had daar geen oren naar en wilde liever op iets voorbij de Reguliersdwarsstraat bouwen, maar dan hoger. Ter gelegenheid van de Olympische Spelen in 1928 werden alle hoteliers en wie dat wilde worden, geanimeerd hotelbedden te realiseren. Aan de Herengracht, maar nog niet tot aan het Carlton presenteerde Hotel Astoria zijn plannen. De directie had echter geen trek in de dwingend voorgeschreven arcade en kreeg werkelijk voor elkaar dat zij die mocht weglaten. De foto geeft de situatie net na de bouw van het Astoria met nog een lege ruimte tot het Carlton. Al snel na de Spelen bleken de hotelbedden weer overbodig en werd Astoria omgezet in appartementen. Op de begane grond bleef het restaurant gehandhaafd. De hotelnaam in mozaiek voor de dienstingang is alles dat aan het kortstondige hotelavontuur herinnert (foto onder).

Goede oplossingen kwamen van Dick van der Kroon, Kees Huyser, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Ria Scharn, Anje Belmon, Jos Mol, Mike Man, Anthony Kolder, Hans van Efferen,

Op twee na heeft iedereen hotel Astoria overgeslagen en er meteen appartementen van gemaakt. Daarom hebben we over de tweede vraag niet te moeilijk gedaan.

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Een oude foto met een volkomen vreemd beeld. Het zal moeilijk worden een huis op deze foto te ontdekken dat er nog staat.

Waar is dit?
Wat is er in de plaats van de meeste huizen op deze foto gekomen?

Dat wordt een verhaal met twee mogelijke oplossingen. Wat voor enkele van deze huizen in de plaats kwam is ook al weer afgebroken. Beide gebouwen worden goed gerekend.

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Het verhaal is eerder verteld: in 1883 werd in Amsterdam een wereldtentoonstelling georganiseerd en het stadsbestuur realiseerde zich dat er weinig hotelbedden waren voor het verwachtte internationale bezoek. De gebroeders Ferdinand en Carl Brix lieten zich overtuigen mee te doen aan de race om de welgestelde hotelgast, kochten vier aaneengesloten percelen en bouwden een hotel. En wat voor een hotel; met een heuse passage van Prins Hendrikkade naar de (Korte) Nieuwendijk. Het ging om Prins Hendrikkade 20-21 en Nieuwendijk 25-27. Op een der percelen stond logement Central de Lieth Op een niet recht grondstuk bouwden ze twee hoofdgebouwen voor het hotel en er tussen in een rechte passage van 63 meter lang en drie verdiepingen hoog was. Op de begane grond kwamen 20 winkels van zeer verschillende afmetingen, noodgedwongen door de grillige vorm van het grondstuk met daardoor een kaarsrechte passage. Op de verdiepingen kwamen éénpersoons hotelkamers met uitzicht op de passage; de grotere kamers waren in beide hoofdgebouwen. Het hotel zou Hotel du Passage gaan heten en de passage werd Passage Central gedoopt.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Tekening boven: doorsnede met de wand van de passage
Plattegrond links: begane grond en entresol; beide tekeningen: Stadsarchief Amsterdam

Tijdens de wereldtentoonstelling zullen de broers Brix best goed geboerd hebben, maar voor de jaren erna hadden ze er op gemikt dat de omgeving van het nieuw te bouwen Centraal Station het middelpunt van een zakenkwartier zou worden en de hotelgasten wel zouden blijven komen. Het barre klimaat aan de IJ-oever besliste anders. De passage bleek een tochtig hol te zijn waar je niet voor je plezier verbleef. Ook was de Korte Nieuwendijk nou niet een straat waar de upper-ten kwam flaneren en het betreffende stukje Prins Hendrikkade met zijn enorme bedrijvigheid langs de wal al helemaal niet. Architect Y. Bijvoets kreeg ook nog eens de hoon van vakbroeders over zich uitgestort wegens het samenraapsel van stijlen dooreen, wat ze overigens voor hun eigen producten graag verdedigden als "eclectisch".

Afb: Stadsarchief Amsterdam

De broers zagen zich in 1884 genoodzaakt een peperdure tweede hypotheek af te sluiten om het hoofd boven water te houden. Toen de winkeliers begonnen te muiten over het uitblijven van de voorgespiegelde klandizie was het hek van de dam. In 1886 werd de exploitatiemaatschappij Passage Central geliquideerd en in de veiling op 5 september werd slecht een kwart van het geïnvesteerde bedrag opgehaald.
De nieuwe eigenaars lieten architect A.L.van Gendt het gebouw grondig verbouwen, waarbij de prachtige passage het loodje legde. De ingang naar de passage was ook niet meer nodig en dus werd de voorgevel aan de kade gewijzigd naar zijn huidige vorm, met de ingang aan de kade i.p.v. in de passage. Van de winkels bleven alleen de twee ter weerszijden van de ingang aan de Nieuwendijk gehandhaafd. Het hotel bleef dezelfde naam houden. Het werd uitgebreid met een café en samen met de al bestaande bierkelder bestond het gebouw nu uit louter horeca.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Ook deze onderneming zou niet overleven. Het Victoria Hotel even verderop aan de Prins Hendrikkade lukte 't wel door een veel plezieriger omgeving. In 1890 gooiden ook de nieuwe eigenaren de handdoek in de ring en werd het gebouw opnieuw geveild. En nog was men er niet van overtuigd dat een hotel op deze plek geen bestaansrecht had. Het hotel kreeg nu de naam Hotel de l'Europe.
In 1896 ontdekte men eindelijk dat het over een andere boeg gegooid moest worden en werd het gebouw tot kantoorpand verbouwd. De "handel" zou het wèl lukken, zo hoopte men. Om de god van de handel te bezweren werd in 1896 de exploitatiemaatschappij naar hem vernoemd: Mercurius. Zijn zinken beeld stond al jaren en jaren op het gebouw, nu eindelijk mocht ook het gebouw eronder zo heten.

De naam De l'Europe ging over naar het zojuist flink verbouwde Hotel Rondeel van dezelfde eigenaars. Dit wordt soms als een verhuizing versleten, maar Hotel Rondeel bestond al sinds 1635.

Wat veel deelnemers nog aanstipten was de rol die de gruttersfamilie Heijn in dit gebouw speelde. Na het experiment van het zwarte schaap Ronald-Jan Heijn met zijn Oibibio (1992-'99) volgde Appie in 2009 met een supermarkt op de benedenverdieping (zie Street View van de zijde Nieuwendijk hiernaast).

Wanneer u alles nog eens gedetailleerd wilt nalezen, kan dat via een uitgebreid artikel van Bert Vreeken in Ons Amsterdam, jaargang 37, pp.16-21.
Voor het naspel vanaf 1886 ben ik weer eens geweldig geholpen door Maaike de Graaf die op Delpher tientallen oude kranten doorspitte.

Goede oplossingen kwamen van Robert Raat, Arjen Lobach, Han Mannaert, Carol de Vries, Anneke Huijser, Ria Scharn, Ton Brosse, Harry Snijder, Jos Mol, Anje Belmon, Maaike de Graaf, Mike Man, Adrie de Koning, Anthony Kolder, Onno Boers, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Altijd mooi..., Amsterdam bij nacht. Of in de sneeuw. Of 's nachts in de sneeuw.

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Dat was weer eens een ouderwetse nekbreker. Een ongeluk? Iemand te water geraakt? Tot enkelen de drie torenspitsen net boven het dak zagen uitsteken..., dat was toch de..., precies, de Posthoornkerk!
We kijken hier naar de zogenaamde "aalhal" van de visafslag aan de De Ruijterkade. In het water drijven een aantal hobbelschuiten. Weet u nog het item over de diverse vismarkten in Amsterdam waarin de hobbelschuiten in de Geldersekade aan de orde kwamen? In het schuitje was een bun en door het permanent bewegen van de boot werd steeds vers water in de bun gevoerd. Behalve schuiten zien we ook "kisten" in het water drijven. Dat zijn viskaren die in principe hetzelfde doel hebben als de bun in de schuiten: bewaarplaats voor levende vis, met rondom gaatjes in enkele wanden zodat er vers water kan binnendringen.

Goede oplossingen kwamen van Robert Raat, Rob Philip, Pieter Klein, Han Mannaert, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Ria Scharn, Anje Belmon, Jos Mol, Maaike de Graaf, Anthony Kolder, Onno Boers, Hans van Efferen, Mike Man,

Hulp gevraagd...

Fred Houthuys vraagt uw hulp bij het vaststellen van deze locatie. Als u een idee heeft, laat het ons weten via deze link

De eerste treinstations -2

Het was bedoeld als de eerste treinverbinding in Nederland, van Amsterdam naar Duitsland, of liever gezegd de Pruisische grens. Koning Willem I maakte zich hard voor de onderneming die op staatskosten verwezenlijkt zou worden. Het liep iets anders; voordat de financiering rond was, voordat de benodigde onteigeningen voltooid waren en voordat een exploitatiemaatschappij was opgericht ging de HIJSM in 1839 met de eer van de allereerste treinverbinding Amsterdam-Haarlem strijken.
Bij Koninklijk Besluit van 30 april 1838 werd het startschot voor de spoorlijn naar Arnhem gegeven en nog voordat een exploitant gevonden was, reed de eerste trein vanaf 18 december 1843 tweemaal daags van Amsterdam naar Utrecht en terug. Pas op 3 juli 1845 werd de Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij (NRS) opgericht. De lijn was toen al doorgetrokken tot Arnhem. De lijn bediende zich van een kopstation op de plek van het Weesperbosch, dat in analogie met Leidsche- en Muiderbosch net buiten de Weesperpoort lag. Het bosje werd opgeofferd om het spoorwegstation plaats te bieden. De maatschappij kreeg een groot wigvormig gebied in eigendom waar alle activiteiten tot de laatste dag van het station plaats vonden.

Het eerste stationnetje omvatte twee eenvoudige houten gebouwtjes aan het eindpunt van de rails, met het front gericht naar de stad. Het was bewust zeer eenvoudig gehouden om eerst maar eens af te wachten of het idee van treinen wel zou aanslaan. Toen de NRS de activiteiten overnam werd onmiddellijk werk gemaakt van een uitbreiding van het station, dat vanaf dat moment de naam station Weesperpoort droeg, of kortweg Amsterdam-WP. Er kwamen nu gebouwen langs de perrons. Grote naam uit die beginperiode is spoorwegingenieur L.J.A. van der Kun die de stationsbouw voor zijn rekening nam. In 1862 kreeg de NRS vergunning om een grote overkapping boven de perrons te bouwen en dat is het belangrijkste beeld van het station tot 1939. Ook al was het Rhijnspoor niet de eerste spoorstation in Amsterdam, het werd wel het belangrijkste, tot de opening in 1889 van het Centraal Station. Maar ook toen dat gereed kwam, bleef het WP de belangrijkste uitstaphalte; de trein werd vandaar door een rangeerloc naar het CS getrokken en weer teruggebracht. Dat kon doordat het Rhijnspoor sinds 1880 gekoppeld was aan het HIJSM- en Oosterspoor die in afwachting van de opening van het CS doorliepen tot hulpstations Wester- en Oosterdok. Een andere goederenlijn werd in 1848 gerealiseerd door aanleg van de Doklijn van station WP via de Sarphatistraat naar het Entrepotdok. Het spoor heeft er tot 1904 gelegen, maar de treinen waren wegens de overlast voor het verkeer al iets eerder gestopt.

Op de foto van Jacob Olie de Doklijn in functie; bron: Stadsarchief Amsterdam

Station Weesperpoort werd een belangrijk station in het goederentransport en oversteeg het belang van de HIJSM-lijn, ook al werd die van Haarlem doorgetrokken naar Leiden, Den Haag en Rotterdam. Er waren zelfs douanefaciliteiten op het station aanwezig. De goederentreinen hadden ook bij de grote bierbrouwerijen in de buurt los- en laadmogelijkheden. Behalve laadmogelijkheden op land bezat station WP ook een steiger in  de Singelgracht. Eind 19de eeuw brandde een strijd om de hegemonie op het spoor los die het Staatsspoor uiteindelijk won. In 1890 nam de SS het Rhijnspoor over. In 1917 sloten de HIJSM en het SS een belangenmaatschap die in 1936 tot een fusie leidde waaruit de Nederlandsche Spoorwegen ontstond.

Foto: Station WP ±1920; bron: Wikipedia

De gronden die de NRS in eigendom had verworven werden angstvallig gekoesterd, zodat niets het functioneren van de spoorlijn in de weg zou staan. Enkele belangrijke straten, de Ruysstraat en de Eerste Oosterparkstraat die later buiten de Weesperpoort aangelegd werden, kregen spoorwegovergangen die, naarmate ze dichter bij het station lagen, vaker dicht dan open waren door rangerende treinen. Loopbruggen zoals bij het Oosterspoor kwamen er niet en voor het verkeer werd de situatie onhoudbaar. Het is aan het doorzettingsvermogen van wethouder Monne de Miranda te danken dat medio 30-er jaren een overeenkomst werd gesloten tussen de Staat, Staatsspoor en de stad Amsterdam om voor gezamenlijke rekening het Oosterspoor te verhogen en twee nieuwe stations te bouwen aan die spoordijk: station Muiderpoort en het Amstelstation. Het eerste bestond al op straatniveau maar kreeg een verhoogde variant, het tweede kwam iets voorbij het punt waar het Oosterspoor samenkwam met het Rhijnspoor. Al die tijd was al als vaststaand aangenomen dat dit het einde van station Weesperpoort zou betekenen. Reizigers vanuit Utrecht konden direct doorreizen naar het CS. Op 15 oktober 1939 werd het nieuwe treintracé in gebruik genomen, station WP buiten gebruik gesteld en in 1939-‘40 gesloopt.

Op de foto van Jacob Olie de spoorwegovergang Eerste Oosterparkstraat; bron: Stadsarchief Amsterdam

Column: de magie van Artis -2 (slot)

aar hoe zit dat nu met die barbecue bij de pinguins? Welnu, in het voornoemde blokje huizen hadden wij een leuk buurtclubje. Het waren mensen van allerlei gezindte. Wij kwamen elke maand een avond bij elkaar om te borrelen en te roddelen en op een keer besloot ik dat we de heer Bart Lensink, toenmalig directeur van Artis, en zijn vrouw Nan waren vergeten. Nu, die haakten vrolijk aan. Op een gezellige zomeravond was de buurtborrel bij de Lensinkjes. De heer Lensink meldde dat de barbecue al klaar stond in zijn achtertuin,.....en warempel daar togen wij naar de pinguïngronden nabij het Aquarium! Voorwaar een zeer originele en feeërieke buurtavond!
De pinguins waren komische diertjes, er was daar altijd wat te beleven. Er was zelfs een trouw homo-echtpaartje en de reigers uit de Oosterparkbuurt kwamen elke dag een harinkje meepikken. (Doen ze nu nog; G.)
Aan Artis hebben wij de leukste herinneringen. Ik leerde er via de bordjes honderden bomennamen - er is een boek over de bomen in de Hortus en Artis verschenen (van der Stelt) - en weet daardoor nu nog steeds vele bomen te determineren. Mijn vrouw ging er later op de foto, met haar dikke zwangerschapsbuik, bij het beeld van Boeddha. En vele jaren later namen we weer zo een foto, maar nu van mijn oudste dochter met haar dikke buik. Zo ging het ook met ons tweede kind. Mijn dochters en mijn vrouw zijn nog steeds vaak in Artis te vinden met hun kinderen c.q. kleinkinderen. Nog een jaartje of wat en dan kan de onze zwangere kleindochter aldaar poseren om de traditie voort te zetten.

In de ‘Artis Koningszaal’ organiseerde ik feesten met buurt-genoten. Er bleek een jarenlang onaangeroerd cultuursubsidiepotje te zijn en daardoor konden de negentigjarige meneer Porcelijn en ik grote feesten regelen met het ‘Folkloristisch Danstheater’ (de verwarmingsbuizen dansten vervaarlijk mee!), poppenspeler Jozef van den Bergh en vele andere VIP's. Ook speelde ik daar op mijn trekzak voor de bejaardensoos van mevrouw Vos en leerde de bejaarden de Poolse volksdans en andere dansjes. Ik kwam ook wel in de fraaie Artis-bieb (daar werkte de schoonzoon van een der directeuren; zie boven), wat een bijzondere en authentieke locatie!
Artis, voor ons een vertrouwd begrip. We woonden vlakbij en zaten er dagelijks met onze twee meiden en buurtkennisjes. Een fijne buurt ook. We zijn niet voor het opsluiten van dieren. Sommige zaten in den beginne zelfs in veel te kleine ruimtes. Je kon het zien aan het autistisch rondsjokken van de olifant, de ijsbeer en andere dieren. Maar door de jaren heen veranderden zaken ten gunste van de dieren. Hokken werden groter. Roofdieren kregen uitzicht op runderen. Vlaktes voor de dieren kregen lagere hekken, of geen hekken maar water. Je kon de zeeleeuwen zelfs onder water bestuderen. In de betere dierentuinen had de populatie het zo goed dat zij mee konden helpen het dierenbestand in de echte natuur te vernieuwen.
Wij zijn verhuisd naar de nieuwbouwstad Almere, maar het liefst waren wij in de Plantage blijven wonen, een aantrekkelijke buurt met schoonheid, rust en vlakbij de binnenstad, en..... met de mooiste dierentuin ter wereld, Artis!

Bij de foto's:

Links: De pinguingronden van Artis

Onder li: Mijn zwangere vrouw bij het Boeddhabeeld in Artis

Onder re: de Artis-bibliotheek

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 22 april 1918 - De dit jaar opgerichte Amsterdamsche Vrijwillige Burgerwacht koopt voor ƒ426.000,- Singel 548, het zgn. huis Huydecoper. Dat is inclusief het corresponderende (koets)huis in de Reguliersdwarsstraat 75. Het zal worden verbouwd tot kazerne. Geldschieter is de Vereeniging Karel van Lennep. Links de voorgevel in 1918, onder het verbouwingsplan.

De Amsterdamse Vrijwillige Burgerwacht was een paramilitaire organisatie. De burgerwachten in de grote steden waren in 1918 gevormd om op te treden tegen 'revolutionaire woelingen'. De Nederlandse autoriteiten waren erg geschrokken van de Russische Revolutie en de opstanden in Duitsland en Oostenrijk. In Amsterdam dreigde onder de slecht gehuisveste en slecht gevoede bevolking meer dan eens een oproer. Burgers in het uniform van de Vrijwillige Burgerwacht oefenden in het hanteren van wapens. Zij waren in deze zin de opvolgers van de in 1907 opgeheven schutterijen.

De Amsterdamse Vrijwillige Burgerwacht moest in eerste instantie de hoofdstad Amsterdam behoeden voor een socialistische machtsovername zoals Troelstra die in 1918 had aangekondigd maar niet had verwerkelijkt. De burgerwacht was conservatief en steunde het Oranjehuis en de status quo van de Nederlandse democratisch rechtsorde. 

Tekst: Wikipedia

Foto's en tekeningen: Stadsarchief Amsterdam

 

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave